Inhoud Startpagina Huishoudchemicaliën 015–1 Huishoudchemicaliën Inleiding Huishoudchemicaliën zijn scheikundige stoffen die in en rond het huis worden gebruikt. Hiertoe behoren allerlei soorten produkten, variërend van reinigingsmiddelen tot desinfectantia, bestrijdingsmiddelen, verf, beits, onderhoudsmiddelen voor metaal, leer, hout, enz. Vele van deze produkten zijn reeds lang bekend. De mens heeft al duizenden jaren een of ander soort reinigingsmiddel moeten gebruiken, omdat vet vuil nu eenmaal niet gemakkelijk alleen door water te verwijderen is. Zo is ook het gebruik van oliën, vetten en wassen om hout en leer te onderhouden en uitdrogen te voorkomen reeds lang bekend, evenals het gebruik van zand en krijt als schuur- en polijstmiddel. Spiritus met groene zeep is bekend als luizenbestrijder op planten, kamferballen gebruikt men tegen de motten en petroleum tegen houtworm. Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn er daarnaast veel nieuwe produkten uit natuurlijke grondstoffen ontwikkeld, die een plaats hebben veroverd in het huishouden. Bijna alle stoffen die men in huis gebruikt (ook die voor de voedselbereiding, zoals zout) kunnen onder bepaalde omstandigheden voor kinderen, volwassenen, dieren, goederen en het milieu schadelijk zijn. Elke stof is namelijk in principe giftig als de hoeveelheid maar groot genoeg is. Zie hiervoor verder de Chemische Feitelijkheid 1983-009. Jaarlijks vinden ten gevolge van het gebruik van huishoudchemicaliën vele ongevallen plaats door bijvoorbeeld vergiftigingen en inwendige verbrandingen. Naast deze acute effecten kunnen bepaalde in huishoudchemicaliën aanwezige stoffen bij langdurig gebruik ook schade aan de gezondheid veroorzaken. Volgens de Stichting Consument en Veiligheid lopen 10.000 kindeChemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina 015–2 Huishoudchemicaliën ren per jaar een vergiftiging op, waarvan 4000 tengevolge van huishoudprodukten. Kinderen zijn extra kwetsbaar, omdat zij geen etiketten kunnen lezen en vaak in het aanrechtkastje gevaarlijke stoffen aantreffen in oude flessen, die door de ouders worden gebruikt voor het opbergen van deze stoffen. De voor de mens gevaarlijke stoffen worden volgens wettelijke voorschriften onderscheiden in de volgende groepen: giftige en schadelijke stoffen; corrosieve (bijtende), irriterende en oxiderende stoffen; ontvlambare en licht-ontvlambare stoffen. Giftige en schadelijke stoffen Algemeen overzicht Onder giftige en schadelijke stoffen verstaat men stoffen, die schadelijk zijn voor de gezondheid. Blootstelling hieraan kan plaatsvinden door inademing, via de mond of via de huid en acute of chronische effecten dan wel de dood veroorzaken. Schadelijke stoffen hebben geen dodelijke gevolgen. Toxicologisch is er geen principieel verschil tussen „giftig” en „schadelijk”, zoals in de wetgeving wel het geval is. In het vervolg wordt daarom uitsluitend gesproken over giftige stoffen. De giftige stoffen in het huishouden komen voor in vaste vorm (vlooienpoeder, motteballen, e.d.), in vloeibare vorm (roestverwijderaar, tweecomponentenlijm e.d.) en in gasvorm (koolmonoxide, chloorgas e.d.). Naar hun werking kunnen deze stoffen worden ingedeeld in: – stoffen die zich binden met rode bloedlichaampjes, die daardoor geen zuurstof meer kunnen opnemen of afstaan (bijv. koolmonoxide); – stoffen die fosgeengas vormen en daardoor de longblaasjes vernietigen (chloorhoudende stoffen waarvan de dampen bij hoge temperatuur worden ontleed, zoals tetrachloorkoolstof); – bedwelmende stoffen die bewusteloosheid kunnen veroorzaken en bij langdurig en/of veelvuldig gebruik het zenuwstelsel aantasten (zoals vele organische oplosmiddelen); Chemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina Huishoudchemicaliën – 015–3 neurotoxische stoffen die de spieren verlammen en daardoor tot verstikking leiden (sommige bestrijdingsmiddelen, zoals parathion, DDT, lindaan). Het effect van de blootstelling aan giftige stoffen wordt voornamelijk bepaald door het type stof, de plaats waar de stof het lichaam binnenkomt, de hoeveelheid van deze stof en de leeftijd en de gevoeligheid voor de stof van de betrokken persoon. In de huishouding worden de volgende