Module 10 Nanotechnologie voor alle 3e klassen 2009 – 2010 bms SMC 2009-2010 Onderdeel B Nano is heel erg klein, maar hoe klein precies? §B.1 Machten van tien Wie weet wat machten van tien zijn? Uitleg machten van tien Stel je hebt een stok van 10 meter lengte. Als een andere stok 10 keer langer is dan betekend dat, dat de stok 10×10 =100m lang is. Een andere manier om dit op te schrijven is 102. 2 want er staan twee nullen. Is weer een andere stok weer tien maal zo langer is deze stok 10×10×10=1000 meter lang of 103 meter lang (3 nullen). Een getal dat met zichzelf vermenigvuldigd wordt produceert een macht van dat getal. Bijvoorbeeld 103 spreek je uit als tien tot de derde macht of tien tot de macht 3. Tien tot de derde macht in plaats van 1000 te zeggen is niet gemakkelijker. Maar het is wel gemakkelijker om 10 tot de macht 14 te zeggen dan 100000000000000 of honderd biljoen. Als we een nog groter getal willen benoemen komen we zelfs namen tekort. De 14 van 1014 heet een exponent. De notatie in machten noem je de exponentiële notatie. De positieve machten 102, 103 enz. zijn gemakkelijk te begrijpen. Je vermenigvuldigt het getal ieder keer met tien. Maar je hebt ook negatieve exponenten 10-1,10-2. Als een exponent ons verteld hoe vaak we een getal met zichzelf moeten vermenigvuldigen wat kan dit dan betekenen? Deze manier van schrijven heeft een negatieve exponent nodig om aan te geven hoeveel keer je het getal door zichzelf moet delen. 10-1 betekent dus 1/10=0,1 (een tiende),10-2 betekent 0,1/10=0,01(een honderdste). Een vermeerdering van de exponent met 1 betekent dus een vermenigvuldiging met tien. Een vermindering van de exponent met 1 betekent dus een deling door tien. Het is dus allemaal een kwestie van nulletjes plaatsen. Een nulletje achter aan een getal is een vermenigvuldiging met tien, een nulletje meteen toevoegen achter de komma is een deling door tien. Met de exponentiële notatie is dit nog duidelijker te zien. Hoe zit het u met 100? 102 =100 Module 10 Nanotechnologie voor alle 3e klassen 2009 – 2010 bms SMC 2009-2010 101 =10 10-1 = 1/10 = 0,1 10-2 = 1/100 = 0,01 (vermenigvuldigd of gedeeld door tien) Het is dus logisch dat 100 gelijk staat aan 1 (nul nullen). Dat past ook precies in het rijtje. Elke macht van tien kun je tien keer groter maken door 1 bij de exponent op te tellen. Dat hebben we al gezien. Als je 10 nu met 100 vermenigvuldigd moet je bij de exponent 2 optellen. Bijvoorbeeld: 10×100= 1000 101×102=103 Je kunt dus zeggen dat bij vermenigvuldigen van machten van tien met andere machten van tien je de exponenten kunt optellen. Het aftrekken van de componenten komt overeen met delen. 10000000/100000=100 107/105=10(7-5)=102 Nu kunnen alle machten en niet alleen machten van tien met een exponentiële notatie geschreven worden. Zo is bijvoorbeeld 4000 = 4×103, 186000 = 1,86×105 Deze manier van schrijven wordt de wetenschappelijke notatie genoemd. Je kunt met deze manier heel gemakkelijk grote en kleine getallen vermenigvuldigen en delen. Module 10 Nanotechnologie voor alle 3e klassen 2009 – 2010 bms SMC 2009-2010 Opgaven 1. Maak de volgende opgaven. Schrijf eronder steeds de opgaven in de wetenschappelijke notatie: Voorbeeld: 1001000 = 100000 102103 = 105 1010000 = 10/10000 = 1000,001= 0,01/0.0001 = 23500 = 25/25 = 0,750,46 = 0,75/0,25 = 100000000003456 = 24/100000000 = 2. Bereken de volgende opgaven. Schrijft alles alleen in de wetenschappelijke notatie. 104106 = 104/106 = 10-2102 = 10-3/104 = 10-510-12 = 10-2/10-6 = 2,51005,0102 = 2,0102/5,0100 = 3,7610-34,110-1 = 4,510-2/5,010-4 = 3. Kun je uitleggen wat er fout is aan de volgende opgaven: 103104 = 1012 Wat is het goede antwoord? 