Aeneis

advertisement
Aeneis(met dank aan milan)
1. Prooemium
Regel 1 t/m 4: De wapens en de man bezing ik, hij die als eerste vanaf de kust van Troje naar Italië,
en naar de Lavinische kust kwam, nadat hij door het lot op de vlucht was gejaagd, nadat hij
veelvuldig heen en weer is geslingerd en op aarde en over de diepte en door de krachten van de
goden vanwege de onverzoenlijke woede van de wrede Iuno(=Hera);
Regel 5 t/m 7: en ook door de oorlog heeft hij veel geleden, totdat hij de stad zou stichten en de
goden(=voorouders/huisgoden: penates) in latium zou binnen brengen, waaruit het Latijnse
volk(ontstond) en de Albanische koningen en de hoge muren van Rome.
Regel 8 t/m 11 : Muze, vertel mij de oorzaken door welke krenking van haar goddelijke majesteit of
geplaagd door welk verdriet, de koningin van de goden heeft de man, opvallend door zijn
plichtgetrouwheid, aangezet tot het ondergaan van zoveel ellende, tot het ondergaan van zoveel
beproevingen.
Regel 11: Zit er dan werkelijke zoveel woede in de harten der goden?
2.
Dido is verliefd.
Regel 1 t/m 2: Maar de koningin voedt haar wond, al geruime tijd gewond door haar zware zorg 1, in
haar aderen en wordt aangevreten door het onzichtbare vuur.
Regel 3 t/m 5: De grote dapperheid van de man(=Aeneas) en de gerote eer van zijn volk maalt door
haar hoofd, zijn gezicht en zijn woorden blijven diep in haar steken in haar borst en haar zorg geeft
geen kalme rust aan haar ledematen.
Regel 6 t/m 7: Bij de volgende Aurora verlichtte de aarde met de fakkel van Phoebus en de volgende
morgen verwijdert de vochtige schaduw van het hemelgewelf,
Regel 8: toen sprak zij buiten zinnen op deze manier eensgezinde zus toe:
Regel 9: ‘Zus Anna, wat voor angstdromen maken de bange mij bang!
Regel 10: wie is hier als nieuwe gast ons paleis binnengetreden,
Regel 11: zich hoe presenterend wat betreft zijn taal, wat betreft zijn dappere inborst en wapens!
Regel 12: Ik ben er heilig van overtuigd, en het is geen overtuiging zonder reden, dat zijn afkomst
van de goden is.
Regel 13-14: De vrees verraadt de geesten van lage afkomst. Ach wee, door wat voor lotgevallen is
hij heen en weer geslingerd! Wat voor uitputtende oorlogen bezong hij!
Regel 15: Als het aan mij vast en onbeweeglijk van geest geworteld zou zitten,
Regel 16: dat ik mij niet wilde binden aan iemand met een huwelijksband.
Regel 17: nadat de eerste liefde mij in de steek liet, doordat ik bedrogen werd met de dood;
1
Zware zorg = haar verliefdheid
Regel 18: als ik geen genoeg had gehad van huwelijksfakkel en echtelijke slaapkamer,
Regel 19: misschien kon ik voor deze ene bezwijken voor de zonde.
Regel 20 + 21: Anna, (ik zal immers bekennen), na het lot van mij arme echtgenoot Sychaeus en na
het bespatten(=met bloed) van de Penates(= beeldjes van huisgoden) met broedermoord
Regel 22: heeft alleen hij mijn gevoelens omgebogen en het bracht mijn hart aan het wankelen.
Regel 23: Ik herken sporen van de oude vlammen.
Regel 24: Maar ik zal ervoor kiezen dat of de aarde eerder tot in het diepst openspleet of dat Jupiter
mij drijft naar de schaduw en met bliksem(= betekent dat hij dood gaat), naar de bleke schaduwen in
Erebus/ onderwereld en de diepe nacht,
Regel 27: voordat, Pudor(=kuisheid)2, ik jou schend of ik jouw wetten verbreek,
Regel 28: Hij die als eerste aan mij verbond, heeft mijn vermogen iemand lief te hebben weggerukt.
Regel 29: Laat hij het (=vermogen om lief te hebben) bij zich houden en bewaren in zijn graf.
Regel 30: na zo gesproken te hebben, vulde zij haar plooi met opkomende tranen.
3. Anna’s antwoord
Regel 31: Anna antwoordt: “oh door je zus meer geliefd dan het licht,
Regel 32: je zal toch zeker niet gedurende je gehele jeugd in je eentje verteerd worden terwijl je
rouwt.
