Agendapunt 2. The next steps for national parliaments’ subsidiarity control Zoals al bij het vorige agendapunt is gebleken, heeft het Oostenrijks voorzitterschap een ambitieuze agenda met betrekking tot de voortgang van de ratificatie van het Grondwettelijk Verdrag (hierna: Europese Grondwet). Uit telefonische navraag bij het Oostenrijks voorzitterschap bleek het volgende. Met betrekking tot de subsidiariteitstoets is het Oostenrijks voorzitterschap voorstellen aan het ontwikkelen om deze te implementeren conform het regime van de Europese Grondwet , zonder dat daartoe een verdragswijziging nodig is. Om dit te realiseren wordt op dit moment gedacht aan het sluiten van een Interinstitutioneel Akkoord of het invoeren van een vorm van zelfbinding. Mogelijk zal het voorzitterschap tijdens de komende Cosac-troika en voorzittersvergadering met concrete voorstellen hiertoe komen. Ook zal, op basis van de door de nationale parlementen aangedragen toekomstige Europese voorstellen, mogelijk de lijst van meest genoemde voorstellen door het voorzitterschap worden gepresenteerd. Met betrekking tot de toepassing van de subsidiariteittoets op de te ontvangen lijst van meest genoemde voorstellen heeft de commissie Europese Samenwerkingsorganisaties voorgesteld om het EU-voorzitterschap van de Raad voor te stellen dat de Raadsvergaderingen over deze voorstellen openbaar zullen zijn. Dit voorstel is bijgevoegd. Nederlandse inzet Met betrekking tot het vooruitlopen op regelingen in of gebaseerd op de Europese Grondwet is terughoudendheid op zijn plaats. Herhaaldelijk is door Nederland aangegeven (ook in cosac-verband) dat “cherry-picking” niet wenselijk is. Nederland ondersteunt wel het in cosac-verband afgesproken subsidiariteitsregime en dringt aan op spoedige beschikbaarheid van de lijst van meest genoemde voorstellen. Voor het voorstel van de commissie Europese Samenwerkingsorganisaties kan steun worden gezocht.