Bacheloreindtermen Bachelors Indo-Europees beschikken over algemene kennis van en inzicht in de volgende methoden en technieken: grondslagen van de beschrijvende taalwetenschap; articulatorische fonetiek; grondslagen van de historisch-vergelijkende taalwetenschap. Voorts bezitten bachelors Indo-Europees algemeen inzicht in de maatschappelijk-culturele betekenis van de vergelijkende en beschrijvende taalwetenschap. Op het gebied van het Indo-Europees beschikken bachelors Indo-Europees over: gedegen kennis van en inzicht in de historische grammatica van het Proto-IndoEuropees; algemene kennis van en inzicht in de cultuur van de sprekers van het Proto-IndoEuropees; algemene kennis van en inzicht in de externe geschiedenis van de belangrijkste IndoEuropese talen; algemene kennis van en inzicht in de geschiedenis van de bestudering van de IndoEuropese talen. Op het gebied van taalvaardigheid beschikken bachelors Indo-Europees over: gedegen kennis van en inzicht in de grammatica’s van respectievelijk het Gotisch, het Grieks, het Hettitisch en het Sanskrit en ten minste twee andere Indo-Europese talen naar keuze; lees- en vertaalvaardigheid in het Gotisch, het Grieks, het Hettitisch en het Sanskrit en ten minste twee andere Indo-Europese talen naar keuze, op een zodanig niveau dat met behulp van een woordenboek een (literaire) tekst vanuit de desbetreffende taal in het Nederlands kan worden vertaald. Algemene Academische Vaardigheden De afgestudeerde Bachelor: ICT-vaardigheden – kan werken met het op de faculteit gebruikte computerbesturingssysteem en met de voor zijn vakgebied relevante hard- en software – kan werken met de meest gangbare webbrowsers en emailprogramma’s Schriftelijke presentatievaardigheden 1. kan onderzoeksresultaten helder en beargumenteerd uiteenzetten en 2. kan een antwoord formuleren op vragen betreffende (een onderwerp in) het vakgebied – in de vorm van een heldere en goed opgebouwde schriftelijke presentatie – overeenkomend met de criteria die het vakgebied daaraan stelt – met gebruikmaking van relevante illustratie- of multimediale technieken – die gericht is op een specifieke doelgroep Mondelinge presentatievaardigheden 1. kan onderzoeksresultaten helder en beargumenteerd uiteenzetten 2. kan een antwoord formuleren op vragen betreffende die (een onderwerp in) het vakgebied – in de vorm van een heldere en goed opgebouwde mondelinge presentatie – overeenkomend met de criteria die het vakgebied daaraan stelt – met gebruikmaking van moderne presentatietechnieken – die gericht is op een specifieke doelgroep 3. kan actief deelnemen aan een vakinhoudelijke discussie Elementaire onderzoeksvaardigheden, waaronder heuristische vaardigheden – kan vakwetenschappelijke literatuur verzamelen en selecteren met behulp van traditionele en moderne technieken – kan deze analyseren en een oordeel geven over kwaliteit en betrouwbaarheid – kan op basis hiervan een goed afgebakende probleemstelling formuleren – kan een onderzoek van beperkte omvang opzetten en uitvoeren met inachtneming van de voor het vakgebied relevante methoden en technieken – kan op basis daarvan een beargumenteerde conclusie formuleren – kan ook buiten zijn eigen vakgebied gebruik maken van zijn verworven onderzoeksvaardigheden Samenwerkingsvaardigheden – kan constructieve kritiek geven en ontvangen en gegronde kritiek verwerken tot een herziening van het eigen standpunt – kan samenwerken in groepen van verschillende omvang – kan sociaal-communicatief optreden in werk- en overlegsituaties kan zich houden aan overeengekomen planningen en prioriteringen