Regel 33: Zal jij ook niet de zoete kinderen en ook niet de beloningen van Venus Kennen? 3
Regel 34: Geloof jij dat de as of de doden in het graf daar bezorgd over zijn?
Regel 35: Het moet zo zijn: geen huwelijkskandidaten hebben jou(=Dido) eens gebogen in je ellende.
Regel 36+37: niet in Libya, niet vroeger in Tyrus, is Iarbas afgewezen en overige leiders, die
Afrikaanse land, rijk aan triomfen, voedt:
Regel 38: ‘Zal jij je zelfs vechten tegen liefde die gewild is?’
Regel 39: Komt het niet in je hoofd op, van wier land je je hebt gevestigd?
Regel 40: Aan de ene kant omsingelen de steden van de Gaetuliërs, het onoverwinnelijke volk in de
oorlog,
Regel 41: en wilde Numidiër en vijandige Syrtis ons:
Regel 42: Aan de andere kant de door droogte verlaten streek en terwijl de stam van Barcaei wijd en
zijd razend.
Regel 43+44: Waarom noem ik de groter wordende oorlogen vanuit Tyrus en de broederlijke
bedreiging?
2
personificatie
Betekent dat de zus vindt dat ze moet stoppen met huilen en moet aanpappen met Aneas ze moet zichzelf
weer op de markt zetten.
3
Regel 45+46: Ik meen stellig dat de Trojaanse schepen hier koers hebben gezet op bevel van de
goden en met de gunst van Iuno.
Regel 47: Hoe zal jij deze stad zien zus, hoe zal je jouw koningrijk zien opkomen door zo’n huwelijk!
Regel 48+49: Met welke grote krijgsdaden zal de Punische glorie zich verheffen met vergezellende
wapens van de Trojanen!
Regel 50: Nadat gunstige voortekens zijn verkregen uit het offer, moet jij meteen de vergiffenis van
de goden eisen
Regel 51:”en moet jij bijzondere zorg voor de gasten dragen en voer aan(=ter sprake brengen)
redenen voor het blijven plakken.4
Regel 52: Toen de winter en het waterrijk Orion uitraasde over de zee,
Regel 53: en nadat de vaartuigen beschadigd zijn, terwijl de hemel niet meewerkt.’
Regel 54: Nadat deze gezegd waren, stak zij de ziel5in brand, met een ontstoken liefde en gaf zij hoop
aan een twijfelende geest en gaf zij de kuisheid op.
4. Offers en voortekenen
Regel 56: Zij gaan naar het heiligdom aan het begin van de dag en ze zoeken bij de altaars vrede.
Regel 57 t/m 59: Zij slachten uitgekozen volgens de regels de speciaal uitgezochte schapen met twee
tanden voor de wetgevende Ceres en voor PHoebus en de vader Lyaeus, voor iedereen Iuno6 , voor
wie de huwelijksbanden tot zorg zijn.7
Regel 60-61: De zeer mooie Dido zelf, vasthoudend een offerschaal(=plengschaal) in haar
rechterhand, giet het midden tussen de hoorntjes van een witte koe,
Regel 62: of ze loopt heen en weer voor de gezichten van de goden naar het vette altaar,
Regel 63 t/m 64: en de dag met geschenken opent en terwijl ze gretig loert over de geopende
borsten van de schapen, raadpleegt ze de dampende ingewanden.
Regel 65: Ach, onwetende geesten van de zieners!8 Wat helpen offers iemand die raast,
Regel 66: Wat helpen heiligdommen? 9
Regel 66-67: Ondertussen eet een zachte vuur de merg en de wond leeft zwijgend onder haar
borst.10
4
Betekenis: Dat ze redenen moet verzinnen zodat mensen nog even blijven
Ziel is van Dido
6
Iuno is de belangrijkste god voor wie ze offeren
7
Hera is de godin van het huwelijk
8
Dubbelzinnig bedoeld, namelijk of ze hebben haar voorgelogen of zieners zijn altijd ontwetend.
9
Betekent dat het eigenlijk nutteloos is om te offeren
10
= liefdesvuur knaagt aan haar, wond doet pijn + schuld van Cupido
5
5. Zoals een hinde(=homerische vergelijking)
Regel 68-69: De ongelukkige Dido wordt door vuur verteerd en zwerft, razend tussen de gehele stad,
Regel 69: zoals een hert nadat het getroffen is door een pijl,
Regel 70-72: die door de herder getroffen is, terwijl hij zijn pijlen schoot, ver niet op haar hoede ten
midden van het woud van Kreta en hij achter had gelaten zonder het te weten met gevleugeld ijzer.
