Op het strand Els en Tim zijn terug. Ze zijn op vakantie geweest. Helemaal naar Frankrijk. Ze hebben daar gespeeld met nieuwe vriendjes. Ook hebben ze gezwommen in zee. Op het strand lagen mooie schelpen. Die hebben ze verzameld! Ben jij ook wel eens aan zee geweest? O ja O nee En heb je toen ook schelpen gezocht? O ja O nee Waar was jij in de vakantie? Ik was 1 mesheft strandschelp kokkel Tussen de stenen in zee leven dieren. Schrijf de namen op de goede plek: zee-egel - zeester - krab 2 © natuur buiten-gewoon wulk Welke schelpen heb jij wel eens gezien? Kleur het rondje. 3 anders is gewoon - groep 4 1 Huisjes in zee In een schelp woont een dier. Een schelp is dus een huis! Een schelp groeit net als je nagels. Waarom woont een dier in een schelp? Een schelp is Zo'n huis lijkt veilig. Maar is dat wel zo? Een zeester maakt de schelp open met zijn armen. 1 2 Heb je wel eens een schelp gezien met een gat erin? Een zeeslak boort dat gat. Hij zuigt het schelpdier eruit en eet het op! De lege schelp spoelt aan. Soms komt zo'n schelp van heel ver. Ook de scholekster eet dieren die in een schelp wonen. Hij maakt de schelp open met zijn sterke snavel. 3 2 4 © natuur buiten-gewoon W e r k b l a d Bekijk een schelp 1 Waar heb je de schelp gevonden? O in Nederland O op het strand O in een ander land O 2 Welke kleuren heeft de schelp? en en 3 Heeft de schelp ribbels? O ja O nee 4 Zitten er pukkels op jouw schelp? O ja O nee 5 Verzin een naam voor je schelp. Ik noem hem: 6 Leg de schelp in het hok. Trek een lijn om de schelp heen. Teken de buitenkant precies na! 7 Op welke tekening lijkt de schelp het meest? Kleur die schelp! natuurbuiten-gewoon buiten-gewoon ©©natuur de buitenkant van mijn schelp 33 Eet fruit! Op vakantie in het buitenland ziet alles er anders uit. Wat is op het plaatje anders dan in ons land? Ik zie: 1 2 3 Er groeien andere bomen en vruchten. Die vruchten vinden wij lekker! Daarom willen we ze thuis ook eten. Kleur de vruchten. Els en Tim spelen bij de tent. 1 kiwi citroen mandarijn Bij de groenteman kun je die vruchten kopen. Kleur het fruit dat uit een ver land komt! 2 4 © natuur buiten-gewoon Gezond! Groeien bij jou in de buurt fruitbomen? Wat groeit er aan? Er groeien aan. 1 en Ook mensen vinden bramen lekker. 3 © natuur buiten-gewoon en 2 Deze dieren smullen van de bramen. Hoe heten de snoepers? Ze heten Fruit groeit niet als het te koud is. In een kas is het warm. Hier groeien: Fruit eten is gezond! In fruit zitten veel vitaminen. Welk fruit vind jij het lekkerst? Ik houd vooral van 4 5 W e r k b l a d Eet een appel 1 Bekijk de buitenkant van de appel. Welke kleur(en) zie je? Ik zie en 2 Zit er ook een steeltje aan de appel? Waar heeft dat steeltje aan vast gezeten? Aan 3 Duw met je duim tegen de appel. Kun je er een kuiltje in duwen? O ja 4 Snijd de appel door midden. Leg hem zo neer dat je de binnenkant kunt bekijken. Zie je de pitten? O ja O nee O nee Hoeveel pitten zijn er? Ik tel er 5 Welke kleur hebben de pitten? De pitten zijn 6 Proef een stukje. Is jouw appel sappig? O ja O nee 7 Vind je deze vrucht lekker? O ja O nee Heb je 'ja' ingekleurd, dan mag je de rest van de appel ook opeten! 8 Teken aan de boom hierboven prachtige appels! 