pdf - Stud.tue.nl - Technische Universiteit Eindhoven

advertisement
Als je doet wat
vindt hoef je
je
nooit te werken,
leuk
dat noemen wij passie.
Kijk voor het meest actuele aanbod van vacatures
binnen bouw en techniek op www.continu.nl
Altijd de juiste mensen
INHOUDSOPGAVE
redactioneel
Columns
Redactioneel
Voorwoord bestuur
Labpraktijken
3
5
38
“Mens en Natuurgeweld”
Studiereiservaring
39
Activiteiten & excursies
Betawetenschappen
8
Universiteit van Utrecht – Pieters Bouwtechniek
Meerdaagse excursie Oslo
Het grote KOers Jungle Speed toernooi
10
15
Beste lezers,
het stokje is overgenomen! Wouter heeft zijn
functie van commissaris redactie en daarmee zijn
kennis aan mij overgedragen en de eerste KOersief van het 39e bestuur is nu een feit. Bij deze wil
ik Wouter graag bedanken voor de voorgaande
KOersieven en voor het perfect inwerken van
ondergetekende in mijn functie.
Toen ik in mijn functie in het 39e bestuur trad, was
de KOersief voor mij onbekend terrein. Natuurlijk
had ik het blad wel eens in handen gehad, maar
de redactie van het blad op je nemen is vanzelfsprekend een iets andere uitdaging. Ondanks
alles ben ik er toch van overtuigd dat, met alle
hulp en steun die ik heb mogen genieten in de
afgelopen 2 maanden, deze editie van de KOersief een waardige opvolger is geworden.
Interview
Sjaak van Egmond (Rijndijk Engineering)
16
Aardbevingsbestendig bouwen
Aardbevingsbestendig bouwen mogelijk?
Tsunami escape buildings
19
24
Design principles
Free-Form structures design in seismic regions
28
Projecten
Cilindrische schaalconstructie in glas
33
Ontwikkeling van een Maximaal Transparant
Constructiesysteem
Footbridges/ Sensuous structured space
36
Make sense, design for sense
en verder...
Activiteiten
6
Naast de aan het thema gerelateerde artikelen,
vind je in deze KOersief ook de verslagen terug
van de activiteiten die tijdens de eerste maanden
van het 39e bestuur hebben plaatsgevonden. Het
eerste grote KOers Jungle Speed toernooi, de
excursie naar de nieuwe faculteit van betawetenschappen in Utrecht en de meerdaagse excrusie
naar Oslo hebben hun plaatsje verworven op het
papier.
Verder zijn er nog twee interessante afstudeerverslagen, een interview met RijnDijk Engineering
en columns van de studiereiscommissie en Hans
Lamers te vinden.
En voor de mensen die houden van puzzelen, de
puzzle uit de vorige editie van de KOersief bleek
zo moelijk, dat er geen enkele inzending is binnengekomen. Dat lijkt me toch een echte uitdaging!
Veel Leesplezier!
Agenda & sfeerimpressies
Wie is het...?
Tot slot
Het onderwerp van deze KOersief, aardbevingsbestendig bouwen, is gekozen naar aanleiding
van de komende studiereis van KOers naar de
Verenigde Staten. Aan de westkust van het land
zal een groep van ongeveer 20 studenten dit
onderwerp tot op de bodem gaan uitzoeken.
Deze editie is dan ook een perfecte gelegenheid om de studenten die meegaan alvast een
basis over aardbevingsbestendig bouwen mee
te geven. Maar ook voor hen die thuisblijven, zijn
de artikelen die binnen het thema passen zeker
de moeite waard. Ir. Marc Bijvoet (DHV), Alberto
Lago (Ph.D. kandidaat) en onze eigen prof.dr.ir.
André Jorissen (TU/e) vertellen ons iets over dit in
Nederland toch nog vrij onbekende onderwerp.
40
42
Bastiaan Göttgens,
Hoofdredacteur KOersief
3
Adviesburo Snijders,
jouw constructieve carrière
binnen handbereik!
Bel snel voor DE baan van je leven!
Kijk voor actuele jobs op: www.adviesburo-snijders.nl
Adviesburo Snijders is een onafhankelijk adviesbureau gevestigd in Valkenswaard.
Wij houden ons bezig met het geven van advies op het gebied van bouwconstructies.
Adviesburo Snijders B.V.
Valkenierstraat 125
Onze werkgebieden:
• Adviseurs voor algemene en complexe traditionele bouwconstructies in de utiliteitsbouw
en woningbouw.
• Dé specialist op het gebied van engineering van prefab beton constructies.
• Ondersteuning op constructief gebied van overheidinstellingen.
Postbus 598
5550 AN Valkenswaard
T 040 208 52 50
F 040 201 75 24
[email protected]
www.adviesburo-snijders.nl
voorwoord bestuur
Beste leden, sponsoren en overige relaties,
nu de temperaturen weer behaaglijk worden en de
lentekriebels naar de achtergrond verdwijnen, loopt
ook het collegejaar weer op zijn einde. Hoewel het
39ste bestuur nog maar net gesetteld lijkt, loopt de
agenda van KOers vol. We blikken terug op de mooie
activiteiten die we ervaren hebben en we kijken vooruit
naar wat nog komen gaat.
Aardbevingbestendig bouwen, dat is het thema van
aankomende studiereis naar de westkust van de
Verenigde Staten. Een goed moment om daar ook in
de KOersief bij stil te staan. Naar onze mening mogen
we hier in Nederland best een beetje over de grens
kijken en zal deze studiereis een bijzonder leerzame
en geweldige ervaring zijn om nooit te vergeten. Voor
wie meegaat dus een uitgelezen kans om jezelf alvast
in te lezen, voor de thuisblijvers een kans om toch op de
hoogte te blijven!
De MDE naar Oslo heeft ook bij veel KOersleden
het hart sneller doen kloppen. Een delegatie van 25
studenten is afgereisd naar deze mooie Scandinavische
hoofdstad om daar de principes van het constructeursvak aan de tand te voelen.
Daarnaast hebben de sportievelingen binnen KOers
hun krachten laten zien tijdens een aantal belangrijke
activiteiten. Zo is er meegedaan aan de Rotterdam (5en 10-kilometer) loop en hebben we SUPport verslagen
tijdens het sjoeltoernooi. Het Tarzan & Jane gehalte is
getest tijdens het Grote KOers Jungle Speed Toernooi
en de nodige dartpijlen hebben het bord geraakt
tijdens het darttoernooi.
Maar… Er staat ook nog veel te gebeuren. Nu het
nieuwe bestuur eindelijk zijn draai gevonden heeft,
stromen de ideeën voor activiteiten binnen. Tijdens de
Betonkanorace is KOers vastbesloten met een origineel
en innovatief idee voor de dag te komen, de laatste
hand wordt gelegd aan de studiereis en de nodige
excursies en borrels mogen daar ook niet bij ontbreken.
De KOers-molen draait dus op volle toeren! Om deze
molen te kunnen laten draaien zijn we ook weer op
zoek naar een nieuw bestuur. Wil jij deel uitmaken van
deze actieve vereniging, de commissies aansturen, je
CV uitbreiden en bestuurservaring opdoen? Schroom
dan niet en stuur een mailtje naar het bestuur, of kom
langs op vloer 5. Wij kunnen je alles vertellen over de
mogelijkheden en ervaringen van een (half)jaar KOers
bestuur.
Namens het 39ste bestuur wens ik jullie wederom heel
veel leesplezier!
Met vriendelijke groet,
Lianne Tas
5
activiteiten
Activiteiten
Agenda en sfeerimpressies
Agenda
(onder voorbehoud)
4 - 6 Juni - BetonKanoRace
Ieder jaar is KOers weer aanwezig bij dit
evenement. Een weekend lang varen en
één groot feest.
10 - 23 Juni - Buitenlandse studiereis:
Westkust Verenigde Staten
Elk jaar organiseert KOers een studiereis
met een interessante en leerzame bestemming. De studiereis wordt midden juni
gehouden en gaat naar de westkust van
de VS!
30 Juni - KOersfeest & BBQ
Het feest van studieverening KOers wordt
dit jaar een vrolijk dansfeest! Tijdens het
feest zal er een quiz zijn, veel drankjes
en wellicht ook cocktails. De plek is nog
onbekend (houd de website in de gaten).
Ben je er bij?
Rotterdamloop
Website en K-mail
Bezoek regelmatig onze site voor actuele
nieuwsberichten en activiteiten. Tevens kun
je je via de site opgeven voor de activiteiten. Via de site en de K-mail wordt
nadere informatie verspreid over de
inschrijftermijnen. Ook vind je op de site
een fotoalbum met sfeerimpressies. ■
Sjoeltoernooi KOers vs SUPport
Cocktailborrel
6
KOersief | Juni 2010 | nummer 81 | Aardbevingsbestendig bouwen
Groei mee met Vebo!
Prefab Beton Vebo B.V., gevestigd in Bunschoten, is een toonaangevende producent op de
Nederlandse markt van geprefabriceerde betonproducten. Onze producten vinden hun weg naar
voornamelijk de woning- en utiliteitsbouw. Vebo is een gezonde Nederlandse onderneming,
waarbij kwaliteit hoog in het vaandel staat. Samen met onze onderneming Vebo Staal B.V. kunnen
wij bouwend Nederland voorzien van een totaalpakket aan prefab betonproducten en ondersteunend gevel-staalwerk (stalen lateien, geveldragers etc.). De totale Vebo-organisatie telt
ruim 300 medewerk(st)ers.
K
w w wijk op:
.
b i j v w er k en
eb o .
nl
Constructeur
U houdt zich bezig met o.a. constructief rekenwerk (waaronder statische berekeningen), ondersteuning en advisering aan in- en
externe partijen, controle van berekeningen van collega’s en externe constructiebureaus, en ondersteuning en begeleiding van
constructief tekenaars. Opleiding: minimaal hbo bouwkunde, bij voorkeur richting constructie.
Productontwikkelaar
U realiseert nieuwe producten en ontwikkelt bestaande producten door. U bent de initiator binnen onze productontwikkelteams. Ook
maakt u analyses van experimenten, o.a. naar aanleiding van door u geïnitieerde en begeleide experimentele onderzoeken. Daarbij bent u
ook vraagbaak op het gebied van producttoepassing. Academisch werk- en denkniveau, met bouwkundige ervaring.
Stageplek/afstudeeropdracht
Zoek je een lekker gevarieerde stageplek? Of een bedrijf dat jouw afstudeeropdracht écht serieus neemt? Bel dan ’s met Vebo Beton &
Staal, dé specialist in totaaloplossingen voor gevelwerk. Waarom? Omdat we diverse mooie banen mét doorgroeimogelijkheden voor je
hebben! Bel (033) 299 26 00. Prefabbeton, ondersteunend gevelstaalwerk en aluminiumproducten van Vebo Beton & Staal. We hebben het
meest, we kunnen nog meer! De specialist in totaaloplossingen zoekt jóú!
Waarom werken bij Vebo?
Bij Vebo werken mensen met plezier. Het bewijs is een
personeelsbestand met een bijzonder gering verloop.
Vebo biedt een dynamische, stimulerende werkomgeving
met plezierige sociale verhoudingen en veel individuele
verantwoordelijkheid. Bij Vebo krijgen medewerkers alle
kansen uit te blinken in hun vakgebied. En dat waarderen ze. En dan hebben we nog niet eens de prima
secundaire arbeidsvoorwaarden en de goede opleidings- en doorgroeimogelijkheden genoemd. Of het
uitstekende salaris. Spreekt een van de vermelde functies
u aan? Stuur dan een brief met c.v. naar Vebo, t.a.v. de
heer J. Blom, Personeelszaken. Mailen mag natuurlijk
ook: [email protected]. Voor meer informatie bel
(033) 299 26 54.
activiteiten en excursies
Excursie Betawetenschappen
door: Stephanie Lamerichs
Universiteit van Utrecht –
Pieters Bouwtechniek
Vrijdag 15 februari j.l. ging KOers met 9 man op
excursie naar het nieuwbouwproject van de universiteit van Utrecht. Een nieuwe faculteit voor Betawetenschappen. De constructie van het gebouw,
ontworpen door Herman Hertzberger, is gedaan
door Pieters Bouwtechniek Utrecht die de excursie
hebben georganiseerd.
We werden om 15.00 uur verwacht op de bouwplaats waar we werden ontvangen door Jaap
Dijks. Hij is constructeur en projectleider bij Pieters
Bouwtechniek Utrecht. In de bouwkeet kregen we
een presentatie over de nieuwe faculteit. Eerst een
klein deel over de architectuur van het gebouw.