Regel 72: Zij doorkruist op haar vlucht de bossen en de bergpassen van het Diktègebergte;
Regel 73: de dodelijke stok blijft steken in haar zijde.
6. Het complot van Venus en Iuno
Regel 90-91: Meteen zodra de geliefde echtgenote van Jupiter begreep dat zij door een zodanige
pest11 werd vastgehouden en dat haar goede naam waanzin niet in de weg stond.12
Regel 92: Met deze woorden sprak de Saturnische(=Hera) Venus toe:
Regel 93: Echt buitengewone lof en aanzienlijke buit breng je terug
Regel 94-95: en jij en jouw zoon – grote en gedenkwaardige goddelijke macht -, als één vrouw
overwonnen is door de list van twee goden.
Regel 96-97: Evenmin ontgaat mij dat gij onze muren vreest en dat jij de huizen van de hoge
Karthago voor verdacht houdt.
Regel 98: Maar waar leidt dit toe, of waartoe zou je zo’n strijd met mij aangaan?13
Regel 99: Waarom zullen wij ons niet liever bezig houden met de eeuwige vrede en met een
overeenkomstige bruiloft?
Regel 100: Jij hebt alles wat je met je verstand hebt verlangt:
Regel 101: Dido brandt terwijl ze liefheeft en heeft passie over haar botten getrokken. 14
Regel 102-103: Dus laten wij dit volk gemeenschappelijk en met even grote macht besturen ;
Regel 103-104: Laat het toegestaan zijn aan Dido om haar Phrygische echtgenoot te dienen en laat
het haar toegestaan zijn de Tyriërs als bruidschat te geven aan jouw rechterhand.15
Regel 105-106: Haar16(ze voelt immers dat met geveinsde bedoelingen gesproken is, opdat de macht
van Italië naar de kusten van Lybica af te wenden)
11
Pest= de liefde van Dido voor Aneas
Goede naam was de trouw,kuisheid enz, waanzin = de passie/liefde
13
Letterlijk: wat zal de grens zijn of waartoe nu met zo’n grote strijd
14
Betekenis: dido is verliefd geworden
15
Teken van controle
16
Venus heeft door dat Iuno Rome niet wil laten stichten, maar dat Carthago alle macht krijgt, oftewel Iuno’s
volk.  Haar = Venus
12
Regel 107-108: Zo begon Venus tegen haar(=Iuno) te spreken: “ Wie zou als zo gek om dergelijke
dingen te weigeren of wil liever met jou strijden in een oorlog?
Regel 109: Moge het lot volgen wat jij vermeldt, nadat het gerealiseerd is.17
Regel 110-111: Maar ik word onzeker rondgeslingerd vanwege het lot, of Jupiter zou willen dat er
één stad is voor de Tyriërs en voor degenen die uit Troje zijn vertrokken,
Regel 112: of hij zou goedkeuren dat de volkeren zich mengen of de bondgenootschappen gesloten
worden.
Regel 113: Jij bent zijn echtgenote, aan jou is het geoorloofd zijn geest te verleiden door te bidden.
Regel 114: Kom op, ik zal volgen.” Toen antwoordde de koningin Iuno op de volgende manier:
Regel 115-116: “ Dat werkje zal van mij zijn. Nu zal ik met weinig woorden jou leren volgens welk
plan volbracht kan worden wat te wachten staat/wat volgt. (Let op!)
Regel 117-119: Aneas en de zeer ongelukkige Dido bereidden samen zich voor om op jacht te gaan in
het woud, zodra Titan de eerste opkomst van de morgen zal voort hebben gebracht en het de wereld
zal hebben onthuld met zijn stralen.
Regel120-122: Ik zal over hen van boven een pikzwarte wolk gevuld met hagel uitstorten, terwijl de
groepen ruiters druk galopperen en ze het bergdal insluiten door een omsingeling en ik zal de hele
hemel met donder in beweging zetten.
Regel 123: De metgezellen zullen alle kanten op vluchten en ze zullen gehuld worden in een donkere
nacht:
Regel 124: Dido en de Trojaanse leider zullen belanden in dezelfde grot,
Regel 125: ik zal aanwezig zijn en, als ik verzekerd kan zijn van jouw(=Venus) goede wil18
Regel 126: zal ik ze in een duurzaam huwelijk verbinden en zal ik haar tot wettige echtgenoot/genote verklaren.
Regel 127-128: Dit zal het huwelijk zijn.’ Cytherea knikte ja, tegen de verzoekende zonder bezwaren
en lachtte om haar bedachte listen.
