Psychiatrische aandoeningen – Kunnen we help bieden

advertisement
Psychiatrische aandoeningen – Kunnen we help bieden?
In deze inleiding zal een beeld worden geschetst van wat psychiatrische aandoeningen zijn
en wat voor gevolgen dat kan hebben voor de persoon in kwestie en zijn of haar omgeving.
Instellingen voor Geestelijke Gezondheidszorg hebben een uitgebreid behandel- en
begeleidingsaanbod voor mensen met een psychiatrische aandoening, maar zij kan het niet alleen.
Samenwerking met andere instanties is vaak noodzakelijk, zo ook met kerkelijke professionals.
Wat is een psychiatrische aandoening?
Wanneer ik een hedendaags medisch woordenboek opensla vind ik de volgende definities.
Psyche is allereerst het totaal van veronderstelde innerlijke processen en verrichtingen dat
een verklaring kan bieden voor gedrag.
Twee: Psyche is het totaal van bewuste en onbewuste 'innerlijke' ervaringen van een
individu.
Drie: Psyche is een verzameling van specifieke processen.
Vier: Psyche is zo iets zijn als adem, leven, ziel, geest. (Coëlo).
Psychisch wordt vertaald door geestelijk, de geest is de psyche betreffend.
De psychiatrie is dan het onderdeel van de geneeskunde wat zich bezig houdt met de
behandeling van psychische stoornissen. Gaat het dan in de psychiatrie om de behandeling
van geestelijke ziekten? De instellingen heten immers instellingen voor Geestelijke
Gezondheidzorg. En, hoe denken wij over psychiatrische ziekten? Gaat het om ziekten van
de geest, de ziel, of misschien zelfs die van het lichaam?
Simpel gezegd kunnen we nog steeds zeggen dat wij, mensen, bestaan uit een lichaam, een
ziel en een geest.
Dat lichaam is ons meestal zichtbaar nabij. Meestal, want onze hersenen bijvoorbeeld, zitten
verborgen achter een dik stuk bot wat we schedel noemen. Dat lichaam kan ziek worden,
van een tamelijk onschuldige griep tot en ernstige aandoeningen als kanker wat niet zelden
nog ongeneeslijk is.
Er is zoiets als een ziel. Daar onder kunnen we onze intellectueel vermogens, onze
emotionele gaven, de functie van de wil en ons geweten scharen. Ik denk dat deze functies
onder ons psychisch functioneren kunnen vallen.
Dan is er een geest, naar mijn idee dat deel van de mens dat in contact kan treden met God.
Onze geest draagt goddelijke kennis en goddelijk leven. Bij de doop is deze geest
wedengeboren. De Heilige Geest staat ons bij en pleit voor ons met onuitsprekelijke
verzuchtingen.
Nog niet zo lang geleden was ik op een congres over verslaving. De tendens van de betogen
ging eigenlijk alleen maar over hersenonderzoek, waarbij men al jaren naarstig zoekt naar
verklaringsmodellen en resultaten uit onderzoek, ten einde verslavingsgedrag beter te
begrijpen en hoe verslavingsgedrag met medicijnen mogelijk te behandelen is. Aan de ene
kant prachtig, maar aan de andere kant was het eigenlijk een triest verhaal, want het leek
wel alsof wij als mens een soort slaaf zouden zijn van onze genen en onze hersenen. Toen
de voorzitter op een goed moment dan ook enigszins spottend vroeg wie er nog geloofd in
een vrije wil waren degene die zijn hand opstak toch duidelijk in de minderheid.
1
Waar hebben we het nu over als we het over psychisch of psychiatrische aandoeningen
hebben?
Naar mijn idee over dat deel in ons wat ziek kan worden: ons intellectueel vermogen, onze
emoties, ons geweten en onze wil, maar ook ons lichaam en zelfs onze geest.
Ik ga u wat voorbeelden noemen om dit te verduidelijken.
1.