Het gebouw bestaat uit twee ‘wokkels’ en waarin
twee gebouwdelen worden verbonden door een
groot atrium. In dit atrium zal een ‘open’ collegezaal komen waar de studenten naar buiten
kunnen kijken. Hier hebben ze zicht op de bomen
die er al stonden toen het terrein nog een schapenweide was. Vervolgens kwam er uiteraard nog
enige uitleg over de constructie, waarna we onder
begeleiding van de heer Dijks over de bouwplaats
werden geleid.
Op de verdiepingen zijn in de U-vorm van het
gebouw laboratoria en studieruimtes te vinden. In
laboratoria zijn veel installaties nodig. De verdiepingen zijn daarom 3,8 meter hoog, om zo een
meter per verdieping te kunnen gebruiken om de
leidingen door te voeren. De verlopende vloeren
worden open studieruimtes waar de studenten met
hun laptop kunnen werken. Al deze ruimtes zijn
open en staan met elkaar verbonden.
Het gebouw heeft een overspanningen (30 meter)
en uitkragingen in beide richtingen. Daarbij komt
dat er zes verdiepingen op deze overspanning
rusten. Om dit constructief op te lossen zijn grote
vakwerken toegepast die worden bevestigd aan
twee betonnen kernen. De betonnen kernen dienen
tevens als trappenhuis. Daarnaast zijn er betonnen
balken toegepast van enkele meters hoog en grote
dikte.
Een deel van de verdiepingen bij de betonnen
kernen wordt aan een stalen vakwerkligger opgehangen. Dit heeft vooral veel consequenties gehad
voor het uitvoeren van de bouw. Er wordt gebouwd
door elementen op te stapelen en meestal draagt
8
het onderste element de bovenliggende elementen.
Hier moesten echter de delen worden opgebouwd
en het dragende element, de vakwerkligger, werd
pas later geplaatst. Dit is opgelost door de vloeren
te onderstempelen tijdens de bouw.
Tijdens de rondleiding op de bouw waren goed
de verschillende elementen te zien die de krachten
naar de betonnen kernen leiden. Zo is goed het
verschil te zien tussen de betonnen kolommen
die op druk worden belast en de kleinere stalen
kolommen die de trek opnemen.
De vloeren zijn in het werk gestorte betonnen
vloeren. Deze hebben overal een dikte van 270
mm. Op sommige plekken worden de vloeren
ondersteund door balken, omdat de hoogte van
de vloer niet toerijkend was. De balkeinden liggen
een stuk terug van de vloer, zodat wanneer van
beneden in het atrium gekeken wordt, overal
dezelfde lijnen zijn te zien van de diktes van de
vloeren.
Het middelste gedeelte van het gebouw kon niet
goed gestabiliseerd worden in drie richtingen,
mede door ruimtegebruik en verkeersruimtes. De
gevonden oplossing is dat de trappen, die aan
beide delen van het bouwdeel toegepast worden,
als stabiliserend element gebruikt worden. In de
trappen zit heel veel staal, waardoor deze genoeg
capaciteit hebben om het bouwdeel in horizontale
richting te stabiliseren.
Aan het einde van de rondleiding was er nog een
kleine borrel in ‘the basket’, waarna we met de
trein weer richting Eindhoven zijn vertrokken en de
excursie kwam hiermee tot een einde. ■
KOersief | Juni 2010 | nummer 81 | Aardbevingsbestendig bouwen
activiteiten en excursies
Meerdaagse excursie Oslo
door: Hein de Groot & Ivan Saric
Zaterdag, 24 april
Het was een spannende week, aangezien het tot
het laatste moment onzeker was of de reis door
kon gaan door de vulkaanuitbarsting op IJsland.
Uiteindelijk was alles toch goed gekomen en
konden wij beginnen aan onze reis naar Noorwegen. Het was voor mij (Ivan) de eerste reis naar
Scandinavië en daarom dus extra interessant.
Naast de educatieve kant van onze tocht was er
natuurlijk ook nog de culturele kant.
Na een korte vliegreis kwamen we aan op het
vliegveld van Rygge, een klein plaatsje 70 km
buiten Oslo. Dit stadje voldeed volledig aan mijn
visie van Noorwegen: heel rustig met hier en daar
een huisje zoals je huisjes tekende op een leeftijd
van vijf. Hier moesten we anderhalf uur wachten
op de trein die ons naar onze eindbestemming
Oslo zou brengen.
Aangekomen in Oslo vonden we snel de weg naar
het hostel waar we s’avonds nog met z’n allen
hebben gegeten. Vervolgens splitste de groep zich
op om het nachtleven van Oslo te gaan verkennen.
Veel werd er niet gedronken aangezien de prijs
van een biertje rond de 10 euro lag. Dit had
een positief effect op het kater-gehalte van de
volgende dag.
Zondag, 25 april
Na de lange stapavond was iedereen wel toe aan
een rustige ochtend die opgevolgd werd door een
bezoek aan het Nationaal Museum voor Architectuur. Daar was op dat moment een exhibitie van
een van de meest succesvolle architectenbureaus
10
van Denemarken, genaamd BIG-Bjarke Ingels
Group. Een aantal van hun meest baanbrekende
projecten werden tentoongesteld; van prijswinnende projecten tot hoogst-innovatieve objecten
op zowel nationaal als internationaal niveau.
Naast deze tentoonstelling was er nog een exhibitie van de prijsvraag voor het ontwerp van een
nieuw ‘cultuurcentrum’ in Oslo.
Het Opera House is iets wat men gezien moet
hebben als men in Oslo ronddwaalt. Dit is dan
ook het hot item van Oslo op het gebied van
zowel architectuur als constructie. Dit object
bezochten we later op de middag. Helaas was
het niet mogelijk om een rondleiding in het Engels
te krijgen. Dit neemt niet weg dat het een adembenemend gebouw is en we op deze plek een
aantal mooie plaatjes voor thuis hebben kunnen
schieten. Dit was de plek waar de paden zich
weer scheidden en ieder zijn eigen kant op ging.
Op een zondag is er vrij weinig te doen in deze
stad dus er bleef niet veel meer over dan de stad
in te gaan en deze te verkennen. Dit is dan ook
hetgeen wat door de meesten gedaan werd. Deze
verkenning begon bij de verhuizing van hostel 1
naar hostel 2.
In de avond probeerden we met zoveel mogelijk
man ergens te gaan eten. We kwamen uiteindelijk
uit bij een luxe shoarmatent, want meer dan dat
was het niet. Dit was echter aan de prijzen niet
te zien. Helaas ligt het nachtleven zondagnacht
nogal plat in Oslo en kwamen de meesten niet
verder dan een biertje in een foute kroeg.
KOersief | Juni 2010 | nummer 81 | Aardbevingsbestendig bouwen
1.
Maandag, 26 april
’s Morgens vroeg even snel een ontbijtje nuttigen
op de krappe slaapkamers. De meesten hadden
dan ook zondag alvast wat eten gekocht. De
reden van het vroege vertrek was dat we nog
bij de skischans gingen kijken, voordat we naar
A-lab gingen. Deze Holmenkollen Ski Jump, zoals
hij officieel heet, is goed zichtbaar vanaf Oslo en
ligt bovenop een heuvel. De schans wordt verbouwd, maar zal voor het WK skiën 2011 in Olso
gereed moeten zijn. Verder was er nog een klein
bezoekerscentrum met in de verkoop vele Noorse
prularia, zoals de typische Mart Smeets truien.
Ook stond er een maquette van het geheel, waar
ze zelfs in Vertigo nog een puntje aan kunnen
zuigen.
Doordat alles in de puntjes was geregeld hoefden
we ’s middags niet te zoeken en kwamen we met
de bus rechtstreeks bij A-lab uit. Dit bedrijf was
gevestigd in een oude fabriekshal die ze fraai
hadden ingericht als architectenbureau. De lezing
werd verzorgd door Ralf Bertram die al ruim een
jaar bij het bedrijf werkt. Zelf heeft hij op de
TU/e gestudeerd en is hij ook nog student assistent
geweest in het P-atelier. De lezing ging over
enkele projecten waarbij dan ook nog de constructie verder was uitgewerkt. Ze doen vaak mee
met opdrachten die uit een prijsvraag bestaan,
dus waarbij de winnaar het uiteindelijk project
mag realiseren.
Aan het einde van de middag gingen sommigen
nog even langs het Viking museum, waarbij enkele
opgravingen van oude indrukwekkende Viking
schepen te zien waren. Zo werd er ook nog wat
cultuur opgesnoven in Olso. Het stadhuis werd nog
aangedaan, wat eigenlijk niet meer was dan een
reusachtig bouwwerk met vele oude mozaïeken
op de muren, waarbij je je afvroeg of het nu kunst
of kitsch was.
Later op de avond ging iedereen nog wat eten in
de stad. Ondanks de hoge prijs voor een biertje,
waarvoor de gemiddelde student toch echt wel
minimaal een uur moet vakkenvullen, kwamen sommigen toch wat aangeschoten in het hostel terug.
Dinsdag, 27 april
Deze dag stond in het teken van de terugreis naar
Eindhoven. Aangezien we ook terugvlogen via
Rygge (Airport), moesten we nog bijna een uur in
de trein zitten. Dus konden we nog even genieten
van het schitterende Noorse landschap met de
fabelachtige fjorden, uitgestrekte naaldbossen en
de houten huizen die van alle mogelijke kleuren
waren voorzien. Voor sommigen was dit echter het
uitgelezen moment om rustig bij te slapen van de
enkele dagen in Oslo, dus kregen ze hier weinig
van mee.
De vliegreis ging ook voorspoedig, zodat we
weer veilig in het oude vertrouwde en zelfs warme
Eindhoven landden. Al met al een geslaagde reis,
maar de volgende MDE moet toch zeker naar een
plek dat voor een student toch enigszins betaalbaar is! ■
11
activiteiten en excursies
5.
2.
6.
3.
7.
4.
12
KOersief | Juni 2010 | nummer 81 | Aardbevingsbestendig bouwen
8.
7.
9.
10.
11.
12.
13.
15.
Foto´s van: Emiel Custers; Matéi Kevenaar; Eeuwe
Bloemberg; Joost de Meijer; Sean Diederen
14.
Fig. 1: Oslo Opera House
Fig. 2: Raadhuis van Oslo
Fig. 3: Interieur Oslo Opera House
Fig. 4: Vigelandsparken Oslo
Fig. 5: Koninklijk Paleis
Fig. 6: de Barcode (Bedrijvengebied)
Fig. 7: Lezing bij A-Lab
Fig. 8: Maquette BIG tentoonstelling
Fig. 9: Ralph Bertram & Ivan Saric
Fig. 10: Foyer van het Oslo Opera House
Fig. 11: Harm Boel bij binnenwand Oslo Opera House
Fig. 12: Haven van Oslo
Fig. 13: Groepsfoto
Fig. 14: KOers met KOersleden geschreven
Fig. 15: Vikingschip in het Vikingmuseum, Oslo
13







































activiteiten en excursies
Het Grote KOers Jungle Speed
Toernooi 2010
door: Robbert Lieven en Anne-Marie van Welie
De commissie was al maanden ijverig bezig
met de voorbereidingen en leefde toe naar de
grote dag. 25 Maart j.l. was het dan eindelijk
zo ver: Het Grote KOers Jungle Speed Toernooi
2010! Een groot aantal KOers-leden kenden
vooraf het spel Jungle Speed niet en dachten
bij de naam aan apen, bananen en lianen; een
soort van apenkooi. Het enige Jungle-achtige
aan het spel is de houten totempaal en de
nicknames van de deelnemers, zoals Maartje
Stokstaartje, P-Jane, Jop ‘Tarzan’ Courage, of
The Queen of the Jungle.
Dus nog even voor de mensen die het spel niet
kennen; Jungle Speed is een ‘simpel’ en energiek
reactiespel. Het spelmateriaal bestaat uit kaartjes
met verschillende symbolen in verschillende kleuren
en een houten totempaal. Het doel van het spel is
om als eerste alle kaarten kwijt te raken.
De spelers draaien om de beurt één kaartje om
en leggen deze open op hun eigen aflegstapel.
Zodra twee spelers hetzelfde symbool hebben
omgedraaid (qua vorm), moeten zij zo snel mogelijk de houten totempaal grijpen. Degene die de
staaf als eerste pakt, wint de huidige ronde. De
verliezer moet beide aflegstapels onder zijn voorraad gedekte kaarten schuiven.
Na een korte uitleg van de spelregels en de deelnemers te hebben gecontroleerd op lange nagels
en sieraden (in verband met de veiligheid) kon het
toernooi beginnen. Het spel werd gespeeld in vier
rondes waarbij de beste twee van iedere ronde
doorgingen naar de finale, waardoor de deelnemers meteen flink onder druk werden gezet! De
eerste ronde begon wat traag, maar al snel kwam
de speed in het spel. Jop’s trainen met Jungle
Speed op vrije avonden wierp zijn vruchten af
en Rianne bleek een jungletalent. De eerste twee
finalisten waren een feit.
