Walzer

advertisement
Filosofie samenvatting Tentamen
hoofdthema’s:
Relativisme (waarden en normen discussie),
diversiteit (hoe ga je er mee om, Taylor)
identiteit (Sen, koppelen aan diversiteit)
Algemene vragen: Zijn er waarden of normen die universeel geldig zijn? Hoe moeten mensen met
diversiteit omgaan? Wat is identiteit? Wat is het belang van identiteit?
Vormen van relativisme
1) Methodologisch relativisme
Onderzoekshouding waarbij je eigen culturele blik wordt weg gefilterd.
Tekortkoming: er is altijd een beperking van blikveld, zolang je je er maar van bewust bent.
2) Descriptief relativisme
Er bestaat een grote diversiteit op het vlak van waarden, normen en principes
3) Meta-Ethisch relativisme
Er bestaat geen universeel ‘ware’ of ‘juiste’ normen
4) Normatief relativisme
Het is moreel verkeerd om te oordelen over/je te bemoeien met andere morele praktijken
(schijn) relaties:
- Methodologisch & Meta-ethisch: als je vanuit ‘hun’ ogen kijkt kan je al niet beweren dat er
universele normen zijn, maar is dit wil juist conclusie? Leidt het zien van diversiteit meteen tot het
afwijzen van universele uitspraken?
- descriptief & meta-ethisch: volgt dit elkaar automatisch op?
- geen logisch verband meta-etisch en beschrijvend
Bestaat er zoiets als een morele waarheid? Of kan je alleen binnen grenzen van culturen over morele
waarheid spreken?
- Universalisme: universele behoeftes. Kunnen universele menselijke behoeften samenhangen of
beschermd worden door rechten of vrijheden?
- relativisme: je kan alleen vanuit je eigen cultuur een uitspraak doen. Radical otherness: kan geen
oordeel hebben omdat het zo anders is.
 Kan je cultuur afbakenen? Waar begint de ene en stopt de andere cultuur? Hangen verschillende
culturen niet samen? Is cultuur niet in ontwikkeling? Moet je cultuur homogeen zien?
Essentialisme = the view that human life has certain central defining features.
intern essentialisme = er is geen neutrale manier om naar de wereld te kijken, ons perspectief wordt
getekend door onze taal, cultuur, tradities etc. Je kijkt van binnen uit naar de cultuur met de vraag
wat het betekend om mens te zijn
Martha Nussbaum:
- ieder mens heeft bepaalde fundamentele behoeftes. Waarden worden niet in alle culturen gedeeld
of staan niet in dezelfde verhouding tot elkaar. De een wordt belangrijker gevonden dan de ander.
Niet te snel essentialisme van de baan vegen, want binnen iedere cultuur is er een geluid van
1
universele behoeftes (voedsel, gezondheid).
- Capability approach: kan je levenskwaliteit van verschillende landen vergelijken? Capability
approach probeert dit te meten. Hebben verschillen in levenskwaliteit iets met rechtvaardigheid te
maken? Wie heeft plicht onrechtvaardigheid te bestrijden?
(4 argumenten in de tekst?)
4 argumenten tegen universalisme:
1) argument van radicale scheiding
De taal van rechten en vrijheden is kenmerkend voor het westen
2) argument van cultuur:
de Indiase cultuur kent sterke traditie van vrouwelijke onderworpenheid, gehoorzaamheid
en zelfopoffering
3) argument van diversiteit:
culturen bevatten zekere schoonheid en waarde die beschermt moet worden
4) argument van paternalisme:
mensen zijn zelf het beste in staat om te bepalen wat goed en waardevol voor hen is.
Walzer + Cultuur & morele oordelen
interne kritiek
Externe kritiek
- logische consistentie
- vanuit gedeelde normen bekritiseren
- coherentie
- empirische informatie
(interne kritiek is enige kritiek mogelijk op een bepaalde cultuur)
Walzer
- totaal relativisme kan niet kloppen  bijv. herkennen in protesten ergens anders op de wereld en
morele waarden
- universalisme: (h)erkennen van bepaalde waarden en normen die we allemaal delen op abstract
niveau
- door sociale interactie merk je dat eigen normen overeenkomen met die van anderen
Dun moraal: tirannie mag niet, dit word gedeeld over grenzen heen. Maar wat betekend mag niet en
wat mag dan wel verschilt.
postmodernisme
moraal
verlichtingsuniversalisme
postmodernisme: moreel relativitische houding. Grenzen van culturen bepalen grenzen van moraal.
Geen theorie over welke normen beter zijn
Verlichtingsuniversalisme: je kan afstand doen van je eigen cultuur en oordelen. Universele
waarden, normen en principes die we kunnen verdedigen op basis van rationalisme
moraal: Walzer zit tussen postmodernisme en verlichtingsuniversalisme in. Er is niet zoiets als
moraal die buiten culturen staat.
gedeelde moraal
1
2
3
2
Gedeelde moraal: op basis van redelijkheid kun je op principes komen die gelden voor alle
samenlevingen. Je deelt de moralen. Een cultuur is dikkere vorm van zelfde waarde en normen
patroon. Begint met minimaal (gedeelde normen en waarden) en word dikker. Verlichtingsideaal.
1
2
3
“sum of recognitions”
Sum of recognitions: je start met dikkere normen, gedeelde moraal (Dunne is toch gedeeld?). Je
begint met jouw cultuur, normen en waarden. Op sommige momenten merk je dat de waarde
resoneert. Door interactie kom je achter de minimale moraal. Walzer is het hier mee eens.
Orwell: there is a thin man in every thick man. A statue in every block of stone
Armoede: absoluut & relatief. Kan je iets over armoede zeggen losstaand van wat
wenselijk/gebruikelijk is in jouw samenleving?
