Inhoud Startpagina Anabolica als groeibevorderaars bij runderen 052–1 Anabolica als groeibevorderaars bij runderen Inleiding Anabolica zijn stoffen (hormonen) met anabole werking, dat wil zeggen, zij beïnvloeden de stofwisselingsprocessen, waarbij bestanddelen worden gevormd die nodig zijn voor de opbouw en het functioneren van cellen, weefsels en organen. Dit in tegenstelling tot katabole stoffen, die een rol spelen bij de afbraak van verbindingen. Reeds tientallen jaren worden anabolica in de veeteelt gebruikt als groeibevorderaars en door sportbeoefenaars als doping. Het gebruik van anabolica in de veeteelt is negatief in de belangstelling gekomen als gevolg van een aantal incidenten met het veel gebruikte DES (diethylstilbestrol). Behalve als groeibevorderaar bij runderen werd DES in de jaren vijftig ook gebruikt als medicijn bij zwangere vrouwen om een dreigende abortus te voorkomen. In de jaren zeventig bleek dat dochters van deze zogenaamde DES-moeders een verhoogde kans op vagina- en baarmoederhalskanker hebben. In 1980 werd in Italië DES aangetroffen in babyvoeding. Bij babies, die deze voeding hadden gekregen ontstond vroegtijdig borstvorming. Zeer waarschijnlijk waren bestanddelen van de babyvoeding afkomstig van dieren die illegaal waren gespoten met DES. Recentelijk werd een dierenarts uit Chaam veroordeeld wegens het gebruik van een combinatiepreparaat van een drietal hormonen bij runderen. Het is dit soort gebeurtenissen dat de consument zeer wantrouwend maakt ten aanzien van het gebruik van groeibevorderaars en dat in het algemeen het woord „hormoon” een negatieve klank gegeven heeft. Chemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina 052–2 Anabolica als groeibevorderaars bij runderen In de pers, maar ook door officiële instanties (ministers) worden (alle) verbindingen met anabole werking nogal eens aangeduid met het woord „groeihormonen”. Anabolica kunnen een eiwit- of een niet-eiwit-structuur hebben. De laatste groep betreft vooral steroïden. Groeihormonen of somatotropines zijn eiwithormonen die de groei stimuleren. Het onderzoek naar toepassing van groeihormonen als anabolica in de veeteelt verkeert nog in een experimenteel stadium. In deze Chemische Feitelijkheden worden uitsluitend de anabolica met een niet-eiwit-structuur besproken, voor zover die worden gebruikt als groeibevorderaar bij runderen. Toepassing bij sportbeoefenaars blijft hier buiten beschouwing. Indeling en chemische structuur Anabolica kunnen worden ingedeeld naar chemische structuur, oorsprong en fysiologische werking. De meeste anabolica hebben als structuur een steroïdaal skelet, dat wil zeggen een koolstofskelet bestaande uit drie zesringen en één vijfring, waaraan al dan niet hydroxy-, methylen/of ketogroepen zijn verbonden. Enkele hebben een niet-steroïdaal skelet. Wat betreft hun oorsprong zijn er van nature (lichaamseigen) en niet van nature (lichaamsvreemd) voorkomende anabolica. Hun fysiologische werking kan van androgene, oestrogene of progestagene aard zijn. Androgenen, de specifiek mannelijke hormonen. Een belangrijke representant is testosteron. Androgenen worden voornamelijk gesynthetiseerd in de testis. Ook de eierstokken, de bijnieren en de placenta bezitten in principe de mogelijkheid testosteron te produceren. Een andere weg loopt via omzetting van bepaalde voorlopers – zoals androsteendion – in overig lichaamsweefsel. Oestrogenen, de specifiek vrouwelijke hormonen. Het belangrijkste is oestradiol-17β. Oestrogenen worden voornamelijk gesynthetiseerd in de eierstokken. Tijdens de zwangerschap produceert de placenta het merendeel van de oestrogenen. Progestagenen: Progesteron wordt in hoge concentratie geproduChemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina Anabolica als groeibevorderaars bij runderen 052–3 ceerd tijdens de menstruele cyclus na de ovulatie en tijdens de zwangerschap door het corpus luteum en de placenta. Het dient dan voornamelijk voor het innestelen van de vrucht in de baarmoederwand en voor het in stand houden van de zwangerschap. Progesteron is een intermediair (tussenprodukt) bij de synthese van andere steroïde hormonen, met name de bijnieren kunnen grote hoeveelheden progesteron produceren. De lichaamsvreemde anabole stoffen worden synthetisch bereid en/of zijn afgeleiden van synthetisch bereide lichaamseigen hormonen. Wat betreft hun fysiologie kunnen lichaamsvreemde anabolica eveneens ingedeeld worden naar androgene, oestrogene en progestagene werking. Voorbeelden van anabolica en de chemische structuur van enkele anabolica worden hierna gegeven: type hormoon lichaamseigen lichaamsvreemd androgenen testosteron oestrogenen oestradiol-17β progestagenen progesteron trenbolon-17β trenbolonacetaat nortestosteron of nandrolon testosteron-esters ethinylestradiol oestradiolbenzoaat diethylstilbestrol* hexestrol* dienestrol* zeranol** medroxyprogesteron melengestrol * ** Diethylstilbestrol, hexestrol en dienestrol zijn geen steroïden, maar stilbenen. Zeranol wordt synthetisch bereid uit het van nature voorkomende zearalenol, een produkt dat gevormd wordt door een schimmel die op granen kan voorkomen. Chemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina 052–4 Anabolica als groeibevorderaars bij runderen Chemische structuur van enkele anabolica gegroepeerd naar oorsprong. 