De tweede ronde bestond uit beginners en
gevorderden. Frederik behoorde duidelijk tot de
gevorderden en eiste de derde finaleplaats op.
Daarna ging het hard tegen hard tussen AnneMarie en Menno. Anne-Marie kon de druk echter
niet aan en greep de houten totem terwijl het niet
mocht, waardoor Menno doorging naar de finale.
Commissielid Robbert won met alle gemak de
derde ronde. De tweede plaats ging naar Sjoerd,
maar hij zou niet aanwezig kunnen zijn bij de
finale, daarom werd er doorgespeeld voor een
derde plaats. Outsider Eeuwe liet zien dat hij
graag kaarten verzamelde, maar raakte al deze
kaarten toch als derde kwijt en belandde hierdoor
alsnog in de finale.
Nog maar twee plekken te vergeven. Daphne
zorgde er in de vierde ronde voor dat Rianne niet
de enige vrouw was in de finale. Wouter vergiste
zich en greep te gehaast naar de totem, waardoor
deze meters door de lucht zeilde. Hij herstelde
zich echter snel van deze blunder en vulde de
laatste lege plek in de finale.
In de finale ging het vrij gelijk op, totdat Wouter al
zijn kaarten kwijt dacht te raken en er een kleine
discussie ontstond. Na beraad stelde de commissie
Wouter in zijn gelijk en feliciteerde hem met de
eerste plaats! De dames in de finale stonden hun
mannetje. Rianne behaalde een tweede plaats en
Daphne een derde plaats.
Naast de drie winnaars zijn er nog twee eervolle
vermeldingen: Wouter had de verste worp met
de totempaal en Eeuwe verzamelde de grootste
stapel kaarten. Voor de complete uitslag kun je op
de website van KOers terecht.
De commissie heeft het toernooi met plezier georganiseerd. Het toernooi was een groots succes en
hopelijk wordt HGKJST een jaarlijks terugkerende
activiteit! ■
15
Interview
Interview RijnDijk Engineering
door: Bastiaan Göttgens & Lianne Tas
Wederom is RijnDijk Engineering de hoofdsponsor van de KOers studiereis, die dit jaar de
westkust van de Verenigende Staten bezoekt. In twee voorgaande edities van de
KOersief (2007 & 2008) zijn we meer te weten gekomen over het bedrijf en de directeur Jeffrey van de Kerkhof. Dit keer is een interview afgenomen met één van de jongste
werknemers van RijnDijk Engineering: Sjaak van Egmond.
RijnDijk Engineering is onderdeel van de holding
Andus Group (voorheen RijnDijk groep). Binnen
deze holding zijn tegenwoordig 19 werkmaatschappijen actief met ieder zijn eigen specialisatie. In de afgelopen jaren heeft de groep
een sterke groei doorgemaakt, van een omzet
van €51 miljoen in 2003 tot €165 miljoen in
2009. Afgelopen jaar waren er in totaal 870
medewerkers in dienst. De kracht van de Andus
Group zit hem in het benutten van de individuele
specialisaties van de verschillende werkmaatschappijen. RijnDijk Engineering richt zich vooral
op de staalconstructies voor de petrochemie, de
industrie en de railinfra, maar ook op staalconstructies van energiecentrales en grote opslag- of
distributiehallen.
Sjaak van Egmond
Sjaak van Egmond komt uit Amsterdam. Daar
heeft hij zijn HAVO en HTS Bouwkunde met afstudeerrichting constructie gevolgd en afgerond. In
2007 is hij naar Eindhoven gegaan om de master
Constructief Ontwerpen op de TU te halen, maar
hij heeft ervoor gekozen om deze studie vroegtijdig af te breken. Hij was al bekend met RijnDijk
Engineering, doordat hij bij het bedrijf is afgestudeerd voor de HTS. Hij kon hier na de studie
in Eindhoven terecht en sinds een jaar is hij er
werkzaam als constructeur.
Kun je uitleggen hoe de Andus Group werkt?
Iedere werkmaatschappij binnen de Andus Group
is een bedrijf op zich. Dit betekent dat ieder
bedrijf voor zijn eigen begroting moet zorgen
en zelf ervoor moet zorgen dat deze rondkomt.
Vervolgens zijn ze binnen de holding Andus
Group georganiseerd om elkaar goed te kunnen
aanvullen. Gouda Vuurvast maakt ovenmaterialen, HSM doet weer heel veel offshore. Bij veel
projecten is vaak een staalconstructie nodig. Dat
kan binnen de groep worden uitbesteed aan
RijnDijk Engineering. Ook de montage kan door
16
een bedrijf in de Andus Group gedaan worden.
Op die manier heeft ieder bedrijf zijn eigen
specialisatie en kunnen ze van elkaar profiteren.
De bedrijven kennen elkaar goed en ze werken
daardoor goed samen, met als gevolg dat de
kwaliteit van het eindproduct beter wordt.
Wat doet RijnDijk Engineering precies?
RijnDijk Engineering is het engineerings onderdeel. Ze zijn begonnen met het uitwerken van
staalconstructies. Vroeger dus met de tekentafel,
en via 2D zoals Autocad zijn er nu de 3D-tekenpakketten in gebruik. De overgang naar deze
pakketten zorgt ervoor dat tijdens de ontwerpfase fouten sneller worden ontdekt. Doordat alle
aspecten van het project in één 3D model kunnen
worden ingevoerd, kun je het sneller zien wanneer bijvoorbeeld een balk op de plaats ligt
waar een generator moet komen.
Sinds we in dit gebouw zitten is er een afdeling
bijgekomen. Daardoor zijn er nu twee afdelingen:
de engineeringsafdeling, waar de tekenkamer
zit, en een designafdeling, waar ik zit. We doen
ook steeds vaker opdrachten waarbij we van
begin tot eind betrokken zijn bij het gebouw. De
designafdeling staat nog een beetje in de kinderschoenen, dus die groeit nog door.
Wat is het grote voordeel van RijnDijk Engineering
t.o.v. een concurrent?
Het grote voordeel zit in de samenwerking
tussen de twee afdelingen. Als ik iets ontworpen
heb, dan kan ik dat één op één doorgeven aan
een tekenaar. De tekenaar heeft vervolgens
de mogelijkheid om direct voor terugkoppeling
te zorgen. Als ik met een ander ingenieursbureau samenwerk, dan krijg ik vaak onduidelijke
schetsjes. Dan moet ik zelf terugkoppelen en
kom ik erachter dat het helemaal niet kan. Hier
krijg je de kans om te zien waarom iets niet
kan. Je krijgt altijd direct terugkoppeling als het
niet goed is. Dat is gewoon heel fijn en je leert
KOersief | Juni 2010 | nummer 81 | Aardbevingsbestendig bouwen
heel goed of het praktisch haalbaar is. Op de
universiteit werd je gevraagd om één knoop uit te
werken, maar hier moet je alles uitwerken en met
iedere knoop tegelijk rekening houden, ook al in
het ontwerpproces. In de praktijk word je als het
ware gedwongen om die stap te nemen. Wanneer je deze onder de knie hebt, is dat een heel
leerzame stap. Die heb ik nog niet onder de knie.
Geregeld komt nog een boze tekenaar bij me
dat het helemaal niet kan wat ik heb verzonnen.
Dat heb je niet als je geen tekenafdeling hebt.
Wat zijn je verdere ambities hier bij RijnDijk?
Doorgroeien tot constructief ontwerper. Nu ben
ik nog constructeur. Jeffrey is hier de constructief
ontwerper. Het is de bedoeling dat ik die taak
van hem overneem. Ik zou dan zelf het constructieve plaatje kunnen regelen en dan zouden er
op den duur constructeurs bijkomen. Dan ben
je hoofdconstructeur. Gezien de groei van het
bedrijf en de afdeling, zijn daar mogelijkheden
voor.
Wat zijn de mogelijkheden voor studenten en net
afgestudeerden binnen RijnDijk Engineering?
We hebben nu drie studenten van de TU hier
gehad. Op dit moment zit er niemand, maar
dat is voor de toekomst wenselijk. RijnDijk is nog
altijd op zoek naar hulpconstructeurs en studenten
kunnen dat invullen. De sfeer bij dit bedrijf is
echt heel goed. Het is een hechte groep en heel
persoonlijk. Je mag alles doen en ook fouten
maken. Dat is allemaal heel bevorderlijk voor het
leerproces. Daarnaast is RijnDijk heel flexibel. Dus
als er tentamens zijn, hoef je dat maar aan te
geven en is het geen probleem.
Hoe heb jij de overstap van het studeren naar het
bedrijfsleven ervaren?
Moeizaam. Mijn werk is leuk, maar de vrijheid
en flexibiliteit die je op je studie geniet is hier in
veel mindere mate aanwezig. Je bent standaard
vijf dagen in de week en acht uur per dag ergens
aan het werk. Dat is een overstap waaraan je
moet wennen. Tijdens je studie was je gewend om
een aantal colleges in de week te doen en daar
kon je mee schuiven. Dat is nu niet meer, het is
nu veel regelmatiger geworden. Op de universiteit had je de mogelijkheid om je vijf dagen
non-stop in te lezen over bijvoorbeeld buisprofielen. Dat kan bij een bedrijf niet. Je kunt alles
doen en alles leren, maar tot op een bepaalde
hoogte. Dat is een moeilijke switch om te maken.
Hier vragen ze om het resultaat en hoe lang het
duurt. Je kunt dus niet altijd uitgebreid de boeken
induiken.
Als je terugkijkt op de periode net na je studie, wat
zou je studenten dan willen meegeven?
Mijn voordeel was dat ik hier al zeer bekend
was. Daardoor wist ik dat ik me hier op mijn plek
zou voelen. Ik draaide met alles mee, dus het
was voor mij duidelijk wat mijn werkzaamheden
zouden zijn. Hier omvatten de werkzaamheden
overigens meer dan alleen constructeur zijn. Dat
is iets wat ik leuk vind. Zorg dus ervoor dat je op
een rijtje hebt wat je wilt. Als je de kans krijgt om
bij een bedrijf een traineeship te doen, of als je
dat nog kent van je stage, dan weet je waar je
aan toe bent. Maar misschien dat ik nu juist zou
aanraden om eens ergens anders te snuffelen.
Ga gewoon kijken bij een bedrijf en vraag of je
mee mag lopen. Hier ben je van harte welkom om
te proeven aan het constructeursvak.
Een andere tip die ik kan geven is dat het berekenen van constructies geen exacte wetenschap
is. Daar wil ik niet mee zeggen dat de uitkomsten
van je berekening niet kloppen of niet exact
zijn, want dat is wel degelijk zo. Ik wil daarmee
zeggen dat je niet alles in de hand hebt. Er zijn
voorschriften waarbinnen je moet blijven, maar je
moet wel beseffen waar je mee bezig bent. Het
is belangrijk dat je doorhebt waar je aan rekent
en waarom.
Hoe zie je jezelf over tien jaar?
Ik zie mijzelf over tien jaar als constructief ontwerper. Waarbij ik in staat ben om het hele constructief ontwerpproces te overzien en te leiden,
en ik daarbij de juiste mensen aan kan sturen. ■
RijnDijk Engineering
www.rijndijk-engineering.nl
[email protected]
[email protected]
17
Bouw mee aan de toekomst. Jouw toekomst!
Vestedatoren te Eindhoven
Fifty Two Degrees te Nijmegen
Walburg te Weert
Atos Origin te Eindhoven
De Strip te Eindhoven
Van Abbemuseum te Eindhoven
Dynamo te Eindhoven
Eindhovense School te Eindhoven
Kennedy Business Center te Eindhoven
Maasland Ziekenhuis te Sittard-Geleen
Piter Jelles Junior & de Brege te Leeuwarden
Boscotondo te Helmond
ADVIESBUREAU
TIELEMANS
B O U W C O N S T R U C T I E S B .V.
Adviesbureau Tielemans in Eindhoven is gespecialiseerd in het
ontwerpen van bouwconstructies. Vanuit Eindhoven werken
35 ingenieurs met gerenommeerde nationale en internationale
architecten aan innovatieve en in het oog springende projecten.
Werken bij Adviesbureau Tielemans betekent in een ontwerpteam
streven naar de hoogst haalbare combinatie van vorm, constructie
en functie. Dit betekent ook het nauwlettend volgen van
technologische ontwikkelingen in het vakgebied, zodat deze direct
kunnen bijdragen aan het uiteindelijke resultaat.