Rechtvaardigheid: minimaal & egalitair
1) Minimalistische opvatting van mondiale verdelende rechtvaardigheid
- belangrijk is het garanderen van het minimum
- beperkte relevantie van sociaaleconomische ongelijkheid
2) Egalitaristische opvatting van mondiale verdelende rechtvaardigheid
- garanderen van een minimum is niet altijd voldoende
- reduceren van sociaaleconomische ongelijkheden
Walzer: egalitair valt niet onder minimaal moraal.
Spreken over moraal: eigen gewoontes achter je laten, op een abstracte manier denken over moraal
en rechtvaardigheid. Van binnenuit begrijpen.
2 vormen van rechtvaardigheid:
- verdeling (huishoudelijke taken)
- verdienste (politieke macht, kennis)
Walzer: iedereen moet hetgene krijgen wat hij zij verdient. Het kan dus zijn dat de een meer krijgt
dan de ander, maar dat kan dan alsnog wel rechtvaardig zijn.
Aristoteles over rechtvaardigheid:
1) algemene rechtvaardigheid:
Rechtvaardig als je de wet in acht neemt en gelijkheid respecteert. Wetten zijn nodig om een
samenleving te vormen en rechtvaardigheid is het volgen van die wetten. Maar niet alle
wetten zijn rechtvaardig.
2) bijzondere rechtvaardigheid:
A. verdelende rechtvaardigheid: verdeling van rechten, plichten, privileges en nadelen
(Belangrijk, hier gaat het om!)
B. corrigerend recht: vrijwillige transactie (Contract) en onvrijwillige transactie (diefstal)
Individu: mensen willen zelf bepalen hoe ze hun leven leiden
3
Walzer’s theorie over rechtvaardigheid
stelling 1:
Distributieve rechtvaardigheid houdt zich bezig met sociale goederen en niet
individuele goederen. Zaken waar wij als collectief waarde aan hechten.
voorbeelden sociale goederen: membership, work, education, security
Stelling 2:
Sociale goederen hebben altijd betekenis. Sociaal goed = goed die door de
groepering als belangrijk worden gezien en sociaal verdeeld moeten worden.
Betekenis van goederen wordt echter bepaald hoe we ze gebruiken en hoeveel
waarde we eraan hechten.
Stelling 3
waarden verschillen per samenleving
Stelling 4
?
Stelling 5
De waarde van sociale goederen hangt samen met de betekenis die wij eraan geven
binnen onze cultuur. Je kunt alleen iets zinnigs zeggen over rechtvaardigheid
wanneer je de betekenis weet over die goederen binnen die samenleving.
Verdeelde rechtvaardigheid = maximale moraal.
Stelling 6
De verdeling van goederen is bij elke sfeer zo specifiek, dat je de sferen niet door
elkaar mag halen. Bijvoorbeeld: collegegeld + onderwijs  sfeer van geld komt bij
sfeer van onderwijs, dit maakt het niet toegankelijk voor iedereen.
3 verdelingsprincipes voor de sferen
1) free exchange: denk aan marktrelaties
2) desert: verdienste: denk aan sportprestaties
3) need: behoeftes: denk aan gezondheiszorg
verdelende rechtvaardigheid: goederen die we zo belangrijk vinden dat het rechtvaardig is dat ze
verdeeld worden (zoals voedsel).
Manieren waarop een gemeenschap zich kan vergissen met de verdeling van goederen:
- elite doet alsof de bevolking de verdelingsmechanisme ondersteunt. Terwijl ze er vaak niet
achter staan. Hoe weet je of mensen erachter staan? Is het zeggen dat ze erachter staan
voldoende?
- autonomie: politieke macht is de enige macht die zorgt voor de verdelingen. Politieke
macht word bepaald door de sferen. Proberen autonomie van sociale levenssferen te
bewaren.
Rechtvaardigheid in verband met membership (illegalen quotum)
Walzer: niet voor volledig open grenzen, maar relatief open. Groot recht voor individu is vrijheid van
bewegen. Walzer vind het principe van zelfpaling heel belangrijk. Als culturen een eigen karakter
hebben, eigen normen en waarden, dan is het belangrijk dat culturen zichzelf in stand houden. Als je
niet het recht hebt als gemeenschap zelf te bepalen, kan je ook niet garanderen dat culturele traditie
in stand gehouden word. Eigenheid van cultuur breng zekere mate van uitsluiting met zich mee.
Zelfbepalen: groepen zelf bepalen wat toelatingsbeleid is. Maar asielzoekers  dat is hun
fundamenteel recht, die moeten binnen gelaten worden.
4
liberalisme
wat telt in het leven? Op de eerste plaats zijn dat de rechten die wij als individu hebben. Wij als
individuen zijn gelijkwaardig aan elkaar (morele gelijkwaardigheid). Liberaal kiest voor open grenzen.
Alleen als de rechtstaat onder druk komt te staan mogen we grenzen trekken, dus alleen als rechten
van eigen burgers niet meer gewaarborgd kunnen worden. Belangrijk is het garanderen van de
democratische rechtsstaat. Liberaal kijkt naar individuen die binnen komen, maar ook naar
individuen die er al zitten.
Communitarisme (walzer verdedigd dit!)
Gaat niet in de eerste plaats om vrijheid van individuen, maar om karakter/traditie van de cultuur.
Eigen karakter van de gemeenschap is de primaire waarde. Vrijheid & identiteit = ingebed in belang
van de gemeenschap. Cultuur is belangrijk, want cultuur is belangrijk voor individuen. Nadruk op
collectieve zelfbepaling. Als je dat recht niet hebt, dan verdwijnt de culturele eigenheid. Je laat niet
iedereen (vooral grote groepen) binnen, want zoveel verschillende nieuwe culturen dat de eigen
cultuur niet gewaarborgd blijft.