[Extra uitleg= Bij Iuno hoort Dido, Aneas hoort bij Venus. Iuno heeft een goed plan,namelijk om D + A
te laten trouwen, want dan wordt Rome niet gesticht wordt. Iuno wil niet dat Rome gesticht wordt
omdat zij weet dat later Rome Carthago, haar stad, verpletterd/vernietigd. Rome kan niet gesticht
worden omdat A bij D blijft. Venus vindt het een goed plan want dan zal D. A. helpen met vloot enz.
en zo zou Rome eerder gesticht worden]
17
18
Betekent: V. hoopt dat het lot de voorspellingen van Iuno mooi ‘afmaakt’
Betekent: omdat V de godin van de liefde is
7. Het huwelijk
Regel 160: Ondertussen begint de hemel zich te mengen met groot rumoer,
Regel 162: daarop volgt meteen een wolk gevuld met hagel,
Rgel 163: zowel de Karthaagse metgezellen als de Trojaanse jeugd en Dardaanse, kleinzoon van
Venus, proberen alle kanten op akkers verschillende beschuttingen te bereiken uit angst
Regel 164: rivieren storten zich van de bergen.
Regel 165: Dido en de Trojaanse leider belanden in dezelfde grot.
Regel 166: Als eerste geven zowel Tellus als Iuno die de bruid begeleidt het teken;
Regel 167-168: De vuren die flitsen19 en de hemel getuige van het huwelijk en de Nimfen jubelen van
de zeer hoge bergtop.
8. Fama ruit
Regel 173: Meteen gaat Fama door de grote steden van Libyae,
Regel 174: Fama, een ramp, niets anders sneller dan deze;
Regel 175: neemt toe in kracht door snelheid en zij verwerft zich kracht tijdens het gaan,
Regel 176-177: klein bij de eerste angst20, spoedig verheft ze zich in de lucht en schrijdt voort over de
oppervlakte en ze verbergt haar hoofd te midden van de wolken.
Regel 178-180: Moeder aarde baarde haar verbitterd door haar woede op de goden als laatste, zoals
ze beweren , als zus van Coeus en Enceladus, snel wat betreft voeten en wat betreft vlugge vleugels.
Regel 181: een huiveringwekkend monster, groot, voor wie zoveel veren aan haar lichaam zijn,
Regel 182: als eronder wakende ogen(wonderlijk om te zeggen)
Rgel 183: zoveel talen, evenveel monden klinken, zoveel oren richt zij op.
Regel 184: Zij vliegt bij nacht in de midden van de hemel en aarde, suizend door de duisternis
Regel 185: ze sluit dus haar ogen niet voor de zoete slaap.21
R186-187: Ze zit overdag als een wachter of op de nok van de hoogste dak of op een hoge toren, en
ze verschrikt de grote steden.
R188: Een ijverige boodschapster van evenzeer fictie als kromheid, als waarheid.
R189: Zij vulde toen de volkeren met gecompliceerde gesprekken terwijl ze zich verheugd,
19
= de huwelijksfakkels
Moet je vergelijken met het begin van een sneeuwbaleffect
21
Oftewel zij slaapt nooit
20
R190: en zij bezong evenveel feiten als niet gebeurde dingen:
R191: dat Aeneas is gekomen geboren uit Trojaans bloed.
R192: dat de knappe Dido zich waardig acht om te verbinden aan deze man;
R193-194: Dat zij nu samen de winter in wellust, al die tijd, koesterden en de regering
verwaarlozend, gevangen in een schandelijke begeerte.
195: Deze dingen giet de afschuwelijke godin verder in de monden van de mannen(=mensen).
9. Iarbas
R196: Meteen draait ze koers af naar koning Iarbas
R197: en ze doet zijn geest ontvlammen met haar woorden en verhoogt zijn woede.
R198: Deze zoon van Hammon, nadat er een nimf van de Garamantes geroofd22 was(=moeder van
Iarbas),
R199: heeft voor Iovi23 zijn wijde koninkrijk 100 enorme tempels,
R200: 100 altaren geplaatst en hij had een altijd brandende vuur gewijd,
R201-202: een eeuwige waken voor de goden24, en de grond vet door bloed van schapen en deuren
afwisselend gekleurd door verschillende bloemenkrans.
R202: En men zegt dat hij buiten zinnen wat betreft zijn geest en ontvlamd door een bitter gerucht.