Adviesbureau Tielemans is continu op zoek naar aanstormend
talent. Kijk voor meer informatie op www.tielemans.nl of bel
voor een afspraak.
Insulindelaan 113, Postbus 651, 5600 AR, Eindhoven, Tel 040 281 44 55, Fax 040 281 50 75, www.tielemans.nl, [email protected]
aardbevingsbestendig bouwen
Aardbevingsbestendig bouwen
mogelijk?
door: prof.dr.ir. A.J.M. Jorissen (TU/e)
De wereld is, letterlijk, opgeschrikt door een serie aardbevingen dit jaar: Haïti (12 januari; magnitude
7,0), Chili (27 februari; magnitude 8,8), Turkije (8 maart; magnitude 5,9), Mexico (5 april, magnitude 7,2),
Spijk (3 mei; magnitude 2,3).
Aardbevingen komen regelmatig voor. Tussen 3 mei en 9 mei 2010 zijn er zelfs vijf aardbevingen in
Nederland geregistreerd met een hevigheid van 1,0 tot 2,5; deze aardbevingen worden niet veroorzaakt door natuurlijke spanningen in de ondergrond maar door de gaswinning in Groningen. De hevigste
geregistreerde natuurlijke aardbeving in Nederland vond plaats op 13 april 1992 (magnitude 5,8) nabij
Roermond.
Richter, Mercalli, Epicentrum [1]
Om de sterkte en de gevolgen van een aardbeving weer te geven zijn twee verschillende schalen
in gebruik: de magnitudeschaal van Richter en de
intensiteitsschaal van Mercalli; beide schalen zijn
opgedeeld in 12 eenheden. De schaal van Richter
is een maat voor de kracht van de aardbeving
zelf; de schaal van Mercalli richt zich op de
gevolgen.
Iedere toename met één magnitude-eenheid
(Richter) komt globaal overeen met een 30-voudige verhoging van de vrijgekomen energie in
de vorm van seismische trillingen (experimenteel
vastgesteld). De hoeveelheid energie die vrijkomt
bij een beving met magnitude 7 is dus 900 maal
(30 x 30) zo groot als die welke vrijkomt bij een
beving met magnitude 5. De Aardbeving op 27
februari in Chili was qua vrijgekomen energie
dan ook ruim 301,8 = 13675 keer zo groot als de
aardbeving op 12 januari in Haïti.
De schalen van Mercalli (intensiteit) en Richter
(magnitude) verschillen duidelijk. De intensiteit van
een beving is afhankelijk van de plaats van waarneming en daardoor een “betrouwbare” maat
voor het bepalen van de mogelijk aangerichte
schade. Dit in tegenstelling tot de magnitude
volgens de schaal van Richter, die karakteristiek is
voor de kracht van de aardbeving zelf. Zo heeft
een krachtige aardbeving (grote magnitude) op
grote diepte een relatief geringe intensiteit aan
het aardoppervlak, en daardoor mogelijk relatief
weinig gevolgen, terwijl een zwakke aardbeving
(lage magnitude) op geringe diepte een hoge
intensiteit met mogelijk grote gevolgen. Dit werd
op 6 april 2009 in L’ Aquila (Italië) gedemonstreerd: een aardbeving met een magnitude van
6,3 op slechts 2 kilometer diepte, resulterend
in veel schade. De aardbeving op de relatief
geringe diepte van 13 kilometer in Haiti op 12
januari 2010 was met 310.000 doden verwoestend (intensiteit IX op de schaal van Mercalli).
Verreweg de meeste aardbevingen worden veroorzaakt door (plotselinge) bewegingen van de
aardkorst. Deze bewegingen vinden tot op 700
kilometer beneden het aardoppervlak plaats in
het zogenaamde hypocentrum. De intensiteit aan
het aardoppervlak is het grootste in het epicentrum, recht boven het hypocentrum; zie figuur 1.
1.
19
a = horizontale grond versnelling [m/sec²]
aardbevingsbestendig bouwen
Gebouwen met een van de belangrijke
eigenfrequenties in de buurt van 0,5 Hz
storten in
frequentie [Hz = 1/sec]
(nagenoeg) overeenkomt met een frequentie van
de ondergrond waarbij een grote versnelling
wordt geproduceerd kan dit tot instorten van het
bouwwerk leiden.
Gevolgen van aardbevingen [1]
De meeste aardbevingen hebben geen gevolgen.
De meesten worden zelfs niet eens gevoeld. Ook
in Nederland komen tientallen aardbevingen per
jaar voor. Door de geringe magnitude op relatief
grote diepte, in Nederland tot ca. 30 kilometer,
hebben deze zelden gevolgen.
Een klein aantal zware bevingen veroorzaakt
(enorme) schade en heeft soms vele slachtoffers
tot gevolg. Gebouwen storten in, in de aarde ontstaan breuken, en leidingen gaan kapot waardoor
er vaak brand uitbreekt.
Het effect van de “belasting”
De horizontale grondversnelling is vrijwel altijd de
belangrijkste bij het analyseren van de aardbevingen en het effect hiervan op bouwwerken.
Voor (nagenoeg) recht boven het hypocentrum,
in het epicentrum, gelegen bebouwing, is ook
de verticale versnelling van belang. De enorme
schade in L’Aquila is, naast de eveneens optredende horizontale versnellingen, ook door de
verticale versnellingen veroorzaakt. Het effect van
gecombineerde horizontale en verticale versnellingen wordt wellicht aan de hand van figuur 3
duidelijker.
De aardbeving als belasting
In feite is een aardbeving geen belasting zoals
permanente- , veranderlijke, sneeuw- of windbelasting; een aardbeving is een opgelegde
verplaatsing gekenschetst door versnellingen in
de ondergrond. Deze versnellingen worden met
een zekere frequentie geproduceerd. Figuur 2,
gebaseerd op aardbeving in Mexico van 19 september 1985 (magnitude 8,1), geeft hiervan een
voorbeeld [2].
Indien een eigenfrequentie van een bouwwerk
(a)
verticaal + horizontaal
20
2.
Figuur 3:
(a) start
(b) ten gevolge van de verticale versnellingen komen de niet gekoppelde “bouwstenen”
los van elkaar. Ten gevolge van de horizontale
(b)
verticaal
KOersief | Juni 2010 | nummer 81 | Aardbevingsbestendig bouwen
(c)
horizontaal
3.
zware verticale
massa: m
(a1)
(a2)
(b1)
(b2)
wind
h
wind
zware verticale
massa: m
geen verankering
ÿ
goede verankering
doorsnede
Resultaat valt om
blijft staan
versnellingen bewegen de “bouwstenen” onafhankelijk van elkaar.
(c) De bovenste bouwsteen valt terug naar
beneden. De onderste bouwsteen is echter niet
meer op de juiste locatie waardoor (locale) instorting volgt.
Figuur 3 toont duidelijk aan dat samenhang in de
constructie zeer belangrijk is voor de weerstand
tegen de grondversnellingen.
Het effect ten gevolge van aardbevingen is
duidelijk anders dan die ten gevolge van andere
“horizontale belastingen” zoals wind. Dit wordt
wellicht duidelijk door een gedachte-experiment
uit te voeren, zie figuur 4. Een experiment dat
overigens ook fysiek kan worden uitgevoerd.
Figuur 4 toont een “zeer licht stijf gebouw”in vier
verschillende situaties. In de situaties (a) wordt
de constructie horizontaal met wind belast. In de
situaties (b) wordt de constructie “belast” met een
opgelegde horizontale versnelling van de fundering. De doorsnede van de constructie is rond
gedacht; dit is overigens niet noodzakelijk.
In de eerste situatie (a1) wordt het gebouw
niet verankerd en met wind belast. Doordat het
gebouw zeer licht is waait het om.
In de tweede situatie (a2) wordt op het niet
verankerde gebouw naast wind met een zware
verticale belasting belast. Het gebouw blijft staan.
In de derde situatie (b1) is het gebouw verankerd
en wordt “belast” met een aardbeving die de
fundering in horizontale zin versneld en vertraagt.
Het gebouw verplaatst mee; er gebeurt in principe weinig.
In de vierde situatie (b2) wordt op het verankerde
gebouw een zware verticale belasting toegevoegd. De versnelling van de ondergrond zorgt
voor een groot moment M = mÿ h, waarin ÿ =
blijft staan
moment M= m ÿ h
t.g.v. massa m
horizontale versnelling van de ondergrond, dat
het gebouw wil doen omvallen.
Het relatief grote buigende moment komt volledig tot ontwikkeling bij zeer stijve constructies.
Zonder een adequate verankering aan de ondergrond zal het gebouw in zijn geheel kantelen en
omvallen. Indien de constructie niet stijf, en sterk,
is, zal deze bezwijken.
De onderverdieping van vele gebouwen zijn vaak
niet stijf en sterk genoeg om de massa van de
bovenbelasting tijdens een aardbeving adequaat
naar de bevende ondergrond te leiden. Eén van
hoofdredenen is dat de benedenverdieping, zeker
in stedelijke gebieden, door de aanwezigheid van
winkels zeer grote openingen hebben. De verhouding tussen de stijfheid van deze verdieping en
de bovenbelasting geeft daardoor aanleiding tot
relatief lage eigenfrequenties waardoor grote
versnellingen optreden, die tot instortingen leiden
(zie als voorbeeld figuur 2). De bovenverdiepingen zijn vaak veel stijver en sterker, zeker als
deze zijn uitgevoerd met goed ingevulde vlakken
(adequaat gewapend beton / hout), waardoor
deze op de grond vallen nadat de onderverdieping is bezweken; zie figuur 5 [3].
In een aardbeving komen, zie figuur 2, vele
frequenties voor. Afhankelijk van de complexiteit
van de gebouwconstructie kent deze vele eigenfrequenties, die van belang kunnen zijn voor het
bepalen van de respons. De beweging van de
ondergrond en het gebouw moeten beiden in
dynamische zin correct gemodelleerd worden.
Hoogbouw gedraagt zich anders, niet noodzakelijkerwijs ongunstiger, dan laagbouw. Bij
hoogbouw kunnen de massa’s, voor een belangrijk
deel in de vloeren geconcentreerd, tegen elkaar
in gaan bewegen waardoor de uiteindelijke
21
4.
aardbevingsbestendig bouwen
ÿ
krachten op de veren, voor een belangrijk
deel geconcentreerd in de verbindingsconstructies tussen de vloeren (de wanden), sterk
worden gereduceerd. Figuur 6 toont hiervan een
voorbeeld.
massa gunstig.
Figuur 6 toont, dat de vorm van het gebouw
belangrijk is vor aardbevingsbestendig bouwen.
Dit geldt niet uitsluitend voor de gebouwdoorsnede, het geldt eveneens voor het grondvlak.
Gebouwen, die in een richting relatief slap zijn
ten opzichte van de andere, bijvoorbeeld rechthoekige gebouwen, kunnen beter niet gekoppeld
worden. Figuur 7, gebaseerd op [2], maakt dat
duidelijk.
De massa van het gebouw wordt horizontaal
versneld. Dat betekent dat er horizontale krachten
worden opgewekt, die, het liefst zonder (fatale)
schade, terug naar de aarde moeten worden
gevoerd. In potentie wordt de hoogst gelegen
massa het meest versneld en komen de grootste
krachten op de onderste verdieping terecht.
Daarnaast moet kantelen van het gebouw worden
voorkomen waardoor juist gedimensioneerde
verticale verankeringen noodzakelijk zijn. Gevolg
is, dat een piramide vorm een zeer gunstige vorm
is voor het weerstaan van aardbevingen. Een
voorbeeld is eveneens in figuur 6 weergegeven
(Transamerica Pyramid in San Francisco). Ronde
en vierkante vormen zijn eveneens gunstig. Het is
ongunstig een “topzwaar”gebouw te ontwerpen.
Echter, indien deze massa bovenin het gebouw
op een zodanige wijze wordt bevestigd dat deze
altijd in tegenfase aan de aardbeving is, is deze
Slotopmerking
De titel van het artikel is een vraag: is aardbevingsbestendig bouwen mogelijk? In het ontwerp
van een gebouw kan op velerlei wijzen rekening
worden gehouden met aardbevingen. De versnellingen van de ondergrond van vele aardbevingen is gemeten en tot analyseerbare functies
teruggebracht. De dynamische analyse van het
gebouwontwerp leidt tot een respons op deze
functies in de vorm van inwendige krachten op
basis waarvan de constructie geoptimaliseerd kan
worden. Op basis van deze constateringen kan de
vraag met ja worden beantwoord.
6.
22
5.
KOersief | Juni 2010 | nummer 81 | Aardbevingsbestendig bouwen
7.