groepen van giftige stoffen toegepast. Chloorbevattende stoffen Stoffen die chloor bevatten komen voor in toiletreinigers, bleekwater, desinfectiemiddelen. Als sommige van deze stoffen in aanraking komen met zuren, zoals urinezuur (urine) en azijnzuur (schoonmaakazijn), kan er vrij chloorgas ontstaan. Dit is eveneens het geval als zoutzuur in aanraking komt met bleekwater. Chloorgas zelf is een desinfectiemiddel en bleekmiddel maar heeft verder geen reinigende werking. Zoals genoegzaam bekend is moet chloor worden beschouwd als een voor de mens zeer giftige stof. Van chloorvergiftigingen in de huishouding zijn tot dusver geen gevallen bekend. Organische oplosmiddelen Organische oplosmiddelen komen voor in drie groepen huishoudchemicaliën: vlekkenwaters, verdunningsmiddelen voor verf e.d., bestrijdingsmiddelen. Als vlekkenwaters worden onder meer toegepast wasbenzine, tetra (tetrachloorkoolstof), tri (trichlooretheen), per (perchlooretheen). Als verdunningsmiddelen worden gebruikt methylchloride (afbijtmiddel), trichlooretheen (correctielak), terpentine, dichloormethaan (hobbylijm). De belangrijkste bestrijdingsmiddelen die in huishoudens worden gebruikt, zijn insekticiden tegen schadelijke insekten, herbiciden tegen onkruid, fungiciden tegen schimmels. Chemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina 015–4 Huishoudchemicaliën Deze stoffen zijn meestal giftig voor de mens. Daarnaast zijn ook de oplosmiddelen en de drijfgassen (in spuitbussen), waarmee de bestrijdingsmiddelen zijn gemengd, soms eveneens giftig voor de mens. Veel organische oplosmiddelen hebben bij de mens een bedwelmend effect, daarom moet van alle organische oplosmiddelen het inademen worden voorkomen. Ook worden bij langdurig contact vooral aromatische koolwaterstoffen en gechloreerde koolwaterstoffen verdacht van kankerverwekkende eigenschappen. Dit is inmiddels bewezen voor benzeen (niet voor enkelvoudige benzeenderivaten), voor tetrachloorkoolstof, metyleenchloride en polycyclische aromaten. Verder werkt trichlooretheen hallucinerend. Brandstoffen In de huishouding worden voornamelijk petroleum, brandspiritus en lampolie als brandstoffen gebruikt. Petroleum en andere aardoliederivaten kunnen bij opdrinken een acute vergiftiging veroorzaken. De verschijnselen zijn: verbranding van de mond, keel en slokdarm, moeilijkheden met de ademhaling, bewusteloosheid, enz. In een dergelijk geval moet men meteen de dokter waarschuwen en de patiënt vooral niet laten braken, omdat dan voor de tweede maal de slokdarm wordt aangetast. Bovendien kunnen petroleumdeeltjes in de longen longontsteking veroorzaken. Het gevaar van deze stoffen schuilt echter niet zozeer in het opdrinken van grote hoeveelheden, maar in het inademen van de dampen omdat deze hoofdpijn en vermoeidheid veroorzaken. Verbrandingsgassen van aardgas versterken dit gevoel. Daarom is het belangrijk alle aardgasverbrandingsprodukten door ventilatie of door de afzuigkap onmiddellijk af te voeren. Aan (brand)spiritus wordt een speciale blauwe kleurstof en een smaakbederver, het giftige pyridine, toegevoegd. Spiritus is mede daarom schadelijk voor de gezondheid. Als brandstoffen onvolledig verbranden ontstaat naast tal van andere produkten het giftige koolmonoxide. Dit kan tot een slaperig gevolg, tot hoofdpijn, bewusteloosheid, acute vergiftiging en zelfs tot de dood leiden. Chemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina Huishoudchemicaliën 015–5 Loodhoudende verven en beitsen Loodhoudende verven en beitsen alsmede loodhoudende kleurstoffen kunnen aanleiding geven tot loodvergiftiging. Daarom is de toepassing ervan op kinderspeelgoed verboden. Voor nadere informatie hierover wordt verwezen naar Chemische Feitelijkheden 1983-004. Ook bevatten verven en beitsen in blik giftige organische oplosmiddelen. Op de gevaren daarvan werd in het voorgaande reeds ingegaan. Poeders Zeer fijne poeders kunnen aanleiding zijn tot het ontstaan van longontsteking. Dit geldt voor alle poeders, zoals schuur-, talk-, waspoeder en vooral machine-vaatwaspoeder. Zand en stof horen ook tot deze categorie. De gemiddelde gezonde mens heeft last van stof als de lucht per m3 meer dan 10 mg stof bevat aan op zich ongevaarlijke