Ons intellectuele vermogen kan beschadigd raken bij de geboorte, bijvoorbeeld vanwege
zuurstofgebrek tijdens de bevalling. Daardoor kunnen gedragsproblemen ontstaan welke
zich op jonge leeftijd kunnen manifesteren. Ook kan het intellectuele vermogen zijn
aangetast, waardoor leren en schoolgang een kwelling wordt voor kind en ouders.
Ook op latere leeftijd kan door bijvoorbeeld een hersenbloeding het verstandelijke vermogen
worden aangetast, het denken verstoord raken, er stemmingsveranderingen optreden, de
persoon stemmen gaan horen die aardig kunnen zijn maar ook akelig, en/of allerlei
gedragsproblemen geven.
2.
Al deze veranderingen kunnen ook tijdelijk optreden door andere lichamelijke aandoeningen,
zoals een ernstige ontregeling van stoffen in het lichaam. Zo is het berucht dat bij vrouwen
op oudere leeftijd die een eenvoudige blaasontsteking hebben - immers een blaasontsteking
is goed te behandelen met antibiotica - enorme gedragsveranderingen kan geven inclusief
het horen van stemmen, het zien van schimmen, angstig worden en 's nachts de buren of de
kinderen wakker bellen, omdat ze dingen zien die andere mensen niet zien.
3.
We kennen ook aandoeningen die zo rond de puberteit tot uitdrukking komen.
Dan denk ik aan stemmingsklachten: jonge mensen die in een dip geraken, somber worden,
nergens meer van kunnen genieten en doodswensen kunnen gaan uiten.
- Zo'n ontregelde stemming kan op zich staan - de overgang van kind naar volwassenheid
kan enorm verwarrend zijn en het gevoel geven er niet tegen opgewassen te zijn.
- Maar er kan ook iets anders aan de hand zijn. Er kunnen bijvoorbeeld karakter problemen
spelen, waarbij de stemmingswisselingen van het ene op het andere moment kunnen
omslaan. Er kan een sterke neiging zijn tot het aangaan van allerlei instabiele en intense
relaties, impulsief gedrag kan er optreden op het gebied van financiën, seksualiteit,
roekeloos autorijden of in het eetgedrag. Er kunnen woede-uitbarstingen optreden, meestal
tegen zichzelf gericht, en zelfmoord gedragingen. Daaraan kan een slecht zelfbeeld ten
grondslag liggen. We hebben het nu over borderline problematiek.
- Ten 3e kan zo'n dip in de stemming bij jonge mensen ook een gevolg zijn van
angstklachten: sociale angsten, bang in een lift te stappen wat tot heftige paniek kan leiden.
Daar kan je behoorlijk somber van worden, omdat je geen kant op kunt met jezelf en niet
mee kunt doen met je vrienden en vriendinnen.
- Ten 4e wat dacht u van een dip in de stemming door overmatig alcoholgebruik? Ook dat
komt op jonge leeftijd, en steeds jonger, helaas ook niet zelden voor.
- Ten 5e kan zo’n dip in de stemming, het begin zijn van een in zichzelf terugtrekken, waarbij
een vermindering van sociaal gedrag kan optreden wat ook een sluipend begin kan zijn van
een psychotische aandoening, zoals bijvoorbeeld schizofrenie.
Ik noem maar een paar voorbeelden, de aandoeningen die ik noem is zeker niet een
compleet overzicht.
2
Als zo'n aandoening nu in de puberteit begint, wat is dan de oorzaak, zult u mij vragen.
Ligt het in het lichaam, in het bijzonder in de hersenen, of is het een ziekte van de ziel, of
misschien wel van de geest??