Aan de andere kant is geen enkele aardbeving
is dezelfde. De analyse van verschillende aardbevingen in de vorm van grondversnellingen leidt
tot verschillende analyseerbare functies. Het is
bekend, dat de grootste magnitudes (schaal Van
Richter) optreden nabij Chili, waar in 1960 de tot
op heden “sterkste” aardbeving is geregistreerd
(magnitude 9,5). Is een dergelijke beving op een
gegeven moment ook elders te verwachten? Er
zijn, met andere woorden, grote onzekerheden. ■
Fig. 1: Hypocentrum en het recht daarboven gelegen epicentrum
Fig. 2: Relatie horizontale grondversnelling – frequentie, gemeten in Mexico-stad aardbeving op 19
september 1985 [2]
Fig. 3: Gelijktijdig optredende verticale en horizontale versnellingen.
Fig. 4: Gedachte-experiment.
(a) lichte stijve constructie belast door wind.
(b) lichte stijve constructie met horizontaal bewegende fundering.
Fig. 5: Figuur 5: stijve/sterke bovenverdiepingen
op een relatief slappe/zwakke onderverdieping [3].
Fig. 6: Mogelijke (positieve) trillingsvorm bij hoogbouw.
Fig. 7: Gunstige en ongunstige grondvormen in
relatie tot aardbevingsbestendig bouwen [2].
Bronnen
[1] Website van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI), Ministerie van Verkeer en
Waterstaat.
[2] Götz Schneider. Erdbeben, eine Einführung für
Geowissenschaftler und Bauingenieure. Elsevier Spektrum Akademischer Verlag, München, 2004.
[3] www.google.nl/images?q=aardbevingen&um=1
nl&tbs=isch:1&sa=N&start=440&
ndsp20
Staalplaat-betonvloeren
Dutch Engineering r.i. B.V.
Energieweg 48 - Zoeterwoude-Rijndijk
Postbus 3 - 2380AA Zoeterwoude
Tel/fax:
071-5418923 / 071-5419670
e-mail:
[email protected]
website:
www.dutchengineering.nl
Winkelcentrum Piazza
Eindhoven
Kantoor Unilever
"De Brug"
Rotterdam
Onderdeel van uitdagingen
aardbevingsbestendig bouwen
Tsunami escape buildings
Banda Aceh, Indonesia
Design Principles
by:ir. Marc Bijvoet (DHV)
[email protected]
On 26 December 2004, there was a strong 9.2 Richter scale seaquake, with its epicentre in front of the
northern part of Sumatra, Indonesia. The powerful quake produced a major undersea movement along
Sumatra’s western fault line, which, in turn, caused 20m height tsunami waves to roll in, hitting the coastal
areas of northern Indonesia. Severest hit was the western coast of Aceh, particularly the two coastal cities
of Banda Aceh and Meulaboh, where at least some 120,000 people died.
To save lives communities should be warned for imminent tsunami threats. Inhabitants must seek refuge to
save high grounds and escape buildings should be provided for those who can not reach high grounds in
time. Existing buildings are to be adapted or new escape buildings are to be built.
Design philosophy
The escape-building must be able to withstand
seismic ground shaking that often precedes the
tsunami attack; note that seismic ground shaking and tsunami attack are assumed not to be
concurrent.
For earthquake resistant design one of the most
important parameter is the Peak Ground Acceleration (PGA). This value can be obtained from so
called seismic hazard maps. In Tsunami engineering the parameter inundation depth and current
velocity should be determined by a tsunami flood
hazard map. Bearing in mind that the estimate
of the seismic/tsunami hazard of an area is
based on information of limited reliability, the
safety of structures in seismic and tsunami prone
areas should be based for specially designed
extra reserves of strength and energy-dissipation
mechanisms. The latter constitutes with the basic
concept for the design of earthquake resistant
structures.
Functional requirements
The escape buildings are designed to be multifunctional. The building must meet both functional
requirements for daily use and escape purpose.
An escape platform must provide sufficient capacity for the escapees. From inundation maps the
height of the inundation at location of the new
building can be retrieved. With this information
the minimum height of the building is determined.
Basic design principles
Foundations
Foundations should be designed so that first yielding occurs in the superstructure. In other words
the foundations must be stronger than the superstructure. The foundation should be free of risks
of soil rupture, slope instability and permanent
settlements caused by liquefaction, densification or
scour in the event of an earthquake or tsunami.
Uniformity and symmetry in plan
Masonry infill walls not distributed in a symmetrical pattern will shift the centre of stiffness of
the building away from its centre of mass. This will
generate extra torsional forces in the structural
system.
Uniformity and symmetry in elevation
Asymmetry in elevation can create concentrated
forces due to unequally distribution of stiffness.
So called soft storey buildings should be avoided
since they are less ductile and therefore create
less energy dissipative structural systems.
Pounding
During seismic action, adjacent buildings oscillating in a different way with insufficient distance in
between, the buildings will hit each other causing
1.
2.
24
3.
KOersief | Juni 2010 | nummer 81 | Aardbevingsbestendig bouwen
4.
great impact forces.
Diaphragmatic action at storey level
Creating a diaphragm at each storey level
ensures an equal distribution of forces and contributes to the redundancy of the building.
Breakaway walls
An open structure is most favourable for the
building’s tsunami resistance. On the other hand
masonry infill wall contribute significantly to the
performance of the building under seismic action.
Furthermore to comply with the daily use functional requirements of the building closed walls are
often needed.
Combining both structural and functional requirements, so called breakaway walls could be
implemented.
Introducing special joints between the RC frame
and the breakaway wall, makes it possible for the
water to break down the wall and flow trough the
building. The joints are strong enough to withstand
windload and out of plane seismic action at the
wall, but will break down during tsunami impact.
A different approach is to introduce so called
soft-opening. Using light weight bricks with small
openings will create a soft part. This soft part will
break away during tsunami induced surges. The
hollow core bricks are much lighter than the traditional walls so less mass well be activated during
seismic action and therefore the internal forces
on the structural element will be reduced. Make
sure to position the soft-opening walls in such a
way symmetry of the stiffness distribution will be
maintained.
Masonry walls
The contribution to the structural performance of
masonry infill-walls is related to a high degree of
uncertainty:
• Variability of mechanical properties, and therefore the low reliability in strength and stiffness
• Their wedging condition, how tightly is the connection with the surrounding rc frame
• The potential modification of their integrity
during the use of the building
• The non uniform degree of their damage during
the earthquake
5.
6.
masonry and R/C frame is avoided. In this way it
is ensured the structure will react as a pure frame
system.
Reinforced Concrete (RC)
Reinforced concrete shear walls will increase
the structural performance significantly under
seismic loading. It will increase the stiffness of the
building and therefore the reducing the secondorder effects. A great part of the seismic action
is carried by the shear wall relieving the frame
structure.
However under tsunami loading a shear wall forms
a major obstacle to the incoming tsunami wave
and debris. Enormous forces will be generated at
the superstructure and foundation (see figure 2-5).
To take these forces into account will result in an
uneconomical design. Therefore it is recommended
to avoid shear walls in tsunami escape buildings
design.
Short columns
Short columns resulting from the presence of
mezzanines or stiff masonry walls below windows
should be avoided. Short columns introduces very
stiff elements in the structural frame and therefore
attract a very large part of the base shear. And
short columns show bad performance under cyclic
loading due to its low ductility. Since the leverage
arm is short and a great deal of force is needed
to create plastic hinges, brittle shear failure will
be the prevailing failure mode.
Details staircase
Staircases enforces lateral stiffness to the building.
The diagonal stairs forms a bracing between the
foundation and the upper floors. This diagonal
is much stiffer than the flexible moment resting
7.
The structural performance of the structure cannot
rely upon masonry infill-walls. And therefore
should not be included as a structural element in
the structural analysis. Only their negative influence is taken into account.
Introducing separation joints interaction between
8.
25
aardbevingsbestendig bouwen
frames and therefore will attract a great deal of
lateral forces.
These elements can create distorting the coinciding
of centre of stiffness and centre of mass and will
introduce torsional forces. The building will not
react as has been designed.
For the use of escape, the staircases must stay
serviceable after the occurrence of seismic action.
• Create sliding joint between the foot of the staircase and the landing/foundation
• Create undependable deflecting stair tables. ■
9.
Fig. 1: Seismic hazard map Indonesia
Fig. 2: Inundation map
Fig. 3: Pounding of adjacent buildings
Fig. 4: Uniformity and symmetry in plan
Fig. 5: Soft opening in walls
Fig. 6: Out of plane impact of tsunami wave
Fig. 7: Separation joint column-wall
Fig. 8: Shearforce concentration at short column
Fig. 9: Sliding joint
Fig. 10: Damage at stair connection
10.
dhv.nl
Duurzaam bouwen volgens Michiel
“Duurzaam bouwen draagt bij aan een positieve invloed van gebouwen op mens en milieu, nu
en in de toekomst. Dat vergt een innovatieve aanpak met het oog op de hele levenscyclus van een
gebouw.” Michiel werkt continu aan verantwoorde keuzes waarbij de belangen van opdrachtgevers
èn gebruikers centraal staan. Zo komt hij met zijn team tot slimme oplossingen met een optimale
balans tussen de elementen energie, water, materialen, omgeving en binnenklimaat.
Niet de makkelijkste oplossing, maar die met het beste resultaat. DHV, altijd een oplossing verder.
Advies- en ingenieursbureau
Adv campagne tekst A4.indd 8
08-02-10 16:33
aardbevingsbestendig bouwen
Free-Form structures design in
seismic regions
by: Alberto Lago. Ph.D. Candidate, ROSE School, IUSS Pavia, Italy
[email protected]
1.
In the last decades design of structures with complex geometries has significantly increased. More
and more architects and engineers are trying
to reach the limits with incredible structures that
seem to dare the force of gravity and the laws of
physics. Many of the design competitions entries
usually involve incredible structures that are
difficult to be realized (Figure 1) but sometimes
free-form structures can be built (Figure 2) and in
the near future this will become more common as
construction technologies will enhance.
As modern architecture drives for buildings with
more complex geometries, structural engineers
are being asked to verify structural configurations
that change both in plan and in elevation. In this
context it would be beneficial to define a common
strategy for the seismic design of these types of
buildings even if a large amount of variability
will inevitably be involved. These are some of the
reasons why part of my Ph.D. research is focusing
in defining seismic design strategies for structures
with complex geometry.
Furthermore, it is important to provide a regular
and continuous structural configuration in order to
enforce favourable seismic behaviour.
The basic ideas of the capacity design approach
[Park and Paulay, 1975] are to develop ductile
mechanisms that allow energy to dissipate and
prevent brittle collapse. Such design principles
are being seriously challenged in the case of
complex geometry structures. In fact, the identification of the most vulnerable elements is not
easy at the design stage due to the heterogeneity
of the structural systems and as a consequence
the prediction of the possible failure mechanisms
becomes a very difficult task. Therefore, the
general design procedures developed for regular
structures are no longer efficient. In addition, national building codes (e.g. EC8, CEN [1998]) do not
provide any guidelines for complex-shaped structures but simply categorise structures as regular
or irregular just looking at their vertical and horizontal configuration, without any reference for the
case of curved and inclined structural elements.
In the case of complex geometry two structural
solutions seem to give the best performance
among all the others. In the first solution the
complex geometry does contribute to the lateral
stability (i.e. to be designed to sustain seismic loading). In the second one the irregular parts of the
structure are isolated from the regular one (i.e. to
sustain limited seismic loading). In addition to the
design of structural elements, also the behaviour
of non-structural components (e.g. glazing façade,
ceilings, infill, etc.) is a major concern as these
are usually related to the biggest economic losses
after an earthquake event. This is especially
relevant in complex-shaped buildings that usually
represent a higher cost of construction than more
conventional regular building designs. As a consequence damage during an earthquake excitation
needs to be reduced.
Seismic Design Concept
The general principle behind good seismic
design is to provide a structure with sufficient
strength and deformation capacity to avoid
excessive deformations and unwanted damage.
2.
28
Code Design Procedures and more
In order to achieve a predictable seismic behaviour, building codes suggest (but do not require)
KOersief | Juni 2010 | nummer 81 | Aardbevingsbestendig bouwen
3.
4.
simple, regular, symmetric and redundant structural systems (see EC8, CEN [1998]). Unpredictable seismic responses are undesirable and
should be avoided. When the criteria for regularity are met, simplified methods of analysis and
design can be utilized (e.g. equivalent lateral
force procedure); otherwise, more advanced
methods (e.g. modal response spectrum analysis
or non-linear time history (NLTH) analysis) are
required. The modal response spectrum method,
however, possesses a number of major drawbacks
as explained by Priestley [2003] and while NLTH
analysis is very capable of assessing performance, it is not a design tool since the effects
of changes in the structural layout are very time
consuming to be evaluated. A “new method”
of design suitable for all structural typologies
based on displacements rather than accelerations
[Priestley et al., 2007] has been proposed in the
last decades, however, it is not widely spread
among practitioners and not yet implemented in
design codes (see Figure 3). For the early stages
of design, structural designers therefore still need
alternative, faster, methods of design, to be followed by a full analysis later.
