Investeringsanalyse in de praktijk Wat is investeren ? Definitie (Van Dale) 1. Beleggen met een productieve bestemming, aanwenden voor de voortbrenging van kapitaalsgoederen. 2. Zich moeite getroosten, een bepaalde inspanning te doen. productieve bestemming voortbrenging kapitaalsgoederen moeite getroosten een bepaalde inspanning doen De investeringsbeslissing: Investeringen van vandaag bepalen mee de toekomst van de onderneming. ofwel in positieve zin maar kunnen ook de onderneming hypothekeren Investeringsbeslissing: uiterst belangrijke ondernemingsbeslissing. Niet beperkt tot een analyse op projectniveau beter goede projecten op tijd uitvoeren zelfs indien minder fijn berekend. dan slechte projecten uiterst gesofistikeerd te berekenen. Praktijk van het buikgevoel, vorige investeringen, kennis product, sector technisch inzicht, vraag van klanten, kennis concurrentie, info leveranc enz… Financieel in het verleden verwaarlozing op niveau jaarrekening en boekhouding. Jaarrekening wordt nochtans door buitenwereld beoordeeld. Analyse houdt er rekening mee. Kredietbeoordelaars, banken, stakeholders enz… 1. Aspecten investeringspolitiek en organisatorische aspecten. Technologische evolutie: kan risico scheppen, maar is onstuitbaar Diversificatie en nieuwe producten, procédés, technieken kunnen bedreiging zijn voor de onderneming. Overleven en ontwikkelen. industrieel en commercieel verantwoorde investeringspolitiek is levensnoodzakelijk. Iedere onderneming moet zich op één of andere manier aanpassen en veranderen of zal op ”langere termijn” stil blijven staan en uiteindelijk verdwijnen. 1.1. Soorten investeringen en algemene regels 1.1.1. Capaciteitsinvesteringen Vervangingsinvesteringen, uitbreiding van gebouwen, machinepark of vloot. Investeringen die een evenwicht brengen in de capaciteit van de diverse ondernemingsfuncties zoals marketing, productie, inkoop, administratie, personeelsdienst, R&D 1.1.2. Productiviteits- en preventieve investeringen. Productiviteitsinvesteringen verlagen vooral de kosten en verhogen het rendement. Preventieve investeringen zijn deze die misschien niet voorzien waren, maar indien ze niet kunnen worden uitgevoerd, veel zwaardere uitgaven kunnen veroorzaken. 1.1.3. Investeringen in kwaliteit. Verhogen kwalititeit van het product of de dienstverlening. Liefst niet zoals de voortbrenger het percipieert, maar vooral hoe de klant de kwaliteit ervaart. Opletten voor besparingen op kwaliteit via overdreven kostenbesparende maatregelen, leiden gemakkelijk tot verlies van omzet en marge. Kosten zijn meestal goed berekenbaar, maar gemiste verkoop die ontstaat, is meestal niet in te schatten. Indien investering kwaliteit verkoopbevorderend is, goede prijzen en interessante bruto marge geeft: overwegen van: welk bedrag nodig voor kwaliteitsverbeterende investering. meer verkoop is dikwijls moeilijk te berekenen. berekenbaar: hoeveel er supplementair moet worden verkocht om de gemaakte investeringskost terug te verdienen. (zie slides Guy Willems vorige sessies) Zulke berekening verloopt zoals eenvoudige break-even berekening aan de hand van de bruto marges (= verkoopcijfer - variabele kosten). 1.1.4. Investeringen in nieuwe producten, markten of klanten. 1.1.5. Wettelijk verplichte, sociaal wenselijke en prestige investeringen. 1.2. De aard van de investering en de levenscyclus vd activiteiten. mogelijk uitgangspunt is levensfaze vd producten of dienst. het kan te vroeg als te laat zijn: timing kapitaal belang overweging van één faze vroeger: hierbij wordt rekening gehouden met marktontwikkeling, eigen sterkte, concurrenten Voorbeelden: experimentele faze: nog invest in R&D lanceringsfaze: dikwijls gekenmerkt door hoge prijzen, goede rendabiliteit, grote groeivoet, maar opletten voor opslorping LIQUIDITEIT. faze industrialisatie en commercialisatie: meestal nog goede prijzen en rendabiliteit, meestal zwakkere liquiditeit, groeivoet kan hoog blijven. Noodzakelijkheid van de nodige distributie en of productiecapaciteit. Indien onvoldoende voorbij gestoken door concurrenten. Productiviteitsinvesteringen nog niet direct nodig. Marktplaats is maatstaf. faze maturiteit: marktplaats is ingenomen, prijzen staan onder druk (concurrentie), neiging dalende rendabiliteit, liquiditeit meestal goed, activiteiten gekend en gestandardiseerd, noodzakelijke capaciteit is voorhanden, groeivoet is laag. Dit is de ideale faze voor productiviteitsinvestering waardoor de kosten worden gedrukt. Mogelijke kwaliteitsverbeterende investeringen overwegen. Te laat voor uitbreidingsinvesteringen. faze van het verval: groeivoet wordt negatief, desinvestering, eventueel nog overkoop uittredende bedrijven aan interessante voorwaarden. Cruciaal: wat is de vermoedelijke nog resterende levensduur van product en markt. 1.3. Investeringsprogramma globaal bekijken. Inventaris van alle technische mogelijkheden vermijden dimensiefouten onderlinge invloed van projecten niet altijd hoogste invloed ve indiv project, maar wel globaal aanvaarde rendabiliteit vh investeringsbeleid. kunnen projecten onderling samengaan confrontatie tactiek en strategie opstellen gedeeltelijke projecten met evaluatie strategie op langere termijn onderzoek bijkomende noodzakelijke acties: tijd nodig voor bijscholing en introduceren bijhorend gereedschap en hulpapparatuur even duur of duurder dan investering zelf bijkomende publiciteit en of promotie invloed vh ganse investeringsprogramma op jaarrekening, projecten toetsen en inpassen in globale financiële evolutie. - evolueert de jaarrekening in de investeringsjaren normaal evolueren, blijft ze presenteerbaar - solvabiliteit, rendabiliteit, liquiditeit - cash is king (overnamen, crisis) 1.4. Noodzaak algemeen geldende selectiecriteria. Model presentatie van de investeringsvoorstellen. Bepaal maatstaven op het vlak van: - kosten besparing - verlangd rendement - bruikbaarheidsduur - vermogensbeslag - prioriteit of urgentie - liquiditeitspositie - fiscale gevolgen - strategisch belang - schaarste factoren - capaciteit - tijd - gekwalificeerd personeel - ruimte - benodigd management - begeleidingstijd 1.5. Noodzaak rekening houden met organisatorische principes en aspecten. 1. Eis om concrete objectieven te formuleren. (winst en verlies niet enige criteria) 2. Noodzaak om productiepolitiek op te bouwen. (rekening houden met de evolutie van klanten, consumenten en markt) 3. Om financiële redenen keuze maken inzake duur van de investeringen en toegelaten kosten bij aantrekken van vermogen. 4. Beleidsbeslissing (ondernemer, manager) - vaststellen minimum intern rendement - procedures projectbehandeling - calculatiemethodes Synthese vd etappes van investeringen - Het initiatief - Verzamelen relevante gegevens - Financieel-economische analyse - De beslissing - De nacalculatie !!!!!