0869-060 Lichaamseigen anabole steroïden: CH3 C=O OH O OH O progesteron OH testostereon oestradiol-17b Lichaamsvreemde anabole steroïden: O O O C OH C2 H5 O C O O CH3 O O oestradiol-benzoaat testosteron-propionaat C trenbolon-acetaat Lichaamsvreemde anabolica met niet-steroïdaal skelet: OH O CH3 OH OH O HO OH HO zeranol Chemische feitelijkheden 1-80 HO diethylstilbestrol (DES) Herdruk 1996 hexestrol Inhoud Startpagina Anabolica als groeibevorderaars bij runderen 052–5 Werking Bij de stofwisseling van mens en dier is er een evenwicht tussen opbouw en afbraak van allerlei lichaamsbestanddelen. Zo vindt er steeds opbouw en afbraak van eiwitten en vetten plaats. Anabolica hebben de eigenschap dit evenwicht te verschuiven, waarbij er ten koste van de vet-aanzet meer eiwit wordt gevormd. De gewichtsvermeerdering die wordt geconstateerd bij gebruik van anabolica bij vleeskalveren kan als volgt worden verklaard: Als er in plaats van 1 gram vet, 1 gram eiwit wordt gevormd, dan zal er niet 1 gram vlees maar circa 4 gram vlees worden gevormd, omdat vleesvorming, in tegenstelling tot vet-aanzet, gepaard gaat met retentie van water. Vlees bestaat voor circa 75% uit water. De extra groei bij gebruik van anabolica is derhalve te verklaren door extra vlees-aanzet. Bij gebruik van anabolica in vleeskalveren is niet alleen de groei van het dier beter, ook de efficiëntie van de mate waarin het voer door het dier wordt benut, wordt gunstiger. Toepassing In Nederland is de toepassing van anabolica bij de vleesproduktie al sinds 1960 verboden. Wel wordt er nog steeds wetenschappelijk onderzoek mee verricht. Hierbij wordt meestal op de volgende manier gewerkt: Anabole steroïden worden in de vorm van pilletjes, zogenaamde „implants”, toegediend aan bijvoorbeeld vleeskalveren. Een combinatiepreparaat bestaande uit een oestrogeen (oestradiol-17β, 20 mg/dier) en een androgeen (testosteron of trenbolon-acetaat, 200 mg/dier) zijn samen met een dragermateriaal (cholesterol of lactose) in implants verpakt. Deze implants worden onderhuids in de basis van het oor gebracht. Het apolaire dragermateriaal zorgt er voor dat de anabolica langzaam in de lichaamsvloeistof van het dier diffunderen. Hoewel de implants automatisch tijdens het slachten worden verwijderd (het oor wordt in Nederland niet voor humane consumptie gebruikt), mogen deze dieren niet voor menselijke consumptie worden gebruikt. Indien anabolica illegaal worden toegepast, worden anabole stoffen via een olie-achtige suspensie ergens in het dier ingespoten. Om de Chemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina 052–6 Anabolica als groeibevorderaars bij runderen kans op het ontdekken van zogenaamde spuitplaatsen zo klein mogelijk te maken, worden hiervoor de meest vreemde plaatsen uitgekozen (scrotum, buikholte, tussen de klauwen, uier, enz.), maar men spuit ook in vlees. Residu-analyse Hoge concentraties van anabolica-residuen kunnen voorkomen op de plaats waar de implants werden ingebracht of in en rond de spuitplaatsen (tot in totaal enkele milligram). Excreta (gal, urine, faeces) van met anabolica behandelde dieren kunnen tot enkele microgrammen per ml of g aan residu bevatten. Voor het kwalificeren c.q. kwantificeren van deze residuen worden analytische technieken, zoals hogedrukvloeistofchromatografie (HPLC) met UV-detectie, dunnelaagchromatografie of gaschromatografie-massaspectrometrie, toegepast. Detectie van residuen van anabolica of detectie van verhoogde concentraties van lichaamseigen hormonen in eetbare delen van het dier (vlees, lever, nier, vet) lukt alleen met zeer gevoelige analysetechnieken, zoals radio immuno assay (RIA). De laagst detecteerbare hoeveelheid bedraagt ongeveer 50 picogram per g weefsel. De concentraties aan lichaamseigen hormonen in onbehandelde dieren zijn sterk afhankelijk van het weefsel/orgaan dat wordt geanalyseerd en de herkomst van het materiaal. Concentraties van 10 tot 40 pg per g aan oestradiol-17β worden gevonden in vlees, lever, nier en vet afkomstig van mannelijke vleeskalveren. Voor testosteron variëren deze