BEROEPSPRODUCT 2 Interactief met Chromebooks op het Dalton Student: Studentnummer: Cursus: Cursuscode: Begeleider: Opdrachtgever: Datum: Projectnummer kennisbank: Lidewij Schreuders 1632569 Beroepsproduct 2, Opleiding, Instituut Archimedes OAR-H2BERPDT2-12 Matthijs Noorlander, Hogeschool Utrecht Maria Kramer, Dalton Voorburg 27 januari 2017 8619 1 SAMENVATTING Op het Dalton Voorburg in Voorburg zijn de eerste en tweede klassen in het bezit van een Chromebook. Binnen de school is er nog veel onduidelijkheid over de manier waarop Chromebooks tijdens de les ingezet moeten worden. Sommige vakken gebruiken het Chromebook als vervanging van het boek, andere vakken gebruiken het Chromebook bijna niet. De titel van dit onderzoek: ‘interactief met Chromebooks op het Dalton’ maakt duidelijk wat een uiteindelijke doel van dit onderzoek is, namelijk het interactief inzetten van Chromebooks in de lessen. Om dit doel te behalen is er een hoofdvraag opgesteld: Met behulp van praktijk- en literatuuronderzoek is geconstateerd dat docenten de mogelijkheden van Chromebooks en bruikbare didactiek wel kennen, maar vooral aangeven de meerwaarde van Chromebooks niet in te zien. Daarnaast gebruiken docenten Chromebooks liever niet als leerlingen feedback moeten krijgen of met elkaar samen moeten werken. Naar aanleiding van de ingevulde enquêtes door docenten van zes vakgroepen, leerlingen uit de eerste en tweede klas en een interview met de ICT coördinator zijn er ontwerpeisen opgesteld voor een product. Dit product zorgt ervoor dat docenten de meerwaarde van Chromebooks gaan inzien, de stap om digitale didactiek in te zetten minder groot vinden en weten hoe zij digitale didactiek kunnen om de kernwaarden van het Daltononderwijs te ondersteunen. Het product is gepresenteerd en geëvalueerd op het Dalton Voorburg doormiddel van een evaluatieinstrument en een gespreksleidraad. De reacties op het product waren positief en dit product lijkt een goede stap in een gezamenlijke visie op het gebruik van Chromebooks in de les. 2 INHOUDSOPGAVE 1. Aanleiding en Opdracht ..............................................................................................................................4 1.1 Aanleiding en opdracht .........................................................................................................................4 1.2 Context van de school in relatie tot het probleem ...............................................................................4 1.3 Onderzoeksvraag ..................................................................................................................................5 2. Verkennend onderzoek...............................................................................................................................6 2.1 Inleiding verkennend onderzoek ..........................................................................................................6 2.2 Praktijkverkenning ................................................................................................................................7 2.2.1 Inleiding en onderzoeksvraag ........................................................................................................7 2.2.2 Aanpak en middelen ......................................................................................................................7 2.2.3 Resultaten en conclusies..............................................................................................................10 2.3 Literatuurverkenning ..........................................................................................................................14 2.3.1 Inleiding .......................................................................................................................................14 2.3.2 Middendeel ..................................................................................................................................14 2.3.3 Conclusie ......................................................................................................................................17 3. Het beroepsproduct..................................................................................................................................20 3.1 Conclusie verkenning ..........................................................................................................................20 3.2 Ontwerpeisen .....................................................................................................................................20 3.3 Het ontwikkelde product ....................................................................................................................21 4. Overdracht en evaluatie ...........................................................................................................................24 4.1 Overdracht ..........................................................................................................................................24 4.2 Evaluatie..............................................................................................................................................24 Bibliografie ....................................................................................................................................................26 Bijlage 2A Onderzoeksinstrumenten praktijkverkenning .............................................................................28 Bijlage 2B Geordende gegevens praktijkverkenning ....................................................................................32 Bijlage 3A het beroepsproduct .....................................................................................................................37 Handleiding ...............................................................................................................................................37 Workshop interactief met Chromebooks .................................................................................................54 Volledige presentatie ................................................................................................................................60 Bijlage 4A Planning van overdracht en evaluatie .........................................................................................61 Bijlage 4B Evaluatie-instrument overdracht op school.................................................................................62 3 1. AANLEIDING EN OPDRACHT 1.1 Aanleiding en opdracht In het schooljaar 2015 – 2016 is het Dalton Voorburg gestart met het gebruiken van Chromebooks in de eerste klas. De leerlingen moeten hun Chromebook elke dag bij zich hebben en deze hoort tijdens elke les gebruikt te worden. Op dit moment wordt de Chromebook nog niet door alle docenten en bij alle vakken gebruikt. Het beroepsproduct moet de docenten en vakken die nog geen tot weinig gebruik maken van de Chromebook ideeën, tips en mogelijke toepassingen geven om Chromebooks te gebruiken tijdens de lessen. De opdrachtgever voor deze opdracht is Maria Kramer. Zij is begeleider van nieuwe docenten en daarnaast ook docent geschiedenis. Het probleem binnen de school is de verdeeldheid over het gebruik van Chromebooks tijdens de lessen. Sommige secties zijn volledig overgegaan op Chromebooks, maar andere secties vinden het gebruik van Chromebooks geen meerwaarde in hun lessen. Daarnaast is er bij sommige secties ook een gebrek aan kennis over de interactieve digitale didactiek die er bestaat. Het beroepsproduct biedt een oplossing voor de secties die nog maar weinig met Chromebooks werken, maar kan ook handig zijn voor docenten die wat extra tips willen hebben. Het product dat ik ga ontwikkelen is een workshop en een handleiding voor het gebruik van Chromebooks in de les. In deze workshop en handleiding wordt besproken wat digitale didactiek is en worden verschillende interactieve didactische leermiddelen besproken. Het doel van het beroepsproduct is docenten meer kennis geven over interactieve digitale didactiek en de toepassing hiervan. Het gewenste effect is dat docenten meer gebruik maken van interactieve digitale didactiek in hun lessen. Tijdens het onderzoek en de ontwikkeling van het beroepsproduct zal ik gaan samenwerken met mijn opdrachtgever, de docenten van de eerste en tweede klas, de leerlingen uit de eerste en de tweede klas en een ICT coördinator. 1.2 Context van de school in relatie tot het probleem Het Dalton Voorburg is een school met 1200 leerlingen en biedt de onderwijsvormen vmbo-t, havo atheneum en gymnasium aan. Zoals de naam al zegt, is het Dalton Voorburg een Daltonschool. Op de school wordt lesgegeven aan de hand van de daltonprincipes opgesteld door Helen Parkhurst. Deze daltonprincipes zijn: vrijheid en verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, samenwerking, effectiviteit en reflectie. Docenten die op het Dalton Voorburg gaan werken, blijven hier vaak lange tijd werken. Op het Dalton Voorburg werkt een grote groep docenten die hier meer dan 20 jaar werkt. Deze docenten zijn gewend geraakt aan hun manier van lesgeven en vinden het lastig om over te stappen op een nieuwe manier van lesgeven. Daarnaast wordt de werkdruk op het Dalton Voorburg als redelijk hoog ervaren, hierdoor staan docenten niet altijd positief tegenover het volgen van workshops en trainingen of het verdiepen in nieuwe lesmethodes in hun vrije tijd. 4 De docenten waren in het jaar voorafgaand van de invoer van Chromebooks wel voorbereid op de komst van Chromebooks, maar de methodes waarmee gewerkt werd niet. Niet alle methodes werkten op de Chromebook en sommige secties maakten geen gebruik van een elektronische omgeving. Hierdoor ging de overgang met het werken op Chromebooks in sommige secties veel beter dan in andere secties. De leerlingen op het Dalton Voorburg staan vaak positief tegenover nieuwe ontwikkelingen en veranderingen. Doordat de leerlingen in de brugklas met een Chromebook startte, wisten zij ook niet beter dan met het Chromebook te werken. Deze kennis van leerlingen heeft ook een keerzijde. Leerlingen kunnen heel gemakkelijk spelletjes spelen of bezig zijn met andere dingen, zonder dat de docent het doorheeft. Dit wordt door docenten ook als een van de nadelen van Chromebooks genoemd. 1.3 Onderzoeksvraag In paragraaf 1.2 heb ik beschreven dat er binnen het Dalton Voorburg verdeeldheid bestaat over het gebruik van Chromebooks. Daarnaast is er ook een gebrek aan kennis over de mogelijkheden en de beschikbare digitale didactiek. Hierdoor worden Chromebooks nog niet optimaal gebruikt. Om dit probleem op te lossen heb ik de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Hoe kunnen docenten van het Dalton Voorburg Chromebooks interactief inzetten tijdens de lessen en in hoeverre draagt dit bij aan de Dalton Doelstellingen? Deze vraag vormt de basis van het te ontwikkelen beroepsproduct. Om het beroepsproduct goed aan te laten sluiten op de wensen van de school is het belangrijk dat de onderzoeksvraag beantwoord wordt. Dit doe ik doormiddel van praktijkonderzoek en literatuuronderzoek. Door het afnemen van enquêtes aan leerlingen en docenten hoop ik het probleem en de wensen duidelijker in kaart te brengen. Het literatuuronderzoek is gericht op de mogelijkheden van Chromebooks en de bruikbare digitale didactiek. 