Walzer: communitarist  cultuur is belangrijk, maar je moet mensen in extreme nood wel helpen.
Als mensen eenmaal binnen zijn moeten ze als volledig burger beschouwd worden. Strikt met wie je
binnen laat. Dunne moraal: (wat delen we) zegt dat we mensen moeten helpen die in extreme nood
verkeren.
Walzer: wil respect voor pluraliteit en universaliteit. Hij is géén relativist.
Universalisme zet geen beste samenleving voor (zoals democratie), maar verbied wel hele strenge
vormen van onderdrukking van minder &meerderheden. Alleen meest extreme dingen uitbannen.
Stellingen:
A. Geen volledig relativistische positie. Herhalend universalisme. Walzer wil niet alles afwijzen tot
één absolute wet (universalisme kan gezien worden als alles reduceren tot 1). Het feit dat andere
culturen ook moraal systeem hebben is de minimale overlap/moraal.
B. Erkenning en verdediging van pluraliteit (gevarieerdheid) en pluriformiteit (veelvormigheid)
1. pluraliteit van rechtvaardigheidssferen
geen zoektocht naar universeel principe van rechtvaardigheid. Aandacht voor de
gedeelde overtuigingen van een gemeenschap. Pluraliteit in hoe je naar jezelf kijkt: the self
divides itself among roles & interests. Afhankelijk van sferen heb je een andere identiteit.
2. pluraliteit van wereldbeschouwingen en identiteiten
belang van politieke zelfbepaling, maar ook belang van religieuze tolerantie, culturele
autonomie en individuele rechten. Pluraliteit niet alleen met rechtvaardigheid, maar ook met
overtuigingen. Hoe ga je om met het feit dat mensen verschillende identiteiten hebben?
Pluraliteit van wereldbeschouwingen en identiteiten
1. Hoe gaan we om met pluraliteit op internationaal vlak?
- Kun je pluraliteit erkennen en tegelijkertijd begrenzen?
- Walzer: aan de ene kant is pluraliteit goed. Groepen recht geven om zichzelf te besturen en eigen
cultuur te behouden. Geen moeite met landen die eigen nationale identiteit naar voren willen
brengen (PVV). De grens is: meerderheid-/minderheidsgroeperingen die onderdrukt worden  dit
kan niet. Gevaren van antisemitisme en anti-islam.
5
- belang van vorm van zelfbepaling. Moreel minimalisme: eigen samenleving op eigen manier
inrichten. Risico van zelfbepaling is regressie  groeperingen binnen groeperingen binnen
groeperingen etc. Maar eindeloze regressie hoeft niet. Afsplitsen is een afweging van voordelen van
samenwerking en alleen te werk gaan én garanderen van de rechten. Zelfbepaling hoeft niet te
betekenen dat je een eigen staat hebt (conceivable arrangements)
2. Hoe gaan we om met pluraliteit op binnenlandsvlak? (bv: maxima: geen Nederlandse identiteit)
- pluriformiteit t.a.v. identiteit
- paul scheffer: multicultureel drama: grote groepen van mensen draaien niet mee in onze
samenleving, omdat ze hun eigen cultuur bewaren. Mensen moeten inburgeren/integreren.
- erkennen van diversiteit: mag er partij getrokken worden voor levensstijl van de meerderheid?
- grondbeginsel liberale rechtsstaat: vrijheid, gelijkheid en scheiding der machten
neutraliteit van de overheid: mag zich niet identificeren met een bepaalde levensbeschouwing, maar
kan een staat neutraal zijn? (nationale feestdagen)
Verschil tussen migranten en nationale minderheden
kunnen wel eisen stellen
verlaten vrijwillig eigen land,
kunnen weinig eisen stellen.
Staat heeft recht natievorming op te leggen.
Welke verwachtingen mag je hebben ten aanzien van nieuwkomers? Erkenning staat op het spel.
Zelfkritiek
morele normen gelden voor iedereen binnen een samenleving. Je moet jezelf van een zekere afstand
kunnen bekijken om in staat te zijn na te kunnen denken over wie jij bent en wat voor effect jij hebt
op anderen. Zelfkritiek is een fundamenteel aspect van wat moraal eigenlijk is. Om pluraliteit te
waarborgen moet je van jezelf weten dat je geen singuliere zelf bent. Mensen spreken met meerdere
morele stemmen.
3 manieren om te kijken naar zelfkritiek
- christelijke interpretatie
Hou je je aan punten uit de bijbel? De 10 geboden? Religieuze idealen?
- psychoanalytische interpretatie (freud)
Id (onbewuste, driften en nijgingen), ego (verbind id en superego) en superego (beeld van
ideale zelf).
Richting superego stappen je Id en ego bekijken. De relatie tussen id en ego bepaald effect
op het zelf die onbewuste driften in bedwang moet houden. Het ideale zelf schotelt je een
beeld voor dat onhaalbaar is  dit leidt tot fundamentele ontevredenheid. Volgens
psychoanalyticus moet het superego gerelativeerd worden.
- filosofische interpretatie
social citicism: kritiek op culturen van binnenuit. Nadenken over wat moraal is vanuit een
standpunt dat los staat van jezelf. Leer naar jezelf te kijken vanuit morele normen.
 dunne manier om naar zelfreflectie te kijken schiet te kort. Want e is niet 1 moreel kritiekpunt. JE
hebt vaak verschillende morele geluiden in je hoofd als zelfkritiek.