In de afgelopen jaren is er al heel veel onderzoek gedaan met scans, waarbij er foto's of
opnames worden gemaakt van de hersenen, die als het ware in hele kleine denkbeeldige
plakjes worden gesneden, een soort dwarsdoorsneden van de hersenen. Zij die overtuigd
zijn dat de hersenen dé bron van informatie is om ons gedrag volledig te verklaren, de
zogenaamde materialisten, zeggen: onze hersenen bepalen ons gedrag; alleen wat we zien
bestaat. Want, zo zeggen ze, wanneer iemand schizofrenie heeft dan zien we dat die en die
gebieden overactief zijn en andere hersengebieden juist onderactief. Als we daarvoor
specifieke medicijnen maken kunnen we definitief schizofrenie genezen. Daarbij wordt echter
vergeten dat geen twee scans gelijk zijn; geen twee ziektebeelden gelijk.
Het is waar, de wetenschap heeft al veel bereikt in de behandeling van psychiatrische
ziekten. Nog geen eeuw geleden viel er nauwelijks iets te behandelen en werden
psychiatrische patiënten veelal levenslang opgesloten in inrichtingen ver weg van de
bewoonde wereld. Het is waar dat van de patiënten met schizofrenie nu zo'n 1/3 geheel
opknapt, en een normaal leven kan leiden, 1/3 sterk verbeterd en met zorg een redelijk leven
kan leiden buiten een instelling. Echter, 1/3 is chronisch ziek en verblijft nog steeds in
psychiatrische instellingen.
Er zijn echter meer factoren die van invloed zijn op het ontstaan of persisteren van
psychiatrische aandoeningen. Zo moeten we denken aan omgevingsfactoren, drugs, en
sociale - en maatschappelijke factoren die van invloed zijn op een patiënt.
Het is moeilijk om in een korte tijd u een beetje een beeld te scheppen van wat
psychiatrische aandoeningen zijn. Ik hoop dan ook dat u allen wel iemand in uw gemeente of
familie hebt die er aan leiden.
Dan hebben we ook snel het antwoord op de vraag: wat doet het met patiënten: Ja, ze lijden.
Maar niet altijd!
Er zijn mensen met lichamelijke en psychische aandoeningen die er helemaal niet onder
lijken te lijden. Die er zelfs onder lijken te floreren. Misschien kent u ook wel zo iemand. Niet
zelden roept dat negatieve gevoelens op. We hebben daar ook een term voor: ziektewinst mensen die dankzij hun ziekte allerlei aandacht krijgen of zelfs winst er uit slaan, denk aan
het krijgen van een uitkering, omdat ze een diagnose hebben gekregen en dat als het ware
lijken uit te buiten. Toch lijden deze mensen ook en zijn er allerlei dingen al lange tijd mis
gegaan in hun leven, waardoor zij niet in staat zijn om op een gewone manier aandacht te
vragen, door te gaan met werken, enzovoorts.
Een patiënt met een psychiatrische aandoening lijdt, zou het liefst ook een gewoon leven
hebben, een partner, kinderen, een gezin. Een deel van hen heeft een gezin. Afhankelijk van
het type aandoening en de ernst er van lijdt zo'n partner en gezin natuurlijk mee.
Ik zal een paar voorbeelden noemen.
Een man, 39 jaar heeft voor de 2e keer in zijn leven een depressie wat zich uit in
somberheid, nergens zin in hebben, nergens toe komen en slecht slapen. Hij is inmiddels
doorverwezen via de huisarts naar de polikliniek van de GGZ instelling. Hij krijgt uitleg over
wat een depressie is, krijgt de mogelijkheid te kiezen voor internettherapie (want dat kan hij
doen op momenten dat het hem uitkomt), psychotherapeutische gesprekken met een
psycholoog en/of medicijnen. Hij kiest voor medicijnen, probeert te blijven werken, maar het
gaat in plaats van beter, slechter met hem. Hij meldt zich ziek op zijn werk, komt thuis te
zitten, piekert, en blijft uiteindelijk op bed liggen. Ook wil hij niet meer naar de polikliniek,
want, zo denkt hij, het heeft toch geen zin. Wanneer hij zegt te overwegen een eind aan zijn
leven te zullen maken, belt zijn vrouw de psychiater op, deze komt aan huis en vertelt dat dit
3
zo niet langer kan. De man gaat schoorvoetend akkoord met een opname in een
psychiatrisch ziekenhuis.
