Klik hier voor de volledige tekst van de preek

Door Christus: elke dag Vader-dag!
Preek over Zondag 9
lezen: Johannes 17:20-26
Lelystad, 15 juni 2008, Openbare Geloofsbelijdenis
R.J.Vreugdenhil
Door Christus: elke dag Vader-dag!
1. De eeuwige God is Vader
2. Elke dag is hij de Schepper van alles
3. Vandaag, morgen en eeuwig is hij jóuw Vader
Wat was God eerder: Schepper of Vader?
Wat gaat bij hem voorop: dat hij alles gemaakt heeft, of dat hij liefde geeft?
In hoe wij hem leren kennen, is het vaak de volgorde: eerst Schepper dan Vader.
Eerst geloven dat er een God is die alles gemaakt heeft.
En dan het besef: die God wil ook voor mij zorgen. Hij heeft mij lief. Hij is niet alleen
God, hij is ook mijn Vader.
Zo gaat dat, denk ik.
En als je het zo zegt, leg je er bij dat woord ‘Vader’ alle nadruk op dat hij míjn Vader
is. Niet een God ver weg, maar mijn Vader dichtbij.
Maar we mogen vanmorgen niet bij onszelf beginnen.
Laten wij eerst maar eens eerbiedig een stap achteruit doen
Eerst maar eens kijken naar hem. Luisteren naar hem zoals hij is.
En daar voorzichtig, met onze breekbare mensenwoorden, iets over zeggen.
Wie is God - niet voor mij allereerst, maar in zichzelf?
Dan begin je niet bij God als Schepper.
Dan moet je beginnen bij God als Vader.
Want heel menselijk gezegd: zelfs als God nooit een wereld had geschapen, en dus
ook geen mensen - dan nog was en is hij Vader.
We hoorden net in Johannes 17:24 wat God de Zoon in zijn gebed zei tegen zijn
Vader.
U had mij al lief voordat de wereld gegrondvest werd.
Er was nog helemaal geen sprake van een schepping, maar er was al wel Vaderliefde.
Liefde van Vader voor zijn Zoon. Liefde van de Zoon voor zijn Vader.
Al voordat de wereld gegrondvest werd.
Toen er nog geen dag geweest was. Toen God de tijd nog niet gemaakt had.
In eeuwigheid.
Daar houdt ons verstand op. Wij kunnen alleen maar in tijd denken, in eerder en later.
Maar God vertelt ons iets over hoe hij is, los van de tijd, los van de schepping.
Hoe hij is en was en zal zijn in zichzelf.
‘U had mij al lief voordat de wereld gegrondvest werd’: De eeuwige God is Vader, in
de liefdesrelatie met zijn Zoon, samen verbonden door en met de Heilige Geest.
De eeuwige God is Vader.
Dat is een mensenwoord. God gebruikt dat woord om iets over zichzelf duidelijk te
maken.
Hij is niet iets.
Hij is niet iets Hogers, de Oerkracht, het Al.
Hij is niet het vage Opperwezen.
Hij is Vader.
Hij is Iemand. Iemand die geeft en graag ontvangt.
Iemand die een liefdesrelatie onderhoudt.
Zoals je vandaag op vaderdag extra aandacht geeft aan de relatie die je met je papa
hebt. Je zegt tegen hem: papa, ik vind je zo lief, ik ben zo blij met je.
En je krijgt een dikke zoen van papa: ik ben blij met jou.
Liefde geven en ontvangen - dat is wat een goede vader doet.
Zo is God.
Jezus zegt het ook nog op een andere manier, Joh.17:21, u bent in mij en ik in u.
Helemaal in elkaar opgaan. Er helemaal voor elkaar zijn.
Zo is God. Hij was, is en zal zijn: Vader van de Zoon, samen verbonden met en door
de Geest in oneindige liefde. Een eeuwige Vaderdag.
Voel je dat mensenwoorden hier tekort schieten?
Toch is dit heel belangrijk voor je beeld van wie God is.
Mensen hebben soms allerlei gedachten bij God: streng, afstandelijk, willekeurig,
onbewogen.
De bijbel laat juist het beeld zien van een betrokken, liefdevolle, zoekende God. Hij is
allereerst Vader.
Jullie belijden vanmorgen niet dat je gelooft dat er een God is.
Ik hoop dat je van harte uitspreekt dat je God hebt leren kennen en nog veel meer wilt
leren kennen als de God die Vader is.
2 Die Vader heeft alles geschapen.
Je kunt het nog sterker zeggen: omdat hij Vader is, heeft hij alles geschapen.
Waarom bestaat de wereld?
Waarom zijn er mensen? Waarom heeft God dat gedaan?
Omdat hij Vader is, die relatie wil. Hij wil geven en ontvangen.
Naast de eeuwige liefdesband van Vader, Zoon en Geest maakte God de mens om een
liefdesband mee te hebben.