6
Taylor: erkenning. Welke problemen ontstaat er bij gebrek aan erkenning?
Hoe ontstaat identiteit: je definieert jezelf aan de hand van wat anderen doen
Taylor & politics of recognition
1. Identiteit en erkenning (relatief nieuw onderwerp)
band tussen identiteit en erkenning wordt vaan verondersteld.
Gelijke rechten geven en erkenning in verschillende identiteiten
- wegvallen systeem van sociale hiërarchie. Status of identiteit werd sociaal
gedefinieerd en had te maken met sociale klasse. Hiërarchie langzaam weggevallen
(heeft geleid tot politiek van universalisme).
- opkomst belang van geïndividualiseerde identiteit en authenticiteit.
 belangrijk van ontstaan van het discours
Op individueel en collectief vlak. Mensen willen zich onderscheiden van anderen. Gedachte
kwam naar voren in 18e eeuw dat identiteit te maken had met trouw zijn aan wie je zelf bent
Individu wil bepalen wat juist is en wat niet. Identiteit realiseren waarvan jij denkt dat het je
leven is. Authentiek zijn aan wie je zelf bent: luisteren naar morele stem in jezelf, die
realiseren.
- ontstaan van identiteit: identiteit komt tot stand door relaties met anderen. Identiteit
bestaat nooit monologisch (alleen). Wie jij bent is niet wat jij alleen bepaald. Mensen willen
bevestiging en erkenning van hun identiteit  anders kwetsing van het individu.
2. politiek van erkenning in de publieke sfeer
Alle burgers verdienen gelijke erkenning, wat is gelijk? Verschillend behandelen en toch
uiting geven aan gelijkwaardigheid?
2 vormen:
1) politics of universalism: mensen erkennen door identiek pakket van rechten en vrijheden.
Mogelijkheid zelf leven vorm te geven. Gelijkwaardigheid creëer je door iedereen gelijke
rechten en plichten te geven. Discours dat individuen zelf bepalen wat legitiem is ligt hieraan
ten grondslag. Niemand valt buiten de boord, belang van non-discriminatie.
kritiek: veeg je verschillen niet onder het vloerkleed? Moet culturele identiteit niet ook
erkent worden?
2. Politics of difference: mensen erkennen vanuit een verschil met anderen. Mogelijkheid
eigen identiteit vorm te geven. Soms moet je onderscheid maken om de identiteit van
mensen te erkennen. Mensen ongelijk behandelen om ze als gelijkwaardig te zien.
bijv. bepaalde culturele feestdagen, ritueel slachten.
3. Rousseau + politiek van gelijkwaardigheid
4. Kant + Politiek van gelijkwaardigheid
Mag de overheid ervoor zorgen dat bepaalde delen van een samenleving/cultuur in stand
worden gehouden? Mensen een bepaalde kant op duwen?
5. multiculturalisme en politieke gelijkwaardigheid
Moet verondersteld worden dat culturen gelijke waarden hebben?
risico op homogenizing difference.
7
premodern burgerschap: verkregen van lid van bepaalde groep
modern burgerschap: personen als individuen behandelen met gelijke rechten. Kritiek op
gedifferentieerd want dat is oneerlijke manier!
gedifferentieerd burgerschap: (TAYLOR) toekennen van aparte rechten voor mensen die tot een
culturele of religieuze minderheid behoren (bijv. uitzondering op wetgeving). Rechten worden ten
dele afhankelijk van het lidmaatschap van een groep.
Taylor: niet alle politiek van gelijkwaardigheid leidt tot homogeniseren van verschil. Maatstaf van
wat in je eigen cultuur waardevol is kan je niet gebruiken voor andere culturen.
Je kan geen feitelijk oordeel hebben over waarde van culturen,
- oordeel vormt geen uitdrukking van respect
- oordeel is etnocentrisch
- oordeel is homogeniserend
Leidt politiek van gelijkwaardigheid tot homogeniseren van verschil?
- politics of universalism: richt je op belangen die we delen. Universele rechten van de mens
- politics of difference: soms kun je alleen mensen respecteren wanneer je erkent dat ze een
specifieke identiteit hebben Waarborg wel rechten, maar geef ook vrijheden.
Taylor: we hoeven niet te accepteren dat iedere cultuur dezelfde waarde heeft, maar ga er niet van
uit dat andere culturen slechter zijn. Je startveronderstelling zou moeten zijn dat in beginsel alle
culturen gelijke waarden hebben.
smeltende horzion – gadammer
je cultuur of traditie waarin je zit geeft je een bepaalde horizon. Hij vernauwt je blikveld. Cultuur
neem je altijd mee, je draagt je horizon altijd bij je. Je kan nooit los staan van je eigen cultuur.
Oplossing is horizon versmelten: kritisch kijken naar je eigen horizon (vooroordelen) en die van
anderen  een nieuw oordeel vormen waarbij horizonnen met elkaar versmelten. Door het
versmelten kan je een oordeel vormen over ander culturen waarbij de maatstaf niet de jouw of de
andere is, maar een nieuwe
Taylor: alleen op basis van horizon versmelting kan je uitspraak doen over andere culturen. (maar
blijft voorwaardelijk en problematisch)
Kun je gelijkwaardigheid respecteren en ruimte laten voor verschillen? (cultureel overleven) Kun je
fundamentele rechten van individuen respecteren en toch hun cultuur beschermen (bijv. taalkwestie
Quebec, friesland, belgie)
2 typen liberalisme (liberalisme = belang van vrijheid en rechten van individu)
1) prioriteit individuele rechten, non-discriminatie (uniforme toepassing van regels), formele rechten.