R203-205: Voor de altaren ten midden van de vele beelden van de goden, bad hij tot Jupiter
smekend met zijn handen opgeheven:
R206-207:” Alleskunner Jupiter, voor wie nu het Maursische volik een feestmaal houdt op rijk
geborduurde aanligbedden en Bacchus plengt als eerbewijs,
R208-210: Zie je dit? Of vrezen wij jou verwekker, wanneer jij bliksem slingert voor niets, maken
blinde vuren in de wolken de geesten bang25 en rakelen zij lege gerommel op?26
R211-212: De vrouw(=Dido), die een klein stadje heeft gesticht, dwalend in ons land, voor geringe
prijs27
R212-214: aan wie(=Dido) ik(=Iarbas) de kust om te beploegen en aan wie ik de vestiging
voorwaarden heb gegeven, zij wees ons huwelijk af en ontving als heer en meester in haar rijk.
22
Mooier woord voor verkracht
=Jupiter
24
Wordt dat altijd brandend vuur mee bedoeld
25
= de bliksem van Zeus oftewel wordt gevraagd of Zeus blind is
26
= donder+ de ‘angst’ kreten/paniek van de bevolking
27
Prijs is betaald aan Iarbas
23
R215-217: en nu maakt die Paris met zijn verwijfde gezelschap zich meester van de buit, nadat/die hij
zijn kin met een Maenische muts en zijn druipende haar heeft samen.
R218: Ik breng zeker offergaven aan jouw tempel en ik steun jouw holle faam.28
R219: De almachtige heeft degene die aan het bidden was met dergelijke woorden gehoord en
degene die het altaar vasthoudt29
R220: en hij wendde zijn ogen naar de muren van het koninkrijk30
R221: en hij wendde (zijn ogen naar) de geliefden die hun betere roem(Dido+Aeneas) aan het
vergeten waren.
Hst 9 Iupiter instriueert Mercurius.
R222: Dan spreek hij(=Jupiter) Mercurius zo toe en hij vraagt zodanige dingen:
R223-225: ‘ Vooruit gaan zoon, roep de Zephyros en glij op je vleugels en naar de Dardaanse leider, in
het Tyrische Karthago die nu (de stenen) afwacht en hij bekommert zich niet door het lot gegeven
steden.
R226: en spreekt hem toe31 en breng mijn woorden over door de snelle winden.
R227-228: Zijn zeer mooie moeder had niet zo’n dergelijk kerel niet aan ons voorspeld32 en redt hem
daarom twee maal van de wapens van de Grieken
R229: Maar dat het zou zijn die zou regeren over Italie dat zwanger was van bevelen en dreunen van
de oorlog,
R230: Die het geslacht van hoog33 bloed van Teucier voortzette
R231: en die de gehele wereld aan zijn wetten onderwerpt.
R232: Als geen enkele roem van zulke34 grote zaken hem aansteekt/ aanmoedigt
R233: en als hij zelf ook niet omwille van lof zijn werk op zich neemt,
R234: misgunt hij toch zeker niet als vader aan Ascionius de Romeinse bogen?35
R235: Waar is hij me bezig? Of met welk hoop treuzelde hij bij een vijandig volk.
R236: Of bekommert hij niet over de Ausonische nakomelingen en de akkers van Lavinius?
28
= sarcastisch + verwijtend bedoeld
= 1dezelfde persoon
30
Bedoelt eigenlijk de muren van de stad
31
M spreekt A toe
32
Betekent: zij heeft niet voorspeld dat hij zich zo zou gedragen
33
Hoog van rang en hoog in leeftijd
34
Verwijst terug naar het erboven genoemde
35
Verwijzing naar de toekomst
29
R237: Vaar! Dit is de hoofdzaak, dit moet ons bericht zijn.
10. Mercurius spreekt Aeneas.
R265-266: Meteen valt hij (=Hermes) uit: ‘Leg jij nu de fundamenten van het hoge Karthago aan en
bouw je nu een mooie stad als slaaf van een vrouw36.
R267: Ach jij vergetende, jouw zaken van je koninkrijk!
R268: De heerser over de goden zelf stuurt mij vanaf de glanzende Olympus aan jou,
R269: die hemel en aarde met zijn goddelijke macht beweegt,
R270: hij zelf beveelt mij dat ik deze opdrachten breng door de snelle winden.
R271: Waar ben jij mee bezig? Of met welke hoop er verslijt jij je vrije tijd door het Lybische land?
R272: Als geen glorie van zo’n zaak je beweegt,
R273: [en jezelf geen werk verzet voor je roem]
R274: Bekommer je om het opgroeiende Iulus Ascanius en bekommer je om de hoop op een
erfgenaam van Iulius,
R275: aan wie het heerschappij over Italie en de Romeinse aarde verschuldigd is.
R276-278: Hij heeft de blikken der stervenden midden in het gesprek achtergelaten, nadat hij had
gesproken met dergelijke taal(= wat hij net heeft gezegd) en hij verdween ver in ijle wind, uit het
zicht.