Er staat in 1 Korintiërs 8:6 een mooie typering: er is één God, de Vader, uit wie alles is
ontstaan en voor wie wij bestemd zijn.
Alles komt uit God, de Schepper; ook wij als mensen. En wij zijn er om er voor God te
zijn. De Vader heeft ons gemaakt zodat wij als kinderen met hem zouden leven.
Vader geniet ervan als hij kinderen heeft die graag bij hem zijn.
God heeft de wereld geschapen en de mens erin gezet om zijn Vader-zijn nog meer tot
zijn recht te laten komen: als Vader van mensen.
Paulus zegt het ook in Handelingen 17:26. Hij zegt het daar wel een beetje anders
omdat hij daar met filosofen in gesprek is. Hij zegt: ‘Uit één mens heeft God de hele
mensheid gemaakt, die hij over de hele aarde heeft verspreid. Het was Gods bedoeling
dat ze hem zouden zoeken en hem al tastend zouden kunnen vinden, aangezien hij van
niemand van ons ver weg is’.
Dat was Gods bedoeling: dat alle mensen hem zouden zoeken en vinden en met hem in
een liefdesrelatie leven.
Om die reden zorgt God nog steeds voor zijn schepping.
Elke dag.
De Catechismus zegt: hij houdt hemel en aarde nog steeds door zijn eeuwige raad en
voorzienigheid in staat.
Hij blijft zorgen voor de wereld.
Want hij is en blijft God de Vader die met mensen in deze wereld die liefdesband wil
hebben. Elke dag wil hij daarvoor eer en liefde ontvangen. Hij wil dat elke dag Vaderdag is. Een dag waarop je Vader laat merken: ik hou zo van u, ik wil voor u leven.
Als je zegt dat je gelooft in God die Vader is, en die daarom met zijn almacht hemel en
aarde geschapen heeft omdat hij Vader wil zijn voor mensen op deze wereld, en omdat
hij liefde en respect wil ontvangen van zijn kinderen - als je dat zegt, dan heb je
daarmee meteen je eigen levensdoel omschreven.
Want dan zeg je: ik leef voor die God die mij als zijn kind wil hebben. Daarvoor heeft
hij mij gemaakt. Daarvoor houdt hij ook mij elke dag in stand met zijn almacht.
Ik leef om hem als Vader lief te hebben en te eren.
Belijdenis doen, dat is niet alleen zeggen ‘ik geloof dat God er voor mij is’. Het is
minstens zo veel zeggen: ik beloof dat ik er voor God wil zijn.
Ik beloof van elke dag een Vader-dag te maken. Een God om voor God te leven.
3 Maar nu ben ik zomaar van de schepping overgestapt naar vandaag.
Daar zit nog wel iets tussen. De zonde.
Na de schepping hebben wij als mensen de liefdesband met God de Vader kapot
gemaakt. Wij wilden niet met hem en voor hem leven, maar we luisterden liever naar
zijn tegenstander, de duivel.
Kun je je iets voorstellen van wat dat voor God betekend heeft?
Met menselijke woorden uiteraard: hij had een hele wereld gemaakt om daar mensen
in te laten leven voor wie hij Vader kon zijn.
En juist die mens zegt: ik wil u niet als Vader, ik luister naar een ander.
En dan zegt God toch: ik wil die liefdesband met jou herstellen.
Als de mens God niet meer opzoekt (zoals Paulus het zei: dat ze hem al zoeken zouden
vinden), dan zoekt God de mens op.
Adam, waar ben je. Ik wil weer een liefdesrelatie. Ik wil Vader zijn, daarvoor heb ik je
gemaakt. Kom terug, wees mijn kind.
Ik hoor het ook terug bij Abram, Genesis 17:1v, De HEER verscheen aan hem en zie:
ik ben God, de Ontzagwekkende. Leef in verbondenheid met mij, leid een onberispelijk
leven. Ik wil met jou een verbond aangaan.
God wil voor Abram en zijn nakomelingen veel meer zijn dan ‘God de Ontzagwekkende’. Hij wil God de Vader zijn, in een liefdesverbond.
En dan met een grote stap de bijbel door: daarvoor is Jezus Christus gekomen.
Door zijn dood aan het kruis wordt die liefdesband weer heel gemaakt.
Voor wie gelooft in Jezus Christus.
Dat betekent wel dat er een tweedeling komt tussen mensen.
Geloof je wel of niet in Jezus Christus die jou weer terug brengt naar God de Vader?
Als je niet in hem gelooft, dan is God voor jou alleen de Ontzagwekkende, de eerlijke
Rechter, die het uiteindelijk niet over zijn kant laat gaan als jij hem als Vader aan de
kant schuift.
Maar geloof je in Jezus Christus, zeg je JA tegen hem, dan mag je het heel persoonlijk
belijden: God, de Vader van Jezus Christus, is om Christus’ wil mijn God en mijn
Vader!
