Competentieprofiel Docent LC Context: Op het eigen vakgebied, in afstemming met aanverwante vakgebieden en in relatie met de onderwijskundige doelstelling van de vestiging: organiseren / coördineren / leiden en begeleiden / innoveren en ontwerpen / onderzoeken / kwaliteitszorg. Inrichten: Vanuit aangereikt onderwijsconcept onderwijs- en begeleidingsprogramma’s bedenken en uitwerken als ontwerper. Vanuit aangereikt onderwijsconcept kunnen benoemen wat het pedagogisch didactisch gedragsrepertoire dient te zijn en dat ook kunnen laten zien. Netwerker bedrijven en instellingen. Kerntaak: Startpositie is het competentieprofiel LB (cumulatief) Legt verbanden tussen het vastgestelde onderwijsconcept en het pedagogisch-didactische gedragsrepertoire en laat dit binnen en buiten de lessen zien. Beheerst vakinhoudelijke en vakdidactische kennis en vaardigheden en is actief in het toepassen, verbreden en verdiepen hiervan. Legt verbindingen met andere teams/secties ten behoeve van de ontwikkeling van het brede vakgebied en het onderwijskundig van ‘t Hooghe Landt . Gebruikt het externe netwerk ten behoeve van onderwijsontwikkeling en ondernemendheid. Verricht onderzoek ten behoeve van onderwijs- en leerplanontwikkeling binnen het brede vakgebied. Pedagogisch/inter-persoonlijk competent Houdt een goede balans tussen het hanteren van regels en het geven van ruimte bij (de begeleiding van) individuen en groepen. Stemt het pedagogische gedragsrepertoire af op het onderwijsconcept en laat dit binnen en buiten de lessen zien. Voorziet in individueel maatwerk. Voorbeelden van gedrag: 1. Je analyseert het sociale klimaat in de groepen waarmee je te maken hebt en bespreekt dit met collega’s en doet verbetervoorstellen. 2. Je gaat in de begeleiding van leerlingen adequaat om met sociaal-emotionele problemen en hanteert een diversiteit aan begeleidingsstijlen. 3. Je geeft leerlingen passende adviezen die aansluiten bij hun capaciteiten, ambities en werkhouding in relatie tot de (sociale- en beroeps-) vaardigheden en competenties behorend bij het onderwijsconcept van ‘t Hooghe Landt. 4. Je levert een actieve bijdrage aan het teamoverleg aangaande leerling-zorg en begeleiding. 5. Je bent je bewust van de eigen beroepsopvatting, waarden en normen en laat zien dat je een voorbeeldfunctie vervuld, zowel voor leerlingen als collega’s 6. Je signaleert leer- en of gedragsproblemen bij verschillende leeftijden en zoekt naar oplossingen. Didactisch competent Leert leerlingen leren en werken, van en met elkaar om daarmee o.a. hun zelfstandigheid te bevorderen. Stemt het didactische gedragsrepertoire af op het onderwijsconcept en laat dit binnen en buiten de lessen zien. Voorziet in individueel maatwerk. Voorbeelden van gedrag: 1. Je weet hoe de eigen leerlingen leren (leerstijl), wat hun vorderingen zijn, wat hun sterke en zwakke punten zijn en speelt hierop in bij de keuze van de didactische werkvorm(en) 2. Je laat leerlingen verschillende leer- en oplossingsstrategieën gebruiken. 3. Je laat leerlingen reflecteren op de eigen werkwijze en leert leerlingen dit te verwoorden in hun portfoliomap. 4. Je bent op de hoogte van en houdt rekening met de individuele leer- en ontwikkelproblemen van leerlingen en ondersteund collega’s bij het zoeken naar geschikte didactische aanpak hierbij. 5. Je overlegt met collega’s over vakoverstijgende vaardigheden die leerlingen moeten leren en fungeert als een kartrekker. 6. Je stimuleert leerlingen eigen verantwoordelijkheid te nemen in het leerproces en maakt ze bewust van hun (eigen) rol daarin. Vakmatig competent Creëert een krachtige leeromgeving door vakinhoud en vakdidactiek in verband te brengen met realistische en voor de leerling relevante toepassingen van kennis in beroep en maatschappij. Voorbeelden van gedrag: 1. Je bent expert in het maken en gebruiken van leer- en oefenmateriaal en ondersteund collega’s hierbij. (uitgangspunt het onderwijskundig concept van ‘t Hooghe Landt) 2. Je biedt leerlingen keuzes uit thema’s, werkvormen en opdrachten en bent een voorbeeld hoe je dit implementeert in je lessen. 