11. Aneas bedenkt hoe Dido aan te spreken.
R279: Maar Aeneas verstomde echt bij de aanblik buiten zinnen zijnde,
R280: zijn haren stonden van schrik overeind en zijn stem stokte in zijn keel.
R281: Hij brandt om weg te gaan op de vlucht en om de zoete aarde37 te laten,
R282: Aangeslagen door zo grote waarschuwing en door het bevel van de goden,
R283-284: Ach wat moet hij doen? Op welke manier durft hij soms de woedende koningin te
benaderen? Welk begin moet hij zich aanmeten?(= Wat moet hij als eerst zeggen)
R285: En hij verdeelt zijn snelle eest nu weer hierheen dan weer daarheen,
R286: en hij laat hem(zijn geest) door de verschillende aspecten van de zaak en hij wendt (die geest)
door alle mogelijkheden.
R287: Dit scheen het betere plan voor het twijfelende geest.
36
37
A. heeft namelijk allemaal mooie kleren enz. gekregen van Dido
= het land waar Dido hem heeft ontvangen
R288: Hij riep Mnesthea en Sergestus en de dappere Seretus,
R289: zij lieten stiekem het vloot klaarmaken en om de bondgenoten te verzamelen bij de kust,
R290: omdat zij tuigage klaarmaken en om te verdoezelen welke oorzaak er is voor de verandering
van het plan.
R291-294: Ondertussen zei hij, aangezien de edele Dido niets wist en zij verwacht niet dat de zo grote
geliefdes worden verbroken, dat hij zal proberen toegang te verkrijgen, en wat het meest gunstige
moment was om het haar te vertellen, welke manier voor het doel geschikt is.
R294-295: Ze gehoorzaamden allen nogal snel, aan het gebod en ze voerden de bevelen haastig uit.
12. Dido verwijt Aneas.
R296: Maar de koningin (Wie kan de geliefde bedriegen?) voorvoelde de listen
R297-298: en vernam als eerste de toekomstige bewegingen, terwijl ze alle veilige dingen vreesde.38
R298-299: Dezelfde kwaadaardige Fama berichtte aan de razende dat de vloot werd bewapend en
voor koers werd gereed gemaakt.
R300: Ze was woedend, machteloos van geest en ze rent ‘in vuur en vlam’ rond door de hele stad,
R301-303: zoals een thyade beweging is gebracht nadat de heilige voorwerp tevoorschijn zijn
gehaald, wanneer de tweejaarlijkse feesten haar ophitsen met gehoorde Bacchus-roep en wanneer
de Cithaeron nachtelijk roept met zijn kreet(=om te lokken)
R304: Uiteindelijk sprak zij uit eigen beweging Aneas aan met deze woorden:
R305-306: ‘ Jij hoopte zelfs dat je verborgen kon houden, trouweloze, zo’n grote zonde en zwijgend
mijn land kon verlaten?
R307-308: Weerhoudt onze liefde jou niet en weerhoudt de eens gegeven rechterhand jou niet39 en
weerhoudt Dido die zal sterven in een wrede dood jou niet40?
R309-310: Jij haast je dan zelfs een vloot te mobiliseren bij het wintergesternte(oftewel terwijl het
winter is) en jij haast je zelfs te gaan midden in de Auilo over de diepte (=zee), wreede?
R311-313: Wat, als jij geen vreemde akkers en onbekende huizen zou bereiken, en als het oude Troje
zou wachten.
R314-315: Vlucht jij soms voor mij? Ik smeek je bij deze tranen en bij jouw rechterhand( aangezien ik
zelf niets anders meer heb achtergelaten voor mij de ongelukkige41)
R316: bij ons huwelijk, bij de verbintenis die wij zijn aangegaan.
38
= toen alles nog goed was, was zij toch al op haar hoede deze zin is vertellerscommentaar
Verwijst terug naar hst 7
40
= zelfmoord vooruitblik
41
Als A. weg gaat, heeft D. niets meer
39
R317-318: Als ik me verdienstelijk heb gemaakt jegens jou in enig opzicht, of als er iets fijns van mij
voor jou was,
R318-319: heb medelijden met het instortende huis(=Dido) en ik smeek het je – als er nog een zekere
plaats is voor deze smeekbede- laat varen die (‘rot’ ) gedachte
R320: Vanwege jou haten de Lybische volken en de tirannen van de nomaden mij, en vijandige
Tyrius( met nadruk)
R321-322: (vanwege dezelfde jou) =eveneens vanwege jou is de kuisheid vernietigd en, het enige
waardoor ik naar de sterren ging, mijn vroegere reputatie
R323-324: voor wie verlaat jij,gast, mij ten dode opgeschreven(Immer alleen deze naam resteert van
het huwelijksnaam)?