concentraties van 800 pg/g in vlees tot 10.000 pg/g in nier- en vetweefsel. Grote concentratieverschillen worden gevonden tussen verschillende groepen dieren (kalveren, drachtige en niet-drachtige koeien, stieren). Ook binnen een groep van dezelfde dieren kan het gehalte een factor 10 tot 20 variëren. Normstelling In alle EG-lidstaten is het gebruik van stoffen met hormonale werking (dus inclusief anabole steroïden) aan regels gebonden. In WestDuitsland, Denemarken, Italië, België en Nederland geldt een algeChemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina Anabolica als groeibevorderaars bij runderen 052–7 heel verbod (met uitzondering van therapeutisch gebruik). In GrootBrittannië, Ierland en Frankrijk zijn een aantal stoffen met hormonale werking voor mestdoeleinden toegelaten (bijvoorbeeld trenbolon in Frankrijk). In 1986 hebben de ministers van Landbouw van de EG in een voorgenomen besluit te kennen gegeven het gebruik van alle anabole steroïden als groeibevorderaar te verbieden per 1 januari 1988 (Groot-Brittannië en Ierland 1 januari 1989). Gevaren voor de volksgezondheid In de westerse wereld is men eensluidend over de gevaren van het kankerverwekkende DES. Wat betreft de overige lichaamsvreemde anabolica is er verschil van mening voor wat betreft hun toxiciteit en/of carcinogeniteit. Met name over het veel gebruikte trenbolonacetaat (Frankrijk) en zeranol (Frankrijk en Amerika) is men het oneens voor wat betreft hun onschadelijkheid. Wetenschappers zijn van mening dat de lichaamseigen anabole steroïden (oestradiol-17β, testosteron, progesteron), indien op de juiste manier toegepast (bijvoorbeeld via implants in de basis van het oor) ongevaarlijk zijn voor de consument. De hoeveelheid oestradiol17β, testosteron en progesteron die in het lichaam van de mens wordt gesynthetiseerd ligt in de orde van grootte van enkele milligrammen per dag, terwijl de hoeveelheid die met vlees geconsumeerd zou kunnen worden in de orde van grootte van nanogrammen per dag ligt. De eigen produktie ligt dus een factor 100.000 tot 1.000.000 hoger dan via mogelijke vleesconsumptie in het lichaam kan komen, zelfs bij kinderen. Het verbod op het gebruik van lichaamseigen anabole steroïden bij de vleesproduktie is voor een belangrijk deel ingegeven door mogelijke ongunstige reacties van consumentenzijde en bezorgdheid ten aanzien van eventuele exportrestricties. In dit verband is het van belang te wijzen op resultaten van recent onderzoek, waarbij aan mannelijke vleeskalveren een combinatiepreparaat van oestradiol/testosteron werd toegediend. Bij twee groepen dieren werd dit preparaat enkele dagen vóór het slachten verwijderd. Na analyse van de concentraties aan oestradiol en testosChemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina 052–8 Anabolica als groeibevorderaars bij runderen teron in de eetbare delen van de kalveren (vlees, lever, nier, vet) bleken de concentraties aan testosteron duidelijk lager te liggen en de concentraties aan oestradiol gelijk aan die in weefsels van de onbehandelde controledieren. De lage testosteronconcentratie kan verklaard worden doordat na verwijdering van de implants het exogeen toegediende testosteron snel verdwenen is (halfwaarde tijd < 10 min.) en de eigen produktie van testosteron, die tijdens de behandeling stil ligt, nog niet voldoende op gang is gekomen. Op wetenschappelijke gronden zijn er in feite geen bezwaren om de lichaamseigen anabolica, mits op deskundige wijze toegepast (via implants in de basis van het oor), toe te staan. Het gevolg hiervan zou zijn dat het illegale spuiten drastisch zou verminderen, omdat er dan voor de producent een goede mogelijkheid zou zijn om de concurrentiepositie op de EG-(wereld)markt wat betreft vleesproduktie te behouden en mogelijk te verstevigen. Aan de sociaal-maatschappelijke problematiek, met name aan de bezwaren van de consument, zou een heel eind tegemoet gekomen kunnen worden door goede voorlichting aan gebruiker en consument, duidelijke procedures bij toepassing en een effectieve controle. Literatuur – – – C. J. M. Arts. Effecten en „residuen” van natuurlijke anabolica in vleeskalveren. Kalverdag TNO/ILOB, 7 mei 1986. B. Hoffmann and P. Evers. Anabolic agents with sex hormonelike activities: Problems of residues. In: Drug residues in animals. Ed. A. G. Rico. Academic Press Inc. 1986, ISBN 0-12-587970-9. Mededelingen. Veterinaire Hoofdinspectie van de Volksgezondheid. Gebruik van anabolica bij de vleesproduktie. Tijdschr. Diergeneeskd., deel 110, afl. 18, 1985, pag. 740-742. november 1987 Drs. C. J. M. Arts TNO-CIVO Toxicologie en Voeding Afdeling Klinische Biochemie Chemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996