Seismic Performance of Free-From Structural Elements
In the situation where the irregular structure
needs to be designed to resist lateral loads, its
behaviour may be difficult to predict. The main
difficulty is the definition of the building dynamic
characteristics (i.e. modes of vibration and the
associated periods) that define together with the
seismicity of the site, on which the structure will be
constructed, the seismic actions that the structure
will sustain. To gain a generic insight in the performance a parametric study [Lago and Veltkamp,
2010] on cantilevering leaning columns and 1and 2-storey frames was carried out (see Figure
4). These structural forms frequently appear in
several free-form building designs. The results of
the analyses have shown that for a low angle of
inclination (> 75° with respect to the horizontal,
so from 75° to 105°) the properties of the system
under lateral loading are not greatly affected
until extreme solutions are reached such as columns
leaning 45°. This means that in the case of small
inclinations (between 75° and 105°) the design is
not greatly affected and the same design procedure for straight structural system can be used. Note
that experimental tests should be performed to
validate the above results.
Innovative Design Solution
In the case the lateral load can not be resisted by
the complex geometry structure some alternatives
solution are necessary in order to dissociate the
complex geometry from the regular part. In fact,
in some cases the structural irregularities are only
‘apparent’, as with elaborate engineering strategies such as appropriate detailing, relocation of
structural elements, added damping devices, or
base isolation, the response of the building can be
‘regularized’. In addition to the traditional seismic
design techniques several innovative solutions
utilizing seismic isolation devices can be employed.
Looking at these innovative solutions a new design
approach has been proposed [Lago et al., 2010]
for the seismic design of complex geometry structures. The new seismic concept allows isolating
complex geometry façade structures from the main
seismic masses, through the introduction of dampers or isolation devices at the interface between
the floors and the façade structure, as indicated in
Figure 5.
Several types of seismic devices could be used to
provide suitable isolation, such as: dampers (e.g.
viscoelastic, viscous, metallic) or lead-rubber bearings (see Christopoulos and Filiatrault [2006] for
details of devices). Among the various possibilities,
one solution might be to use viscoelastic devices for
the complex-shaped case study structures shown in
Figure 6. In fact, viscoelastic dampers transmit both
a displacement- and a velocity-dependent force.
The design approach for these structures is to limit
the exterior frame displacements to be less than
29
aardbevingsbestendig bouwen
5.
the peak displacements of the heavy core, thus
reducing the likelihood of damage to the exterior
frame (Figure 7). Therefore, the displacement
imposed on a device is simply the core displacement minus the frame displacement, at the
relevant level.
This solution is practical only if the exterior structure is self-supporting under gravity loads (so it
will still transmit horizontal wind loading) otherwise there could be some creep issues with the
viscoelastic material. Alternatively, designers may
opt to utilize a combination of viscous dampers
and flexible plates or beams in order to achieve
the equivalent of viscoelastic action without the
use of materials that are prone to creep.
The innovative seismic design concept was validated [Lago et al., 2010] through examination of
several case study structures (4, 8, 12, 16 and 20
storeys) with the complex geometry shape shown
in Figure 6(a) (with regular internal concrete core
and diagrid twisting elliptical façade). The results
show the ability of the design solution to limit the
damage and localizing the inelastic behaviour to
the regular part of the building (in this case the
core).
What about Glass Structures Behaviour?
One of the major costs after an earthquake event
is coming from the damage of non-structural
elements. In particular, glazing is one of the
most used façade material in newly constructed
buildings (especially in modern architecture
projects (Figure 8)). Looking at these problematic
a research project (in collaboration with Werner
Sobek GmbH & Co. KG) just started with emphasis on the behavior of glazing façade under
seismic loading (both frame supported and selfsupporting glazing systems with straight and bent
glass panes) and on the enhancement of facade
seismic performance in order to reduce damage
to glass, to supporting structures and danger to
people.
Conclusions & Remarks
The seismic design of complex-shaped structures
has been discussed with the implications that this
generally involves. A parametric study has been
conducted on leaning columns in frame-structures
[Lago and Veltkamp, 2010] and the results have
shown that for inclinations between 75° and 105°
(with respect the horizontal plane), the behaviour
(as well as the design) is not greatly affected in
comparison with vertical columns. For cases where
the irregular structure cannot be used to predictably transfer lateral load, a recently proposed
innovative design solution [Lago et al., 2010] is
recommended that isolates the complex geometry part from the building’s stability system.
6.
30
KOersief | Juni 2010 | nummer 81 | Aardbevingsbestendig bouwen
7.
Additional work is required on the complex geometry structures and some of the areas of future
research are related with the seismic design of
glass structures and further development of the
innovative procedure proposed. ■
Fig. 1: The moor of Venice [Lago and Basso, 2010]
Fig. 2: Kuntshaus, Graz (Austria)
Fig. 3: Fundamental of direct displacement-based
design (adapted from Priestley et al. [2007])
Fig. 4: Structural configurations studied parametrically
[Lago and Veltkamp, 2010]
Fig. 5: Sketch of the new seismic isolation concept with
close view of a typical damper solution [Lago et al.,
2010].
Fig. 6: Complex geometry structure (a) in which the
core is linked to diagrid using viscoelastic devices,
at (b) peak displacement and (c) peak velocity (1st
mode) of the core (modified from Lago et al. [2010]).
Fig. 7: Diagrid damage pattern: (a) non isolated and
(b) isolated structure. Shading indicates damage at
the corresponding stages of the record shown on top;
transparent elements were not damaged [Lago et al.,
2010].
Fig. 8: BMW Welt, München (Germany)
Acknowledgement
The author would like to thank Dr. Timothy J. Sullivan for the
possibility to research on this interesting topic.
References
[1] CEN [1998]. Eurocode 8 - Design Provisions for
Earthquake Resistance of Structures, ENV 1998-2, Comité
Européen de Normalization, Brussels, Belgium.
[2] CHRISTOPOULOS, C., and FILIATRAULT, A. [2006].
Principles of Passive Supplemental Damping and Seismic
Isolation, IUSS Press, Pavia, Italy.
[3] LAGO, A., and BASSO, P. [2010]. Evolo Skyscraper
Competition Entry.
[4] LAGO, A., SULLIVAN, T. J., and CALVI, G. M. [2010].
“A Novel Seismic Design Strategy for Structures with Complex Geometry,” Journal of Earthquake Engineering, Vol. 14,
No. SP1, pp. 69-105.
[5] LAGO, A., and VELTKAMP, M. [2010]. “Structural
and Architectural Design of Complex-Shaped Structures in
Seismic Regions: Early Stages from a Practical Prospective,”
Proceedings of IABSE 2010, under review.
[6] PARK, R. and PAULAY, T. [1975]. Reinforced Concrete
Structures, John Wiley & Sons, Inc., New York, USA.
[7] PRIESTLEY, M. J. N. [2003]. Myths and Fallacies in
Earthquake Engineering, Revisited, IUSS Press, Pavia, Italy.
[8] PRIESTLEY, M. J. N., CALVI, G. M., and KOWALSKY,
M. J. [2007]. Direct Displacement-Based Seismic Design,
IUSS Press, Pavia, Italy.
8.
31
Het ontwerpen van gevelaansluitingen van een verdiepinggebouw met een staalskelet is een stuk gemakkelijker met de SBR-Referentiedetails Utiliteitsbouw. Deze details zijn ontwikkeld door SBR in
samenwerking met Bouwen met Staal en staan klaar
op www.bouwenmetstaal.nl.
Na aanmelding ontvang je een inlogcode. Hiermee
kun je op elk gewenst moment naar de informatiepagina met de detailtekeningen.
De tekeningen (schaal 1:5) zijn gratis beschikbaar
in de formaten DWG, DXF en PDF. Hierdoor zijn ze
eenvoudig te importeren in een ontwerp- of tekenprogramma.
Bouwen met Staal
Postbus 190, 2700 AD Zoetermeer
tel. (079) 353 12 77 [email protected]
Utiliteitsbouw
SBR-Referentiedetails
www.bouwenmetstaal.nl
onder ‘tools’
UBouwD_Adv_A4_nieuw.indd 1
25-01-2010 16:20:13
projecten
Cilindrische Schaalconstructie in Glas
Ontwikkeling van een Maximaal Transparant
Constructiesysteem
door: Kars Haarhuis Msc.
Afstudeercommissie:
Prof.ir. F. van Herwijnen (ABT bv)
Prof.ir. R. Nijsse (ABT bv)
Dr.ir. S.P.G. Moonen (TU/e / ABT bv)
Ir. E.H.J. ten Brincke (ABT bv)
Een cilindrische schaalconstructie, bestaande
uit niets meer dan glas en nauwelijks zichtbare
voegen. Een utopische gedachte, maar juist om
die reden een interessant uitgangspunt voor
nadere studie. Hierbij is getracht de constructieve mogelijkheden van conventioneel floatglas
optimaal te benutten. Het resultaat betreft een
glazen dakconstructie met kleine, in het glas
geïntegreerde stalen verbindingen, alsmede
heldere, transparante voegen.
Vooronderzoek
In het verleden zijn reeds zelfdragende glazen
schaalconstructies gerealiseerd. Noemenswaardig
is onder meer het cilindrische schaaldak van het
1.
Maximilian Museum te Augsburg. De voorkeur ging
echter uit naar een systeem met slankere verbindingen en een meer transparante kabelstructuur.
Om die reden is onderzoek verricht naar de meest
efficiënte stabilisatiewijze voor cilindrische schaalconstructies, met als randvoorwaarde dat vlakke,
rechthoekige ruiten zouden worden toegepast.
Tevens is uitgegaan van een continue randondersteuning, wat betekent dat verticale belastingafdracht zal plaatsvinden door boogwerking. In dit
kader zijn bestaande stabilisatieprincipes, maar
ook eigen ontworpen principes beschouwd. De
meeste potentie voor verdere ontwikkeling, onder
meer vanwege de gunstige krachtswerking, werd
geboden door een bestaand kabelsysteem, ontwikkeld door Vladimir Shukhov (1853-1939). Dit
www.abt.eu
bouwen aan ambities
Iets moois willen maken. Of misschien gewoon de hoogste, de beste.
En voor zo min mogelijk, zo veel mogelijk meters. Iedere opdrachtgever,
iedere architect wil ‘iets’ – streeft, verlangt en vraagt. Wat hun wens
ook is, de ingenieurs en adviseurs van ABT zorgen voor de technische
uitwerking. Al meer dan 50 jaar. Geïntegreerde oplossingen, maakbaar
en vooral haalbaar – hoe groot, klein, ingewikkeld of gewoon de vraag
ook is. Grensverleggend waar nodig, maar altijd solide. Wat onmogelijk
lijkt, toch mogelijk maken. Voor onze opdrachtgevers, voor onze
medewerkers en voor een betere wereld. ABT bouwt aan ambities.
advies- en ingenieursbureau op het gebied van constructies, bouwkunde, bouwmanagement, civiele techniek en installaties
projecten
2.
systeem, eind 19e eeuw toegepast in het GUM te
Moskou, kenmerkt zich door knooppunten die elk
afzonderlijk naar de oplegging zijn afgespannen
(fig. 1-2). De kabels zijn in Moskou echter gekoppeld aan stalen bogen, waardoor de constructieve
functie van het glas onderbenut blijft. Hier lagen
kansen voor constructieve ontwikkelingen.
Systeemontwikkeling
Het constructieschema van de Shukhov-boog laat
zien dat louter sprake is van scharnierende knooppunten. In plaats van krachten ter plaatse van deze
scharnierpunten met een enkel verbindingselement
over te dragen, is in dit geval een gescheiden
overdracht van normaal- en dwarskrachten
bewerkstelligd. Normaalkrachten kunnen zodoende
via ruitbrede transparante voegdelen worden
overgedragen, resulterend in zeer lage normaalspanningen vanwege het grote belastbare oppervlak. Deze voegdelen zijn gevormd uit een zeer
flexibel en duurzaam polyurethaan, dat in staat is
om kleine ruitimperfecties te ondervangen. Dwarskrachten worden overgedragen door kleine stalen
verbindingselementen, waaraan de kabels bevestigd worden. Deze elementen kunnen beschouwd
worden als 6 mm dikke stalen plaatdelen van circa
60x90 mm², die tussen de twee toplagen van een
drielaagse ruit geplaatst worden (fig. 3). De spanningen in de elementen en de glaslagen blijven
beperkt dankzij relatief lage kabelkrachten.