R325-326: Wat aarzel ik? Misschien totdat broer Pygmalion mijn stadsmuren vernietigd of de
Gatuliër Iarbas mijn hoofd neemt?
R327-329: Als ik tenminste een kind van je had ontvangen voor je vlucht, als een of ander kleine
Aenaes in mijn paleis zal spelen, die toch aan jou moet denken wat betreft gezicht,
R330: en dan zou ik vast en zeker niet bedrogen en verlaten schijnen. ‘
13. Aeneas antwoordt(Aneas zou wel willen blijven, maar hij moet weg)
R331-332: Zo had zij gesproken. Hij hield ogen onbewogen door de waarschuwing van Iuno en met
de zorg drukt hij het diep in zijn hart.
R333-336: Uiteindelijk antwoordde hij met weinig woorden: ‘Nooit zal ik , koningin, ontkennen in die
dingen die jij in zeer grote getale door te spreken kan opsommen dat jij verdienstelijk hebt gemaakt
en nooit zal ik met spijt terugdenken aan Elissa, zolang ik van mijzelf bewust ben en zolang mijn geest
nog deze ledenmaten beheerst.
R337-339: Laat ik een paar dingen zeggen, ter mijner verdediging. Niet heb ik gehoopt(denk dat niet
deze aftocht heimelijk te verbergen), maar ook was ik nooit op trouwplan veinsd of ben ik tot zo’n
verbond gekomen.
R340-341: Als het lot zal toestaan dat ik mijn leven zal leiden naar mijn wens, en dat ik uit mezelf
mijn eigen zaken zal regelen.
R342-343: dan zal ik ten eerste zorg dragen voor de stad van de Trojanen en voor de zoete
overblijfselen(= leden van zijn eigen volk) van de mijnen, dan zouden de hoge huizen van Priamus
blijven,
R343: en dan had ik het weer opkomende Pergama eigenhandig opgebouwd voor de overwonnende.
R345-346: Maar nu hebben de Grynëische Apollo, de lycische orakels bevolen dat ik het grote Italië
zal bereiken.
R347-349: Dit is mijn liefde, dit is mijn vaderland. Als de burcht van Karthago en de aanblik van de
Lybische stad jou als Phoenislische vasthouden, wat is dan je afgunst dat de Trojanen zich vestigen op
Ausonische grond?42
R350: En het is toegestaan aan ons in het buitenland koninkrijken te zoeken.
R351-353: Mij waarschut de verontrustende(het beeld) van mijn vader Anchises vaak de nacht met
de vochtige schaduwen de aarde bedekt, zo vaak als de onstuimige sterren opkomen in mijn slaap en
maakt mij bang;
R354: Mij waarschuwt mijn jongen Ascanius en het onrecht jegens zijn dierbare persoon(= Aeneas
zelf)43
R355: die ik beroof van het koningrijk van (het avondland)= Asperia en van de voorbeschikte akkers.
R355-357: Nu heeft echter een bode van de goden door Jupiter zelf opdrachten door snelle luchten
gestuurd(Ik roep beide personen als getuigen44)
R358-359: Ik zag de god in het duidelijke licht binnen de muren komen en ik heb zijn stem
opgenomen in mijn oren.
R360: Houd op met en mij en jou emotioneren met je geklaag.
R361: (want) Ik zoek Italië niet uit vrije wil.’
Hst 14 Dido’s reactie en instorting
R363-364: Nadat hij dergelijke dingen had gezegd, keek ze al geruime tijd afwendend, terwijl de ogen
hierheen en daarheen wenden en zij zwerfde over het gehele(=lichaam van A. ) met uitdrukkingsloze
ogen en nadat ze zo ontstoken was sprak zij zich uit.
R365-367: ‘ En niet is de godin als moeder voor jou, ook niet Dardanus de stamvader van je geslacht,
trouweloze figuur, maar verschrikkelijke Caucasus grillig van harde rotsen bracht jou voort en de
Hyrcaanse tijgers hebben jou de borst gegeven.
R368: Want wat houd ik verborgen of voor welke ergere zaken spaar ik mijzelf?45
R369: Of betreurde hij soms om onze tranen? Wende hij soms zijn ogen af?
R370: Wordt het tranen vergieten overwonnen of toont het medelijden de geliefden?
R371: Wat moet ik boven welke verkiezen? Niet langer aanschouw Iuno, niet langer de Saturnische
vader(=Jupiter) aanschouwt deze dingen met de rechtvaardige ogen.46
R373: Nergens is vertrouwen veilig.