3. Je bent zeer goed op de hoogte van ict- en onderwijskundig beleid op landelijk en schoolniveau en past dit toe in de lespraktijk en deelt dit met collega’s 4. Je maakt gebruik van onderzoek om (vakinhoudelijke) problemen aan te pakken. 5. Je ontwikkelt toetsen, lesmateriaal en zowel voor je eigen vak als voor de ontwikkeling van ‘t Hooghe Landt (voor verschillende niveaus en verschillende leerjaren) . 6. Je evalueert de resultaten en denkt binnen het team/sectie actief mee over veranderingen in lesprogramma’s, toetsen normeringen e.d. Samenwerken Legt verbindingen met andere teams/secties ten behoeve van de ontwikkeling van het brede vakgebied. Gebruikt het externe netwerk ten behoeve van onderwijsontwikkeling. Voorbeelden van gedrag: 1. Je onderhoudt systematisch contacten met (vak)collega’s om inhoudelijke aansluiting op het brede vakgebied en onderwijskundig concept van ‘t Hooghe Landt te realiseren. 2. Je onderhoudt systematisch contacten met (vakdidactische) netwerken, bedrijven en (onderwijs)instellingen om inhoudelijke aansluiting op het brede vakgebied en het onderwijskundig concept van ‘t Hooghe Landt te realiseren. 3. Je bezoekt collega-scholen, bedrijven, congressen en andere organisaties ten einde zich verder te oriënteren op de ontwikkelingen van ‘t Hooghe Landt en brengt dit in in de vakgroep of team. 4. Je houdt je aan de gemaakte afspraken en geeft anderen feedback. 5. Je onderhoudt op een constructieve wijze contact met het vervolgonderwijs om de doorlopende leerlijn te bevorderen. 6. Je geeft en vraagt collegiale hulp en laat zien dat je anderen waardeert en respecteert. Organisatorisch competent Draagt zorg voor een structuur in de leeromgeving voor leerlingen zodat leerlingen gestimuleerd en gesteund worden in hun leerproces. Hij levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het curriculum en de afstemming van de diverse onderwijsactiviteiten binnen de eigen sectie. Gebruikt reactieve maar ook proactieve interventies voor groepsvorming en ter bevordering van de samenwerking tussen leerlingen. Voorbeelden van gedrag: 1. Je ondersteunt minder ervaren collega's bij het omgaan met onverwachte situaties en ondersteund hen bij het creëren van een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte leeromgeving. 2. Je haalt pro-actief informatie bij collega's en hanteert deze op adequate wijze. 3. Je bevordert samenwerkend leren door het hanteren van werkvormen, waarbij er sprake is van gelijke deelname, individuele aansprakelijkheid, positieve wederzijdse afhankelijkheid en simultane interactie. 4. Je improviseert in onverwachte situaties op een adequate manier en stelt daarbij duidelijke prioriteiten. 5. Je administreert informatie over leerlingen in een (leerling)volgsysteem. 6. Je zorgt voor heldere en tijdige communicatie naar de leerling en ouders/verzorgers over de beoordeling. (Zelf)reflectie & ontwikkeling Werkt planmatig aan de eigen ontwikkeling, benoemt de eigen sterke en zwakke punten en gaat actief op zoek naar relevante ontwikkelingsactiviteiten. Denkt na over eigen ervaringen en over onderwijsbehoeften en legt vragen die daaruit voortvloeien voor aan anderen. Staat open voor aanwijzingen van collega's en neemt initiatieven om van hen te kunnen leren. Weet collega’s te ondersteunen in hun professionele ontwikkeling. Voorbeelden van gedrag: 1. Je integreert nieuw verworven kennis en inzichten uit andere gebieden in de eigen functie. 2. Je reflecteert op systematische wijze over het persoonlijk functioneren; 3. Je zorgt ervoor dat de eigen kennis en inzichten binnen het kernteam/vakgroep bekend worden en stimuleert collega’s iets met die kennis en inzichten te doen; 4. Je geeft desgevraagd feedback en ondersteuning aan collega’s over hun functioneren; 5. Je hebt inzicht in en zoekt actief naar de eigen sterke en zwakke kanten en weet op basis hiervan acties te ondernemen om de eigen kennis, vaardigheden en attitudes te vergroten/ verbeteren om zodoende beter te presteren; 6. Je vraagt uit jezelf feedback over het eigen functioneren, consulteert en observeert ervaren collega’s, staat open voor hun aanwijzingen, analyseert de ontvangen informatie en komt op basis daarvan tot het opstellen van eigen leerdoelen;