Diagnose van Hartziekte en Hartfalen HARTAFWIJKINGEN (géén hartworm!) •11% van alle honden heeft een hartafwijking •in Nederland ruim 200.000 honden •Congenitale (aangeboren) afwijking: •ca. 5% •Verworven afwijkingen: •overige 95% HARTAFWIJKINGEN •Klepafwijkingen -Mitralis Insufficiëntie -Tricuspidalis Insufficiëntie •Myocardische afwijkingen -Dilaterende Cardiomyopathie - DCM - Grote honden -Hypertrofische Cardiomyopathie- HCM -Restrictieve Cardiomyopathie - RCM HET VERLOOP VAN HARTZIEKTEN Hartfalen Hartziekte (myocard beschadiging) Het hart behoudt aanvankelijk het vermogen om de weefsels van voldoende bloed te voorzien Toenemende ernst van hartafwijkingen leiden tot…. Het hart verliest zijn vermogen om de weefsels van voldoende bloed te voorzien of kan dit alleen door compensatiemechanismen in werking te stellen WAAROM TESTEN? 1. Symptomen zijn afwezig 2. Symptomen welke zich niet beperken tot hartfalen -Hoesten, snel vermoeid zijn, overmatig hijgen. 3. Onderscheid maken tussen cardiale en respiratoire hoest 4. Onderscheid maken tussen onschuldige en pathologische hartruis 5. Startmoment van behandeling bepalen -volgen van het ziekteverloop 6. Testen van oudere honden van rassen met een verhoogde kans op DCM WAAROM NT-proBNP ALS BIOMARKER GEBRUIKEN? NT-proBNP = N-Terminal Pro B-type Natriuretic Peptide WAT IS EEN BIOMARKER? •Stof die uitgescheiden wordt door specifiek weefsel - NT-ProBNP – wordt door de Cardiomyocyten uitgescheiden. •Komen bij in de bloedsomloop en zijn specifiek voor een bepaald ziektebeeld •Stabiel en makkelijk te meten •Verschaffen informatie over de aanwezigheid en de ernst van de ziekte -Normaal < Hartziekte < Hartfalen • Kunnen een inzicht geven over het voorkomen van hartfalen binnen een bestand , waardoor men een verantwoord fokbeleid kan ontwikkelen. Praktijkscreening voor erfelijke gebreken. Nadat gebleken is dat een bepaalde test geschikt is voor toepassing bij een bepaald ras is de vraag hoe die test moet worden ingepast in het fok en selectie beleid is. Voor fokkers is het van groot belang te weten wat de erflijke status van hun honden is. Ze willen weten of hun hond wel of niet drager is van de afwijking, bv. door een DNA test, hetgeen nog niet mogelijk is. We kunnen mbv.deze test wel vroegtijdig lijders opsporen en daarmee komen de voordelen van deze test ten goede aan de fokkerij. De fokkers krijgen de mogelijkheid om, met aanvullend, stamboom onderzoek, ook achteraf na te gaan of hun fokdieren mogelijk drager of lijder waren /zijn voor de afwijking. (risico analyse) In een aantal gevallen is dat belangrijke informatie voor verdere keuzes in de fokkerij. NATRIURETISCHE PEPTIDEN •Het hart scheidt hormonen af: NATRIURETISCHE PEPTIDEN •Brain Natriuretische Peptide – BNP komt vrij bij toenemende wandspanning -als het hart niet meer in staat is voldoende bloed uit de linkerkamer te verplaatsen, ontstaat toename in de wandspanning en dit stimuleert de vorming van BNP en dus NT ProBNP. NT-proBNP (pmol/L) NT-proBNP als biomarker voor de diagnose van hartfalen Duidelijke identificatie van honden met hartafwijking > Hartfalen 210 <210 Geen hartfalen NT-proBNP: Uitsplitsing naar oorzaken INTERPRETATIE VAN RESULTATEN Serum of Plasma Negatief >95% Normaal hoog mogelijk hartfalen >85% bij afwezigheid van duidelijke klinische symptomen: hertesten binnen 3-6 maanden Hartziekte/hartfalen 100% 567 pmol/L > 567 pmol/L en < 1400 pmol/L > 1400 pmol/L ONDERZOEKSPROTOCOL Symptomen: Risicorassen: Honden > 6 jaar •Kortademigheid •Cavalier King Charles •Snel ademen •Dobermann •Snel vermoeid •Duitse Herder •Eetlustverlies •Basset •Lusteloosheid •Boxer Hartruis Vóórafgaand aan anesthesie •Medische geschiedenis •Fysiek onderzoek •Röntgenfoto borstkas •NT-ProBNP test NT-proBNP normaal NT-proBNP hoog <567 pmol/l (>1400 pmol/L) Interpretatie NTproBNP resultaat Hartziekte is voor >95% niet aanwezig Hartziekte is voor >95% zeker NT-proBNP hoognormaal 567-1400 Hartafwijking mogelijk Herhaling van test over 3-6 maanden nee Hart afwijking zeer aannemelijk Hartruis of symptomen aanwezig ja Nader onderzoek uitvoeren Voorbeelden Canine CardioSCREEN Nt-proBNP Test • Three-year old spayed Border Collie Dog. . Clinical Findings – Cardiology Referral • Physical Examination: Bright, alert and responsive on presentation. Respiratory rate and effort were normal. Body condition normal. Body weight 18.4 Kg and body condition score 4/9. • Mucous membranes were pink and capillary refill time was normal. Pulse quality was normal and no pulse deficits detected. Cardiac auscultation was unremarkable. Heart rate 100 bpm and heart rhythm was regular. Thoracic percussion and respiratory auscultation was normal. • ECG showed tall R waves at 3.8mV (<3.0mV normal), consistent with left ventricular enlargement. • Radiographs: Lateral and dorsoventral chest radiographs were attained. Heart size was marginally increased, vertebral heart score was 10.6 vertebrae (normal 9.7+/- 0.5v). Lung pattern was within normal limits. • Echocardiogram: Left atrial diameter was normal. Left ventricular diameter was increased in systole and diastole, fractional shortening was lower than normal at 22%. Interventricular septal thickness was thinner than normal limits in systole. Right atrial and right ventricular diameter was within normal limits. Ventricular wall motion was within normal limits. Mitral, tricuspid, aortic and pulmonic valves were grossly normal. Valve motion was within normal limits. • Doppler: Spectral Doppler interrogation showed mitral valve insufficiency. Tricuspid inflow tracts, and aortic and pulmonary outflow tracts was within normal limits. Colour flow of Doppler showed mitral insufficiency. • Nt-proBNP: 412 pmol/L Diagnosis There is evidence of left ventricular dilation Dieren welzijn 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regelen gesteld omtrent het fokken met dieren. Deze regelen kunnen onder meer betrekking hebben op: Afdeling 5. Het fokken met dieren. de methode van fokken; het registreren, identificeren en certificeren van dieren voorafgaand aan het fokken door de fokker te verrichten of te doen verrichten onderzoek bij een dier waarmee wordt gefokt naar de aanwezigheid van aandoeningen die de gezondheid of het welzijn van het dier of de nakomelingen van het dier kunnen aantasten. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kan het worden verboden een dier dat beschikt over één of meer aangewezen aandoeningen of uiterlijke kenmerken die de gezondheid of het welzijn van het dier of de nakomelingen van het dier kunnen aantasten te fokken of voor de fok te gebruiken.