produkten. Voor mensen met allergieën, met aanleg voor astma of bronchitis ligt deze grens aanzienlijk lager. In het algemeen kan worden gesteld dat hoe fijner het stof is hoe gevaarlijker deze is. Corrosieve (bijtende), irriterende en oxiderende stoffen Onder corrosieve stoffen verstaat de Wet stoffen die bij aanraking levende weefsels kunnen beschadigen. Irriterende stoffen zijn stoffen die bij aanraking met de huid of de slijmvliezen een ontsteking kunnen veroorzaken, terwijl oxiderende stoffen bij aanraking met andere stoffen veel warmte kunnen ontwikkelen. Onder al deze stoffen verstaat men dus stoffen die in betrekkelijk kleine hoeveelheden de huid (of ogen) aantasten, etsen of irriteren. Ze worden ook wel agressieve stoffen genoemd. Is de concentratie van de stof hoog dan spreekt men van bijtende stoffen. Is de concentratie van de stof laag dan spreekt men van irriterende stoffen. Of er aantasting optreedt hangt af van de concentratie van de stof en van de tijdsduur van de aanraking. Oxiderende stoffen komen in de huishouding maar heel weinig voor. Corrosieve stoffen en irriChemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina 015–6 Huishoudchemicaliën terende stoffen in huishoudchemicaliën kunnen worden onderscheiden in alkalische oplossingen en zure oplossingen. Alkaliën en alkalische oplossingen veroorzaken als men deze binnen krijgt schade aan de slokdarm, zuren en zure oplossingen brengen schade aan de maag. De menselijke huid is iets beter bestand tegen zuren dan tegen alkaliën. In de huishouding worden toegepast: Alkalische oplossingen: Reinigingsmiddelen die natriumhydroxide bevatten zoals gootsteenontstopper, bakovenreiniger, verfafbijtmiddel. Reinigingsmiddelen die ammonia bevatten, bijvoorbeeld ammonia zelf, vloercleaners, allesreinigers. Reinigingsmiddelen met een alkalisch karakter komen ook in vaste vorm voor zoals soda, groene zeep, sommige toiletzepen, zeepwasmiddelen, machinevaatwasmiddel. Afwasmiddelen die de huid niet mogen aantasten dienen alkalivrij te zijn, evenals toiletzeep, shampoo en badschuim. Verder hebben alle normale reinigingsmiddelen een alkalisch karakter omdat daar hun werking van vuil oplossen en ontsmetten op berust. Zure oplossingen: Zoutzuur is een sterk zuur en zeer gevaarlijk als het wordt ingeslikt. Sterke zuren tasten ook metalen, betonnen vloeren, marmer e.d. aan. Zwakke zuren zoals schoonmaakazijn, citroenzuur en oxaalzuur zijn in hogere concentraties eveneens schadelijk. Zo tast schoonmaakazijn ook marmer aan. Chemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina Huishoudchemicaliën 015–7 Licht ontvlambare en ontvlambare stoffen Licht ontvlambare chemicaliën hebben één van de volgende eigenschappen. Zij kunnen: – bij normale temperatuur aan de lucht blootgesteld door oxidatie in temperatuur stijgen en tenslotte ontbranden; – in vaste toestand, door kortstondige inwerking van een ontstekingsbron, gemakkelijk worden ontstoken en na verwijdering van de ontstekingsbron blijven branden of gloeien; – in vloeibare toestand, een vlampunt beneden de 21 °C hebben (Het vlampunt van een stof is de laagste vloeistoftemperatuur, waarbij de damp van een stof bij een ontsteking ontvlamt); – in gasvormige toestand, bij normale druk, met lucht ontvlambaar zijn; – bij aanraking met water of vochtige lucht, licht ontvlambare gassen in een gevaarlijk hoeveelheid ontwikkelen. Ontvlambare stoffen zijn stoffen, die in vloeibare toestand een vlampunt van tenminste 21 °C en ten hoogste 55 °C hebben. Toepassingen van (licht)ontvlambare stoffen in de huishouding zijn b.v. als brandstof: petroleum, spiritus, aanmaakblokjes, lampolie, en als organische oplosmiddelen: wasbenzine, terpentine, thinner, aceton, dimethylether en butaan als drijfgas in spuitbussen. Trichlooretheen en tetrachloorkoolstof zijn op zich niet brandbaar. Bij hoge temperaturen, b.v. ten gevolge van open vuur, kunnen ze echter ontleden, waarbij het giftige fosgeengas ontstaat. Aceton (vlampunt –19 °C) ontvlamt zeer gemakkelijk, evenals thinner (vlampunt 4 °C). Eén vonk, veroorzaakt door bijvoorbeeld een vallende metalen afkrabber, kan reeds voldoende zijn om een openstaande fles thinner in brand te doen geraken. Spuitbussen Spuitbussen