5 2. VERKENNEND ONDERZOEK 2.1 Inleiding verkennend onderzoek Om erachter te komen hoe de Chromebooks op dit moment ingezet worden op het Dalton Voorburg zal ik gaan onderzoeken wat de ervaringen van de docenten en leerlingen zijn met Chromebooks. Hierbij maak ik gebruik van drie onderzoeksgroepen: leerlingen uit de eerste en tweede klas, docenten die lesgeven aan de eerste en tweede klas en de coördinator ICT. Naast het praktijkonderzoek zal ik ook literatuuronderzoek uitvoeren. Beide onderzoeken zorgen ervoor dat ik antwoord kan geven op de hoofvraag: Hoe kunnen docenten van het Dalton Voorburg Chromebooks interactief inzetten tijdens de lessen en in hoeverre draagt dit bij aan de Dalton Doelstellingen? Om de hoofdvraag goed te kunnen beantwoorden, heb ik deelvragen opgesteld. Deze deelvragen zijn opgedeeld in deelvragen voor het praktijkonderzoek en deelvragen voor het literatuuronderzoek. Praktijkonderzoek 1. Wat zijn de ervaringen van docenten met Chromebooks? 2. Bij welke vakken is er meer behoefte aan tips of een handleiding bij het gebruik van Chromebooks? 3. Wat zijn de ervaringen van leerlingen met Chromebooks? 4. Waarom heeft de school gekozen voor het werken met Chromebooks? Literatuuronderzoek 1. Wat zijn de mogelijkheden van een Chromebook? 2. Wat houdt digitale didactiek precies in? 3. Welk kwalitatief materiaal bestaat er voor brugklasleerlingen op het gebied van interactieve digitale didactiek? 4. Waar moet digitale didactiek aan voldoen om aan te sluiten bij de Daltonprincipes? 6 2.2 Praktijkverkenning 2.2.1 INLEIDING EN ONDERZOEKSVRAAG In het praktijkonderzoek wordt gekeken wat de ervaringen zijn van docenten en leerlingen betreft het werken met Chromebooks. Tevens wordt ook met een ICT coördinator gesproken over de keuze om met Chromebooks te werken, de mogelijkheden van Chromebooks en zijn visie op het gebruik van Chromebooks op school. Hieronder staan nogmaals de deelvragen waar antwoord op verkregen moet worden, de onderzoeksinstrumenten en de respondenten. Deelvraag Wat zijn de ervaringen van docenten met Chromebooks? Onderzoeksinstrument Enquêtes Respondenten Docenten 1e en 2e klas: Nederlands, Engels, Frans, wiskunde, aardrijkskunde en geschiedenis. Docenten 1e en 2e klas: Nederlands, Engels, Frans, wiskunde, aardrijkskunde en geschiedenis. Bij welke vakken is er meer behoefte aan tips of een handleiding bij het gebruik van Chromebooks? Enquêtes Wat zijn de ervaringen van leerlingen met Chromebooks? Enquêtes Leerlingen uit de klassen: 1A, 1F en 1G en 2vm1, 2ha1, 2ha2 en 2ha3. Waarom heeft de school gekozen voor het werken met Chromebooks? Interview ICT coördinator 2.2.2 AANPAK EN MIDDELEN Tijdens dit onderzoek richt ik mij vooral op twee groepen: docenten die lesgeven aan de eerste en tweede klas en leerlingen uit de eerste en tweede klas. Doormiddel van een enquête wil ik te weten komen wat hun ervaringen zijn met Chromebooks. Daarnaast heb ik een interview gehouden met de ICT coördinator om meer te weten te komen over de mogelijkheden van Chromebooks, de keuze van de school om met Chromebooks te werken en zijn visie over het gebruik van digitale didactiek. Betrouwbaarheid en validiteit De enquêtes voor de leerlingen zijn niet alleen door mij, maar ook door twee andere docenten aan de leerlingen verzonden. De enquêtes hadden hetzelfde format en dezelfde vragen. De enquête voor docenten is voor alle vakgroepen op hetzelfde moment verzonden. Naar de vakgroepen met weinig respondenten is de enquête nogmaals verzonden om het aantal respondenten te verhogen. De vragen voor het interview zijn duidelijk en eenduidig. Iemand anders had het interview ook afgenomen kunnen hebben. Hierdoor wordt het onderzoek betrouwbaar (Donk & Lanen, 2012). Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van het gebruik van Chromebooks tijdens de lessen heb ik mij tijdens mijn onderzoek op meerdere vakgroepen gericht. Op deze manier heb ik een breed beeld kunnen krijgen van de huidige situatie. Bij het versturen van de enquête aan de docenten is duidelijk toegelicht waarom de enquête afgenomen wordt, wat er met de resultaten gebeurd en dat de persoonsgegevens anoniem blijven. De leerlingenquêtes zijn tijdens de les afgenomen. Van tevoren hebben de leerlingen een korte uitleg gekregen van de bedoeling van de enquête en is hen verteld dat hun gegevens anoniem blijven. Op deze 7 manier worden systematische verstoringen als gevolg van sociaal wenselijke antwoorden ontweken en is het een valide onderzoek (Donk & Lanen, 2012). Triangulatie: bronnen, methoden, onderzoekers In het onderzoek is sprake van triangulatie. Tijdens het praktijkonderzoek is er sprake van brontriangulatie. Er zijn drie verschillende perspectieven belicht: leerlingen uit de eerste en tweede klas, docenten van zes verschillende vakken die lesgeven aan de eerste en tweede klas en een ICT coördinator (Donk & Lanen, 2012). Tevens is er sprake van methodische triangulatie aangezien de data op twee verschillende manieren zijn verzamelt: via enquêtes en met een interview. Verder is er sprake van onderzoekerstriangulatie doordat de data door verschillende personen zijn verzamelt. Het interview aan de ICT coördinator heb ik afgenomen, de enquêtes aan de docenten van de eerste en tweede klas en de enquête aan de leerlingen uit de klassen 1A, 1F en 2vm1 zijn door mij verstuurd. Voor de enquêtes van de overige klassen heb ik twee andere docenten gevraagd. Deze docenten heb ik persoonlijk benaderd om te helpen met het onderzoek. De enquêtes zijn aan deze docenten verstuurd met een begeleidend schrijven. Deze docenten hebben zelf de klassen en het moment uitgekozen om de enquêtes te versturen. Onderzoeksinstrumenten Tijdens het onderzoek wordt gebruik gemaakt van twee onderzoeksinstrumenten: enquêtes en een interview. Er is gekozen voor het afnemen van een enquête, omdat het mogelijk is om een grote groep respondenten te bevragen in relatief korte tijd. Hierdoor kan een betrouwbaarder beeld gegeven worden van een gehele groep. Daarnaast kunnen de gegevens duidelijk en overzichtelijk verwerkt worden. Het is belangrijk dat de vragen eenduidig opgesteld worden, zodat er geen verkeerde interpretaties kunnen ontstaan. Naast de enquêtes heb ik gekozen voor een interview met de ICT coördinator Ron Bolling. Hij is geen onderdeel van een bevraagde vakgroep en benaderd dit onderzoek dus alleen als ICT coördinator. De vragen die tijdens het interview zijn gesteld gingen over het algemene gebruik van Chromebooks binnen de school en niet over vakgroepen specifiek. Hierdoor is de betrouwbaarheid meer gegarandeerd (Donk & Lanen, 2012). Data verzamelen Doormiddel van enquêtes aan de leerlingen en de docenten en het interview met de ICT coördinator wil ik een duidelijk beeld krijgen van het gebruik van Chromebooks in de les op het Dalton Voorburg. Voor de verslaglegging van enquête wordt de data per vraag geanalyseerd. Hierdoor is het makkelijker om de verschillen in eerste klassen en tweede klassen en de verschillen in vakgroepen te vergelijken. De resultaten worden vastgelegd in een grafiek. Bij het verwerken van de antwoorden in de grafiek zal telkens het gemiddelde antwoord weergegeven worden (Donk & Lanen, 2012). Het interview wordt opgenomen en volledig uitgeschreven. 8 2.2.3 RESULTATEN EN CONCLUSIES Wat zijn de ervaringen van docenten met Chromebooks? Aan docenten van zes vakken is een enquête voorgelegd over het gebruik van Chromebooks tijdens de lessen. De enquête is door in totaal zestien docenten ingevuld. In de onderstaande grafiek zijn de antwoorden uit deze enquêtes opgenomen die gemiddeld het meest werden gegeven. De enquête was opgebouwd uit schaalvragen waarbij de vijfpuntsschaal werd gebruikt. 1 is helemaal mee oneens, 2 mee oneens, 3 niet oneens/niet eens, 2 mee eens en 5 helemaal mee eens. 10 De grafiek maakt duidelijk dat de vakken Frans, wiskunde en geschiedenis bijna elke les gebruik maken van Chromebooks, de docenten van de vakken Frans en wiskunde geven tevens aan dat Chromebooks de boeken voor hun vakken kunnen vervangen. Opvallend is dat alleen de docenten van Frans en Wiskunde Chromebooks een aanvulling op hun lessen vinden en ook zij geven als enige aan het inzetten van Chromebooks als meerwaarde te zien, terwijl alle docenten aangeven te weten hoe zij Chromebooks kunnen inzetten tijdens de lessen. Dit alles maakt de antwoorden op de laatste vraag juist opmerkelijker, behalve de docenten Frans hebben de docenten weinig behoefte aan tips en ideeën om Chromebooks in te zetten. De meeste docenten vinden het niet lastig om leerlingen op Chromebooks te laten werken. Ook ervaren weinig docenten technische en organisatorische problemen, alleen docenten Frans geven aan deze problemen regelmatig te ervaren. Volgens de docenten werken de leerlingen niet opvallend effectiever door Chromebooks, daarnaast vinden de docenten van de vakken Engels, aardrijkskunde en geschiedenis het lastiger om feedback te geven aan leerlingen. Behalve docenten Frans, vinden de docenten dat de lessen op Chromebooks niet beter aansluiten op de leefwereld van de leerlingen en gebruiken de docenten de Chromebook ook niet wanneer leerlingen moeten samenwerken. Bij welke vakken is er meer behoefte aan tips of een handleiding bij het gebruik van Chromebooks? Uit de bovenstaande grafiek blijkt dat weinig docenten behoefte hebben aan tips en ideeën. Docenten Engels en geschiedenis geven aan helemaal geen behoefte te hebben aan tips en ideeën. De docenten van de andere vakken, behalve Frans, geven aan geen overduidelijke behoefte te hebben aan tips en ideeën. Een merendeel van de docenten geeft aan een goed beeld te hebben van de beschikbare digitale didactiek en vindt ook dat zijn/haar sectie de stap naar digitaal onderwijs heeft genomen. Het is lastig om te zeggen wat de reden is dat docenten geen behoefte hebben aan tips en ideeën. Het zou kunnen dat de docenten niet de behoefte hebben om Chromebooks vaker in te zetten in hun les. Ook zouden de tips en ideeën voor de docenten die van mening zijn dat Chromebooks te weinig een aanvulling en meerwaarde in de les zijn geen toegevoegde waarde kunnen hebben. 11 Wat zijn de ervaringen van leerlingen met Chromebooks? Aan leerlingen uit de klassen 1A, 1F en 1G en 2vm1, 2ha1, 2ha2 en 2ha3 is gevraagd een enquête in te vullen over het gebruik van Chromebooks. In de onderstaande grafiek zijn de resultaten uit deze enquête opgenomen. De enquête was opgebouwd uit schaalvragen waarbij gebruik werd gemaakt van de vijfpuntsschaal. 