Recht in onze samenleving Een gemeenschap kan slechts evenwichtig functioneren als bepaalde regels, plichten en verboden opgelegd worden aan de burgers, zodat zij in harmonie met elkaar kunnen leven. De leefregels gaan uit van de gemeenschap of van de leiding waarvan het gezag door de gemeenschap erkend en aanvaard wordt. Bij het niet naleven van deze leefregels worden sancties voorzien, m.a.w. de regels zijn afdwingbaar. Ook een scholengemeenschap kan je beschouwen als een samenleving waar regels nodig zijn. Elke school heeft een schoolreglement met leefregels. In die leefregel staat bijvoorbeeld - dat je vriendelijk en behulpzaam bent en je mening op een beleefde manier te kennen geeft. - dat je bijdraagt tot een goede werksfeer op school. Daarom mag je niet te laat komen in de lessen en je medeleerlingen niet tijdens de lessen storen. Welke waarde ligt aan de basis van deze regels? …………………………………………….. Bekijk nu eens de leefregel ‘ Respectvol leven op school’ in jouw schoolreglement. Wat wordt er van jou verwacht? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Het aantal regels is niet beperkt tot een handvol, ze beslaan vaak verschillende pagina’s. Waarom al die regels? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Zoals voor elke gemeenschap geldt, wordt je ook in de scholengemeenschap gesanctioneerd bij het niet naleven van de regels. Sommige regels formuleren zeer expliciet de bijbehorende sancties. Bv. Om na te gaan of je grote leerstofgehelen verwerkt hebt, worden examens ingericht. Word je op spieken of andere vormen van bedrog betrapt, dan wordt je examen nietig verklaard. Dat examen moet je dan in de periode van de herexamens afleggen. Zoek in jouw schoolreglement naar een regel waaraan een sanctie is toegevoegd. ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. Welke sancties worden gegeven bij storend gedrag in de klas? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Ds5 lpds 38 rechtssysteem 1 In sommige regels wordt niet enkel gewezen op je ‘plichten’, maar ook op je ‘rechten’. Tracht in jouw schoolreglement enkele voorbeelden te vinden. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Het is een dus een essentiële taak van het recht om het welzijn van de gemeenschap te waarborgen en te bevorderen zodat elke burger aan zijn trekken kan komen zonder de anderen te schaden. Omschrijving van ‘recht’: -een geheel van leefregels en normen; -die uitgaan van de gemeenschap of van een algemeen erkend gezag in die gemeenschap; -die moeten worden nageleefd door alle leden van die gemeenschap en afdwingbaar zijn met sancties; -die orde en algemeen welzijn bevorderen. Indeling van het recht Het recht kan je indelen in nationaal en internationaal recht. Het Belgisch nationaal recht kan je verder onderverdelen in: 1.Het privaatrecht omvat rechtsregels die de verhoudingen regelen tussen individuele burgers. Het regelt de privé-belangen van personen die met elkaar in een zekere relatie staan, zoals huurder-verhuurder, werknemer-werkgever, echtgenoten, enz. De afspraken die tussen deze particulieren gelden, hebben geen weerslag op de belangen van de samenleving als geheel. Het privaatrecht wordt ingedeeld in: -het burgerlijk recht regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers onderling. Onder het burgerlijk recht vallen o.a. alle wetten die te maken hebben met het gezin en de familie zoals woonplaats, huwelijk, ouderschap, adoptie, erfenissen, enz. Het burgerlijk recht dient om conflicten tussen twee of meerdere personen te voorkomen of op te lossen. Bijvoorbeeld: Het leven van Erik is niet altijd rozengeur en maneschijn. Terwijl heel wat kinderen van zijn leeftijd mogen opgroeien in een aangename familiale sfeer, zijn z’n ouders nu al vijf jaar verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. Sinds zij niet meer samenleven, vechten beide ouders voor het hoederecht van hun kind. Erik wenst beroep te doen op een advocaat om gehoord te worden door de rechter. De rechter heeft een onderhoud met Erik, die verklaart dat hij liever bij zijn moeder zou blijven. De vader weigert afstand te doen van z’n kind. De jeugdrechter beslist dat Erik in een speciale instelling zal worden geplaatst voor de duur van 6 maanden zodat zijn ouders ondertussen kunnen proberen om binnen die termijn een compromis in het belang van Erik te bereiken. -het handelsrecht is de wetgeving met betrekking tot het handelsleven. Het bevat alle regels die met kopen en verkopen te maken hebben. 2.Het publiekrecht Het recht regelt niet alleen de verhouding tussen particulieren. Als mensen samenleven, zijn er ook regels die dit samenleven regelen. Dit omvat het organiseren van ordehandhaving, van gerechtelijke diensten, en vooral ook de manier waarop de overheid functioneert en hoe die Ds5 lpds 38 rechtssysteem 2 overheid kan optreden tegenover haar burgers. Dit is het publiekrecht. Dit recht behandelt alle zaken m.b.t. de overheid en de verhouding van de overheid tot haar burgers. Het publiek recht wordt ingedeeld in: -het grondwettelijk recht regelt de grondbeginselen van de staatsstructuur, de inrichting en werking van de drie staatsmachten, de grondrechten en plichten van de burgers; -het strafrecht is opgesteld ter bescherming van de openbare orde en veiligheid. Het verbiedt handelingen die de orde en rust in de maatschappij verstoren of dreigen te verstoren en voorziet sancties tegen overtreders. Dit is een bijzondere categorie in het publiekrecht, want het vormt de scharnier tussen het publiekrecht en het privaatrecht, omdat het gaat over daden van particulieren, die indruisen tegen de maatschappelijke orde en waarvan de overheid zorg draagt voor de vervolging en de bestraffing. -het fiscaal recht bepaalt op welke manier belastingen moeten worden geheven. 3.Het sociaal-economisch recht kan niet uitsluitend onder het privaatrecht of het publiekrecht worden gerangschikt. De tussenkomst van de overheid in sociale en economische aangelegenheden heeft geleid tot rechtsregels die zowel de rechtsrelaties tussen particulieren onderling als tussen particulieren en de overheid regelen. Het wordt ingedeeld in: -Het sociale zekerheidsrecht regelt de organisatie van de sociale zekerheid, de verschillende sectoren en de relaties met de begunstigden in geval van ziekte en invaliditeit, werkloosheid, rust- en overlevingspensioen, … -Onder het economisch recht worden o.a. de wetten opgenomen die het economisch leven regelen, b.v. de wetten i.v.m. prijsvorming, vestigingsrecht, steun aan ondernemingen. -Het arbeidsrecht regelt de verhouding tussen werkgevers en werknemers door de wetten op de arbeidsovereenkomsten en de wetten omtrent de arbeidsreglementering als arbeidsduur, zondagsrust, … Ds5 lpds 38 rechtssysteem 3 Omdat er steeds meer over de grenzen heen wordt gekeken, is ook het internationale recht belangrijk voor België. Het internationale recht kan opgedeeld worden in: 1.Volkerenrecht regelt de verhoudingen tussen staten en/of internationale organisaties. Onder andere het Internationaal Verdrag voor de Rechten van de Mens valt hieronder. 