Geen uitspraak over levensbeschouwende zaken
2) differentiatie rechten (welke rechten zijn zo fundamenteel belangrijk dat er geen onderscheid
gemaakt kan worden en welke rechten zijn niet belangrijk genoeg om er geen verschil in te maken?).
Voor belangrijke rechten geldt non-discriminatie
Liberalisme moet zich bezighouden met formele kwesties, zelfde vrijheden en rechten (procedureel)
en niet met substantiële kwesties zoals levensbeschouwingen.
8
Taylor: er mag een taalpolitiek gevoerd worden wanneer je vorm 2 van liberalisme verdedigd. Je kan
de gelijkwaardigheid van individuen garanderen en tegelijkertijd verschil maken voor eigen cultureel
overleven.
Amartya Sen: mensen hebben niet 1 identiteit, identiteit = vrije keuze. Je hebt een keuze in welke
identiteit je naar voren brengt.
- zet zich af tegen clash of civilizations van Huntington.
- kritisch op het front van multiculturaliteit. Multiculturalisme is voor Sen meer vrijheden voor alle
individuen ne niet recht voor gemeenschap. Rechten voor gemeenschap zorgt voor plaatsen van
mensen in hokjes. Het probleem is dat je niet mensen kunt classificeren aan 1 element van identiteit.
Twee manieren om naar multiculturalisme te kijken
1. Diversiteit is een waarde in zichzelf en je kan het beschermen door het beleid die je voert
2. Het gaat om eerste plaats om keuze vrijheid en tweede plaats om identiteit.
- termen die in het westen als belangrijk worden gezien, zoals vrijheid, gelijkheid en democratie zie je
al lang ook in niet-westerse landen.
Fukuyama: de liberale democratie als eindpunt van ideologische ontwikkelingen en de beste
politieke structuur
Huntington: clash of civilizations. Paradigma van harmonieuze wereld (na val van Berlijns muur)
moet vervangen worden door dat van botsende beschavingen.
Sen: heeft probleem met Clash of civilizations: de indeling in culturele blokken. Je hebt niet 1
identiteit en kan mensen niet indelen aan de hand van 1 aspect van hun identiteit.
er zijn twee obstakels:
1. Illusie van homogeniteit: doet net alsof binnen culturele blokken geen diversiteit is
2. Illusie van singulariteit: net alsof 1 aspect van identiteit het belangrijkst is. Dat je iemand
kan begrijpen aan de hand van 1 aspect.
Huntington: heeft nooit gezegd dat de botsing onvermijdelijk is. Hij verwacht het alleen.
Een botsing is niet onvermijdelijk indien:
- geen mono-culturalisme: accepteren van niet-universele karakter van de eigen beschaving.
Accepteren dat onze cultuur ook maar 1 cultuur is.
- regels voor vrede
- onthoudingsregels: niet bemoeien met conflicten binnen nadere beschavingen. Intern
oplossen.
- gezamenlijke bemiddelingsregel
- gemeenschappelijkheden regel: probeer op zoek te gaan naar overeenkomsten met andere
culturen. Minimalistische universele boodschap.
Vrijheid en mogelijkheid
- “The freedom to determine our loyalties and priorities between the different groups to all of which
we may belong is a peculiarly important liberty with we have reason the recognize, value and
defend” (p.5)
We behoren tot verschillende groepen, en vrijheid heeft te maken met die keuze . je moet ruimte
krijgen om je identiteit vorm te geven, hij moet dus niet opgelegd worden. Natuurlijk zitten daar wel
beperkingen aan, je kunt niet alles aan je identiteit zomaar vrij kiezen. (Transgenders + minister
president)
- Jij bent zelf misschien wel bewust van het feit dat je identiteit pluralistisch is, maar je moet de
ander daar ook nog van kunnen overtuigen.
9
Islamisering en debat over Islam
Wat is er gaande?: Politisering van geloof, Groeiende groep fundamentalisten
Sen: Als zo’n discussie zich toespitst op de kwestie van religie, dan lijkt het net alsof je mensen kan
typeren op één gedeelde identiteit (van religie), en je kunt geen singulaire identiteit creëren volgens
Sen.Dit is onwenselijk als anderen dat doen over jouw, maar het is ook onwenselijk om dat zelf te
doen.
Belang van pluraliteit en keuze
Essentieel onderscheid tussen:
-
De verschillende loyaliteiten en banden die ‘moslims’ hebben
De islamitische identiteit
-
“Being a Muslim is not an overarching identity that determines everything in which a person
believes” (p.65) [en dat zou het ook niet moeten zijn].
o Religie is in wezen een manier om in het leven te staan. Het geeft ook vaak wel een
leidraad (van wieg tot graf). Je kunt dus niet ontkennen dat religie niet een
belangrijke leidraad is, maar als je in een vreedzame samenleving wilt samenleven,
dan moet je religieuze identiteit kunnen nuanceren.
Kennis van pluraliteit van identiteit als wapen tegen politisering religie (p.71)
-
Drie problemen (die Sen heeft) met theorieën zoals die van Huntington
1. ‘conceptual flaw in seeing human beings in terms of only one affiliation’
2. Historische fout: als je blokken hebt met eigen waarden is er dan wel zoiets als Westerse waarden?
Wat wij zouden typeren als typisch Westerse waarden, wordt in niet-Westerse landen ook allang
gebruikt. Er is dus allang een soort kruisbestuiving in wetenschap: onze wetenschap stoelt op
hetgeen wat in niet-Westerse wereld is ontdekt
3. ‘having to overlook the heterogeneity of religious affiliations’
Dialectiek van de ‘gekoloniseerde geest’: De periode van kolonisering ervoor gezorgd heeft dat nietWesterse landen zich er vast houden aan hun eigen identiteit, of meer, niet zozeer om te zeggen
wie/wat zij zijn, maar meer wie/wat zij in ieder geval niet zijn; niet-Westers
Reactive self-perception: Terugwerkende reflex is dat de identiteit gedefinieerd gaat worden aan de
identiteit die wordt opgelegd; wij zien andere alleen als moslim, zij gaan zich ook als moslim
profileren; self-fulfilling prophecy
Debat over Aziatische waarden: Verenigbaarheid van de waarden van ‘het westen’ met die van
Aziatische landen
Reactie op waarden die naar voren werden gebracht als typische Westerse waarden, om aan te
tonen dat het (zuid oost) Azië ook een aantal gedeelde waarden heeft.