1 is helemaal mee oneens, 2 mee oneens, 3 niet oneens/niet eens, 4 mee eens en 5 helemaal mee eens. 12 Uit de grafiek blijkt dat leerlingen het werken op Chromebooks leuk vinden en een meerderheid van de leerlingen werkt liever op een Chromebook dan uit een schrift. Volgens de leerlingen maakt het werken met Chromebooks de les ook leuker en zorgt het werken met Chromebooks voor meer afwisseling in de les. De grafiek maakt ook de verschillen tussen de antwoorden van eersteklassers en tweedeklassers duidelijk. Zo vinden tweedeklassers dat samenwerken makkelijker gaat met Chromebooks, terwijl eersteklassers dit juist veel minder vinden. Ook zeggen tweedeklassers het werk sneller af te hebben door Chromebooks. Eersteklassers vinden dat docenten deskundig zijn in het gebruik van Chromebooks, terwijl tweedeklassers dit veel minder vinden. De leerlingen leren unaniem liever uit een boek, dan van hun Chromebook. Daarnaast zegt een groot deel van de leerlingen dat Chromebooks worden gebruikt in plaats van boeken. Leerlingen willen liever een combinatie van lesboek en Chromebook, dan alleen maar werken vanaf een Chromebook. Waarom heeft de school gekozen voor het werken met Chromebooks? Om te weten te komen waarom de school voor Chromebooks heeft gekozen, is er een interview afgenomen met de ICT coördinator van het Dalton Voorburg. Niet alleen is gevraagd waarom de school heeft gekozen voor Chromebooks, maar ook wat de mogelijkheden van Chromebooks zijn, wat de vooren nadelen van Chromebooks zijn, hoe docenten zijn geïnformeerd over het invoeren van Chromebooks en zijn visie op lesgeven met Chromebooks. De volledige vragenlijst voor het interview is terug te vinden in bijlage 2A, de vragenlijst inclusief antwoorden is terug te vinden in bijlage 2B. Docenten zijn het jaar voor de invoering van Chromebooks hierover geïnformeerd. De docenten hebben een cursus gevolgd en hebben zich moeten oriënteren op het inzetten van Chromebooks in de klas. Dat is in sommige secties beter gegaan dan in andere secties, maar er is wel een verbetering te zien ten opzichte van vorig jaar. Voor docenten is het ook mogelijk om bijscholing te volgen, maar hier wordt volgend de ICT coördinator onvoldoende gebruik van gemaakt. Volgens hem zitten veel docenten vast in hun manier van lesgeven en lukt het maar weinig docenten om echt een omslag te maken en een hele nieuwe manier van lesgeven door te voeren. Dit zou ook kunnen verklaren waarom docenten aangeven weinig behoefte te hebben aan ideeën en tips. 13 2.3 Literatuurverkenning 2.3.1 INLEIDING Het literatuuronderzoek doe ik naar aanleiding van de deelvragen. De volgende deelvragen zijn opgesteld voor de literatuurverkenning: 1. Wat zijn de mogelijkheden van een Chromebook? 2. Wat houdt digitale didactiek precies in? 3. Welk kwalitatief materiaal bestaat er voor brugklasleerlingen op het gebied van interactieve digitale didactiek? 4. Waar moet digitale didactiek aan voldoen om aan te sluiten bij de Daltonprincipes? Deze deelvragen leiden uiteindelijk tot het antwoord op de hoofdvraag: Hoe kunnen docenten van het Dalton Voorburg Chromebooks interactief inzetten tijdens de lessen en in hoeverre draagt dit bij aan de Dalton Doelstellingen? 2.3.2 MIDDENDEEL Chromebooks Chromebooks zien er uit als laptops, maar hebben meer de mogelijkheden van een tablet. Chromebooks draaien op een besturingssysteem van Google, ChromeOS. Op een normale laptop draait het besturingssysteem van Microsoft of Apple en de webbrowser is een onderdeel van de programma’s op de laptop. Google heeft dit met de Chromebook omgedraaid. Het besturingssysteem op een Chromebook is de webbrowser en vanuit de webbrowser kan je met Apps werken. Deze Apps van Google zijn gratis. De meeste andere apps zijn ook gratis of de basisversie is gratis. Een hele handige app voor op school is Google Classroom. De docent kan in deze App klassen aanmaken en opdrachten opgeven. Leerlingen kunnen via deze App zien welke opdracht ze moeten maken, wanneer de opdracht af moet zijn en de opdracht kan ook in Classroom ingeleverd worden. Docenten krijgen het werk als het ingeleverd is en kunnen het cijfer in Google Classroom zetten (Google, Every class is on a mission, 2016). Alles wat je maakt op een Chromebook wordt opgeslagen in de Cloud. Dat betekent dat alles op internet wordt opgeslagen. Een voordeel hiervan is dat je altijd en overal bij jouw bestanden kan (Google, The Chromium Projects, 2016). Een Chromebook beschikt niet over een harde schijf, alles gebeurt online. Het hebben van een goedwerkend wifi-netwerk op school is dan ook een vereiste. De Chromebook heeft wel een ingang voor USB, SD-kaart en een HDMI-poort (Kennisnet, 2015). Digitale didactiek Digitale didactiek is de kennis en kunde met betrekking tot het gebruik van ICT bij het faciliteren van het leren (Simons, 2003). Scholen die starten met het inzetten van digitale didactiek hebben regelmatig het verkeerde doel voor ogen, namelijk het inzetten van digitale didactiek. Dit klopt niet. Op een school is het doel leren, onderwijzen het middel en digitale didactiek het onderwijsgereedschap (Merkx, Wijnen, & Zuylen, 2012). Digitale didactiek staat in dienst van het uiteindelijk doel het leren en moet ervoor zorgen dat dit doel goed bereikt wordt. 14 Hoogleraar Robert-Jan Simons gaf in 2003 aan dat er zeven pijlers zijn waarop ICT kan leiden tot betere manieren van het vormgeven van leeractiviteiten. Sinds 2003 is er een hoop veranderd. Wilfred Rubens heeft deze pijlers herzien en is tot de volgende tien pijlers gekomen die belangrijk zijn bij digitale didactiek (Rubens, 2013): o Relaties leggen; o Creëren; o Naar buiten brengen; o Transparant maken; o Leren leren bevorderen; o Competenties centraal stellen; o Digitaal portfolio; o Flexibiliteit bevorderen; o Selectieve informatiereductie mogelijk maken; o Multimedia beter en gebruiksvriendelijker binnen leeractiviteit integreren en motiveren. Hieronder worden vier pijlers verder toegelicht. Relaties leggen ICT kan ervoor zorgen dat leerlingen makkelijker relaties kunnen leggen met de buitenwereld. Het is makkelijker geworden om andere informatiebronnen dan het leerboek te raadplegen, dit kan zorgen voor een verbreding van de kennis van leerlingen. Creëren Het gebruik van digitale didactiek kan de creativiteit van leerlingen bevorderen. Door een taak te geven waarbij de leerlingen iets moeten creëren wordt een beroep gedaan op de denkvaardigheden van de leerling. Voorbeelden hiervan zijn: het maken van een mindmap, digitale posters maken, het maken van een filmpje of het maken van een Prezi. Flexibiliteit bevorderen Flexibiliteit is een belangrijke pijler onder de digitale didactiek. Dankzij ICT kunnen leerlingen meer tijden plaats afhankelijk leren. Het is beter mogelijk voor leerlingen om in hun eigen tempo te leren en alleen datgene te leren dat aansluit op hun leerbehoeften. Multimedia beter en gebruiksvriendelijker binnen leeractiviteit integreren Door de ontwikkelingen op het gebied van ICT is het mogelijk om redelijk gemakkelijk ´rijk´ leermateriaal te gebruiken. Dit materiaal is vaak actueler dan een leerboek dat een aantal jaar mee moet gaan. Voorbeelden van materiaal zijn: online video’s, serious gaming en augumented reality (Rubens, 2013). Eerder deze paragraaf zei ik dat digitale didactiek in dienst moet staan van het uiteindelijke doel: het leren. Leren is natuurlijk een heel breed begrip. De ene keer wordt onder leren verstaan het onthouden van kennis en de andere keer het aanleren van nieuwe vaardigheden. Om deze doelen te bereiken zijn verschillende leermiddelen nodig. Volgens (Gijzen & van de Hoef, 2015) bestaan er vier soorten digitale leermiddelen: leermiddelen met een didactische functie, encyclopedische functie, creatieve functie en communicatieve functie. Hieronder worden de vier digitale leermiddelen kort besproken. 15 Digitale leermiddelen met een didactische functie Deze digitale leermiddelen nemen een deel van het onderwijs over, zoals het geven van instructie, het aanbieden van verwerkingsstof of het geven van feedback. Digitale leermiddelen met een didactische functie zijn een aanvulling op bestaande leermiddelen. Digitale leermiddelen met een encyclopedische functie Deze software is bedoeld om informatie op te zoeken. Voorbeelden hiervan zijn Google en Van Dale online. Digitale leermiddelen met een creatieve functie Met deze leermiddelen kunnen leerlingen informatie ordenen, verwerken of presenteren. Hierbij kan gedacht worden aan Prezi, Coggle en Glogster. Digitale leermiddelen met een communicatieve functie Als laatste zijn er de leermiddelen met communicatieve functie. Via Skype of Google Hangouts kunnen leerlingen diverse leerinhouden en communicatieve vaardigheden ontwikkelen door communicatie met anderen op de wereld. Materiaal interactieve digitale didactiek Interactief betekent letterlijk: in beide richtingen verlopend (Encyclo, 2017). Interactief lesgeven betekent dat leerlingen worden betrokken bij het onderwijs. Interactieve media kunnen helpen bij het differentiëren naar bijvoorbeeld leerniveau of tempo. Bij het beoordelen van de kwaliteit van leermateriaal wordt volgens Elen ( in Reints & Wilkens, 2012) naar drie aspecten gekeken: leerstof, didactiek en presentatie. Leren zonder leerstof is onmogelijk, maar leerstof moet nog wel een didactische vorm krijgen. Ten slotte moet het materiaal in een aantrekkelijke en functionele vorm gegoten worden. Pas als aan deze eisen is voldaan voldoet het leermateriaal aan de kwaliteitscriteria. Matthew Koehler & Punya Mishra ( in Beemt, 2014) beschrijven dat het belangrijk is om tijdens het lesgeven met interactieve digitale didactiek een goede balans te vinden tussen de werkvorm, de lesinhoud en de technologie. Om docenten hierbij te ondersteunen hebben zij het TPCK-model ontwikkeld. TPCK staat voor Technological Pedagogical Content Knowledge. Het TPCK-model bestaat uit drie onderdelen: technologische kennis, didactische kennis en inhoudelijke kennis. Technologische kennis is het weten welke toepassingen beschikbaar zijn voor het niveau of de klas. Didactische kennis is het weten welke leeractiviteiten het meest effectief zijn om de opgestelde leerdoelen te behalen en inhoudelijke kennis is de inhoudelijke kennis van het vak. Alle onderdelen moeten evenveel aan bod komen en elkaar hierdoor aanvullen. Bij het toepassen van het TPCK-model is het belangrijk om eerst de leerdoelen te bepalen, daarna een didactische werkvorm te kiezen die bij deze leerdoelen past en als laatste te kijken welke technologie deze werkvorm kan ondersteunen (Beemt, 2014). 16 Hieronder volgen een paar digitale leermiddelen met een korte toelichting. VO-content De Stercollecties van VO-content zijn complete digitale lessen en leerlijnen. Deze lessen zijn gemaakt door ervaren docenten en redacteurs. De Stercollecties sluiten aan op de kerndoelen van de onderbouw en zijn bedoeld als aanvulling of vervanging van de methode (vo-content, 2016). Wikiwijsmiddelenplein Dit is een digitaal platform met leermiddelen voor alle sectoren. Je kunt hier lesmateriaal zoeken, maken en bestaand materiaal bewerken. Op deze site staan onderdelen die in de lessen te gebruiken zijn tot complete lessen. Augmented reality Bij augmented reality wordt een extra laag over de werkelijkheid gelegd, die je via de camera van je smartphone of tablet kunt aanschouwen. Aurasma is een app waarbij docenten zelf lessen kunnen ontwikkelen en augumented reality opdrachten kunnen toevoegen. Serious Gaming Games zijn ICT-toepassingen die meestal niet voor leerdoeleinden worden gemaakt. Serious games zijn games die speciaal voor educatieve doelen zijn ontwikkeld. Bij deze games ligt de nadruk op het spelen en winnen, vooral om de motivatie van de leerlingen te bevorderen (Rubens, 2012). Twee websites waar serious games op staan zijn: databank games en eduapp. Beide inzetbaar voor alle vakken en de meeste games zijn gratis. Daltonprincipes Het Nederlandse Dalton onderwijs kent van oorsprong drie daltonprincipes: vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid en samenwerken. Deze daltonprincipes zijn in de loop van de tijd geëvolueerd. In 2012 zijn de daltonprincipes opnieuw bekeken met de huidige kennis van ontwikkelingspsychologie en nieuw didactische en maatschappelijke inzichten. Hieruit zijn vijf nieuwe kernwaarden voor het daltononderwijs ontwikkeld: Samenwerking, Vrijheid in gebondenheid, Effectiviteit, Zelfstandigheid en Reflectie (Dalton, Kernwaarden, 2014) Het Daltonplan is geen methode of systeem, het unieke aan het Daltonplan van Parkhurst is dat leerlingen de vrijheid krijgen om zelfstandig te werken en zelf hun schoolwerk mogen inplannen. Wanneer leerlingen zelf mogen kiezen waar zij aan willen werken en wanneer zij dit doen, werkt dit volgens Parkhurst motiverend voor de leerling. De kernwaarden van het Daltononderwijs zitten verweven door alle lessen en alle activiteiten binnen de school. Van leerkrachten op een Daltonschool wordt verwacht dat zij in elke les een onderdeel van de Daltonkernwaarden laten terugkomen. Daarnaast is het belangrijk dat docenten binnen deze kernwaarden experimenteren met effectieve werkwijzen en hierop reflecteren met als doel deze te verbeteren (Dalton, Praktijk, 2014). 