Slide 1

advertisement
Projectmanagement
Opzet, planning en uitvoering
van projecten
Projectmanagement
Inleiding
Project – een definitie
• Een project is …
– … een tijdelijke combinatie …
– … van
• mensen,
• dieren,
• materiaal en
• materieel …
– … om met een concreet eindproduct …
– … een specifiek doel te bereiken
Project = samenwerking
• Samenwerken in een project vergt:
– Leiding
– Sturing
– Planning
– Controle
– Coördinatie
– Evaluatie
Globale fasering
• Initiatiefase
– Opzet, onderhandelen
– Afsluiten met een (globaal) plan
• Planning
– Detailplanning
• Uitvoering
– Doen wat je hebt gepland
• Evaluatie en nazorg
– Bijstellen
– Leren van je project
Initiatiefase = onderhandelen
•
•
•
•
Met
Met
Met
Met
opdrachtgever over eindproduct
financier over budget en betalingen
deelnemers over functies en taken
leveranciers over middelen
– Materiaal en materieel
• Met derden die belang hebben bij het
project
–
–
–
–
Overheid
Overige belanghebbenden
Actievoerders
…
Detailplanning
• Verdere uitwerking in details
– Onderhandelen
• Vastleggen werkzaamheden
–
–
–
–
Indelen productieonderdelen
Vastleggen mijlpalen
Opstellen contracten
Vastleggen leverdata
• Speciale plannen
– Kwaliteitsplan, risicoplan
• Accordering van het detailplan
Uitvoering
• Aan het werk!
Nazorg en evaluatie
• Nazorg
– Verhelpen kinderziekten
– Bijstellen/aanpassen eindproduct
– Helpdesk voor gebruikers
• Evaluatie
– Leren van je fouten
– Leren van wat goed ging
– Draaiboek voor een volgend project
Visie op projecten
Projectmanagement
Hoofdstuk 1 Concepten
Project – een definitie
• Een project is …
– … een tijdelijke combinatie …
– … van
• mensen,
• dieren,
• materiaal en
• materieel …
– … om met een concreet eindproduct …
– … een specifiek doel te bereiken
Een tijdelijke combinatie
• Een project is tijdelijk
– Het heeft een begindatum
– Het heeft een einddatum
– Een eeuwigdurend project is geen project
• Combinatie
– Projectgroep/projectteam
– Samenwerking
– Verantwoordelijkheid dragen
Mensen en middelen
• Mensen in een project
– Functies
– Rollen
– Taken
– Verantwoordelijkheden
• Middelen
– Materiaal: wordt verbruikt in het project
– Materieel: wordt gebruikt in het project
Eindproduct en doel
• Eindproduct
– Concreet en specifiek
– Goed te omschrijven
– Nooit vaag!
– Middel om het doel te bereiken
• Doel: oplossen van een probleem
– Goed te omschrijven
– Specifiek en eenduidig
Aanvullende begrippen
• Opdrachtgever, opdracht
– Degene die wil dat je het project doet
– Wat je moet doen
• Sponsor
– Of financier: degene die betaalt
• Probleemhebber
– Doel van het project: het probleem oplossen
• Gebruiker
– Degene die je eindproduct gaat gebruiken
• Klant
– Algemene term voor ieder van bovenstaande personen
Globaal model van een project
Soorten aanpak
• Routineklus
– Goed gestructureerd probleem
– Bekende oplossing en werkwijzen
– Efficiënt en effectief aan te pakken
• Improvisatie
– Slecht gestructureerd probleem
– Onbekende oplossing
– Weinig bekend van werkwijze
– Trial-and-error
Projectmatige aanpak
• Tussen routineklus en improvisatie
• Probleem is deels bekend en deels
onbekend
• Aanpassingen tijdens de rit
• Pas op! Een project is niet altijd geschikt
– Niet te kort/ niet te lang
– Niet te goedkoop
• Je kiest voor een projectmatige aanpak
Projectplan: zes vragen
• Waarom
– Wat is het doel?
• Wat
– Welk eindproduct ga je maken?
• Hoe
– Op welke manier ga je het doen?
• Wie
– Welke mensen gaan meedoen?
• Welke middelen
– Welk materiaal, welk materieel?
• Wanneer
– Tijdpad van het project
Functies van een projectplan
•
•
•
•
Middel tot nadenken
Offerte voor de klant
Contract met de klant
Plan van aanpak
– Voor projectleider
– Voor deelnemers
– Voor leveranciers
• Basis voor afrekening
– Nota’s en rekening
– Basis voor evaluatie
Projectplan: communicatie
• Probleem in kaart brengen
– Overleg met de klant
• Weerstand voorkomen
– Gebruikers vroegtijdig voorlichten
• Weerstand wegnemen
– Verminderen door goede argumentatie
• Luisteren naar de gebruikers
– Aanpassingen op tijd aanbrengen
Voortschrijdend inzicht
• Soms groeit een plan mee met het
project
– Bij grote projecten
– Bij veel onzekerheid
• Periodiek opschuivende planning
– Voor korte termijn: detailplanning
– Voor langere termijn: globale planning
• Meer samenwerking met
opdrachtgever
Praktijk!
• Lees de casus
‘Afscheid Prof. Dr. A. van Everdingen’
• Maak de opdrachten bij hoofdstuk 1
• Denk aan argumentatie
– Waarom doe je het zo?
Download