Het beschreven concept kan worden uitgebreid
naar een volledige schaalconstructie. Uitgaande
van een cirkelboogstructuur is daarbij elke hoek en
3.
elk verbindingselement gelijk. In het definitief ontwerp is aan de verbindingselementen een T-vorm
toegekend, teneinde hun plaatsvastheid te waarborgen, alsmede de kabels te kunnen bevestigen
aan een 10 mm onder het glasoppervlak uitstekend
gedeelte (fig. 4-5). Dit gedeelte is dusdanig klein,
dat aan de binnenzijde optisch een nagenoeg vlak
glasvlak behouden blijft, zonder noemenswaardige
onregelmatigheden ter plaatse van de verbindingen (fig. 8). Daarnaast zullen kabels visueel
nauwelijks aanwezig zijn, dankzij kabeldiameters
die maximaal 3 millimeter bedragen bij overspanningen tot 20 meter. Tezamen met de kleine
verbindingen en transparante voegen leidt dit tot
een bijzonder transparante constructie.
Restdraagcapaciteit wordt gecreëerd door het
verbindingselement op de hoekpunten van vier
ruiten te plaatsen. Bij eventuele ruitbreuk kan de
belasting zodoende op aangrenzende, intacte
ruiten worden afdragen. Tevens blijft een sterke
samenhang behouden na breuk, vanwege het feit
dat ongehard of thermisch versterkt glas reeds zal
volstaan. Dit is te danken aan de relatief lage glasspanningen in het systeem, wat mede het resultaat
is van geoptimaliseerde verbindingen. Deze optimalisatie is tot stand gekomen door middel van een
parameterstudie, welke is gebaseerd op eindige
elementenmodellen. De studie toont onder meer
aan dat een PVB tussenlaag is te prefereren boven
stijvere tussenlaagmaterialen.
Constructief gedrag
Numerieke analyse na optimalisatie laat zien dat
4.
34
KOersief | Juni 2010 | nummer 81 | Aardbevingsbestendig bouwen
5.
6.
spanningen tot 7 N/mm² in het glas zullen optreden
bij overspanningen tot 5 meter, oplopend tot 25
N/mm² voor 15 meter overspanning, gebaseerd op
excentrische sneeuwbelasting en gelaagde ruiten
8-8-8.4. De maatgevende spanning treedt in alle
gevallen op ter plaatste van de onderste glaslagen, welke door krachten vanuit het verbindingselement de neiging hebben te worden afgepeld
van de bovenste glaslagen. Dit gaat gepaard met
buigspanningen in het glas, alsmede afpelspanningen in de tussenlagen. De afpelspanningen
blijven beperkt tot een acceptabel niveau, hoewel
de exacte afpelsterkte van tussenlaagmaterialen
vooralsnog onbekend is.
Vervormingen in het systeem blijven sterk beperkt
dankzij de lichte voorspanning van de kabels.
Verticale verplaatsingen bedragen maximaal het
1/1000e deel van de overspanning, wat betekent
dat deze niet maatgevend zijn.
Experimentele bevindingen
Ter validatie van de numerieke modellen is een
experimenteel model gerealiseerd. Dit 1:1-model
heeft een overspanning van 5 meter en bestaat uit
zes PVB-gelaagde ruiten van 1x1 m², 10-10-10.4
(fig. 6). Beproeving met zowel centrische als excentrische sneeuwbelasting heeft aangetoond dat de
optredende spanningen op de beoogde maatgevende punten gemiddeld genomen slechts 1%
lager liggen dan berekend. Op andere locaties
zijn grotere afwijkingen vastgesteld, welke in de
toekomst te voorkomen zijn door voorspankrachten
binnen een vastgestelde marge aan te brengen. De
7.
vervormingen blijken in de voorspelde orde van
grootte te liggen, waarbij een maximale verplaatsing van 2,5 mm is gemeten ten tijde van excentrische sneeuwbelasting.
Conclusies
Een gunstig constructief gedrag en een sterk
benutte constructieve glascapaciteit zijn samengebracht in een zeer stabiel en inzichtelijk constructiesysteem. Het systeem beschikt bovendien over
een bijzondere mate van transparantie dankzij
de kleine verbindingselementen, de transparante
voegen en de nauwelijks zichtbare kabelstructuur.
Gezien de duidelijke overeenkomsten tussen het
numerieke en experimentele model lijken aanvankelijk beoogde overspanningen tot 20 meter in de
toekomst een reële mogelijkheid (fig. 9). ■
Fig. 1: GUM, Moskou, 1893
Fig. 2: Shukhov-stabilisatieprincipe, schematische
weergave
Fig. 3: Definitief ontwerp
Fig. 4: Verbindingsconcept. Normaalkrachten in het
glas als gevolg verticale krachten op het stalen verbindingselement
Fig. 5: Detailopname van het experimentele model
Fig. 6: Experimentele glazen boog
Fig. 7: Opleggingsdetail van het experimentele
model
Fig. 8: Onderaanzicht van de verbinding en de trans
parante voeg
Fig. 9: Impressie van de mogelijkheden op basis van
GUM-gevels
8.
9.
35
projecten
Footbridges \
Sensuous structured space
Make sense, design for sense
by: Sonja van der Meer Msc.
Graduation committee
Prof. ir. F. van Herwijnen
Dr. ir. A.H.J. Bosman
Ir. G. de Jong (Architectuurstudio Arc²)
Introduction
This project combines the fields of ‘Structural
Design’ and ‘Architecture’ in footbridge design.
The combination of these two disciplines is
clearly present when a footbridge is designed
as a ‘sensuous structured space’, embracing both
its structural and spatial function. Moreover, a
footbridge should be a civic place, designed on
a human scale and in balance with its context.
The main objective of this project is to investigate
the influence of the context on footbridge design.
Therefore, two footbridges are designed and
compared using a comparison matrix (Fig. 1). The
contexts for both designs are selected to differ in
landscape culture: the rural Stevensweert versus
the urban Duisburg.
DESIGN 01 - Rural Stevensweert
In Stevensweert, many spatial restrictions exist
due to the protected historical image of the
village and the rural landscape. This context,
combined with an optimal routing and structural
design, led to the footbridge design presented
in Fig. 2. The primary structure consists of a steel
arch box girder, which forms the pedestrian
route and supports the gradually sloping and
bending concrete cyclist-track. The routings are
separated but meet at the center of the bridge.
The substructure, supporting the cyclist-track, is
developed using a form-finding process based
on the structural principles of a tree. As a result,
the cross sections bearing the largest bending
moment are the thickest (Fig. 3). When the cycletrack becomes wider and the arch approaches
the cycle-track towards the center of the bridge,
the substructure elements become wider and more
flat. The shape of the footpath is designed to fit
the substructure elements. Moreover, torsional
load is taken into account by broadening the arch
towards the supports, creating a welcoming path
for pedestrians. Overall, the shape of the bridge
elements is determined by the forces present in the
structure and the boundary conditions given by the
context.
DESIGN 02 – Urban Duisburg
The design in Duisburg is a result of the sensuous
character of the location combined with the need
to enhance the area. The footbridge is designed
to strengthen the relationship between the water
and the environment (Fig. 4). It consists of four
wooden waves floating on water, creating motion
1.
36
KOersief | Juni 2010 | nummer 81 | Aardbevingsbestendig bouwen
3.
2.
and providing a feeling for life on the water.
Moreover, the bridge forms an informal public
space demanding an active attitude. To design
and construct the wave shapes, a structural
system of wings and half arches was designed
using form-finding. Each wing is designed to
be in balance in the unloaded situation. This is
accomplished by optimizing the nonlinear varying
width of the deck, and thickness and shape of the
main structure. The lowest points of the wings are
supported by pontoons which support the structure
on the water. The volume of these pontoons will
be such that when the bridge is filled with people
it stays just above water level, fulfilling safety
conditions. However, when the bridge is less
crowded, the two parts of the pontoon decouple
(Fig. 5) and the dynamics of the floating pontoon
are experienced when entering the bridge.
Conclusion
In order to investigate the influence of the context
on footbridge design, two designs were presented
in different contexts: the rural Stevensweert
and the urban Duisburg. The rural setting of
Stevensweert led to a slender steel-concrete
bridge, utilizing a novel form-finding process.
The resulting footbridge has a natural shape and
optimal structural design. The urban environment
in Duisburg resulted in an active floating public
place made of wood. Similar form-finding
processes were used to optimize the structural
shape and combined with an innovative dynamic
pontoon design. Both designs were created and
evaluated using the comparison matrix, yielding a
clear influence of the context on footbridge design
when interpreting the footbridge as a ‘sensuous
structured space’. ■
4.
[email protected]
www.sonjavdmeer.nl
Fig. 1:
Fig. 2:
Fig. 3:
Fig. 4:
Fig. 5:
Comparison matrix
Impression from the river (design 01)
Shapes of the substructure elements (design 01)
Impression of the floating bridge (design 02)
Dynamic design of the pontoons (design 02)
5.
37
column
Labpraktijken
door: Hans Lamers
Mens en Natuurgeweld
Bouwen is het oprichten van bult materiaal
tegen de nimmer aflatende zwaartekracht in.
Stapelen en verbinden totdat het geheel voldoende samenhang heeft om het eigen gewicht
en uitwendige belastingen te kunnen afdragen
naar onze dierbare aardkloot. De constructeur
rekent en modelleert er ijverig op los. Welke
belastingen breng je in rekening? Wind, sneeuw
of wellicht een intercontinentaal vliegtuig met een
overspannen moslimfanaat? Drie mensen per vierkante meter vloeroppervlakte of een drie meter
hoge vloedgolf die zich rijkelijk gevuld heeft met
auto’s, strandhuisjes en verdronken runderen? Als
je het wereldnieuws een beetje bijhoudt, krijg je
de indruk dat lang niet alle mogelijk optredende
belastingen zijn opgenomen in de brave normen
die de constructeur heiligt. Veiligheid en risico’s
worden gewogen, niet op een gouden schaaltje
maar op een economisch schaaltje.
Mogelijke slachtoffers zijn ‘collateral damage’;
het zijn in risico-analyses gewoon aantallen, geen
mensen van vlees en bloed met een naam. Zijn de
getallen groot, dan kunnen we het helemaal niet
meer bevatten. In de film ‘Schindler’s List’ wordt
éénmaal kleur gebruikt: een kind met een rood
jurkje dat richting de gaskamers loopt transformeert de anonieme massa naar een individu
die de emotie aanspreekt. Bij overstromingen,
aardbevingen of andere rampen is het dikwijls de
arme bevolking die het moet ontgelden. Zij wonen
nabij de rivierdelta. Hun huisjes of hutjes zijn niet
bestand tegen het natuurgeweld zoals bleek in
o.a. New Orleans en Haïti. De beleidsmakers
en regelgevers blijven buiten schot. Schijnbaar
geëmotioneerde bobo’s komen de rampplekken
bezoeken en maken voor de stoet met camera’s
beloften die later holle frasen blijken te zijn.
Gelukkig komen we de orkanen, vloedgolven en
aardbevingen wel weer te boven. Meer twijfels heb ik met op de loer liggende biologische
rampen. Varianten van het Ebola-, Marburg of
SARS-virus kan de mensheid ernstig bedreigen.
Gelukkig blijven al onze gebouwtjes bij zo’n ramp
netjes overeind. ■
column
Studiereiservaring
door: Jean-Paul Frencken
Via deze column wil ik graag iedereen op de
hoogte brengen van de vorderingen van de
buitenlandse studiereis. Waar ik de vorige keer
vertelde dat de lat, ondanks de economische
crisis en de krimp in de bouwwereld, dit jaar toch
(weer) hoog werd gelegd, kan ik nu met blijdschap mededelen dat alles er erg goed uitziet.
Om te starten bij het begin. Als commissie zijnde
vreesden we dat de meeste bedrijven zich zeer
terughoudend zouden opstellen om onze studiereis
te sponseren. Dat is ons heel erg meegevallen; we
hebben genoeg sponsoring binnen weten te halen
om uiteindelijk met een groep van 21 deelnemers
14 dagen lang drie steden, San Fransisco, Las
Vegas en Los Angeles aan de westkust van de
Verenigde Staten te gaan bezoeken.
Het thema van de reis is sinds de laatste KOersief
hervormd naar ‘Aardbevingsbestendig Bouwen’.
Door de alom bekende San Andreas breuk heeft
de te bezoeken streek al de nodige aardbevingen
voor zijn kiezen gehad. Het is mede hierdoor dat
de kennis met betrekking tot Earthquake Engineering in de Verenigde Staten veel groter is dan in
Nederland. Daarnaast is het onderwerp een zeer
actueel thema door de recente bevingen in Haïti
en Chili.