2.3.3 CONCLUSIE Wat zijn de mogelijkheden van een Chromebook? Chromebooks draaien op een besturingssysteem van Google. De leerlingen werken met apps en hoeven dus geen programma’s te installeren. Chromebooks zijn te vergelijken met tablets, in de vorm van een laptop. De Apps voor de Chromebooks zijn te downloaden in de online store. De Apps van Google zijn gratis en de meeste andere Apps zijn ook gratis of de basisversie is gratis. 17 Chromebook werkt in de Cloud. Dat betekent dat alle bestanden online opgeslagen worden. Het voordeel hiervan is dat de bestanden altijd beschikbaar zijn. Een goed functionerend wifi-netwerk is wel een vereiste om Chromebooks optimaal te laten werken. Wat houdt digitale didactiek precies in? Het voornaamste doel van digitale didactiek is het effectiever organiseren van de leeractiviteit. Digitale didactiek is niet het doel, het is het onderwijsgereedschap om het uiteindelijke doel, het leren, te bereiken (Merkx, Wijnen, & Zuylen, 2012). Hoogleraar Robert-Jan Simons stelde in 2003 zeven pijlers van digitale didactiek op. Deze pijlers zijn herzien door Wilfred Rubens en hij is tot de volgende tien pijlers gekomen (Rubens, 2013): Relaties leggen, creëren, naar buiten brengen, transparant maken, leren leren bevorderen, competenties centraal stellen, digitaal portfolio, flexibiliteit bevorderen, selectieve informatiereductie mogelijk maken, multimedia beter en gebruiksvriendelijker binnen leeractiviteit integreren en motiveren. Digitale leermiddelen kunnen verschillende didactische functies hebben en daardoor gebruikt worden om verschillende doelen te behalen. Volgens (Gijzen & van de Hoef, 2015) bestaan er vier soorten digitale leermiddelen: o leermiddelen met een didactische functie; o Leermiddelen met een encyclopische functie; o Creatieve functie; o Communicatieve functie. Welk kwalitatief materiaal bestaat er voor brugklasleerlingen op het gebied van interactieve digitale didactiek? Om de kwaliteit van het leermateriaal te beoordelen wordt er naar drie aspecten gekeken: leerstof, didactiek en presentatie Elen ( in Reints & Wilkens, 2012). Aan alle drie de eisen moet worden voldaan voordat de leerstof voldoet aan de kwaliteitseisen. Voor docenten is het soms lastig om te beoordelen wanneer digitale didactiek toegepast kan worden en wanneer het gebruik van digitale didactiek zinvol is. Om docenten hierbij te ondersteunen hebben Matthew Koehler & Punya Mishra het TPCK-model ontwikkeld. Het model helpt docenten om een goede balans te vinden in de les tussen technologische kennis, didactische kennis en inhoudelijke kennis. Materiaal dat ingezet kan worden tijdens de les zijn: o De Stercollecties van VO content; o De lessen van Wikiwijsmiddelenplein; o De augmented reality app Aurasma; o Serious games, onder andere te vinden op Eduapp. Waar moet digitale didactiek aan voldoen om aan te sluiten bij de Daltonprincipes? Het Daltononderwijs kent vijf kernwaarden: Samenwerking, Vrijheid in gebondenheid, Effectiviteit, Zelfstandigheid en Reflectie (Dalton, 2104). Op het Dalton werken leerlingen met een taak. Leerlingen 18 krijgen de vrijheid om deze taak zelfstandig in te plannen en leerlingen mogen hier ook zelfstandig en op eigen tempo aan werken. Dit zorgt volgens Parkhurst motiverend bij leerlingen. De kernwaarden van het Dalton zijn niet alleen zichtbaar in de lessen, maar zitten verweven door alle activiteiten die op school plaatsvinden. Leerkrachten laten elke les een onderdeel van de Dalton kernwaarden in de les terugkomen. Het is belangrijk dat docenten blijven vernieuwen met werkvormen en hier ook op blijven reflecteren (Dalton, Praktijk, 2014). 19 3. HET BEROEPSPRODUCT 3.1 Conclusie verkenning Uit het praktijkonderzoek is gebleken dat de leerlingen relatief positief zijn over Chromebooks. De leerlingen ervaren meer afwisseling in de les en vinden de les leuker als zij op hun Chromebook mogen werken. Een groot deel van de leerlingen maakt zijn huiswerk op de Chromebook en zegt ook het werk eerder af te hebben wanneer zij op hun Chromebook werken. Leerlingen geven aan liever uit een boek te leren dan vanaf hun Chromebook en zeggen ook dat Chromebooks vaak als vervanging van het boek gebruikt worden. Een klein gedeelte van de docenten vindt het gebruik van Chromebooks echt een meerwaarde in de les. De andere docenten zijn hier niet ontzettend positief over. Wel geven alle docenten aan te weten hoe zij Chromebooks in de les kunnen inzetten. Daartegenover geven de docenten ook aan niet te merken dat leerlingen effectiever werken met Chromebooks, het lastiger is om feedback te geven met Chromebooks en de Chromebooks weinig te gebruiken als leerlingen moeten samenwerken. Uit de literatuur blijkt dat het inzetten van ICT op een goede manier nog niet zo eenvoudig is. Het TPCKmodel kan helpen bij het kiezen van een effectieve ICT-toepassing bij de inhoud van de werkvorm of de les (Beemt, 2014). Uit de literatuur blijkt ook dat in alle lessen die op het Dalton gegeven worden een onderdeel van de Dalton kernwaarden zichtbaar moet zijn. Daarnaast moeten leerlingen de vrijheid krijgen om zelfstandig hun werk in te plannen en hier aan te werken (Dalton, Praktijk, 2014). Door docenten meer kennis te geven van digitale didactiek en de beschikbare digitale leermiddelen kunnen docenten interactieve digitale didactiek inzetten tijdens hun lessen. Docenten geven aan dat leerlingen niet effectief werken op Chromebooks en Chromebooks niet in te zetten tijdens samenwerken en voor het geven van feedback. Het is goed mogelijk dat docenten Chromebooks niet inzetten, omdat ze te weinig bijdragen aan de Dalton kernwaarden. Docenten moeten dus kennis maken met digitale leermiddelen die de Dalton kernwaarden juist ondersteunen, waardoor ze de meerwaarde van Chromebooks wel gaan inzien. 3.2 Ontwerpeisen Op basis van het praktijk- en het literatuuronderzoek zijn ontwerpeisen opgesteld voor het beroepsproduct. Deze ontwerpeisen zijn opgesteld in overleg met de opdrachtgeefster. Het uiteindelijke product moest voldoen aan eisen aangaande kenmerken van de leraar, organisatorische en vakdidactische en inhoudelijke kenmerken (Donk & Lanen, 2012). De ontwerpeisen zijn als volgt uitgewerkt: 1. Het ontwerp moet door alle vakgroepen gebruikt kunnen worden. In het schooljaar 2015-2016 is het Dalton Voorburg gestart met het werken op Chromebooks. Op dit moment werken alleen leerlingen uit de eerste en tweede klas op een Chromebook, maar elk jaar komt hier een jaarlaag bij. Het beroepsproduct moet breed inzetbaar zijn ervoor gaan zorgen dat alle vakgroepen interactieve digitale didactiek in hun lessen in gaan zetten. 2. Het ontwerp verschijnt in de vorm van een workshop van een uur met bijbehorend naslagwerk. 20 Uit de enquêtes onder docenten blijkt dat er geen grote behoefte aan tips en ideeën is, echter uit de enquête blijkt ook dat meer dan de helft van de docenten Chromebooks geen aanvulling vinden op de lessen en de meerwaarde van Chromebooks niet inzien. Daarnaast geven de docenten ook aan niet te merken dat leerlingen effectiever werken op Chromebooks, vinden docenten het lastiger om feedback te geven als leerlingen op Chromebooks werken en vinden de meeste docenten de lessen niet beter aansluiten op de leefomgeving van de leerlingen. Omdat de docenten aangeven weinig behoefte te hebben aan tips en ideeën is de verwachting dat alleen een handleiding onvoldoende effect teweegbrengt. 3. Het ontwerp moet doormiddel van een stappenplan makkelijk toe te passen zijn. Uit het interview met ICT coördinator Ron Bolling blijkt dat docenten het lastig vinden om nieuwe dingen te proberen en het moeilijk vinden om een nieuwe manier van lesgeven door te voeren (Bolling, 2016). Het ontwerp moet mogelijkheden bieden die geïntegreerd kunnen worden in de huidige lessen van docenten en het moet docenten niet te veel tijd kosten om deze mogelijkheden toe te passen. Anders is de kans op docenten die het ontwerp niet gebruiken of afhaken groot. Het ontwerp moet een stappenplan bevatten, waardoor het gebruik van interactieve digitale didactiek vergemakkelijkt wordt. 4. Het ontwerp moet docenten uitnodigen om interactieve digitale didactiek te gebruiken. Deze ontwerpeis komt voort uit de onderzoeksvraag. Uit de enquêtes van docenten blijkt dat ongeveer de helft van de docenten Chromebooks inzet tijdens de les. Uit de enquêtes van leerlingen blijkt dat Chromebooks meestal worden gebruikt in plaats van het boek. ICT coördinator Ron Bolling ziet het Chromebook als extra mogelijkheid om lesstof aan te bieden, maar vindt niet dat er alleen nog maar met het Chromebook lesgegeven moet worden (Bolling, 2016). Het ontwerp moet docenten uitnodigen om interactieve digitale didactiek toe te passen en het Chromebook niet alleen te gebruiken ter vervanging van het lesboek. 5. Het ontwerp moet een uitleg bevatten van de mogelijkheden. Uit het literatuuronderzoek blijkt dat digitale didactiek niet zomaar toegepast moet worden. Het is belangrijk om een goede balans te vinden tussen werkvorm, lesinhoud en technologie (Beemt, 2014). Uit het praktijkonderzoek blijkt dat leerlingen niet effectiever werken op een Chromebook en dat docenten Chromebooks niet inzetten tijdens samenwerken en het geven van feedback. Het product moet interactieve digitale leermiddelen bevatten die de Dalton kernwaarden ondersteunen, waardoor Chromebooks ook een meerwaarde in de les worden. 3.3 Het ontwikkelde product Op het Dalton Voorburg zijn in het schooljaar 2015-2016 de brugklassen gestart met het werken met Chromebooks. De leerlingen moeten deze Chromebook elke dag opgeladen meenemen en het is de bedoeling dat zij deze Chromebook tijdens de lessen gebruiken. Dit kan doordat een deel van de methode op de Chromebook staat, maar het Chromebook kan ook als aanvulling op de lessen gebruikt worden. Dit is mogelijk door digitale didactiek in te zetten. 21 Als onderwerp voor dit onderzoek heb ik het interactief inzetten van Chromebooks gekozen, omdat de docenten van de sectie Nederlands, maar zeker ook docenten van andere vakgroepen op het Dalton Voorburg nog maar weinig gebruik maken van interactieve didactiek tijdens de lessen. Uit de enquêtes van docenten blijkt dat een groot deel van de docenten Chromebooks niet als aanvulling op de lessen ziet en ook de meerwaarde van Chromebooks niet inziet. Uit de enquêtes met leerlingen blijkt dat zij het werken met Chromebooks als erg leuk ervaren en de lessen ook leuker vinden als Chromebooks gebruikt worden. Doelgroep Dit product is ontworpen voor alle docenten die werkzaam zijn op het Dalton Voorburg. In het schooljaar 2015-2016 zijn de eerste brugklassen begonnen met het werken op Chromebooks, uiteindelijk krijgen alle docenten en alle vakgroepen te maken met leerlingen die in het bezit zijn van een Chromebook. De vakken wiskunde en Frans zijn volledig overgegaan op het werken met Chromebooks, terwijl vakken als Nederlands en Engels achterblijven in deze vooruitgang. Het is de bedoeling dat het beroepsproduct alle docenten van alle vakken informeert over de mogelijkheden van het interactief inzetten van Chromebooks, zodat dit een nieuwe mogelijkheid biedt om lesstof tijdens de lessen aan te bieden. Doel Voor de workshop en de handleiding zijn vooraf een aantal doelen opgesteld. Deze doelen geven het gewenste effect van de workshop en de handleiding weer: Docenten hebben meer kennis en kunde van interactieve digitale didactiek. Docenten zullen de stap om digitale didactiek in te zetten minder groot vinden. Docenten kunnen beter bepalen wanneer het inzetten van interactieve digitale didactiek wel en niet zinvol is. Door stap voor stap uitleg zien docenten dat het interactieve digitale didactiek niet lastig in gebruik is. Door oefening na de workshop leren docenten zelf interactieve digitale didactiek te gebruiken. Om deze doelen te behalen moet het beroepsproduct afgestemd zijn op de ontwerpeisen. De volgende ontwerpeisen zijn voor dit beroepsproduct opgesteld: 1. Het ontwerp moet door alle vakgroepen gebruikt kunnen worden. 