Kritiek op liberalisme (Westen) door autocratische cultuur (Azië)
Conflict tussen liberale en autocratische cultuur:
1. Hebben rechten wel een principiële voorrang op plichten?; plichten tegenover de
gemeenschap, je ouders, etc. is dat niet belangrijker, het hebben van plichten i.p.v. rechten
10
2. Heeft een individualistische rechtsorde geen bijzonder negatieve effect op de sociale cohesie
van een gemeenschap?; ondergraaft dat niet de cohesie in de gemeenschap, je kunt de
samenhang niet waarborgen dan in de gemeenschap
3. Bestaat er geen duidelijke hiërarchie tussen de mensenrechten?; als er al sprake is van
universele rechten waarom benadrukken jullie dan heel erg politieke- en mensenrechten en
niet zo zeer de economische rechten? Je maakt dus een hiërarchie. Volgens Azië zijn sociaaleconomische rechten belangrijker.
Conclusie van Sen:
1. Niet aan één cultuur/traditie voorhouden
2. Willekeurige en beperkte visie op de ‘Aziatische waarden’
Culturele vrijheid en cultureel overleven: Taylor probeert ruimte te creëren voor het belang van
cultureel overleven. Hoe staat Sen hier tegenover? (pp.114-117)
Cultureel overleven impliceert dat je duidelijk kunt weten dat je een cultuur kunt afbakenen en
mensen kunt verplichten om die cultuur in stand te houden. Sen vind dat dit niet kan want je
pluraliteit erkennen; zijn pleidooi is gebaseerd op culturele vrijheid, cultureel overleven hoeft dus
niet gegarandeerd te worden als jouw culturele vrijheid daarmee in het gedrang komt.
Sen: een bepaalde manier van praten over identiteit, kan uitsluiting tot risico hebben wat kan leiden
tot geweld. Hoe kan je identiteit en het belang ervan erkennen?
Identiteit kan nooit singulier zijn. Pluraliteit van identiteit erkennen.
ruimte creëren voor:
- competing identities: niet alleen in jezelf, maar ook in een samenleving
- role of choice: identiteit moet kwestie van keuze zijn
- reasoned public voice: relatie met democratie. Door onderwijs ben je beter in staat om te weten
waarvoor je stemt.
cultureel overleven: Sen zegt dat dit problematisch is, omdat culturen niet te omlijnen zijn (heel
intern divers). Het waarderen van culturele diversiteit kun je niet verplicht vast leggen op basis van
bijvoorbeeld een taalbeleid, omdat je dan de vrijheid niet erkent.
Onderwijs
Sen: mensen moeten het leven kunnen leiden waarvoor ze goede redenen hebben waarom ze het op
die manier willen leiden. Vrijheid om het leven te kunnen leiden wat je wil is belangrijk. Onderwijs is
van fundamenteel belang voor iedereen. Blikveld moet verruimt zijn, diversiteit van onderwijs.
Over bijzonder onderwijs: je stopt mensen in een cultureel hokje, maar het is wel vrijheid, het geeft
keuze. Onderwijs is niet alleen belangrijk om mensen optimale kansen te geven en voor
rechtvaardige samenleving te zorgen, maar ook voor bestrijding van armoede.
Democratie
Sen: democratie is een middel voor betere verdeling en het veranderen van institutionele structuren.
Creëren van sfeer waar institutionele structuren veranderd kunnen worden.
Nussbaum: gelijke visie op onderwijs als Sen. Onderwijs is niet op eerste plaats voor
beroepsopleiding, maar voor opvoeden tot burgerschap. Hoe je in het leven staat en welke
verantwoordelijkheden je als burger hebt. Breed palet van onderwerpen aangeboden krijgen.
11
Sen + Mondiale rechtvaardigheid:
- Is economische ontwikkeling van landen cultureel bepaald? Wat zijn oorzaken van economische
(onder)ontwikkeling? Sen: cultuur en ontwikkeling beïnvloeden elkaar, maar er zijn meer factoren.
- globalisering en gelijke kansen: is iedereen in staat om te profiteren van economische globalisering?
Mondiale rechtvaardigheid
hebben wij als burgers van een relatief welvarend land plichten tegenover armere landen?
Verschillende manieren om naar dit onderwerp te kijken:
Perspectief 1: Focus of individueel handelen en individuele plichten
VVD: mensen zelf beslissen of ze armen willen helpen, geen overheidstaak. Armoede bestrijding
meer als liefdadigheid gezien, dan als morele verplichting. Maar stel je ziet het als morele
verplichting: is het niet te complex voor individuen? Je kan er als individu weinig aan doen
Perspectief 2: collectief handelen
PvdA: eerlijk delen. Ontwikkelingssamenwerking goed voor hun, maar ook voor ons. Armoede
bestrijding kwestie van de staat, maar eerst zorgen voor eigen burgers (concentrische cirkel). Relaties
tussen naties, wereldarmoede kan je niet op individueel vlak oplossen.