6 6 © natuur buiten-gewoon © natuur buiten-gewoon Dieren dichtbij Welk dier zien Els en Tim op de steen? Het is een Op vakantie kun je deze dieren zien. Zo maar op de camping. Of ergens onderweg. 1 In Nederland leven ook hagedissen. Die zijn veel kleiner. De zandhagedis leeft op de heide. Bij warm weer laat hij zich zien. 2 Je kunt 'vreemde' dieren bekijken in een dierentuin. Daar zijn ook dieren, die je buiten niet zo snel ziet. De dieren op dit plaatje zijn nu dichtbij. Maar je moet wel goed zoeken. Kleur de 5 dieren in deze bak. 3 © natuur buiten-gewoon 7 'Vreemde vogels' In sommige landen leven de kanaries in het wild. Ze pikken zaadjes van de grond. Net als de mussen bij ons. 1 Een kanarie kan mooi zingen. Vroeger werden ze daarom gevangen. Nu worden ze gekweekt. Hebben jullie thuis ook een vogel? O nee O ja, we hebben een 2 Soms reizen dieren zelf naar ons toe. Een zwaluw vliegt heel lang. En bouwt dan bij ons een nest. Ook vlinders komen op bezoek. Kijk maar naar de atalanta's. Voordat ze bij ons zijn, vliegen ze over hoge bergen. Onderweg zijn veel gevaren! 3 4 8 © natuur buiten-gewoon De atalanta 5 5 2 1 1 1 4 2 3 5 3 2 2 1 2 2 2 3 3 2 1 5 2 5 4 3 4 4 5 Kleur mij zo: 1 = wit 2 = zwart 3 = rood 4 = paars 5 = groen © natuur buiten-gewoon 9 lekker anders! In het buitenland krijg je ander eten. Veel kinderen vinden dat 'vreemde' eten best lekker. Bij ons kun je dat kopen in een supermarkt. Eet jij ook wel eens iets uit een ander land? Wat dan? Ik eet wel eens: en In warme landen leven mensen anders. Als het heet is, slapen ze 's middags. Het is te warm om door te werken. Of om naar school te gaan! Hoe lijkt jou dat? Ken je de hapjes op deze tekening? Schrijf de woorden op de goede plek: pizza - saté - hotdog - stokbrood 2 10 Je ziet er ook andere huizen. De huizen zijn wit. En ze hebben kleine ramen. Dat houdt de warmte buiten! 3 © natuur buiten-gewoon Bruin worden In een warm land zijn de mensen bruiner dan bij ons. Ook Els en Tim zijn bruin geworden. Het was de hele vakantie mooi weer. Ben jij wel eens verbrand? Wat voel je dan? Het doet en je huid is van kleur. Hoe kun je de huid beschermen tegen de zon? Dat kan met 1 In warme landen schijnt vaak de zon. Mensen met een donkere huid kunnen daar beter tegen. Ken jij zo'n warm land? Ja / nee, bijvoorbeeld Er komen dieren uit deze warme landen om bij ons te wonen. Ken jij er twee? Nee / ja, ik ken de en de Ook mensen uit die landen komen bij ons wonen. Soms zien ze er heel anders uit. En ze nemen hun gewoontes mee, zoals 2 © natuur buiten-gewoon Maar dat is dus heel gewoon! 11 W e r k b l a d Eet een pinda 1 Teken de pinda precies na in het vak. Geef hem de goede kleur. 2 Zitten er ook draadjes aan de pinda? O ja O nee 3 Ruikt de pinda? O ja pinda O nee 4 Schud aan de pinda. De nootjes zitten: O los O vast 5 Hoeveel nootjes zitten er in, denk je? Ik denk 6 Maak de pinda open. Hoeveel nootjes zie je? Ik tel er Welke kleur hebben de vliesjes? Ze zijn 7 Haal het vliesje eraf. Breek een nootje open. Zijn de twee helften precies gelijk? O ja O nee 8 Zie je de 'kabouter' zitten? Kleur hem maar. 9 Proef een stukje van een velletje. Smaakt het lekker? O ja O nee 10 Eet nu de nootjes op. Ze smaken: 12 O lekker O gewoon O niet lekker kabouter in de pinda © natuur buiten-gewoon