2. Het ontwerp verschijnt in de vorm van een workshop van een uur met bijbehorend naslagwerk. 3. Het ontwerp moet doormiddel van een stappenplan makkelijk toe te passen zijn. 4. Het ontwerp moet docenten uitnodigen om interactieve digitale didactiek te gebruiken. 5. Het ontwerp moet een uitleg bevatten van de mogelijkheden. Deze ontwerpeisen vloeien voort na het praktijkonderzoek onder docenten, leerlingen en de ICT coördinator en na het literatuuronderzoek op het Dalton Voorburg. Vorm Het beroepsproduct heeft de vorm van een workshop met papieren en digitaal naslagwerk. Er is gekozen voor een workshop, omdat docenten tijdens deze workshop op een laagdrempelige manier kennis kunnen maken met verschillende interactieve digitale leermiddelen. Docenten krijgen te weten waarvoor ze dit interactieve digitale leermiddel kunnen inzetten en worden stap-voor-stap door de programma’s geloodst worden. 22 De workshop wordt gegeven volgens het 4-MAT model van Bernice McCarthy. Dit model bevat vier stappen en is bedoeld om de luisteraars kennis te overbrengen en te overtuigen deze nieuwe kennis te gebruiken (4MAT, 2017). De stappen uit het 4-MAT model zijn als volgt: Waarom? Wat? Hoe? Wat als? Alle docenten van het Dalton Voorburg kunnen de workshop volgen en na het volgen van de workshop gebruik maken van de handleiding. De handleiding is alleen beschikbaar voor docenten die de workshop volgen. De handleiding dient als naslagwerk en niet als individueel product. De workshop en handleiding zijn op elkaar afgestemd en vullen elkaar aan. De workshop duurt een uur. Na dit uur is het de bedoeling dat de docenten aan de slag gaan met het naslagwerk. Het beroepsproduct is grotendeels digitaal en kan bijgewerkt worden als er nieuwe ontwikkelingen zijn in de digitale didactiek. Hierdoor blijft het beroepsproduct duurzaam en bruikbaar. 23 4. OVERDRACHT EN EVALUATIE 4.1 Overdracht Het beroepsproduct wordt op 24 januari gepresenteerd op het Dalton Voorburg. Voor deze presentatie zijn de opdrachtgever, de docenten uit de zes verschillende vakgroepen en de ICT coördinatoren uitgenodigd. De planning van deze presentatie is terug te vinden in bijlage 4A. Voor de overdracht is een presentatie gemaakt waarin de belangrijkste punten besproken. De onderzoeksvraag en deelvragen komen aan bod, de onderzoeksresultaten van het praktijkonderzoek worden besproken en de docenten krijgen de ontworpen handleiding en workshop te zien. Deze presentatie zal ongeveer 15 minuten duren. Na de presentatie krijgen de aanwezige docenten de tijd om kritische vragen te stellen over het gepresenteerde product. De betrokken personen zijn van te voren op de hoogte gesteld van de presentatie. De presentatie is gepland op een studiemiddag, waardoor alle docenten op school moeten zijn. In de aankondiging is verteld waar de presentatie over gaat, hoe laat de presentatie is en op welke locatie de presentatie gaat plaatsvinden. Het beroepsproduct is uitgedeeld aan de docenten die tijdens de presentatie aanwezig waren. Om de docenten die niet aanwezig konden zijn ook te informeren over het beroepsproduct, heb ik een aantal uitgeprinte versies neergelegd in de docentenkamer en in de docentenwerkkamer. Om te evalueren wat de docenten van het beroepsproduct vinden heb ik een evaluatie-instrument opgesteld, deze is terug te vinden in bijlage 4B. De docenten hebben tijdens de presentatie niet genoeg tijd om het gehele beroepsproduct grondig door te lezen. Daarom is gekozen om de docenten te laten evalueren op de ontwerpeisen en de opgestelde doelen van de workshop. Deze ontwerpeisen en doelen van de workshop waren opgesteld vanuit het praktijkonderzoek en de problemen die hierdoor duidelijk werden en vanuit het literatuuronderzoek. Het evaluatie-instrument is er op gericht om te beoordelen in hoeverre het beroepsproduct het praktijkprobleem oplost (Donk & Lanen, 2012). De docenten kunnen bij elke vraag voldoende, matig of onvoldoende invullen en kunnen bij elke stelling opmerkingen plaatsen. 4.2 Evaluatie Om het product goed te kunnen evalueren heb ik informatie nodig van docenten en van mijn opdrachtgever. Deze gegevens komen onder anderen uit het evaluatie-instrument wat ik voor de presentatie had opgesteld. Dit evaluatie-instrument is gebaseerd op de ontwerpeisen en de doelen die voor het beroepsproduct zijn opgesteld. Voor de evaluatie met mijn opdrachtgever heb ik een gespreksleidraad opgesteld. In deze gespreksleidraad komen de ontwerpeisen en de doelen van het beroepsproduct. Wij lopen samen deze gespreksleidraad en ik zal elke keer beargumenteren op welke manier mijn product hier aan voldoet. Deze gespreksleidraad is terug te vinden in bijlage 4B. Ik heb het beroepsproduct gepresenteerd aan docenten en aan mijn opdrachtgever. Daarnaast heb ik het product beschikbaar gesteld voor docenten die niet aanwezig konden zijn bij de presentatie. Vanuit 24 docenten die bij de presentatie aanwezig waren alsmede docenten die mijn beroepsproduct hadden bekeken, kreeg ik positieve reacties. Conclusie Terugblikkend op de presentatie en het verspreiden van de handleiding en workshop kan geconcludeerd worden dat het product voldoet aan een groot deel van de eisen die de school vooraf heeft opgesteld. Het product kan in alle vakgroepen gebruikt worden, bevat een stappenplan en het nodigt docenten uit om interactieve digitale didactiek. De eerste reacties zijn positief en de collega’s die aanwezig waren tijdens de presentatie zouden de workshop graag willen volgen. Ik ga nog in overleg met de ICT coördinatoren om deze workshop in te plannen. De sterke kanten van het product is de mogelijkheid om het product aan te passen als de technologie veranderd. Daarnaast nodigt het ontwerp docenten uit om digitale didactiek in te zetten tijdens hun lessen. De zwakke kanten zijn het niet overduidelijk terugkomen van de daltonkernwaarden. Ik heb digitale leermiddelen uitgezocht die deze kernwaarden kunnen ondersteunen, maar heb deze kernwaarden niet expliciet benoemd. Daarnaast was het voor de docenten nog niet gelijk duidelijk of het stappenplan ervoor zorgde dat de digitale leermiddelen makkelijker toepasbaar waren. Als vervolgonderzoek is het zinvol om te onderzoeken waarom leerlingen liever uit een boek leren, dan uit een Chromebook. Daarnaast is het zinvol om de docenten na het volgen van de workshop nogmaals de enquête in te laten vullen. Geven de docenten dan aan Chromebooks wel zinvol te vinden, gebruiken docenten Chromebooks dan wel voor het geven van feedback en vinden docenten dan wel dat leerlingen op een Chromebook effectiever werken? 25 BIBLIOGRAFIE 4MAT. (2017). 4MAT a natural learning circle. Retrieved januari 12, 2017, from 4MAT: http://www.4mat.eu/4mat-what-is-it.aspx Beemt, A. v. (2014). Leren met interactieve media. Assen: Van Gorcum. Berends, T. (2016, juni). Interactief met Chromebooks. Utrecht. Bolling, R. (2016, december 9). Interview ICT coördinator. (L. Schreuders, Interviewer) Coggle. (n.d.). Coggle. Retrieved december 16, 2016, from Coggle: www.coggle.it Content, V. (n.d.). Stercollecties. Retrieved december 15, 2016, from Vo Content: https://www.vocontent.nl/leermateriaal/stercollecties/ Cram. (n.d.). Flashcards. Retrieved december 15, 2016, from Cram: www.cram.com Dalton. (2014). Kernwaarden. Retrieved from Dalton.nl: http://www.dalton.nl/daltononderwijs/kernwaarden Dalton. (2014). Praktijk. Retrieved december 20, 2016, from Dalton.nl: http://dalton.nl/daltononderwijs/praktijk Daltononderwijs. (2014). daltononderwijs. Retrieved from dalton.nl: http://www.dalton.nl/daltononderwijs didactiek, D. (2005). Effectief online onderwijs. Retrieved from digitale didactiek: https://www.digitaledidactiek.nl/wp/?p=871 Donk, C. v., & Lanen, B. v. (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. Encyclo. (2017). Interactief. Retrieved december 10, 2016, from Encyclo.nl: http://www.encyclo.nl/begrip/interactief FlipQuiz. (n.d.). FlipQuiz. Retrieved december 15, 2016, from FlipQuiz: www.flipquiz.me gigitaal. (2015). digitale didactiek. Retrieved from gigitaal: http://www.gigitaal.nl/onderwijs/digitaledidactiek/ Gijzen, W., & van de Hoef, H. (2015, mei 20). differentiëren met digitale leermiddelen. Retrieved from Platform 21: http://www.l21.nl/wp-content/uploads/2015/05/Differentieren-DigitaleLeermiddelen_Gijzen_Hoef_mei_15.pdf Google. (2016, november). Every class is on a mission. Retrieved from Google for education: https://www.google.com/edu/products/productivity-tools/classroom/ 26 Google. (2016, november). The Chromium Projects. Retrieved from Chromium: http://www.chromium.org/chromium-os Kennisnet. (2015, juni 30). Chromebooks in het onderwijs: de voor- en nadelen op een rij. Retrieved from Kennisnet: https://www.kennisnet.nl/artikel/chromebooks-in-het-onderwijs-de-vooren-nadelen-op-een-rij/ LessonUp. (n.d.). LessonUp. Retrieved december 16, 2016, from LessonUp: www.lessonup.io Merkx, T., Wijnen, W., & Zuylen, J. (2012). Beter leren met digitale didactiek. Retrieved from Studio vo: http://www.studiovo.nl/wp-content/uploads/2012/10/Beter-leren-met-digitaledidactiek.pdf Nearpod. (n.d.). Nearpod. Retrieved december 22, 2016, from Nearpod: www.nearpod.com Prezi. (n.d.). Prezi. Retrieved december 12, 2016, from Prezi: www.prezi.com Reints, A., & Wilkens, H. (2012). Wat bepaalt de kwaliteit van digitaal leermateriaal. 4W, 28-59. Rubens, W. (2012). Typering leertechnologieën. Retrieved from Wilfredrubens.com: https://www.telearning.nl/blog/typering-leertechnologieen-hulpmiddel-bij-ontwerpsessies/ Rubens, W. (2013). E-learing trends en ontwikkelingen. Middelbeers: InnoDoks. Schoenbart, A. (2015, oktober 28). Maximize learning opportunities with Chromebook management. Retrieved from Tech & learning: http://www.techlearning.com/resources/0003/maximizelearning-opportunities-with-chromebook-management/69703 Simons, R.-J. (2003). Digitale didactiek. Utrecht. Socrative. (n.d.). Socrative. Retrieved december 16, 2016, from Socrative: www.socrative.com Thinglink. (n.d.). Thinglink. Retrieved december 13, 2016, from Thinglink: www.thinglink.com Toebosch, B. (2016, april 21). Percepties van Leerlingen uit het voortgezet Daltononderwijs ten aanzien van reflectie. Utrecht, Nederland. Wikiwijsleermiddelenplein. (n.d.). Wikiwijsleermiddelenplein. Retrieved december 22, 2016, from Wikiwijsleermiddelenplein: www.wikiwijsleermiddelenplein.nl 27 BIJLAGE 2A ONDERZOEKSINSTRUMENTEN PRAKTIJKVERKENNING ENQUÊTE ERVARINGEN MET CHROMEBOOKS LEERLINGEN 28 29 30 ENQUÊTE ERVARINGEN CHROMEBOOKS DOCENTEN 31 32 33 INTERVIEW ICT COÖRDINATOR 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Waarom is er voor Chromebooks gekozen en niet voor tablets of laptops? Wat zijn de mogelijkheden van Chromebooks? Wat zijn de voordelen en wat zijn de nadelen van Chromebooks? Hoe vind je nu dat de Chromebooks en de google apps gebruikt worden? Ben je tevreden of vind je dat de mogelijkheden nog niet genoeg benut worden? Vorig schooljaar zijn de Chromebooks ingevoerd. Op welke manier zijn de docenten hierover geïnformeerd of op voorbereid? Is het voor docenten ook mogelijk om bijscholing te krijgen over het gebruik van Chromebooks? Is voor jou het doel dat de leerlingen hun lessen volgen met hun Chromebook of zie jij het als toepassing die kan bijdragen aan de lessen? Wat zou jouw ideale beeld zijn als het gaat om het lesgeven met Chromebooks en wanneer hoop jij dat dit werkelijkheid wordt. 