Tekst: Jozef Laureyns Zoönosen bij rundvee Zoönosen zijn besmettelijke ziekten die van dier naar mens kunnen overgedragen worden. Zo kunnen runderen heel wat bacteriën, virussen en parasieten verspreiden waarvoor ook de mens vatbaar kan zijn. Het zijn niet alleen zieke dieren die de ziekteverwekkers verspreiden, ook op zicht gezonde dieren kunnen drager zijn en de mens besmetten. Anderzijds worden mensen in de meeste gevallen ook niet ziek na te zijn besmet door een dier, maar in het bloed worden er dan wel antistoffen aangetroffen tegen de ziekteverwekker waarmee men geïnfecteerd werd. In dit artikel worden vooral de zoönosen vermeld, waaraan veehouders zijn blootgesteld bij hun dagelijkse bezigheden. De ziekten die veroorzaakt worden door het eten van besmet voedsel komen minder aan bod. Brucellose is de zoönose die zeker bij oudere veehouders het best gekend is. Bij runderen veroorzaakt de Brucella bacterie verwerpingen. Besmette mensen kunnen griepachtige symptomen vertonen die zeer lang kunnen aanslepen. Gelukkig is brucellose bij ons uitgeroeid, maar heel uitzonderlijk doet er zich nog eens een uitbraak voor. Een andere belangrijke ziekte uit het verleden is tuberculose of TBC. Nederland en België zijn officieel vrij van TBC, maar toch moet men er zich van bewust zijn dat TBC niet volledig uitgeroeid is. Op regelmatige tijdstippen is er nog eens een uitbraak. Daarom moeten veehouders en dierenartsen alert blijven en de verplichte controles nauwgezet uitvoeren. Des te meer omdat TBC bij mensen een zeer ernstige ziekte is. Niet alleen de longen, maar ook de lever, nieren en andere organen kunnen aangetast worden en de behandeling is moeilijk en langdurig. Hoewel steeds minder voorkomend, zijn “katrienewielen” ook nog goed gekend. Zowel bij de mens als bij rundvee veroorzaakt de schimmel Trichophyton ronde huidletsels. Runderen ondervinden er niet veel last van, maar bij mensen is deze zeer besmettelijkehuidaandoening soms lastig. Melkerskoorts wordt veroorzaakt door de bacterie Leptospira. Mensen kunnen griepachtige symptomen vertonen die een behandeling met antibiotica vereisen. Het lijkt tegenstrijdig, maar melkers lopen het meeste gevaar om een infectie op te doen wanneer ze werken op een modern bedrijf. Dat komt omdat de kiem met urine van koeien uitgescheiden wordt en het lichaam kan binnendringen via het oogslijmvlies. In de melkput staat de melker met het aangezicht dicht bij de vloer van waarop urine in de ogen kan spatten. Leptospirose wordt dikwijls in een adem vernoemd met “de andere L” , listeriose, hoewel de verspreiding en de symptomen van beide ziekten grondig verschillen. Ziekte bij de mens als gevolg van een Listeria-infectie ontstaat meestal na het eten van zachte kazen. Veehouders houden er beter rekening mee dat de bacterie ook via de slijmvliezen en zelfs via de huid kan binnendringen. Listeria veroorzaakt bij het rund ook verwerpen en bij het verlossen van zo’n dode foetus is er veel kans op infectie doorheen de huid. In het ergste geval kan deze kiem tot in de hersenen doordringen en daar, net zoals bij de runderen, abcessen veroorzaken die zo goed als niet te genezen zijn. Het moet gezegd worden dat deze herseninfecties alleen optreden bij mensen die om de een of andere reden al verzwakt waren. Gelukkig bestaan er antibiotica om Listeria te behandelen, maar de kuur moet tijdig aangevat worden. De Salmonella-bacterie vindt men meer bij varkens en pluimvee dan bij runderen. Toch moet men er bij runderen ook rekening mee houden. Diarree gepaard met hoge koorts is net het enige symptoom, ook verwerpen kan een gevolg zijn van salmonellose en vooral bij kalveren zijn er nog verschillende ander ziektebeelden gekend. Bij de mens is ernstige diarree het meest gekende symptoom, maar ook gewrichtsontstekingen en huidinfecties zijn mogelijk. Deze laatste vooral na verloskundige hulp bij verwerpende koeien. De verspreiding van dier naar mens gebeurt via mest. Zowel bij runderen als bij mensen bestaan er symptoomloze dragers. De parasiet Cryptosporidium wordt ook via de uitwerpselen overgedragen. Vooral kalveren en in het bijzonder kalveren met cryptosporidium-diarree scheiden massaal uit. Besmette mensen worden meestal niet ziek, maar soms kan er erge diarree ontstaan, waarvoor er wel eens opname in het ziekenhuis vereist is. Giardia is een andere parasiet die in de darm huist. Hij kan slepende diarree en groeivertraging veroorzaken bij kalveren ouder dan 10 dagen. Er bestaan meerdere soorten Giardia. Eén bepaald type komt het