Perspectief 3: institutionele kaders
institutionele kader waarbinnen natiestaten functioneren (internationale wetgeving etc.). Dat kan
negatieve effecten hebben op ontwikkelingslanden. Overkoepelende instituties kunnen op ene land
positief, andere land negatieve effecten hebben. Gaat om dat ontwikkelingslanden aan eerlijke
manier deelnemen aan internationale handel en het wegnemen van handelsbeperkingen.
Voorbeeld: TRIPS en leenprivilege
Hoe ga je van liefdadigheid naar morele verplichting?
- pleidooi van Singers + kind in vijver en brief van oxfam
mogelijke tegenwerpingen:
1. Geen één op één relatie. Bij kind in vijver wel: als jij niks doet verdrinkt hij. Bij
wereldarmoede: heel veel mensen kunnen wat doen, en als de rest niks doet waarom jij wel?
2. Grote afstand, je ziet een persoon in Sahel niet uitdrogen
3 omvangrijke hulpvraag: niet op te lossen door individuen, te groot probleem.
4. Concentrische cirkels: eerst mensen helpen die dichter bij je staan. Speciale plichten zijn
belangrijker dan algemene plichten.
1+2+3 psychologisch gezien wel, maar mag moreel geen rol spelen
4  alle beetjes helpen volgens Singer
Welzijn is niet hetzelfde als welvaart  collectieve welvaart zegt niks over verdeling. Welvaart is
nooit en doel op zich. Welzijn valt niet alleen in welvaart uit te drukken.
welzijn is niet hetzelfde als goederen, rechten en vrijheden  at je krijgt is niet voor iedereen
omgezet evenveel (vb. rolstoel)
welzijn is substantiële/reële vrijheden  wat kan je werkelijk doen of kiezen. Ben je in staat je leven
te leiden zoals je dat wil.
functionings: actieve verwezenlijking van een of meer capabilities. Daadwerkelijk uitoefenen van de
vermogens
capabilities: substantiële vrijheden, wat kan deze persoon doen/zijn?
overheid moet capablities garanderen en niet functionings. Zo blijft er nog een keuzevrijheid over
12
wat je met de vermogens doet (vermijden van paternalisme). Bij kinderen wel ook op functionings
letten want zij zijn nog niet in staat om gebruik te maken van keuze vrijheid.
Martha Nussbaum – human functioning & social justice
ieder mens heeft bepaalde fundamentele behoeftes. Waarden worden niet in alle culturen gedeeld
of staan niet in dezelfde verhouding tot elkaar. De een wordt belangrijker gevonden dan de ander.
Niet te snel essentialisme van de baan vegen, want binnen iedere cultuur is er een geluid van
universele behoeftes (voedsel, gezondheid).
Essentialisme = the view that human life has certain central defining features.
-sterk universalistische theorie verdedigen
Gelijke visie op onderwijs als Sen (Blikveld moet verruimt zijn, diversiteit van onderwijs)
Capability approach: (Sen & Nussbaum)
- welzijn heeft te maken met menselijke vermogens. Probeert levenskwaliteit te meten aan lijst met
10 typische vermogens in 3 categorieën
1. Elementaire menselijke vermogens: aangeboren vermogens van een mens die naderhand
ontwikkeling en oefening mogelijk maken. Zoals het spreken van een taal.
2. Inwendige menselijke vermogens: aangeleerde of ontwikkelde eigenschappen +
vaardigheden die ontwikkeld zijn door interactie met omgeving. Zoals politiek participeren.
3. Gecombineerde menselijke vermogens: inwendig + omstandigheden. Dat je mag stemmen,
maar het moet ook uitgevoerd kunnen worden. De overheid zal zich hierop moeten richten.
- andere maatstaven zijn: BNP (verdeling?) vragen (adaptive preferences) en lijstje afmeten (geld,
rechten.. mensen verschillende behoeftes).
- benadering probeert twee dingen te doen:
- wat kan je zeggen over menselijk welzijn en een soort vergelijking maken
- theorie van rechtvaardigheid geven. Aangeven wat een overheid moet garanderen naar
burgers toe. Essentiele vermogens die de staat zou moeten garanderen of ruimte voor zou moeten
geven. Een minimum drempel.
- Er zijn vermogens die ieder mens heeft en die zo belangrijk zijn dat de staat de omstandigheden
moet garanderen waarin je die kunt ontwikkelen (universalisme). Wel ruimte laten voor pluralisme
ten aanzien van de interpretatie ervan (diversiteit).
Walzer – thick & thin
Hij verdedigd universalisme niet, maar relativisme ook niet.
Komt op voor traditionele omgeving.
Rechtvaardige oorlog: soms is geweld legitiem
belang van diversiteit: cultureel pluralisme
kijk je naar culturen, dan zie je overeenkomsten.
13
- totaal relativisme kan niet kloppen  bijv. herkennen in protesten ergens anders op de wereld en
morele waarden. universalisme: (h)erkennen van bepaalde waarden en normen die we allemaal
delen op abstract niveau. Hij is universalistisch in dat hij een beperkte aantal waarden als
universalistisch ziet. Alleen gebruik je die niet in he dagelijks leven. Beperkte universalisme.
- Er is niet zoiets als een moraal die buiten culturen staat
- egalitaire rechtvaardigheid valt niet onder minimaal moraal.
- iedereen moet hetgene krijgen wat hij zij verdient. Het kan dus zijn dat de een meer krijgt dan de
ander, maar dat kan dan alsnog wel rechtvaardig zijn
- vanuit de maximale moraal is een minimale moraal te vinden!
- NL moet Congo helpen, noodzaak.