34 BIJLAGE 2B GEORDENDE GEGEVENS PRAKTIJKVERKENNING UITSLAG ENQUÊTE DOCENTEN 32 UITSLAG ENQUÊTE LEERLINGEN 33 INTERVIEW ICT COÖRDINATOR ICT coordinator: Ron Bolling Datum: donderdag 9 december 2016 Tijd: 12:50 Locatie: docentenkamer Waarom is er voor Chromebooks gekozen en niet voor tablets of laptops? We kwamen jaren geleden op het idee om over te stappen op meer digitaal onderwijs, omdat de computerlokalen steeds vaker vol zaten. Het is niet mogelijk om steeds maar computerlokalen erbij te maken, daarom kwamen we op het idee van laptops. Wij hebben toen ook bij een andere school gekeken, maar de laptops zijn er niet gekeken. De tablets kwamen toen en dat was toch een vernieuwing op technologie gebied, dus zij zijn ons gaan oriënteren op tablet. Daarvoor hebben wij ook bij een andere school gekeken en uiteindelijk hebben wij op school ook een tabletklas gehad. Alle docenten hadden tablets gehad en konden hier ook mee werken. Wij hadden gekozen voor Asus tablets, want we wilden niet vastzitten aan Apple. Nadelen aan de tablets waren de korte accuduur en het gebrek aan goed materiaal. Na een jaar zijn wij gestopt met de tablets. De school maakte al gebruik van google apps, zoals Gmail, dus de Chromebooks spraken ons wel aan. Toen hebben wij ook bij een andere school gekeken en dat beviel goed. Wij zijn toen begonnen met het introduceren van Chromebooks. De eerste serie Chromebooks die wij hadden, hadden touchscreens en een slechte hoes. Hier waren daardoor nog wel eens problemen mee. Over de Chromebooks die nu door de leerlingen gebruikt worden zijn wij erg tevreden. Wat zijn de mogelijkheden van Chromebooks? Google Docs is een heel handige app. Leerlingen kunnen documenten met elkaar delen, leerlingen kunnen gezamenlijk aan een document werken en docenten kunnen de geschiedenis van het document bekijken. Hierdoor kan je heel goed zien wat een leerling gedaan heeft. Op Classroom kan de docent een opdracht opgeven en leerlingen kunnen de opdracht via Classroom inleveren. Per klas kan je hierdoor heel overzichtelijk zien welke leerlingen de opdrachten wel, niet of te laat hebben ingeleverd. Ook kan je een beoordeling geven via Classroom. Verder zit er ook een microfoon op de Chromebook, hiermee kan je dingen opnemen en de leerlingen kunnen ook interviews afnemen via hun Chromebook als dat nodig is. Wat zijn de voordelen en wat zijn de nadelen van Chromebooks? De voordelen van Chromebooks zijn: de lange accuduur. De accu van Chromebooks gaan met gemak een lesdag mee. Daarnaast werkt het meeste materiaal van de methodes erop. Dit was bij de tablets niet zo, hier werkte bijvoorbeeld geschiedenis niet op. Daarnaast kunnen leerlingen met dyslexie ook gebruik maken van Textaid. Nadelen van Chromebooks zijn: het hebben van minder controle op wat leerlingen doen. Ook is er voor de leerlingen veel meer mogelijke afleiding van sites en spelletjes als zij op hun Chromebook werken. Go 34 Guardian is een programma waarmee je kan zien wat leerlingen allemaal op hun Chromebook doen, maar er zijn docenten die daar geen gebruik van willen maken. Hoe vind je nu dat de Chromebooks en de google apps gebruikt worden? Ben je tevreden of vind je dat de mogelijkheden nog niet genoeg benut worden? Het kan altijd beter. Ikzelf gebruik de Drive regelmatig om documenten te delen met mijn leerlingen. Ik weet dat een docent aardrijkskunde al zijn lessen met google presentations maakt. Wij zijn ook aan het kijken of de daltonagenda in google agenda gemaakt kan worden, zodat de leerlingen deze ook op hun Chromebook hebben. Docenten zijn degene die het voortouw moeten nemen als het gaat om het gebruik van Chromebooks. Zolang zij de mogelijkheden in hun les niet gebruiken, zullen leerlingen dit ook niet doen. Vorig schooljaar zijn de Chromebooks ingevoerd. Op welke manier zijn de docenten hierover geïnformeerd of op voorbereid? Het jaar daarvoor hebben de docenten een cursus gehad. Het is hun dat jaar medegedeeld en hebben zich erop moeten oriënteren. Sommige secties hebben dit beter gedaan dan anderen. Nu wij voor het tweede jaar Chromebooks gebruiken zie ik wel dat het beter werkt dan vorig jaar. De leerlingen in de eerste klas gebruiken hun Chromebook al meer dan de tweedejaars het eerste jaar deden. Vaak is het bij de docenten dat Chromebooks heel goed worden gebruikt of juist helemaal niet. Een veelgehoorde klacht is dat leerlingen spelletjes spelen op hun Chromebook. Is het voor docenten ook mogelijk om bijscholing te krijgen over het gebruik van Chromebooks? Ja, dit is zeker mogelijk. Wij van ICT vinden dat hier veel te weinig gebruik van wordt gemaakt. Docenten zitten vaak vast aan hun manier van lesgeven en vinden het lastig om nieuwe dingen te proberen. Het lukt maar weinig docenten om echt een omslag te maken en een hele nieuwe manier van lesgeven door te voeren. Is voor jou het doel dat de leerlingen hun lessen volgen met hun Chromebook of zie jij het als toepassing die kan bijdragen aan de lessen? Ik zie het als een leermiddel. Het is een extra mogelijkheid om de lesstof aan te bieden. Sommige vakken geven alleen nog maar les via het Chromebook en dat hoeft van mij ook niet. De leerlingen moeten kunnen kiezen wat zij zelf het prettigste vinden. Zij moeten ook de mogelijkheid krijgen om sommige lesstof zonder het Chromebook te behandelen. Wat zou jouw ideale beeld zijn als het gaat om het lesgeven met Chromebooks en wanneer hoop jij dat dit werkelijkheid wordt. Het meest ideale beeld vind ik lastig. De school moet grondig gaan nadenken over de mogelijkheid om het lesrooster los te laten. Dit zorgt voor veel meer vrijheid en ook voor veel meer mogelijkheden. Ik merk dat docenten heel hard aan het werk zijn en leerlingen heel weinig doen. Dit moet juist andersom. Wij gaan in Zweden kijken naar scholen die werken zonder lesrooster: Kunskapsskolan. Het idee hierachter is dat leerlingen zelf verantwoordelijk zijn voor hun leren. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen 35 daardoor gemotiveerder zijn en de cijfers ook beter zijn. Door Chromebooks leren leerlingen ook beter zelfverantwoordelijk leren, omdat ze alles wat ze nodig hebben op hun drive hebben staan. Of dat ideale beeld werkelijkheid wordt weet ik niet, maar ik denk dat ik niet meer werk als het werkelijk zover is. 36 BIJLAGE 3A HET BEROEPSPRODUCT Handleiding INTERACTIEF MET CHROMEBOOKS OP HET DALTON Student: Studentnummer: Cursus: Cursuscode: Begeleider: Opdrachtgever: Projectnummer kennisbank: Lidewij Schreuders 1632569 Beroepsproduct 2, Opleiding, Instituut Archimedes OAR-H2BERPDT2-12 Matthijs Noorlander, Hogeschool Utrecht Maria Kramer, Dalton Voorburg 8619 37 Inhoudsopgave Waarom deze handleiding? ..............................................................................................................39 Wat is digitale didactiek? ...................................................................................................................40 Digitale didactiek...................................................................................................................................40 Digitale didactiek met een didactische functie ........................................................................42 Prezi ......................................................................................................................................................42 LessonUp ............................................................................................................................................43 Nearpod .............................................................................................................................................44 Digitale leermiddelen met een creatieve functie .....................................................................45 Thinglink ..............................................................................................................................................45 Coggle ................................................................................................................................................46 Google Sites ......................................................................................................................................47 Serious Gaming ....................................................................................................................................48 Socrative ............................................................................................................................................48 Cram ...................................................................................................................................................49 FlipQuiz ................................................................................................................................................50 Digitaal leermateriaal.........................................................................................................................51 VO Content stercollecties .............................................................................................................51 Wikiwijsleermiddelenplein..............................................................................................................52 Bibliografie ................................................................................................................................................53 38 Waarom deze handleiding? Voor u ligt de handleiding Interactief met Chromebooks op het Dalton. Deze handleiding is bedoeld als voorbereiding voor het geven van de workshop Interactief met Chromebooks op het Dalton. Het naslagwerk is bedoeld om te gebruiken na het bijwonen van de workshop. Doelgroep De workshop Interactief met Chromebooks op het Dalton en dit naslagwerk is bedoeld voor docenten van het Dalton Voorburg. De workshop en het naslagwerk kunnen gebruikt worden door docenten van alle vakgroepen en jaarlagen. Doel Voor de workshop en de handleiding zijn vooraf een aantal doelen opgesteld. Deze doelen geven het gewenste effect van de workshop en de handleiding weer. Docenten hebben meer kennis en kunde van interactieve digitale didactiek. Docenten zullen de stap om digitale didactiek in te zetten minder groot vinden. Docenten kunnen beter bepalen wanneer het inzetten van interactieve digitale didactiek wel en niet zinvol is. Door stap voor stap uitleg zien docenten dat het interactieve digitale didactiek niet lastig in gebruik is. Door oefening na de workshop leren docenten zelf interactieve digitale didactiek te gebruiken. Vorm De workshop Interactief met Chromebooks op het Dalton is gemaakt in Prezi en heeft een duur van een uur. Tijdens deze workshop beschikken alle deelnemende docenten over een Chromebook. Op deze manier kunnen de docenten stap voor stap meedoen met de workshop. De handleiding Interactief met Chromebooks op het Dalton wordt op papier en digitaal aangeboden aan de deelnemende docenten. Hiervoor is gekozen, omdat sommige docenten het prettiger vinden om de handleiding door te kunnen bladeren en andere docenten hebben de voorkeur om de handleiding digitaal te kunnen inzien. De handleiding bestaat uit 18 pagina’s waarin besproken wordt wat digitale didactiek is en waar van 11 interactieve digitale leermiddelen een stapvoor-stap uitleg staat. De workshop en handleiding is toegankelijk voor alle docenten die wensen deel te nemen aan de workshop. Doordat op dit moment pas twee jaarlagen met Chromebooks werken is de verwachting dat de workshop en de handleiding de komende jaren door een groot deel van de docenten gevolgd en gebruikt gaat worden. Natuurlijk kan deze door ontwikkelingen in de interactieve digitale didactiek waar nodig aangepast worden. 