Hij krijgt medicijnen en knapt op en komt na twee maanden thuis. Er volgt een traject van
begeleiding vanuit de psychiater, vanwege zijn medicijngebruik, en een sociaal psychiatrisch
verpleegkundige die kijkt naar de sociale aspecten in de levenssituatie van de man en indien
wenselijk ook voor partner en gezin. Want, ik verzeker u, voor een partner is het niet
makkelijk met iemand te leven die soms al maanden depressief is en niets meer wil.
Geleidelijk aan gaat hij weer aan het werk, hij pakt het gewone leven weer.
Nu eenzelfde man, 39 jaar met een manische ontremming: de man slaapt niet meer, geeft
buitensporig veel geld uit, drinkt in toenemende mate meer alcohol, en wordt ontslagen van
zijn werk. Zijn vrouw weet niet wat ze er mee aan moet; zo kent ze haar man niet, hij is snel
prikkelbaar en eisend. Op een avond wordt zijn vrouw gebeld door de politie, haar man zit op
het politiebureau, omdat hij gevochten heeft met iemand op straat. Hij vindt zichzelf niet ziek
integendeel, hij geeft aan een eigen bedrijf te zullen starten, en boeken te zullen gaan
schrijven over de huidige stand van de wetenschap en hij geeft aan te willen scheiden van
zijn vrouw, omdat ze zo afstandelijk is de laatste tijd; een jonge blom heeft hij al op het oog.
Na een beoordeling van de dienstdoende psychiater wordt hij tegen zijn wil in opgenomen op
een psychiatrische afdeling. Omdat hij agressief is op de afdeling krijgt hij tegen zijn zin in
medicijnen toegediend en wordt afgezonderd in een separeercel, omdat hij niet te hanteren
is op de afdeling. Er volgen moeilijke weken waarin de man wisselend zijn medicijnen
accepteert, tegendraads is en roept dat er niets met hem aan de hand is. Zoals op een
intensive care van een algemeen ziekenhuis wordt hij intensief begeleid en probeert men
hem in het gareel te krijgen. Geleidelijk aan wordt hij rustiger, er worden gesprekken met
hem mogelijk. De schade die hij heeft aangericht, financieel, maatschappelijk en sociaal zijn
groot. Zijn relatie staat op springen. Er volgt een lang traject van behandeling en begeleiding:
behandeling in de zin van hem motiveren voorlopig de medicijnen te blijven slikken,
enbegeleiding op de terreinen waar schade is aangericht. Relatiegesprekken worden gestart,
omdat zijn vrouw nog wel met hem verder wil, maar erg gekrenkt is door zijn opmerkingen.
Ook heeft zij er behoefte aan uitleg te krijgen over zijn ziekte en hoe in de toekomst te
handelen als verschijnselen zouden terug komen. Veel zal afhangen van de bereidheid
medicijnen te blijven gebruiken en contacten met de psychiater te blijven houden. Een
sociaal psychiatrisch verpleegkundige zal ondersteuning bieden in de maatschappelijke
problemen, zoals bijvoorbeeld hoe het familie te vertellen en buren, want die vinden het
allemaal maar eng en gek, hoe om te gaan met bv. slaapproblemen (want bij slaapgebrek
zou de manie weer kunnen terug komen), en deze kan het echtpaar wegwijs maken in het
veld van schuldsanering, zoeken naar nieuw werk enzovoorts.
En dan nog eenzelfde man, 39 jaar, die voor de 5e keer een psychose krijgt. Opnieuw was
hij gestopt met zijn medicijnen, omdat hij bijwerkingen had onder andere op seksueel gebied.
