Chagrijnenspel variant 2

advertisement
Drenthe Beweegt!
Hoe heet de activiteit/spelvorm: Het chagrijnenspel.
Ingebracht door: Jorien Voskuil-Noot
Doelstelling: samenwerking
Duur: 30-45 min.
Geschikt voor:
O
Groep 3/4 basisschool
X
Groep 5/6 basisschool
X
Groep 7/8 basisschool
X
Onderbouw voortgezet onderwijs
X
Bovenbouw voortgezet onderwijs
Benodigde materialen:
Voorbeeld opstelling:
voor het spelen van dit spel heb je het
volgende nodig (voor drie groepen):
- drie - zes banken
- drie landingsmatten
- twaalf klimtouwen: waarvan er zes
gebruikt worden
- drie springkasten
- drie turnmatjes
- drie springtouwtjes
- drie hockeysticks
- negen hoepels
- drie basketballen
- drie medicinballen
- drie pionnen of knotsen.
Drie dezelfde banen maken (bij 3 groepen).
Maar wees hierin vooral zelf creatief,
eigenlijk is alles mogelijk.
Beschrijving activiteit/spelvorm
Verdeel de groep in minimaal twee tot maximaal vier groepen.
De groepjes proberen de overkant van de zaal te halen, dit moet zonder de grond te
raken. Wel mogen de leerlingen hoepels gebruiken om erin te staan.
Als de hele groep op de dike mat zit, met alle materialen, heeft die groep gewonnen.
Regels:
- Tussen de banken mag je alleen verplaatsen door middel van de hoepels. Binnen
een hoepel mag zowel een speler als het materiaal de grond raken.
- Een hoepel mag alleen opgepakt worden als deze leeg is.
- Materiaal mag op geen enkel deel van het traject overgegooid worden.
- Als een speler of materiaal valt of buiten de hoepels de grond raakt moeten alle
spelers en al het materiaal weer naar de start en moet de groep opnieuw
starten.
- Vanaf de banken bij de klimtouwen mogen de hoepels niet meer gebruikt
worden. (zie organisatietekening, alleen in deze situatie. Dit kan per keer
verschillen)
Drenthe Beweegt!
Differentiatie mogelijkheden
Makkelijker:
- minder materialen mee laten nemen.
- 1 leider aanwijzen per groep.
- Meer hoepels per groep geven.
- Touw, lintjes, blokken o.i.d. ook laten gebruiken om erop/erin te laten staan.
Moeilijker:
- In plaats van drie hoepels krijgt elke groep twee hoepels.
- Meer obstakels plaatsen in het parcours.
- Meer en andere materialen laten meenemen.
- Er mag niet hardop gesproken en/of gefluisterd worden, maar alleen door middel
van gebarentaal gecommuniceerd worden.
- In een groep wordt/worden er een of meerdere leerlinge geblinddoekt.
- Het is mogelijk om door elke groep de bank mee te laten nemen. Dit kan allen
als de groep al goed kan samenwerken.
- een mol per team. Stiekem voor de les 2 mollen kiezen, zonder dat de rest het
door heeft. Deze mollen moeten de boel expres dwarsbomen. Fouten maken,
langzaam aan doen, praten, enz. De rest van de groep mag niet door hebben dat
de mol, de mol is.
Download