39 Wat is digitale didactiek? Digitale didactiek is de kennis en kunde met betrekking tot het gebruik van ICT bij het faciliteren van het leren (Simons, 2003). Scholen die starten met het inzetten van digitale didactiek hebben regelmatig het verkeerde doel voor ogen, namelijk het inzetten van digitale didactiek. Dit klopt niet. Op een school is het doel leren, onderwijzen het middel en digitale didactiek het onderwijsgereedschap (Merkx, Wijnen, & Zuylen, 2012). Digitale didactiek staat in dienst van het uiteindelijk doel het leren en moet ervoor zorgen dat dit doel goed bereikt wordt. Hoogleraar Robert-Jan Simons gaf in 2003 aan dat er zeven pijlers zijn waarop ICT kan leiden tot betere manieren van het vormgeven van leeractiviteiten (Rubens, 2013).: o o o o o o o Relaties leggen; Creeëren; Naar buiten brengen; Transparant maken; Leren leren bevorderen; Competenties centraal stellen; Flexibiliteit bevorderen; Leren is een heel breed begrip. De ene keer wordt onder leren verstaan het onthouden van kennis en de andere keer het aanleren van nieuwe vaardigheden. Om deze doelen te bereiken zijn er verschillende leermiddelen nodig. Volgens (Gijzen & Hoef, 2015) bestaan er vier soorten digitale leermiddelen: leermiddelen met een didactische functie, encyclopedische functie, creatieve functie en communicatieve functie. Digitale didactiek moet niet zomaar ingezet worden. Het moet in dienst staan van de leermiddelen en het digitale leermiddel moet ook effectief zijn. Het is dus belangrijk om een goede balans te vinden tussen de lesinhoud, de workvorm en de technologie. Het TPCK-model van Koehler & Mishra kan hierbij helpen(Beemt, 2014). Het TPCK-model bestaat uit drie onderdelen: technologische kennis, didactische kennis en inhoudelijke kennis en dit model helpt docenten een goede balans tussen alle drie de onderdelen te vinden. 40 Digitale didactiek Hieronder volgt een stap-voor-stap uitleg van de interactieve digitale leermiddelen die tijdens de workshop aan bod zijn gekomen. Elk stappenplan begint met het aanmaken van een account en eindigt bij het inzetten tijdens de les. De digitale leermiddelen zijn opgedeeld in vier categorieën: Digitale leermiddelen met een didactische functie Deze leermiddelen zijn bedoeld om een deel van de les over te nemen, bijvoorbeeld het geven van instructie, het aanbieden van verwerkingsstof of het geven van feedback. De volgende interactieve digitale leermiddelen worden besproken: Prezi LessonUp Nearpod Digitale leermiddelen met een creatieve functie Deze leermiddelen zijn bedoeld voor docenten en leerlingen om informatie op een andere manier te verwerken en aan te bieden. Deze leermiddelen geven leerlingen en docenten een mogelijkheid om de lesstof creatief te verwerken. De volgende interactieve digitale leermiddelen worden besproken: Thinglink Coggle Google sites Serious gaming Serious games zijn games die gericht zijn op het leren, oefenen en onthouden van lesstof. Deze leermiddelen geven een speels element aan het leren. De volgende serious games worde besproken: Socrative Cram Flipquiz Digitaal leermateriaal Digitaal leermateriaal zijn volledige interactieve opdrachten en methodes die naast het reguliere leermateriaal ingezet kunnen worden. Dit digitale leermateriaal sluit aan op de kerndoelen en eindtermen in het onderwijs. De volgende twee websites worden besproken: VO Content stercollecties Wikiwijsleermiddelenplein 41 Digitale didactiek met een didactische functie Prezi 1. Ga naar www.prezi.com. 2. Klik op ‘get started with Prezi’. 3. Je krijgt verschillende abonnementen te zien. Klik aan de rechterkant van het scherm op ‘continue free’. Vul jouw gegevens in en klik op ‘create your free public account’. 4. Klik op ‘take off’ om verschillende filmpjes te bekijken over het maken van een prezi of klik op ‘create a new prezi’. 5. Je kan een template gebruiken of met een lege prezi beginnen. Om te beginnen is het handiger om een template te gebruiken. Kies een template uit, je kan kiezen uit latest en more. Selecteer de template en klik op ‘use template’. 6. Je ziet nu jouw template met cirkels. Aan de linkerkant van het scherm zie je de slides. Als je op een van de slides drukt, dan zie je dat er ingezoomd wordt op deze slide. 7. Geef jouw Prezi een titel en begin bij de eerste slide. Maak een titel en typ de overige tekst. Je kan meerdere tekstvakken toevoegen door op een lege plek in de slide te drukken. 8. Afbeeldingen, video’s en documenten kan je toevoegen door op insert, bovenaan het scherm, te drukken. 9. Je kan extra frames toevoegen door rechtsboven op het plusje te drukken. Onder dit plusje staat ‘circle frame’. Standaard staat het frame ingesteld op cirkels, maar je kan ook een vierkant of een onzichtbaar frame kiezen. 10. Ben je klaar en wil je weten in welke volgorde jouw slides lopen? Druk dan linksonder op ‘edit path’. Je krijgt te zien in welke volgorde de slides voorbij komen. 11. Prezi slaat de weizigingen automatisch op. Klik op ‘present’ om de Prezi te presenteren. 42 LessonUp 1. Ga naar www.lessonup.io 2. Klik rechts op de knop: ‘inloggen als docent’. 3. Klik op de link: ‘registreer je hier’ of klik op de knop: ‘log in met je Google account’. Druk op toestaan en je bent ingelogd. 4. Bovenaan de pagina heb je de keuze tussen twee tabbladen: ‘mijn LessonUp’ en ‘lessen van anderen’. We beginnen met Mijn LessonUp 5. Klik op ‘maak een nieuwe les’ en geef jouw les een naam. 6. Bekijk de afbeelding. 1. Bij punt 1 kan je de lesduur, school, niveau, klas en vak invoeren. 2. Klik op voeg toe om slides, video’s, afbeeldingen, google maps, quizvragen of een woordweb toe te voegen. 3. De les is ingedeeld in 5 verschillende fasen: vooraf, instructie, toepassing, evaluatie en differentiatie. 7. De les wordt automatisch opgeslagen. 8. Klik op ‘mijn LessonUp’ en klik op ‘Mijn klassen’ 9. Druk op ‘maak een nieuwe klas’ en geef deze klas een naam. Deze klas krijgt een klascode, deze code moeten de leerlingen invullen om in deze klas te komen. 10. Om een les te geven, ga je naar: ‘mijn lessen. Klik op de les die je wilt geven. Aan de rechterkant van het scherm komen een aantal knoppen ( zie afbeelding). Klik op ‘aan’ om een interactieve les te geven. Kies de juiste klas en start de les. De leerlingen krijgen de vraag om een pincode in te voeren. Deze staat onder de slides. Pas als je bij het interactieve gedeelte bent kunnen de leerlingen meedoen. 11. Sluit de les af. Je krijgt een reportage van alle antwoorden die de leerlingen gegeven hebben. 43 Nearpod 1. Ga naar www.nearpod.com. 2. Klik op ‘create free teacher account’. 3. Vul jouw gegevens in of druk op het google logo en log automatisch met jouw google gegevens in. 4. Je krijgt vijf knoppen te zien: my library, explore, join, create en reports. Klik op ‘explore’ als je presentaties van andere wil bekijken, klik anders op ‘create’. 5. Klik op ‘add slide’. Je krijgt nu de mogelijkheid om te kiezen tussen: add content, add web content en add activity. De optie web content is alleen toegankelijk voor premium gebruikers. 6. Klik op ‘add slide’. Je kan kiezen tussen: slide, slideshow, video’s en audio. De andere opties zijn alleen voor premium gebruikers. Klik op ‘slide’en typ een stukje tekst en voeg een afbeelding toe. Afbeeldingen kunnen toegevoegd worden vanaf de computer, google drive en dropbox. Druk op ‘save’ als de slide af is. 7. Klik opnieuw op ‘add slide’, maar kies nu voor add activity. Je kan kiezen tussen: een open vraag, een poll, een quiz, een tekening maken of een gatentekst. Kies een van de activiteiten en vul de vragen en de antwoorden in. Druk op ‘save’ als de slide af is. 8. Is jouw presentatie helemaal klaar, dan kan je hem opslaan. Let wel op: de eerste twee en de laatste slide mogen niet interactief zijn. Klik op ‘save & exit’ en geef jouw presentatie een naam. 9. Als je jouw presentatie gaat geven, kan je kiezen tussen ‘live lesson’ en ‘student-paced’. Klik jij op de live lessen, dan moeten de leerlingen op dat moment meedoen en krijg jij direct de antwoorden van de leerlingen te zien. Kies jij voor student-paced, dan kunnen leerlingen overal en op een later tijdstip de les volgen en de vragen maken. Bij beide opties krijgen de leerlingen een code te zien om toegang te krijgen tot jouw les. 44 Digitale leermiddelen met een creatieve functie Thinglink 1. Ga naar www.thinglink.com. 2. Klik op ‘get started’ en kies voor de basisaccount. Vul jouw gegevens in of klik op ‘log in with google’. 3. Klik rechtsboven op ‘create’. Je kan afbeeldingen toevoegen vanaf de computer, websites, facebook of flickr. Kies een afbeelding en voeg deze toe. 4. Je kan overall op de afbeelding een ‘tag’ toevoegen. Je kan kiezen uit tekst een website, een afbeelding van een website of een YouTube filmpje. 5. Klik op ‘save image’ als je klaar bent. 6. Klik rechtsboven op ‘students’ om leerlingen toe te voegen. Maak een nieuwe groep aan en nodig leerlingen uit met een code. Zij kunnen nu jouw afbeeldingen bekijken. 7. Thinglink heeft ook een app, zo kunnen leerlingen op hun telefoon jouw afbeeldingen zien. 45 Coggle 1. Ga naar www.coggle.it 2. Klik op ‘sign up now’. Klik de gewenste google account aan om in te loggen en log in. 3. Klik op ‘create diagram’ Vul een titel in en voeg nieuwe takken toe. Je kan de takken verplaatsen naar een andere plek door het plusje aan het einde van de tak ingedrukt te houden en te verslepen. 4. Je kan niet alleen tekst invoegen, maar ook afbeeldingen, icoontjes en websites. 5. Jouw Coggle wordt automatisch opgeslagen. Daarnaast houdt het programma alle veranderingen bij en kan je eerdere versies bekijken door rechtsboven op het klokje te klikken. 6. Met Coggle is het mogelijk om met meerdere mensen een mindmap te maken, door hen uit te nodigen. 7. Als je helemaal klaar bent, kan je de mindmap downloaden als pdf bestand of als afbeelding. 46 Google Sites 1. Ga naar sites.google.com en klik op maken. 2. Kies voor ‘in de nieuwe versie van Sites’. 3. Geef jouw pagina een titel en wijzig de afbeelding achter de titel of de vorm van de banner. 4. Aan de rechterkant van de pagina staat een menu met drie tabbladen: ‘invoegen’, ‘pagina’s’ en ‘thema’s’. 5. Blijf op het tabblad invoegen en probeer een tekstvak en een afbeelding in te voegen. Het is mogelijk om spullen uit de drive, uit een google document, presentatie en spreadsheat of van een google site (YouTube, Maps of agenda in te voegen. 6. Klik nu op het tabblad pagina’s. Je kan meerder pagina’s aan jouw site toevoegen. Deze kan je een aparte naam geven en daarna krijg je weer alle bovengenoemde opties. 