Walzer’s theorie over rechtvaardigheid
stelling 1:
Distributieve rechtvaardigheid houdt zich bezig met sociale goederen en niet
individuele goederen. Zaken waar wij als collectief waarde aan hechten.
voorbeelden sociale goederen: membership, work, education, security
Stelling 2:
Sociale goederen hebben altijd betekenis. Sociaal goed = goed die door de
groepering als belangrijk worden gezien en sociaal verdeeld moeten worden.
Betekenis van goederen wordt echter bepaald hoe we ze gebruiken en hoeveel
waarde we eraan hechten.
Stelling 3
waarden verschillen per samenleving
Stelling 4
?
Stelling 5
De waarde van sociale goederen hangt samen met de betekenis die wij eraan geven
binnen onze cultuur. Je kunt alleen iets zinnigs zeggen over rechtvaardigheid
wanneer je de betekenis weet over die goederen binnen die samenleving.
Verdeelde rechtvaardigheid = maximale moraal.
Stelling 6
De verdeling van goederen is bij elke sfeer zo specifiek, dat je de sferen niet door
elkaar mag halen. Bijvoorbeeld: collegegeld + onderwijs  sfeer van geld komt bij
sfeer van onderwijs, dit maakt het niet toegankelijk voor iedereen.
Walzer: niet voor volledig open grenzen, maar relatief open (wel voor asielzoekers, dat is hun
fundamenteel recht). Principe van zelfbepaling van gemeenschappen. Eigen cultuur in stand houden
brengt een zekere vorm van uitsluiting met zich mee. Geen moeite met landen die eigen nationale
identiteit naar voren willen brengen (PVV). De grens is: meerderheid-/minderheidsgroeperingen die
onderdrukt worden  dit kan niet.
Walzer: verdedigd het communitarisme. Gaat niet in de eerste plaats om vrijheid van individuen,
maar om karakter/traditie van de cultuur. Wel mensen in extreme nood helpen (dunne moraal).
Walzer: wil respect voor pluraliteit en universaliteit. Hij is géén relativist.
Universalisme zet geen beste samenleving voor (zoals democratie), maar verbied alleen meest
extreme dingen. Erkenning van pluralisme: je eigen identiteit is niet homogeen.
Moraal begint bij walzer altijd vanuit een samenleving zelf. Vanuit een rijke betekenis die een
samenleving geeft aan waarden en normen (maximale samenleving van moraal). De minimale moraal
zijn die elementen uit die maximale moraal die je terug ziet komen binnen verschillende culturele
contexten. Herkenbaar voor verschillende samenlevingen zoals niet martelen. Maximaal: betekenis
14
van cultuur in je eigen samenleving. Dunne: normen die je terug ziet komen in meerdere maximale
moralen. De minimale moraal heeft als functie om een grens te stellen aan menselijke handelingen
over culturen heen. Een grens voor alle individuen voor alle verschillende culturen ten aanzien van
hoe je je moet gedragen. De maximale moraal hoe je je binnen je eigen samenleving te hoort
gedragen.
Hij hamert erop dat het zelf of de identiteit altijd pleuraal is. Hij verdedigd de gedachte dat identiteit
ook pleuraal is, alleen in extreme omstandigheden tot iets singulier: in oorlog bijvoorbeeld.
Taylor
- erkenning & identiteit. Identiteit ontstaat aan de hand van wat anderen doen.
- politiek van gelijkwaardigheid
Taylor: niet alle politiek van gelijkwaardigheid leidt tot homogeniseren van verschil.
Je kan geen feitelijk oordeel hebben over waarde van culturen,
- oordeel vormt geen uitdrukking van respect
- oordeel is etnocentrisch
- oordeel is homogeniserend
Alleen op basis van horizon versmelting kan je uitspraak doen over andere culturen.
Politics of recognition:
2 vormen:
1) politics of universalism: mensen erkennen door identiek pakket van rechten en vrijheden.
2. Politics of difference: mensen erkennen vanuit een verschil met anderen. Mensen ongelijk
behandelen om ze als gelijkwaardig te zien. Deze verdedigd Taylor
Taylor: we hoeven niet te accepteren dat iedere cultuur dezelfde waarde heeft, maar ga er niet van
uit dat andere culturen slechter zijn. Je startveronderstelling zou moeten zijn dat in beginsel alle
culturen gelijke waarden hebben
Taylor: er mag een taalpolitiek gevoerd worden wanneer je vorm 2 van liberalisme (differentiatie
rechten) verdedigd. Je kan de gelijkwaardigheid van individuen garanderen en tegelijkertijd verschil
maken voor eigen cultureel overleven.
Amartya Sen – violence & identity
- mensen hebben niet 1 identiteit
- identiteit is een vrije keuze
- sterk universalistische theorie verdedigen
- zet zich af tegen clash of civilizations van Huntington. De indeling in culturele blokken bevalt Sen
niet. Je hebt niet 1 identiteit en kan mensen niet indelen aan de hand van 1 aspect van hun identiteit.
Illusie van homogeniteit en singulariteit!
15
- kritisch op het front van multiculturaliteit. Multiculturalisme is voor Sen meer vrijheden voor alle
individuen ne niet recht voor gemeenschap. Rechten voor gemeenschap zorgt voor plaatsen van
mensen in hokjes. Het probleem is dat je niet mensen kunt classificeren aan 1 element van identiteit.
- termen die in het westen als belangrijk worden gezien, zoals vrijheid, gelijkheid en democratie zie je
al lang ook in niet-westerse landen.
Sen: cultureel overleven hoeft dus niet gegarandeerd te worden als jouw culturele vrijheid daarmee
in het gedrang komt
Onderwijs en democratie voor Sen belangrijk voor rechtvaardigheid en bestrijding van armoede.
- Capability approach
16
Download