Op moment van schrijven is het programma ook
al grotendeels rond. Er zullen een hoop bedrijven
worden bezocht, interessante lezingen worden
bijgewoond en er zal genoeg cultuur worden
opgesnoven. Daarnaast zijn we erg trots dat we
worden verwelkomd op de Structural Engineering
faculteit van de universiteit van Berkeley. Hier
zullen we tevens een rondleiding krijgen door het
Pacific Earthquake Engineering Research Center,
een gerenommeerd onderzoeksinstituut waar ze
onder andere beschikken over een aardbevingssimulator. Daarnaast wacht ons ook nog een
avontuurlijke tweedaagse autotocht door de twee
mooiste natuurparken van de westkust: Yosemiteen Death Valley National Park.
Als afsluiting wil ik de commissie en iedereen die
heeft meegeholpen van harte bedanken voor hun
fantastische inzet.
Nu negentig procent van de studiereis rond is en
vast staat, kan niets een leerzame en gezellige
studiereis KOers nog in de weg staan! ■
www.verhoeven-leenders.nl
Verhoeven en Leenders ingenieurs in bouwconstructies
de constructieve meedenkers
wij zijn op zoek naar
afgestudeerde constructieve ontwerpers
en bieden tevens afstudeeropdrachten
Rudigerstraat 10
Postbus 167, 5400 AD Uden
Tel.
0413 - 251 096
Fax
0413 - 256 502
E-mail [email protected]
puzzel
Wie is het...?
door: Wouter van der Sluis
Uitleg
Deze vijf heren hebben allemaal een bijdrage geleverd aan mooie en interessante bouwwerken over de hele
wereld. Onder hen zie je één van die bijdrage in de vorm van een bouwwerk waar zij aan verbonden zijn als
architect dan wel als constructeur. Weet jij wie het zijn? Voor elk goed antwoord zijn punten te verdienen. Degene
met de meeste punten wint deze keer.
Ze zijn overigens niet zomaar uitgekozen en in deze volgorde gezet. Zie jij waarom ze zo zijn geplaatst? Dan
verdien je extra bonuspunten.
De prijswinnaar en de goede antwoorden worden in de volgende KOersief en op de website bekend gemaakt.
Tevens zullen dan alle inzendingen op de website geplaatst worden.
Prijs
Stuur je oplossing voor 10 mei op via mail of post. Onder de juiste inzendingen wordt één gratis en exclusief
KOersshirt verloot. Over deze uitslag kan niet worden gecorrespondeerd.
Puzzel maken
Vind je het leuk om zelf een puzzel te verzinnen? Neem dan contact op met de hoofdredacteur. En wellicht staat
jouw eigen puzzel in de volgende KOersief!
Oplossing Extra KOerspuzzel nr. 80
In KOersief 80 stonden twee puzzels: bovenstaande en een extra prijsvraag. Omdat niemand
erin is geslaagd om deze op te lossen, wordt de
eerste puzzel nog een keer afgedrukt.
De extra prijsvraag was het herkennen en vertalen
van een dialect. De enige inzending is meteen ook
de winnaar. Harm Boel. Prijs: Een KOers Paraplu!
(Op te halen bij de KOersbalie)
40
De goede antwoorden van de extra prijsvraag
waren:
Kerkraads (Limburgs is goedgerekend)
- Gefeliciteerd. Je hebt de oplossing van de prijsvraag gevonden.
- De prijsvraag is heel erg gemakkelijk voor vier
van de vijf bestuursleden.
KOersief | Juni 2010 | nummer 81 | Aardbevingsbestendig bouwen
Movares is mijn bedrijf
“Omdat ik de ruimte krijg om te
ontdekken waar mijn kracht ligt.”
Elke Puts, Architect & Stedenbouwkundige
adviesen
ingenieursbureau
Advies- en ingenieursbureau Movares, actief op het gebied van mobiliteit, infrastructuur, vervoerssystemen en ruimtelijke inrichting, stimuleert mensen zichzelf te zijn. Wij
geven je de ruimte om je leven in te richten op een manier die bij je past en die je capaciteiten tot hun recht laat komen. Bij ons geef je technisch inhoud aan maatschappelijk relevante
projecten. Hierin heb je een eigen verantwoordelijkheid die we niet alleen met geld belonen,
maar ook met vrije tijd, flexibiliteit en ontwikkelingsmogelijkheden. En in de mogelijkheid om
medeeigenaar te worden. Is Movares ook jouw bedrijf? Praat eens met ons.
www.werkenbijmovares.nl
tot slot
Thema van KOersief 82
Studiereis Verenigde Staten
Wist je dat...
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
……
42
je nog tot dinsdag 23 februari een antwoord kan sturen naar Wouter van der Sluis op de prijsvraag van KOersief 79, om alsnog mee
te dingen naar de prijs?
het bestuur Limburgs spreken bij een verbeterde professionaliteit
vindt horen?
er geen openingstijden zijn?
het bestuur 5 dagen in de week van 12.30 - 17.00 uur in de
KOers-hoek beschikbaar is?
de Engelse uitleg van de vraagbaak veel langer en uitgebreider is
dan de Nederlandse uitleg?
de Nederlandse handleiding voor de vraagbaak zo lang is dat
deze op een aparte pagina moest komen en dat de Engelse variant slechts een samenvatting is?
de vragen van de (prijs?)vragen steeds moeilijker worden
Harm een schat is en dat ik hem dan ook het liefste op een onbewoond eiland zou begraven?
je nu bij de prijsvraag de alternatieve betekenis van KOers kan
ontdekken?
slechts 20-30% van de studenten aan de TU/e binnen 4 jaar zijn
Bachelor heeft gehaald?
Harm het gat in zijn staaf eindelijk heeft gedicht?
Rianne de wortel van Fred altijd kwijt is?
Harm vindt dat Michel er zo aantrekkelijk uit ziet?
Harm vindt dat Michel er zo atletisch uit ziet?
Paulien PVO-tjes met zich meenam op vakantie?
Jop om half 11 altijd “The Thunderbirds” kijkt en Lianne dit ook wel
vet vindt?
ze iets tegen spionnen hebben bij de studiereis?
Harm zichzelf weleens vergelijkt met een fluitketel?
de openingstijden van KOers nu op de contact pagina staan?
KOers in het Afrikaans PRijs betekent?
KOers in het Duits Kurs had kunnen heten?
Wil zijn proefstuk ook perfect dienst kan doen als voetenbankje?
Ryanair sowieso tot woensdag niet vliegt en dat het wellicht niet
onverstandig is om alvast een bus naar Oslo te boeken?
Nee meerdere kleine busjes, zodat we een Hamza’tje kunnen doen
en een frederikje?
Het binnenbrandje bij Wouter snel geblust was?
Alle namen van de commissieleden van de MDE eindigen met een
‘n’, behalve ‘Hein’?
er mensen zeer benieuwd zijn naar de vertaling van het nieuwsbericht van de KOersjool 2010?
het prima te volgen is, dat zuid afrikaans?
Jop zijn werkplek is afgezet vanwege een ANSYS Crime?!
er mensen zijn die al wel het antwoord weten op de prijsvraag,
maar al hun pogingen al hebben verbruikt?
Bouwen met Staal 2010 blad thuisgestuurd of in de KOershoek?
de bierkrattenbrug van ConcepT ons niet heeft verslagen?
er morgen om 14:00:00 iets spectaculairs gaat gebeuren in Eindhoven?
de KOersparaplu nog steeds aanwezig is bij ILEK?
ze in Eindhoven betere bruggenbouwers zijn dan in Twente?
verschillende (ex)-leden van KOers presenteren op de Challenging
Glass conferentie, zoals Kars Haarhuis en Frederik Roebroek?
een lieve caissiere dacht dat Harm al uit de kast was gekomen?
iedereen van KOers op vloer 5 de groeten krijgt van Wouter (uit
Stuttgart?)
ik benieuwd ben in de vraag na het infillframe?
een buienradar op de website best leuk is als je zelf niet in Eindhoven zit en je ziet dat het in Eindhoven regent?
je een afspraak moet maken met het secretariaat om een afspraak
te kunnen maken.......?
Paulien vaak wakker wordt met kreunende vrouwen op de tv?
KOersief | Juni 2010 | nummer 81 | Aardbevingsbestendig bouwen
CO-lofon
KOersief is een verenigingsblad dat drie
keer per jaar wordt uitgegeven door
KOers, sectievereniging Structural Design
studievereniging CHEOPS en de unit
Structural Design & Construction Technology van de faculteit Bouwkunde aan de
Technische Universiteit Eindhoven.
KOers
TU/e
De Wielen
Vertigo 09
Postbus 513
5600 MB Eindhoven
tel. 040-2474647
Bestuur KOers 2009-2010
Lianne Tas
Jean-Paul Frencken
Marco Schmeitz
Bastiaan Göttgens
Sean Diederen
voorzitter
secretaris
penningmeester
com. redactie
com. activiteiten
Redactie
Hoofdredacteur: Bastiaan Göttgens
[email protected]
Chris Noteboom
[email protected]
Lianne Visschers
[email protected]
Jean-Paul Frencken
[email protected]
Beeld omslag
Taiwan Earthquake Aftermath [2002];
Ruaridh Stewart/ZUMApress
Kopij
Bij voorkeur Word-bestand zonder
opmaak via e-mail. Illustraties apart
meezenden (minimaal 800x800pixels).
Kopij KOersief 82 inleveren vóór
september 2010.
Studentlidmaatschap
Gratis voor Bachelorstudenten Bouwkunde en Masterstudenten SD.
Aanmelden via: www.KOersTUe.nl
Oplage
Circa 250 exemplaren, verspreid onder
student- en fondsleden, sponsoren en
relaties van KOers.
Drukker
Drukkerij de Witte, Eindhoven
Ingenieurs die
verder denken
De vraag van de markt verandert en dus moet ook het antwoord anders. Vandaar Breijn.
Een creatief ingenieursbureau voor slimme oplossingen, waarbij de maakbaarheid voorop
staat. Met de bouwpraktijk als inspiratiebron en voedingsbodem. Daar zit de kracht van Breijn:
diepgeworteld in de brede bouwkennis en ervaring van het totale Heijmans-concern.
Voor grote of kleine projecten, voor infra of bouw.
Bedenken wat de klant echt wil
Alle aspecten overziend gaat Breijn op zoek naar de beste oplossing. Ruimtelijk,
technisch, maatschappelijk en financieel. Vanuit een brede context om de
opdrachtgever optimaal meerwaarde te bieden. Verder kijken dan de tekentafel.
Bedenken wat de klant echt wil. De tijd nemen aan het begin, want juist dan is er
ruimte voor slimme keuzes die zich later dubbel en dwars uitbetalen.
Werkterrein:
• Infra Ontwikkeling
• Wegenbouwkunde
• Grootschalige Infra
• Geodesie
• Stedelijke Infra
Anders dan anderen
Dat maakt Breijn anders. Een zoektocht naar die ene, integrale oplossing. Dat maakt
ook werken bij Breijn zo bijzonder. Voor ingenieurs en adviseurs. Van planologen tot
verkeerskundigen en van geotechneuten tot constructeurs. Wil je daar meer over
weten? Neem dan eens contact op met Floris van Koningsbruggen, HR Manager,
(073) 543 64 08, [email protected].
www.breijn.nl
Fascinatie, ondernemen en vakmanschap
3x Hurks prefab
Wij zijn gespecialiseerd in het ontwerpen, produceren en monteren van prefab draagstructuren en architectonische gevels in binnen- en buitenland.
Vele jaren ervaring is opgebouwd met het realiseren van gewapende en/of voorgespannen
constructieve elementen voor de utiliteitsbouw, woningbouw en grond-, weg- en waterbouw.
Prefabricage wordt per project gerealiseerd vanuit kennis en ervaring van het ingenieurswerk, betontechnologie en het bouwproces. Dit resulteert in levering van eenvoudige,
uitgekiende maatwerkelementen tot en met complete wind- en waterdichte prefab casco’s,
die onder meer opgebouwd worden uit zeer maatvaste en hoogwaardig afgewerkte sandwichgevelelementen. Wij besteden aandacht aan professionele samenwerking met allerlei
partijen, spelen in op nieuwe duurzame ontwikkelingen en durven bijzondere initiatieven
tot realisatie te brengen.
Wij zijn ervan overtuigd dat prefabricage meer en meer als bouwmethodiek zal worden
toegepast en willen op basis van onze deskundigheid en ambitie hieraan bijdragen. Dat
kan het beste binnen samenwerkingsverbanden als een bouwteam of volgens design &
construct modellen.
Voor nadere informatie kunt u contact met ons opnemen.
Hurks beton
Hurks delphi engineering
Hurks oosthoek kemper
www.hurks.nl
T (040) 294 49 49
T (040) 230 95 95
T (013) 465 99 00
Download