Hoofdlijnenakkoord FPU en de gemeentelijke levensloopregeling Ina Sjerps, College voor Arbeidszaken 16 november 2005 Van FPU naar ABP-keuzepensioen • Afschaffing fiscale ondersteuning FPU → FPU wordt afgeschaft. • Er komt ABP KeuzePensioen: hoger en flexibeler. Geboren na 1949: ABP keuzepensioen - De werknemer gaat meer pensioen opbouwen door: – verlaging franchise naar € 9.400; – verhoging opbouwpercentage naar 2,05%; – opgebouwde en bijgespaarde FPU kan worden toegevoegd. - De werknemer mag tussen zijn 60ste en 70ste met pensioen. - Hoe langer de werknemer doorwerkt, hoe hoger het pensioen. - Deeltijdpensioen kan ook. Overgangsrecht Is de werknemer geboren voor 1950? – FPU blijft grotendeels gehandhaafd. • Voorwaarden: → sinds 1 april 1997 onafgebroken pensioen opbouwen bij ABP → tenminste 10 dienstjaren voor ontslag. • Iedereen moet een paar maanden langer doorwerken voor hetzelfde inkomen als in de huidige regeling: - Voorheen spilleeftijd 61 jaar, nu 61 en 2 maanden - Voorheen spilleeftijd 62 jaar, nu 62 en 3 maanden Financiering • • • • Totale kosten: structurele versterking OP/NP inkoop niet benutte pensioenruimte lopende en nog toe te kennen FPU • ruimte voor levensloop 7,3% van het salaris 2,75% 1,25% 2,5 % 0,8 % FPU Gemeenten - FPU Gemeenten vult aan op de FPU. Hoe later men uittreedt, hoe hoger het aanvullingspercentage Voorbeeld: medewerker treedt met 61 jaar uit tegen 70% FPU, aanvulling FPU Gemeenten is 16%; totale uitkering 86% - Met vervallen FPU, vervalt de grond voor FPU Gemeenten - CAO 2004-2005: invoeren gemeentelijke levensloopregeling. Huidige FPU Gemeenten vertalen in een werkgeversbijdrage (inclusief mogelijk overgangsrecht) Levensloop: Algemene kenmerken • Levensloop dient ter financiering van verlof, geeft geen verlofrechten • Doelgroep alle werknemers • Inleg max. 12% per jaar tot max. 210% (medewerkers tussen 50 en 55 mogen meer dan 12% inleggen) • Fiscale ondersteuning belast op moment van uitkeren • Heffingskorting € 183 per gespaard jaar Werkgeversbijdrage – Werkgeversbijdrage ongeachte deelname aan levensloop. Werknemer kan kiezen voor geen deelname en kan levensloopbijdrage werkgever consumeren. – Wel mogelijk bijzondere groepen te onderscheiden (houd rekening met gelijke behandelingswetgeving). – werkgever mag geen eisen stellen aan doel verlof. Uitgangspunten CvA voor levensloopregeling • Waar mogelijk vermindering van het aantal verlofregelingen (vereenvoudiging) • Zoveel mogelijk gelijke systematiek in financiering verlof: basis wordt gefinancierd door de werkgever en aanvulling financiert werknemer bijvoorbeeld uit levensloop (50/50) (werknemer kan ook andere financieringsbron kiezen bv. verlofdagen) • Verschuiving van middelen van oud naar jong Van FPU Gemeenten naar levensloop Dilemma: - Bij uitgebreid overgansgrecht blijven weinig middelen beschikbaar voor levensloopbijdrage. Wel levensloop promoten, i.i.g. voor financiering ouderschapsverlof. Uitgangspunten CvA: • Beschikbaar budget: uitgaven FPU Gemeenten in 2004: € 56 miljoen • Werkgeversbijdrage in levensloop: zelfde bijdrage voor alle medewerkers. Ook voor 56+. • Hoogte van de bijdrage is afhankelijk van de kosten van het overgangsrecht FPU gemeenten. Voorstel overgangsrecht FPU Gemeenten Leeftijd werknemer op 31 december 2005 Aanvullingspercentage bij uittreding op spilleeftijd (actuarieel neutraal herrekend bij een ander uittreedmoment) 61 jaar of ouder 7% 60 jaar 6% 59 jaar 5% 58 jaar 4% 57 jaar 3% 56 jaar 2% Beschikbare werkgeversbijdrage in levensloop (beschikbaar budget = 56 mln) jaar Verwachte kosten oude stelsel Kosten huidige FPU-ers en overgangrecht Beschikbaar voor levensloop % bijdrage levenloop 2006 67 45 11 0.13% 2007 76 43 13 0.15% 2008 62 30 26 0.31% 2009 70 24 32 0.37% 2010 80 12 44 0.51% 2011 83 7 49 0.57% 2012 86 1 55 0.64% 2013 87 0,5 55 0.64% 2014 87 0,2 56 0.65% Verlof • Verlofsparen: afschaffen regeling levensloop biedt de mogelijkheid om te sparen voor verlof • Kortdurend zorgverlof niet in levensloop (handhaven huidige regeling) • Langdurend zorgverlof zelfde financieringssystematiek als kortdurend zorgverlof, aanvulling financieren uit levensloop Verlof • Lokale feestdagen kapitaliseren? – Lokaal beslissen • Lokaal leeftijdsverlof kapitaliseren? – Lokaal beslissen • Uitbereiding Cafetariamodel mogelijkheid bieden de verkoop van uren te storten in levensloop Ouderschapsverlof Maatregelen van het kabinet: • Vervallen afdrachtvermindering: regeling wordt 100% duurder (vanaf 2007) • Fiscale maatregel: werknemer krijgt ouderschapsverlofkorting (half minimumloon) als hij gebruik maakt van de levensloopregeling. Uitgangspunten CvA nieuwe regeling: – Aanvulling werkgever bovenop de fiscale bijdrage – Conform uitgangspunten levensloop CvA: bijdrage werkgever en eigen verantwoordelijkheid werknemer Nieuwe ouderschapsverlofregeling: 3 financieringsbronnen • Ouderschapsverlofkorting: medewerkers die in het jaar dat ze ouderschapsverlof opnemen minimaal € 1 storten op de levenslooprekening krijgen de helft van het minimumloon per opgenomen verlofuur betaald door de Belastingdienst in de vorm van de ouderschapsverlofkorting. • De werkgever vult dit vervolgens aan tot een bepaald percentage van de bezoldiging. • Wanneer een medewerker een nog hogere uitbetaling wenst kan hij dit financieren uit zijn levenslooptegoed. Aanvullingspercentages ouderschapsverlof Schaal 1 90% Schaal 2 80% Schaal 3 70% Schaal 4 60% Schaal 5 50% • • • CvA beoogt geen bezuiniging. De staffeling naar inkomensniveau blijft bestaan: voor de lagere inkomens geldt een hoger doorbetalingpercentage dan voor de hogere inkomens; Het loondoorbetalingpercentage voor de hogere inkomens bedraagt 50%. Dit om te stimuleren dat werknemers bewust kiezen voor verlof. Uitvoering • Hoe geven we de sectorale regeling vorm zonder dat dit te veel administratieve lasten met zich meebrengt voor gemeenten? • Wie voert de levensloopregeling uit: zoeken van sectorale aanbieder • Ingangsdatum – Keuze levensloop/spaarloon – Uitwerking en implementatie regeling heeft tijd nodig – Per 1-1-2006 vervalt de fiscale faciliëring voor FPUgemeenten. Fiscale faciliëring ouderschapsverlof nog tot 2007