Dat ‘om Christus’ wil’ moet er wel bij.
Je hebt steeds die genade nodig. Je hebt steeds vergeving nodig, want je doet nog veel
wat helemaal niet kan in die liefdesrelatie met Vader.
Maar om Christus’ wil mag je geloven dat God de Vader toch echt jouw Vader is.
Zoals hij het vanaf het begin bij de schepping bedoeld heeft.
Zoals hij het aan het begin van je leven al tegen je gezegd heeft, toen je gedoopt werd:
ik sluit met jou mijn verbond, mijn liefdesband.
Vandaag zeggen jullie daar je volwassen JA op: Ja Vader, ik geloof in Jezus Christus,
uw Zoon; ik geloof dat u mijn God, mijn Vader bent!
Dan mag je ook geloven dat God zo op je betrokken is en voor je zorgt.
Met al zijn macht - hij is de Schepper van hemel en aarde, de Almachtige - zorgt hij
voor je.
Over dat zorgen gaat het ook volgende keer, in Zondag 10.
Maar ik wil er al wel iets over zeggen.
Je mag vertrouwen op de zorg van God die je Vader is.
En waar zorgt hij dan voor: dat jij als zijn kind voor hem kunt leven. De
liefdesverbondenheid, dat is het belangrijkst.
Het belangrijkste is niet dat jouw gezondheid goed blijft. Dat het goed gaat met je
studie. Of dat jou niets overkomt straks in Afghanistan.
Uiteraard willen we ook in zulke dingen het beste, wat wij als beste ervaren.
Maar als de Catechismus, vanuit Romeinen 8, zegt: zelfs elk kwaad doet hij voor mij
meewerken ten goede - dan is dat ‘goede’ niet dat het menselijk gesproken goed met je
gaat of dat alles wel goed komt.
Het goede, dat is waar de Vader je voor geschapen heeft en waar de Zoon je voor
verlost: leven in die liefdesband met God.
Dat kan soms dwars door een ziekte of door een ongeluk of door wat voor grote
moeite heen gaan.
Dat kan heel moeilijk zijn en heel veel vraagtekens geven.
Maar hou dan vast: God is Vader. Zo is hij en om Christus’ wil is hij zo voor jou.
Je bent voor hem zo waardevol, hij wil dat jij als zijn kind voor altijd, voor eeuwig
leeft voor hem in liefde - hij zal je overal doorheen helpen om je uiteindelijk dicht bij
hem te brengen, in zijn hemel.
Dan wordt het helemaal waar wat de Zoon al gebeden heeft (Joh.17:21): zoals u in mij
bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn.
Zoals de Vader in de Zoon is en de Zoon in de Vader, innig verbonden in liefde - zo
mag ook u en jij in God zijn. In eeuwige liefde.
Naar dat doel ben je op weg.
Jullie zeggen vandaag: ja, naar dat doel wíl ik ook op weg zijn.
Vertrouw op je Vader, elke dag, dat hij je vasthoudt om je naar dat doel te brengen.
Elke dag is een dag waarin Vader voor jou zorgt, want jij bent zo waardevol.
Door Christus is het elke dag Vader-dag.
AMEN
Liturgie: zie onder
Liturgie belijdenisdienst 15 juni 2008
Ontmoeting
Kerkenraad gaat naar binnen.
Daarna zet orgel in en zingt gemeente: Psalm 105:5
(beamer: ‘bij binnenkomst van de jongelui zingen we over Gods verbondstrouw: Psalm
105:5)
Welkom
Jantine en Daniëlle zingen Gezang 171:1 (Engels)
Belijdenis van afhankelijkheid
Zegengroet
Gemeente zingt Gezang 171: 2,3
Verootmoediging en genadeverkondiging:
verootmoediging
- Psalm 143:2
- Gebed van schuldbelijdenis
- Psalm 143:8
Genadeverkondiging Psalm 103:8-13
Antwoordlied Psalm 32:1
Verkondiging
Gebed
Bijbellezing Johannes 17:20-26
Onderwijs en verkondiging n.a.v. Zondag 9
Amenlied Gezang 123:1
Geloofsbelijdenis
- vragen
- gebed
- zegenlied LvK 456:1,2 *
- zegen
- zegenlied LvK 456:3 *
- samen belijden: Gezang 179b
Blijdschap en dank
- felicitatie
- lofprijzing: Gezang 149 (2x), Gezang 141:1,3, Gezang 71 canon (als groep 1 drie
keer gezongen heeft de slotregels herhalen)
- dankgebed
- collecte
Afsluiting
Gezang 163
zegen
* tekst: Zegen hen, Algoede, neem hen in uw hoede en verhef uw aangezicht over hen en geef
hun licht.
Stort op onze bede, in hun hart uw vrede, en vervul hen met de kracht………
Amen (3x) dat zij niet beschamen Jezus Christus, onze Heer, amen, God, uw naam ter eer!