De man wordt achterdochtig, beticht zijn vrouw van overspel en controleert haar op alle
terreinen. Zijn vrouw voelt zich gevangen, durft bijna niet meer te bellen met een vriendin,
omdat haar man met zijn verwijten komt dat ze weer met haar vermeende minnaar zit te
kletsen. Overigens werkt hij al jaren niet meer, omdat hij daar niet meer toe is staat is. Hij zit
thuis, rookt de ene sigaret na de ander. Ook deze man weigert hulp, met hem is niets aan de
hand, zijn vrouw bedriegt hem en dat moet ze nu maar eens bekennen. De spanning is groot
in huis; de oudste is al op 17 jarige leeftijd op kamers gegaan, de jongste van 10 doet het
slecht op school wanneer vader weer zo is.
Gelukkig, de psychiater die hij al jaren kent en waar hij best vertrouwen in heeft, komt op
huisbezoek. Hij hoort de man aan, praat met hem en weet hem te motiveren om toch zijn
medicijnen weer in te nemen. In de loop van de weken verbleekt langzaam aan de
achterdocht naar zijn vrouw.
Ook in dit gezin is veel leed. En ook hier valt wel wat te begeleiden. Zo geeft zijn vrouw nu
eindelijk aan individuele gesprekken te willen met een psycholoog, om over de moeite die zij
4
heeft met haar man, met name als hij zo achterdochtig, is te praten. Dan komt ook het
jongste kind ter sprake, en ze beloofd de volgende keer dit kind mee te nemen om te kijken
hoe zij de ziekte van vader beleefd en of het zou helpen haar met andere kinderen in contact
te brengen die ook een vader of moeder hebben met een psychiatrische ziekte.
Kunnen we deze plaatjes ook op 39 jarige vrouwen plakken?
Ja zeker, dezelfde klachten kunnen ook bij vrouwen voorkomen, al zal het patroon soms wat
anders zijn. Zo komt, bijvoorbeeld agressie bij vrouwen toch wat minder vaak voor dan bij
mannen. Mannen uiten zich in onze cultuur minder makkelijk zodat ze ertoe neigen hun
depressieve gevoelens te bagatelliseren: moeite met uiten van negatieve gevoelens,
schuldgevoelens, te huilen, besluiteloos zijn omdat dat niet strookt met hun opvatting
over mannelijkheid.
Hoe zit het eigenlijk bij oudere mensen?
We hebben ouderen die vanaf jongere leeftijd psychiatrisch belast zijn. Dat kan zijn: dat zij
ooit overspannen zijn geweest of depressief, wat op oudere leeftijd, 70 jaar, 80 jaar of nog
later, weer de kop op steekt.
Het kunnen ouderen zijn met steeds terug kerende depressies in hun leven, wat op oudere
leeftijd verhevigd door moeite met het ouder worden, lichamelijke gebreken of het overlijden
van echtgenoot of kind. In dit kader wil ik u dan ook nog een verzonnen casus meegeven:
Een vrouw van 79 jaar heeft 8 maanden geleden haar man verloren. Aanvankelijk wist zij het
verlies goed op te vangen, ze leek zich er dapper doorheen te slaan. Drie maanden geleden
was zij uitgegleden in de sneeuw en verstuikte haar enkel. Daardoor kwam zij min of meer
gekluisterd aan huis te zitten; haar dochter deed voor haar de boodschappen, want vanwege
de gladheid kon zij zelf niet naar buiten. Ze zat vele uren alleen thuis, er kwam weinig
bezoek wat ook tegen viel. Ze ging slechter slapen en piekeren. Ook had ze in toenemende
mate last van obstipatie en dacht: “Zit het wel goed in mijn buik? Misschien heb ik wel
kanker!”. Want, tijdens een medisch programma op TV had ze gezien dat het bij een vrouw
ook daarmee was begonnen! Die nacht wordt ze heftig zwetend wakker. Ze had naar
gedroomd en voelde zich erg angstig. Ze kan niet meer in slaap komen. In de loop van de
weken wordt haar gepieker erger, haar angstige gedachten aan ziekte, angst om te vallen,
bang in de lift van de flat, nemen toe. Wederom gaat zij naar de huisarts waar ze nu bijna
wekelijks komt en geeft aan dat zij nu zeker weet dat ze kanker heeft, ondanks dat uit recent
onderzoek, in het ZKH verricht, geen kanker was vastgesteld. Ondanks haar weerstand om
naar de GGZ te worden verwezen, maar mede onder druk van dochter die ook overbelast
dreigt te raken, gaat ze naar een gesprek bij de GGZ. Naast medicijnen tegen haar angst en
medicijnen tegen haar waangedachten, wordt haar voorgesteld in dagbehandeling te gaan.