met bestrijdingsmiddelen, meubelwas, verf, ovencleaner, vetoplosser of isolatieschuim worden in de huishouding veelvuldig gebruikt. De inhoud bestaat uit een werkzame stof, een vulmidChemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina 015–8 Huishoudchemicaliën del en een drijfmiddel(gas). De kans op inademen van de mogelijk gevaarlijke stof of vulmiddel is bij een spuitbusverpakking veel groter dan wanneer deze stoffen los worden gebruikt. Als drijfgas werd vroeger een chloor-fluorkoolwaterstof gebruikt. Vanwege de veronderstelde gevaren voor het milieu, zoals aantasting van de ozonlaag in de atmosfeer, wordt thans vaak een propaan- of butaangasvulling toegepast. Het gevaar voor het milieu is daardoor wel minder, maar het gevaar voor de mens groter omdat propaan en butaan zeer explosief zijn. Om ongevallen door een te hoog oplopen van de druk te voorkomen mag de temperatuur van de spuitbussen niet hoger zijn dan 50 °C. Normen en wetgeving De huishoudchemicaliën vallen onder twee wetten, namelijk de Wet gevaarlijke stoffen en de Warenwet. Beide wetten zijn raamwetten die verder zijn uitgewerkt in diverse Koninklijke Besluiten. De eerstgenoemde wet is niet primair bedoeld voor de huishoudens, de Warenwet wel. Beide wetten en de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten worden op de naleving ervan gecontroleerd door onder meer de Keuringsdienst van Waren. De consument wordt op twee manieren beschermd, namelijk: 1. Een aantal stoffen mag niet in consumentenprodukten voorkomen, zoals hexachlorofeen (mogelijk kankerverwekkend) in toiletzeep (met uitzondering van ontsmettende zeep). 2. Er is de verplichting om alle gevaarlijke stoffen te etiketteren. De etiketten van de huishoudchemicaliën vermelden de ingrediënten en de naam van de fabrikant. Voorts voeren ze een Gevarensymbool met lettercode van tekst, uitgevoerd in zwart op een oranje vlak. Chemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina Huishoudchemicaliën 015–9 0869-015 T (het doodskopsymbool) : vergiftig 0869-016 C (de reageerbuizen) : corrosief 0869-017 Xi (het kruis) : irriterend 0869-018 F (de vlammen) : licht ontvlambaar Het is sinds 1 augustus 1980 voor consumentenverpakkingen verplicht om deze oranje-zwarte Gevarensymbolen te gebruiken. Vanaf het voorjaar van 1985 mogen bepaalde huishoudchemicaliën alleen in kinderveilige verpakkingen worden verkocht. Dit betreft gootsteenontstoppers, vloeibare petroleumprodukten (zoals lampolie) en machinevaatwasmiddel. De ontwerpregeling hiervoor is thans gereed. Chemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996 Inhoud Startpagina 015–10 Huishoudchemicaliën Verwijderen van schadelijke afvalstoffen in huis Voor bepaalde categorieën van in huis gebruikte, voor mens of milieu gevaarlijke stoffen, zoals geneesmiddelen, foto-chemicaliën, afgewerkte smeerolie, bestaat de mogelijkheid deze bij de leverancier weer in te leveren. Er bestaat evenwel op dit moment geen apart inzamelsysteem voor gevaarlijke stoffen als bestrijdingsmiddelen, organische oplosmiddelen, verf- en lijmresten, gootsteenontstopper, ammonia, chloorbleekmiddel e.d. In enkele gemeenten is het mogelijk om klein chemisch afval naar een inzameldepot te brengen. Van de zijde van de „Vereniging van Nederlandse Gemeenten” wordt momenteel getracht tot een systeem te komen waarop in het hele land deze „probleemstoffen” ingezameld zouden kunnen worden. Literatuur – – – – – – A. N. P. van Heyst en S. A. Pikaar, Vademecum Vergiftiging, Elsevier (1979). J. H. Koeman, Algemene Inleiding in de Toxicologie, Pudoc Wageningen (1983). Algemene inleiding in de milieuhygiëne, hoofdstuk 3, Toxicologie, Dictaat TH Delft. Y. G. M. Beerepoot-Sangen, D. Moerman, C. J. Verschuren, Warenkennis deel 2; Educaboek Culemborg, 2e druk (1982). Publikaties van de Stichting Consument en Veiligheid, verkrijgbaar bij het Veiligheidsinstituut, Postbus 5665, 1007 AP Amsterdam: • Doe het zelver, Doe het veilig; • Over ongevallen gesproken; • Je kunt ze ook geen tel alleen laten. Gemeenten en Probleemstoffen, Uitgave Vereniging van Nederlandse Gemeenten (1983). Ir. Y. G. M- Beerepoot-Sangen „Nieuw Rollecate”, Deventer januari 1984 Chemische feitelijkheden 1-80 Herdruk 1996