7. Klik nu op het tabblad thema’s. Als je niet te veel tijd kwijt wil zijn aan de vormgeving van jouw site, dan kan je een thema kiezen. 8. Als je klaar bent met jouw site klik je op ‘publiceren’. Geef jouw site een naam. Het adres van de site wordt als volgt: https://sites.google.com/daltonvoorburg.nl/(jouw sitenaam). Je kan jouw site toegankelijk maken voor alleen Dalton Voorburg of voor het hele internet. Daarnaast kan je er nog voor kiezen jouw site terug te laten komen in de zoekopdrachten van google. 9. Ben je niet helemaal tevreden, maar staat jouw site al online. Klik dan nogmaals op publiceren en klik op ‘publiceren ongedaan maken’. 47 Serious Gaming Socrative 1. Ga naar www.socrative.com of download de app. 2. Klik op ‘teacher login’ en klik daarna op ‘meld je aan met google’. 3. Linksboven kan je klikken op: launch, quizzes, rooms, reports en results. Klik op quizzes. 4. Klik op ‘add quiz’ en kies ‘create new’. Je kan drie verschillende soorten vragen maken: multiple choice, true/false of short answer. Kies een van de drie opties en voeg de vraag en de antwoorden toe. Je kan pas een nieuwe vraag toevoegen als de eerdere vraag helemaal is ingevuld. 5. Bij de multiple choice en true/false vragen moet je het goede antwoord aanklikken. Je kan een extra uitleg geven bij het antwoord. Bij de short answer vraag kan je een of meerdere antwoorden intypen. 6. Door de pijltjes aan de rechterkant van de vraag kan je de volgorde van de vragen aanpassen. 7. Als je helemaal klaar bent dan klik je op ‘save & exit’. De quiz staat nu bij quizzes. In de klas 1. Klik op ‘launch’ en kies de juiste quiz. Je kan kiezen tussen quiz en space race. De quiz wordt individueel gespeeld, de space race in groepen. 2. De vragen kunnen op verschillende methodes gesteld worden: Instant feedback: de leerlingen maken de vragen in opgegeven volgorde en krijgen na elke vraag het goede antwoord te zien. Open navigation: leerlingen maken vragen in eigen volgorde en tempo, ze krijgen niet te zien welke antwoorden goed of fout zijn. Teacher paced: jij kiest zelf wanneer de leerlingen een nieuwe vraag krijgen. Bij additional settings kan je instellen of leerlingen een naam moeten invoeren, de vragen en antwoorden gehusseld moeten worden en of de leerlingen hun score te zien krijgen. 3. Na het maken van de quiz kan je de resultaten van de leerlingen zien. Deze kan je in voor de hele klas en per leerling downloaden. 48 Cram 1. Ga naar www.cram.com 2. Klik op ‘sign in’ en vul je gegevens in of druk op het Google logo. 3. Klik op ‘create new set’ om flashcards te maken. Je kan ook een document importeren vanaf de computer of vanaf google drive om flashcards te maken. In dit document moet het begrip en de betekenis wel door een tab, komma of ander teken gescheiden worden. 4. Heb je geen document, dan scroll je verder naar onder en zie je blanco kaartjes. Links is de voorkant van de kaartjes en rechts de achterkant. Daarnaast is het ook mogelijk om een hint in te voegen bij elk kaartje. 5. Als je helemaal klaar bent klik je op ‘create set’. Je kan de set delen door deze te e-mailen. 6. Cram heeft ook een app. Leerlingen kunnen jouw flashcards vinden door op jouw gebruikersnaam of de naam van de kaartset te zoeken. Het zoeken op gebruikersnaam is meestal handiger, omdat de app dan specifiek op jouw kaartsets zoekt. 49 FlipQuiz 1. Ga naar www.flipquiz.me. 2. Klik op ‘sign up’ en vul je gegevens in of klik op het Google logo. 3. Rechtsboven zie je jouw naam staan, ga hier met je muis overheen en er komt een menu tevoorschijn. Klik op ‘create board’ of bekijk eerst een paar flipboards door op ‘recent and populair’ te klikken. 4. Geef jouw board een naam en klik verder. Je ziet dat je zes categorieën kan maken en elke categorie heeft vijf vragen. Geef alleen de categorieën die jij wilt gebruiken een naam en laat de andere leeg, deze komen niet terug op jouw flipboard. 5. Bij het spelen van het flipboard is elke vraag een bepaald aantal punten waard van 100 tot 500. De bovenste vraag is 100 punten waard, de onderste 500. Het is dus de bedoeling dat de vraag met de meeste punten het moeilijkst is. Door een vraag ingedrukt te houden kan je deze omhoog of omlaag plaatsen. 6. Als je helemaal klaar bent klik je op ‘save and finish’. Je kan het flipboard klassikaal spelen of de link ‘Game mode’ doorsturen aan de leerlingen. 7. De leerlingen geven geen antwoord via een device, maar zeggen het antwoord hardop. Is het antwoord goed, dan krijgen zij de punten. 50 Digitaal leermateriaal VO Content stercollecties 1. Ga naar www.vo-content.nl. Ga met de muis naar ‘leermateriaal’ en klik op ‘stercollecties’. 2. Kies het gewenste vak of kijk eerst het filmpje over stercollecties. 3. Kies het juiste niveau en leerjaar en klik op de link. Je kan kiezen tussen de normale link, bijvoorbeeld: leerjaar 1 of leerjaar 1 (arrangeerbaar). Kies nu voor de normale link. 4. Je komt op een nieuwe pagina terecht. Op deze pagina staan verschillende thema’s en onder de thema’s staan opdrachten. Je kan ervoor kiezen een heel thema aan te klikken met alle opdrachten, maar je kan de opdrachten ook apart selecteren. 5. Per opdracht staat uitgeschreven wat de leerdoelen zijn, hoeveel tijd ervoor nodig is en wat het eindproduct is. De benodigde theorie en begrippen zijn in het programma opgenomen en kunnen door de leerlingen bekeken worden. 6. Door de link door te sturen naar leerlingen, kunnen zij zelfstandig aan de opdrachten werken op hun Chromebook. 7. Het docentenmateriaal van de lessen is niet beschikbaar, omdat het Dalton Voorburg geen deelnemende school is van VO Content. 51 Wikiwijsleermiddelenplein 1. Ga naar www.wikiwijsleermiddelenplein.nl 2. Ga met de muis naar ‘mijn account’ en klik op ‘inloggen’. Je kan inloggen met een entreeaccount. Heb je deze niet? Dan kan je er een aanmaken. 3. Klik op start. Je krijgt nu een overzicht met keuzes. Klik op ‘voortgezet onderwijs’ en kies het gewenste vak. Je kan uit verschillende thema’s kiezen of je kan op het vergrootglas klikken en zoeken in alle lessen van dit vak. 4. Als je op het vergrootglas gedrukt hebt, krijg je heel veel zoekresultaten. Aan de rechterkant van het scherm kan je jouw zoekopdracht specifieker maken door het niveau, documenttype en soort leermateriaal aan te klikken. 5. Door de link door te sturen aan de leerlingen kunnen zij de opdrachten maken. 6. Wil je een opdracht iets aanpassen, dan kan je op de knop ‘downloaden/aanpassen’ drukken. Deze knop staat linksonder wanneer een opdracht geopend is. 7. Klik op ‘kopieer arrangement’. Hiervoor moet je wel ingelogd zijn met jouw entree-account. Klik nogmaals op ‘kopieer arrangement’ en je kan de les per onderdeel bewerken. 8. Lijkt je dit nog lastig? Klik dan weer op ‘start’. Je komt weer bij het beginoverzicht en rechts staat zelf aan de slag. Klik op ‘lesmateriaal maken’ en kies voor de korte uitleg ‘quickstart Wikiwijs maken’ of de lange uitleg ‘handleiding Wikiwijs maken’. Deze handleidingen leggen stap voor stap uit hoe je een Wikiwijs (les) kan maken. 52 Bibliografie 4MAT. (2017). 4MAT a natural learning circle. Retrieved januari 12, 2017, from 4MAT: http://www.4mat.eu/4mat-what-is-it.aspx Beemt, A. v. (2014). Leren met interactieve media. Assen: Van Gorcum. Coggle. (n.d.). Coggle. Retrieved december 16, 2016, from Coggle: www.coggle.it Content, V. (n.d.). Stercollecties. Retrieved december 15, 2016, from Vo Content: https://www.vocontent.nl/leermateriaal/stercollecties/ Cram. (n.d.). Flashcards. Retrieved december 15, 2016, from Cram: www.cram.com didactiek, D. (2005). Effectief online onderwijs. Retrieved from digitale didactiek: https://www.digitaledidactiek.nl/wp/?p=871 Encyclo. (2017). Interactief. Retrieved december 10, 2016, from Encyclo.nl: http://www.encyclo.nl/begrip/interactief FlipQuiz. (n.d.). FlipQuiz. Retrieved december 15, 2016, from FlipQuiz: www.flipquiz.me Gijzen, W., & van de Hoef, H. (2015, mei 20). differentiëren met digitale leermiddelen. Retrieved from Platform 21: http://www.l21.nl/wp-content/uploads/2015/05/Differentieren-DigitaleLeermiddelen_Gijzen_Hoef_mei_15.pdf LessonUp. (n.d.). LessonUp. Retrieved december 16, 2016, from LessonUp: www.lessonup.io Merkx, T., Wijnen, W., & Zuylen, J. (2012). Beter leren met digitale didactiek. Retrieved from Studio vo: http://www.studiovo.nl/wp-content/uploads/2012/10/Beter-leren-met-digitaledidactiek.pdf Nearpod. (n.d.). Nearpod. Retrieved december 22, 2016, from Nearpod: www.nearpod.com Prezi. (n.d.). Prezi. Retrieved december 12, 2016, from Prezi: www.prezi.com Rubens, W. (2012). Typering leertechnologieën. Retrieved from Wilfredrubens.com: https://www.telearning.nl/blog/typering-leertechnologieen-hulpmiddel-bij-ontwerpsessies/ Rubens, W. (2013). E-learing trends en ontwikkelingen. Middelbeers: InnoDoks. Simons, R.-J. (2003). Digitale didactiek. Utrecht. Socrative. (n.d.). Socrative. Retrieved december 16, 2016, from Socrative: www.socrative.com Thinglink. (n.d.). Thinglink. Retrieved december 13, 2016, from Thinglink: www.thinglink.com Wikiwijsleermiddelenplein. (n.d.). Wikiwijsleermiddelenplein. Retrieved december 22, 2016, from Wikiwijsleermiddelenplein: www.wikiwijsleermiddelenplein.nl 53 WORKSHOP INTERACTIEF MET CHROMEBOOKS Slides prezi 54 55 56 57 58 59 VOLLEDIGE PRESENTATIE De gehele presentatie is hier te zien: Prezi workshop interactief met Chromebooks 60 BIJLAGE 4A PLANNING VAN OVERDRACHT EN EVALUATIE Datum 19 december 2016 20 januari 23 januari 24 januari 24 januari 26 januari Handeling Afspraak opdrachtgever over ontwerpeisen en plannen presentatie Docenten uit vakgroepen, ICT coördinatoren en opdrachtgever uitnodigen voor presentatie. Presentatie, evaluatie en gespreksleidraad maken. Presentatie beroepsproduct op school Beroepsproduct in docentenkamer gelegd voor docenten die niet aanwezig waren bij presentatie Evaluatie met opdrachtgever en overdracht van beroepsproduct Duur 1 uur - 1 uur 1 uur - 1 uur 61 BIJLAGE 4B EVALUATIE-INSTRUMENT OVERDRACHT OP SCHOOL Evaluatie-instrument presentatie + ± - Opmerkingen Wat is jouw eerste indruk van de workshop en de handleiding? Wat vind je van de gekozen werkvormen? Maakt de workshop en de handleiding de stap om interactieve digitale didactiek te gebruiken minder groot? Het ontwerp kan door alle vakgroepen gebruikt worden. Het ontwerp is door middel van het stappenplan makkelijk toepasbaar. Nodigt het ontwerp docenten uit om interactieve digitale didactiek te gebruiken? Het ontwerp bevat een uitleg van de mogelijkheden. Zou jij zelf aan deze workshop deelnemen. Waarom wel/niet? Zou jij na het deelnemen van deze workshop sneller interactieve digitale didactiek inzetten in jouw les? + Voldoende ± Matig - Onvoldoende 62 Gespreksleidraad evaluatiegesprek opdrachtgever - Wat is jouw algemene indruk van de workshop en de handleiding? Goed/Voldoende/Matig/Slecht/Onvoldoende - Zijn de vooraf opgestelde doelen voor de workshop en handleiding behaald? o o o o o Docenten hebben meer kennis en kunde van interactieve digitale didactiek. Docenten zullen de stap om digitale didactiek in te zetten minder groot vinden. Docenten kunnen beter bepalen wanneer het inzetten van interactieve digitale didactiek wel en niet zinvol is. Door stap voor stap uitleg zien docenten dat het interactieve digitale didactiek niet lastig in gebruik is. Door oefening na de workshop leren docenten zelf interactieve digitale didactiek te gebruiken. - Zijn de uitgekozen werkvormen bruikbaar voor het Daltononderwijs? - Zijn de opgestelde stappenplannen duidelijk beschreven? - Nodigt het ontwerp docenten uit om interactieve digitale didactiek te gebruiken? 63