meest bij runderen voor, maar runderen kunnen ook het type uitscheiden dat mensen besmet. Mest van runderen bevat altijd een aantal Escherichia coli bacteriën. Sommige daarvan zijn ook ziekteverwekkend voor de mens. Als er na infectie ziekte optreedt is dat meestal onder de vorm van diarree, die bloederig en ernstig kan zijn. De meest ernstige symptomen worden gezien na infectie met E. coli O157. Dit is de meest gevaarlijke onder de E.coli’s en veroorzaakt een levensbedreigende ziekte met blokkering van de nieren als zeer ernstig gevolg. Dit syndroom wordt “HUS (hemolytisch uremisch syndroom)” of ook wel “hamburgerziekte” genoemd. Die laatste naam wijst er op dat de infectie dikwijls door het eten van onvoldoende verhit vlees ontstaat, maar men kan ook op het veebedrijf rechtstreeks besmet worden via mest. Twee zoönosen die de laatste tijd fel in het daglicht gesteld werden zijn Q-koorts en besmetting met MRSA. Q-koorts wordt vooral door geiten en schapen verspreid, maar sinds de aandacht er op werd gevestigd ziet men dat ook runderen dikwijls besmet zijn met de bacterie Coxiella burnetii, de oorzaak van deze ziekte. Bij runderen veroorzaakt deze bacterie waarschijnlijk minder verwerpingen dan bij geiten en ze worden daarom ook minder belangrijk geacht als besmettingsbron. MRSA is de afkorting van “Methicilline-Resistente Staphylococcus Aureus” en dat betekent “Staphylococcus aureus kiemen die resistent zijn tegen het antibioticum methicilline. Dat betekent meteen dat ze tegen een hele waaier van antibiotica resistent zijn. In de mensengeneeskunde vormen deze antibiotica-ongevoelige kiemen een steeds groter wordend probleem. In de diergeneeskunde zijn de MRSA vooral gekend op varkensbedrijven, maar de bacterie werd al vele jaren daarvoor teruggevonden bij mastitisgevallen van melkvee, en komt daar nog steeds voor. Tenslotte zijn er altijd wel een aantal dierziekten die ervan verdacht worden ook een bedreiging te vormen voor mensen. Dat is al jaren het geval met paratuberculose, hoewel er nog nooit kon aangetoond worden dat dit een zoönose is. Toch is het goed dat er zowel in België als in Nederland een programma is om deze ziekte die ook veel economische schade aanricht, aan te pakken op de melkveebedrijven. Neospora is een parasiet waarvan soms gevreesd wordt dat hij ook bij vrouwen abortus zou kunnen uitlokken. Dat is tot op heden nog nooit aangetoond en in tegenstelling tot de verwante Toxoplasma wordt neosporose niet als en zoönose aangezien.. Dit overzicht dat zeker niet volledig is, toont aan dat heel wat infecties die bij de runderen aanwezig zijn op de mens kunnen overgedragen worden. Hoewel zieke dieren meestal veel meer ziekteverwekkers uitscheiden dan gezonde, zijn er van de meeste van deze infecties ook perfect gezond uitziende dragers die evenwel dikwijls uitscheiders zijn. Het is goed dat mensen die in nauw contact met dieren leven zich daar goed van bewust zijn en er rekening mee houden gedurende het werk. Men kan enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen nemen. Algemene hygiëne komt daarbij op de eerste plaats. Eerst en vooral moeten de runderen zelf en de stallen zo proper mogelijk gehouden worden, om de hoeveelheid aanwezige kiemen in te perken en bevuiling van mensen tegen te gaan. De stal droog houden is een belangrijke maatregel: zowel bacteriën als parasieten als de meeste virussen houden niet van droogte. Verder regelmatig de handen wassen na contact met runderen, vooral wanneer men mest of speeksel of vaginale uitvloei heeft aangeraakt. Wegwerphandschoenen gebruiken is aangewezen voor bepaalde bezigheden. Zeker voor verloskundige hulp bij een abortus zijn (armlange) handschoenen noodzakelijk. Het is zelfs aan te raden om aan elke arm een extra handschoen over de eerste te trekken, omdat er werd aangetoond dat kiemen doorheen uiterst kleine, onzichtbare scheurtjes toch nog de huid van de arm kunnen bereiken. Als de veehouder dan toch ziek wordt is het van belang dat de arts geraadpleegd wordt en dat de patiënt meldt dat hij of zij regelmatig contact met dieren heeft. Men vermeldt dan ook recente gebeurtenissen, zoals een aborterend rund waarmee men in contact is geweest en kan de dokter verzoeken om testen uit te voeren die op zoönosen gericht zijn. Vooral griepachtige verschijnselen of huidlestels kort na een verlossing kunnen op een zoönose wijzen. Als er een programma bestaat bij DGZ-Vlaanderen of GDNederland voor controle van deze ziekten is deelname uiteraard een goede vorm van zoönosenpreventie.