2.Supra-nationaal recht dit zijn regels die door een internationale instelling zijn gecreëerd waaraan België een deel van haar wetgevende macht heeft overgedragen. Een goed voorbeeld hiervan is de Europese Unie. Oefening op indeling van het recht (bijlage 1 & 2) Rechtsstaat en scheiding der machten België is een rechtsstaat, wat betekent dat elke burger beschermd is door wetten. Deze wetten beschrijven rechten en plichten die voor iedereen gelden. Het begrip 'rechtsstaat' dekt verschillende ladingen. Het meest elementaire kenmerk is ongetwijfeld dat in een rechtsstaat de overheid haar politieke beleid concretiseert in formele rechtsregels, die aanvaard zijn door de gekozen vertegenwoordigers van de Staat. Verder zet de overheid instrumenten in - in de gedaante van gerecht en politie - om de rechtsregels te doen naleven. Een rechtsstaat laat verder veronderstellen dat er rechtsmiddelen voorhanden zijn waarmee een burger zich desgewenst kan verzetten tegen een beslissing van de overheid of van het gerecht. Dat gerecht is dan onafhankelijk van de politieke gezagsdragers, en kan hen effectief op de vingers tikken wanneer ze de rechtsregels overtreden. Een rechtsstaat wordt op die manier ook verondersteld bescherming te bieden aan de fundamentele rechten van elke burger. Om deze rechtsstaat te realiseren wordt het staatsgezag verdeeld over verschillende instellingen. Deze scheiding der machten vermijdt dat alle macht door één instelling wordt uitgeoefend en laat toe dat de verschillende machten elkaar wederzijds controleren en beperken. Klassiek wordt het staatsgezag gesplitst over drie machten: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht. 1.De wetgevende macht is bevoegd om de wetten te maken en om de uitvoerende macht te controleren. De wetgevende macht wordt uitgeoefend door het parlement en de Koning. Het parlement bestaat uit twee kamers, de Senaat en de Kamer van volksvertegenwoordigers. 2.De uitvoerende macht voert de wetten uit; ze zorgt er dus voor dat de wetten in concrete gevallen worden toegepast. Ze bestuurt het land, maar moet daarbij de wetten naleven. De uitvoerende macht wordt uitgeoefend door de Koning en zijn regering van ministers en staatssecretarissen. 3.De rechterlijke macht doet uitspraak over geschillen en wordt uitgeoefend door de verschillende hoven en rechtbanken. De belangrijkste taak van de rechtspraak is niet het veroordelen of straffen van burgers, maar bescherming en verdediging bieden wanneer de rechten van burgers geschonden of bedreigd worden. Binnen deze opdracht is de controle op de wettelijkheid van de daden van de uitvoerende macht alsmaar belangrijker geworden. Ds5 lpds 38 rechtssysteem 4 Die scheiding der machten geldt niet alleen voor de federale overheid maar is ook toegepast; op het niveau van de gemeenschappen en de gewesten. Die hebben dus elk een wetgevende macht en een uitvoerende macht die losstaan van de federale machten. De gemeenschappen en de gewesten hebben wel geen afzonderlijke rechterlijke macht. De rechterlijke macht wordt zowel voor de federale overheid als voor de gemeenschappen en de gewesten uitgeoefend door dezelfde instanties (Vande Lanotte, Bracke, Goedertier (2003). De gerechtelijke organisatie Onze rechterlijke macht is behoorlijk ingewikkeld georganiseerd. Er zijn verschillende soorten hoven en rechtbanken. 1 De gewone hoven en rechtbanken behandelen burgerlijke zaken en/of strafzaken 1.1 Wanneer privé-belangen op het spel staan, hebben we te maken met een burgerlijke zaak. - Het vredegerecht behandelt burgerlijke geschillen zoals huurconflicten, burenruzies bv. geluidsoverlast. De burgerlijke rechtbank behandelt burgerlijke geschillen zoals echtscheiding en adoptie. De rechtbank van koophandel behandelt commerciële geschillen tussen handelaars en faillissementen. De arbeidsrechtbank behandelt arbeidsgeschillen tussen werkgever en werknemer zoals bijvoorbeeld een onrechtvaardig ontslag. De jeugdrechtbank behandelt burgerlijke zaken en strafzaken. Een jeugdrechter legt natuurlijk geen straffen als boetes en gevangenisstraf op, maar kan wel beslissen dat een jongere die iets mispeuterd heeft in een instelling wordt geplaatst. De uitspraak van deze rechtbanken wordt een vonnis