Sample 51.8366.5 (ErasmusMC, DDHK, Rotterdam) Het testmonster bestond uit vers ongestabiliseerd bloed afkomstig van een vrouw van 74 jaar die plotseling onwel werd. De patiënt had een anemie en een hypercalcemie. In de morfologische differentiatie werden plasmacellen gevonden. De bloedwaarden waren als volgt: WBC 29,3 x 109/L; erythrocyten 3,43 x 1012/L, thrombocyten 66 x 109/L; Hb 6,6 mmol/L; segmentkernigen 68%, eosinofielen 0,2%, basofielen 10%, lymfocyten 12%, monocyten 5% en LUC 14%. Vraagstelling: Is er sprake van een plasmacelleukemie? Deze patiënt bleek een plasmacelleukemie (PCL) te hebben. Dit werd door 77% van de deelnemers geconcludeerd. De typering was als volgt: CD19-, CD20-, CD38+ (relatief laag voor een plasmacel!), VS38c+, CD138+ (bijzonder voor dit bloed dat een dag oud is), cytoplasmatisch IgG,lambda+, HLA-DR-, CD56+, CD117- en CD45-. De afwijkende populatie vormde 12% (spreiding binnen de 56 inzenders: 0,2-43%) van de totale celpopulatie. De gating van de afwijkende populatie werd door 95% uitgevoerd m.b.v. CD38 of CD138. Sterk afwijkende %’s (0, 3, 30 en 43%) resulteerden in een B-score in de analytische fase. Het gebruik van onjuiste MoAbs voor de bepaling van de samenstelling is fout gerekend (Bscore in pre-ana-fase). Sterk afwijkende %’s leidden tot een B-score in de ana-fase. De meeste deelnemers gaven een goede differentiatie met het totaal van ± 100%. Achttien % van de deelnemers (10/56) gaf een onvolledige differentiatie. Fouten werden met name gemaakt in de bepaling van de NK-cellen, waar vaak CD3 ontbrak. Dit is een toename ten opzichte van voorjaar 2003! Tabel 3: Immunologische dif. Per cellijn is weergegeven de mediaan en spreiding van de groep deelnemers in %. T B NK Plasma Mono Myelo Blast/ Totaal Overige 4 1 1 12 9 70 ±100 (1-17) (0,3-3) (0,5-10) (0-43) (4-32) (6-85) Toelichting bij score beoordeling. Pre-analytische fase: Resultaat: A=38%, B=46%, C=16% Voor het beantwoorden van de vraagstelling is het noodzakelijk dat alle markers voor het analyseren van de rijpe B-cellen en plasmacellen bepaald zijn: B-cellen: CD19 en/of CD20, HLADR alle zware (H) en lichte (L) keten Ig’s . Plasmacellen: CD38, CD138, VS38c, cIgH en cIgL en CD45 (algemene screening marker!), daarnaast CD56 (positief op meeste maligne plasmacellen terwijl negatief op normale plasmacellen). Het ontbreken van één of twee van deze markers resulteerde in een B-score, en het ontbreken van meer dan twee markers in een C-score. CD117 en CD10 komen ook aberrant voor op plasmacellen. CD138 of VS38c moet bepaald zijn. De cIgH enIgL werden vaak geheel of gedeeltelijk niet ingezet, wat een B-score opleverde. De sIgH werden ontbraken eveneens vaak. Dit is echter niet fout gerekend. CD45 ontbrak vaak ten onrechte. Dit is fout gerekend. Vanwege het groot belang voor de herkenning en typering van verschillende leukemieën moet CD45 als standaard meegenomen moeten worden. De algemene T-cel en NKcel markers mogen weergegeven zijn in de “samenstelling van de totale celpopulatie (1 en 2), of in de analyse van de afwijkende populatie (3). Analytische fase: Resultaat: A=41%, B=44%, C=14% In het algemeen is slechts 41% van de analyses volledig goed of zeer gering afwijkend. Bij de beoordeling van de analytische fase is ook rekening gehouden met het juist weergeven van de percentages van cellijnen in de immunologische dif als ook van de afwijkende cellen. De spreidingen van de %’s van verschillende cellijnen was groot en resulteerden bij grote afwijking in een B-score. De spreiding in percentages van de afwijkende populatie was relatief groot (0-43%). De expressie van CD45 is op plasmacellen meestal negatief tot zeer zwak. Wanneer CD45 positief gescoord werd met een normale expressie van CD45 is dit als fout gerekend: B-score. Wanneer de expressie als laag gegeven werd is dit goed gerekend. CD38 was positief maar relatief zwak voor een plasmacel. De expressie was dan ook variabel binnen de deelnemersgroep. Lage expressie is niet fout gerekend. CD56 was positief, maar de uitslag was heterogeen verdeeld binnen de deelnemersgroep. Hoewel het celmonster een dag oud was, was CD138 toch positief. sIgH en sIgL waren negatief en cIgG en cIglambda waren positief. Wanneer hiervan afgeweken was resulteerde dit in een B-score. Wanneer de niet-essentiële markers fout geanalyseerd waren resulteerde dit in een B-score en bij meer dan twee in een C-score. Post-analytische fase: Resultaat: A=77%, B=16%, C=5% De juiste conclusie moet zijn PCL. Volgens de WHO-klassificering (ref 2) is er sprake van een PCL bij >2,0 x 109/L of meer dan 20% plasmacellen in bloed. Het bloed van deze patiënt bevatte 3,5 x109/L (15%) plasmacellen. Wanneer een PCL werd geconcludeerd die niet onderbouwd was met een juiste typering resulteerde dit in een B-score. Voorbeelden: CD56 en cIgH en IgL afwezig: B-score; CD56- en cIgH en IgL afwezig (in principe onjuist!) toch A-score; CD56+ en cIgH en cIgL afwezig (conclusie is juist) geeft A-score. Monoclonale plasmacellen is te vaag (vergelijk monoclonale B-cellen in geval van B-NHL) en resulteert in een B-score. Conclusie Kahler is op grond van immuunfenotypering onjuist en kan alleen op basis van beenmerg gesteld worden: Bscore. WHO-klassificatie Plasma Cel Proliferaties Benigne: MGUS (= monoclonal gammopathy of undetermined significance) Maligne: Waldenström / plasma cel myeloma Plasmacel Myeloma - 15% van hematol. maligniteiten - synonymen: Kahler’s disease, multiple myeloma - gebaseerd op: kliniek, pathologie, radiologie - varianten: - non-secreting myeloma - smoldering myeloma: minimale criteria van PCM en symptomatisch, geen botlesies - indolent myeloma: gelijk smold. maar wel botlesies - plasmacelleukemie: in bloed !! 2x109 /L Plasma cellen, of 20% vaak terminaal stadium van PCM Namens de nomenclatuurcommissie, Dr. Frank Preijers, Universitair Medisch Centrum Nijmegen, December 2003 Referenties: 1. Kluin-Nelemans JC, van Wering ER, van der Schoot CE, Adriaansen HJ, van ’t Veer MB, van Dongen JJM and Gratama JW on behalf of the Dutch Co-operative Study Group on Immunophenotyping of Haematological Malignancies (SIHON). SIHONSCORE: a scoring system for external quality control of leukaemia/lymphoma immunophenotyping measuring all analytical phases of laboratory performance. Br. J. Haemaol. 2001: 112, 337-343. 2. WHO Classification of Tumours: Pathology and genetics of tumours of haematopoietic and lymphoid tissues. Ed by Jaffe ES, Harris NL, Stein H, Vardiman JW. IARC Press, Lyon 2001. 3. SIHON bulletin nummer 30. 4. www.SIHON.nl