Tot slot nog dit.
Een paar jaar geleden heb ik pastores uit de regio Zuid-Holland, Zeeland en Brabant
benadert met de vraag of zij mee wilden doen met een onderzoek. Een hoog percentage
deed mee. Misschien zitten er ook pastores in de zaal die hebben mee gedaan.
Ik heb ze vier vignetten voorgelegd, verzonnen casussen, met een aantal vragen erbij.
Twee bevindingen vind ik belangrijk om hier te vermelden.
1. Een student die stopte met zijn school, thuis kwam te zitten en nachten in de weer
was met nadenken en toenemend onrustig werd en zich niet meer verzorgde en bij
de pastor kwam met het verhaal dat hij God had horen spreken met zijn engelen, en
dat hij ook een eigenaardige stem hoorde en vroeg of hij naar die stem moest
luisteren – daar waren de meeste het wel over eens dat dit niet in orde was.
2. Maar het vignet van een oude man van 81 die allerlei lichamelijke klachten uit en zegt
bang te zijn om straf te krijgen van God omdat hij zijn taak als diaken had
neergelegd, - daar werd de psychiatrie nauwelijks in herkend.
5
Dat betekent voor mij twee dingen. Ondanks het feit dat Nederland koploper is in de
secularisatie zijn er heel veel psychiatrische patienten die bintenis hebben met een
geloofsgemeenschap. Zeker als er religieuze thema’s spelen is het belangrijk dat het komt
tot samenwerking tussen pastores en de GGZ, om de patiënt zo goed mogelijk te kunnen
behandelen en begeleiden.
Pastores kunnen een belangrijke rol spelen in het herkennen van psychische- en
psychiatrische problemen. Enige scholing van de grote psychiatrische aandoeningen zal
zeker zijn vruchten afwerpen. Binnen De Grote Rivieren, een GGZ instelling in Zuid-Holland
ZO, is door Gerrit Jan van der Kolm, geestelijk verzorger en tevens workshopleider
vanmiddag op dit congres, is het afgelopen jaar een scholingsprogramma gestart voor
pastores. Ik vind dit een bijzonder belangrijk initiatief en juich te toe.
En, zo leert de ervaring, zal door de goede samenwerking uw gemeentelid c.q. onze patiënt
meer gemotiveerd worden de behandeling te blijven volgen, met de kans op een betere
uitkomst dan wanneer hij of zij er vroegtijdig mee stopt.
Ik hoop dat ik U een klein beetje een beeld heeft gekregen van wat
psychische/psychiatrische aandoeningen zijn, wat voor gevolgen dat kan hebben voor de
persoon in kwestie en zijn of haar omgeving, en wat de GGZ doet. Mensen met een
psychiatrische aandoening zijn gewoon mensen waarmee je respectvol moet praten, hoe in
de war ze soms ook zijn en hoe vreemd zij zich ook kunnen gedragen. Mijn wens is dat de
pastores en GGZ medewerkers elkaar zullen gaan vinden in het belang van het gemeentelid
c.q. de patiënt, want samen kunnen we denk ik meer.
Dank u wel voor uw aandacht.
A. Noort, psychiater en onderzoeker
GGZ Breburggroep
Jan Wierhof 7
5017 JD Tilburg
6
Download