genoemd. Als iemand een wet overtreedt, hebben we te maken met een strafzaak die voor een strafrechtbank komt: politierechtbank correctionele rechtbank hof van assisen We kunnen een onderscheid maken tussen: Overtredingen : bv. Een bestuurder rijdt door het rode licht en veroorzaakt een ongeval. De dader komt voor de politierechtbank (behandelt zowel strafzaken als burgerlijke zaken). Wanbedrijven: inbraken, diefstal, slagen en verwondingen De dader komt voor de correctionele rechtbank (behandelt wanbedrijven die met minimum 8 dagen en maximaal 5 jaar worden bestraft). Ds5 lpds 38 rechtssysteem 5 Misdaden: zeer ernstige feiten zoals moord, verkrachting, brandstichting De dader komt voor het Hof van assisen (behandelt misdaden die met meer dan 5 jaren cel worden bestraft; Jury van 12 burgers beslist over de schuldvraag; de strafmaat wordt bepaald door de rechter) In sommige gevallen gebeurt er een internering van de dader, d.w.z. dat de dader niet toerekeningsvatbaar is; het is niet moedwillig gebeurd, want de dader is psychisch ziek. Bijgevolg vindt er geen assisenproces plaats, maar moet de dader wel verschijnen voor de Commissie ter bescherming van de maatschappij. 1.2. Tegen het vonnis van een lagere rechtbank kan een beroep worden aangetekend bij een hof (een hogere rechtbank). De uitspraken van een hof = een arrest Het hof van beroep behandelt alle beroepen tegen de vonissen van de rechtbanken van eerste aanleg en van de rechtbank van koophandel. Het hof van cassatie is het hoogste gerechtshof. Het gaat na of de wet correct is toegepast en of er geen procedurefouten werden gemaakt. Het hof van cassatie kan beslissen dat het proces op een lager niveau moet worden overgedaan. Iemand die veroordeeld wordt door de arbeidsrechtbank kan proberen zijn gelijk te halen bij het arbeidshof. 2. Andere rechtbanken en hoven: De Raad van state kan besluiten van de overheden vernietigen of schorsen, b.v. een milieuvergunning die door de overheid werd afgeleverd; b.v. een herstelvergoeding toekennen voor buitengewone schade veroorzaakt door een administratieve overheid. Ds5 lpds 38 rechtssysteem 6 Het arbitragehof kan wetten en decreten die in strijd zijn met de grondwet vernietigen of schorsen, b.v. een wet die in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Oefening gerechtelijke organisatie (zie bijlage) Referenties: Van Rompay, M. (2006). Wetgeving: Inleiding tot het recht. Burgerlijk recht. Antwerpen: De Boeck. Vande Lanotte, J., Bracke, S., Goedertier, G. (2003) België voor beginners. Brugge: Die Keure. Orde van Vlaamse Balies. (2007).Recht en justitie. Gevonden op 12 juli 2007 op het internet: http://www.advocaat.be/ Deltour, P., Gallez, L.(2004). Pers en Gerecht, vademecum voor journalisten. Gevonden op 12 juli 2007 op het internet: http://www.pers-gerecht.be/document.php?document_id=20 Gijsens, R. (2005). Cultuurwetenschappen 4, Wolters Plantyn, Mechelen. Antwoordsleutel i.v.m. leefregels en sancties; rechten en plichten m.b.t. de schoolgemeenschap: a) Deze regels beogen respect voor de ander. b) De leefregel ‘respectvol leven op school’ omvat: Je toont respect voor personen en materiaal Je hebt het nodige materiaal bij je Je houdt je aan de gemaakte afspraken c) Waarom al die regels? Om het samenleven binnen de schoolmuren zo goed mogelijk te laten verlopen. Geen regels betekent complete anarchie & chaos. In deze regels wordt gewezen op je rechten en je plichten. De regels gelden voor iedereen: iedereen heeft dus dezelfde rechten en plichten. d) Vrij te kiezen e) Sancties bij storend gedrag in de klas’ Strafwerk Nota in agenda (wordt getekend!) Telefoon naar de ouders Naar secretariaat 3x naar secretariaat = strafstudie 3x strafstudie = tijdelijke schorsing of begeleiding Ds5 lpds 38 rechtssysteem 7