106/102 = 103 Module 10 Nanotechnologie voor alle 3e klassen 2009 – 2010 bms SMC 2009-2010 §B.2 De nano van nanotechnologie Namen van getallen Het is natuurlijk in orde om 3×109 te zeggen maar we communiceren niet alleen door middel van cijfers. Veel getallen hebben namen. Dit is bijvoorbeeld drie miljard. Hieronder volgt een tabel van verschillende namen, nieuwe en oude die uit verschillende wiskundige tradities komen. Hier zie je ook voor het eerst het woord nano verschijnen. Module 10 Nanotechnologie voor alle 3e klassen 2009 – 2010 bms SMC 2009-2010 Zoals je in de tabel kunt zien is nano een voorvoegsel voor macht van tien namelijk 10-9 of 0,000000001. Een nanometer is dus heel erg klein. Maar hoe klein is dat eigenlijk een nanometer. Opdracht Bekijk het filmpje Power of ten Bekijk nu zelf op internet de volgende site, die het thema “machten van tien” behandelt en ervaar zelf hoe klein 1 nanometer is: http://www.haycap.nl/app-c/machten/machten.htm Ter vergelijking 1 nanometer komt overeen met de doorsnede van een eenvoudig molecuul, dat opgebouwd is uit 10 atomen Zou men de doorsnede van een atoomkern vergroten tot 3 mm (dus zo groot als een luciferkop), dan zou de elektronenschil een doorsnede hebben van 300 meter (zo hoog als de Eiffeltoren). Het om de atoomkern draaiende deeltje zou nog altijd kleiner zijn dan een stofdeeltje (ca. 0,1 mm) Module 10 Nanotechnologie voor alle 3e klassen 2009 – 2010 bms SMC 2009-2010 Een nanometer is het miljardste deel van een meter. Een nanometer is tien keer zo groot als een waterstofatoom (kleinste atoom) en 50.000 keer kleiner dan de doorsnede van een menselijke haar. Zou men alle atomen van een korreltje zout vergroten tot het kopje van een kopspeld, dan zou je hiermee heel Europa met een 20 cm dikke laag kunnen bedekken. Een nanometer verhoudt zich tot een meter als de doorsnede van een hazelnoot tot onze aardbol. Opgaven 4. Hierboven zie je een aantal voorbeelden die laten zien hoe klein een nanometer eigelijk is. Maak nu zelf een vergelijking waaruit blijkt hoe klein een nanometer is. 5. Je hebt een meetlat die 30 cm lang is. Je woont 6 km van school. a. Hoeveel keer kun je de meetlat leggen tussen je huis en de school b. Hoeveel keer als de meetlat 3 m lang is c. Hoeveel keer als de meetlat 3 micrometer lang is 6. Van Ella is een foto genomen toen zij haar eerste stappen zette. In het echt is zij 76 cm. Op de foto is zij 8 cm lang. Haar broertje Jan van drie hielp haar met haar eerste stappen en staat ook op de foto. Op de foto is hij 10 cm lang. Hoe groot is Jan in het echt? 7. Een mus weegt 3,5 ×10-2 kg een potvis weegt 6,0×104 kg. Je hebt de beschikking over een hele grote wegschaal zoals in onderstaande tekening is afgebeeld. Hoeveel mussen moet je aan een kant van de weegschaal zetten om in evenwicht te zijn met een potvis. 8. De aarde is maar een klein onderdeel van ons zonnestelsel. De zon, de 9 planeten met hun manen, de planetoïden en de kometen vormen samen ons zonnestelsel. Module 10 Nanotechnologie voor alle 3e klassen 2009 – 2010 bms SMC 2009-2010 Onze zon is slechts één van de vele sterren uit ons melkwegstelsel (en ons melkwegstelsel bevat 100 miljard sterren). Je kunt je dus wel voorstellen dat, naarmate je hoger in de hiërarchie gaat, de afstanden enorm groot worden. Binnen ons zonnestelsel wordt dan ook met een speciale eenheid gerekend: de astronomische eenheid (AE). Eén AE is de gemiddelde afstand van de aarde tot de zon en dat is ongeveer 150 miljoen km. Als je een touw zou hebben van 1 AE groot. Hoe vaak zou je hem dan om de evenaar van de aarde kunnen wikkelen? Zoek zelf op hoe groot de omtrek van de aarde bij de evenaar is. 9. Het bekende is eindig, het onbekende oneindig. Intellectueel staan wij op een eilandje midden in een onbegrensde oceaan van onverklaarbaarheid. Onze taak in elke generatie is een klein beetje land te winnen (T.H. Huxley, 1887) Tussen welke exponenten speelt het grootste gedeelte van de jouw bekende dagelijkse wereld af (dus niet als je op vakantie gaat)? Geef dit aan met voorbeelden. En tussen welke exponenten speelt de wetenschap zich af. Wat is het grootste dat we kennen. Hoe groot is het allerkleinste dat er bestaat? Module 10 Nanotechnologie voor alle 3e klassen 2009 – 2010 bms SMC 2009-2010 10. Hij toonde mij iets kleins, ter grootte van een hazelnoot, in de palm van mijn hand; en het was rond als een bal. Ik keek ernaar met het oog van mijn verstand en vroeg me af: wat kan dit zijn? En het antwoord luidde ongeveer zo: dit is de hele schepping De kluizenaarster Juliana van Norwich, rond 1400 In dit stukje speelt Juliana met de termen groot en klein. Wat wil ze met dit stukje tekst duidelijk maken. Hoeveel machten zit een nanometer eigenlijk af van de wereld zoals we die om ons heen zien. Om daar een gevoel over te krijgen maak je de volgende opdracht. Praktische opdracht 2 Inleiding Machten van tien