42
Betekenis: A. zegt dat Dido ook was gevlucht+ ook zelf een stad opgesticht. Dus dat A. dat ook wil gaan doen,
is niets meer dan eerlijk. Zakelijk bedoeld en niet lief voor Dido.
43
Als Ascanius niet weggaat, krijg zijn zoon dat rijk niet
44
Getuigen zijn Jupiter en bode
45
Ze houdt zich niet meer in.
46
Ze vindt dat de goden niet meer eerlijk zijn ten opzichte van haar, voelt zich verraden
R373-374: Ik heb hem, nadat hij was uitgeworpen op de kust, toen hij een gebrek had, ontvangen en
ik heb hem opgenomen in het deel van het rijk, terwijl ik buiten zinnen was.
R375-378: Een verloren vloot en bondgenoten uit de dood heb ik teruggebracht(ach, ik word
meegevoerd aangestoken door waanzin) Nu brengt de ziener Apollo, nu de Lychische orakels, nu
weer een bode door Jupiter zelf brengt verschrikkelijke berichten door de winden.47
R379: Natuurlijk, dit is het werk voor goden, die zorg verontrust degene die rusten48.
R380: Noch houd ik jou vast, noch weerleg ik jouw woorden.
R381: Ga, zoek Italië door de winden, probeer je rijk over de golven te bereiken.
R382: Ik hoop stellig dat jij, als de goddelijke kracht en van gerechtigheid dat kunnen, met volle
teugen, zal genieten van jouw straffen. Midden op rotsen en dat jij vaak mijn naam Dido zal roepen.
Ik zal je zoeken met vurige fakkels, ook al afwezig, en wanneer de koude dood de ledematen zal
scheiden van de geest, zal ik als schaduw op alle plaatsen afwezig zal zijn. Jij zult gestraft worden
schurk.(Jij zult boete geven/doen)
R387: Ik zal horen en deze Fama zal tot mij komen in de diepten van de onderwereld.
R388-389: Zij brak met deze woorden in het midden van het gesprek af en ze ontvlucht ziek het
daglicht en wendt zich van de ogen af en verwijdert zich van de ogen,
R390: Terwijl zij hem achterliet, terwijl hij twijfelt uit angst om veel te zeggen en voorbereid om veel
te zeggen.
R391: De dienaressen vangen op, nadat de ledematen in elkaar zakten, brachten ze naar de
marmeren slaapkamer en vleiden ze neer op de kussens.
15. Het vertrek wordt voorbereid.
R393-94: Maar de eerbiedige Aeneas, hoewel hij verlangde de treurende te kalmeren door te
troosten en hij verlangde de zorgen af te wenden met woorden,
R395-96 Hoewel hij veel kreunde en ook al was hij aan het wankelen gebracht wat betreft zijn geest
door de grote liefde, toch volgt hij de bevelen van de goden op en gaat terug naar het schip.
R397-398: Toen storten de Trojanen werkelijk op het werk en ze trokken de hoge schepen van het
gehele strand naar beneden.
R398-400: Het geteerde schip drijft en ze dragen loof dragende roeiriemen en onbewerkte
eikenhouten uit de bossen met ijver voor de vlucht.
R401: Jij zou ze kunnen zien verhuizen en je zou ze kunnen zien onbesuisd voorthollen uit de gehele
stad.
R402-07: Zoals wanneer mieren een enorme stapel van mee plunderen indachtig(=met oog op) de
winter zoals wanneer de zwarte stoet over de voelden gaat, ze brengen de buit naar het gras over
47
48
Dido vindt het allemaal maar bullshit
Ironisch
een smal pad; een deel draagt grote graankorrels49 op de schouders, zich schrap zettend, een deel
leidt de stoet en bestraffen oponthoud, het hele voetpad wemelt van het werk.
R408: Welk gevoel was er toen voor jou, Dido, terwijl deze dingen zag,
R409-11: of welk zucht slaakte jij, toen je zag dat de kust(en) wijd en zijd krioelden vanaf de zeer
hoge burcht, en je zag dat de gehele zee zich vulde met zo’n groot geschreeuw voor de ogen!
R412: Slechte Amor, waartoe dwing jij sterfelijke harten wel niet!
R413-14: Ze wordt gedwongen om weer in tranen te gaan en om weer door bidden hem te verleiden
als smekeling haar karakter om te buigen aan haar liefde50,
R415: opdat ze niet iets onbeproefd achterlaat zodat ze vergeefs zal sterven.51
16. Dido vraagt Anna te bemiddelen
R416: Anna, je ziet hoe men zich haast op de hele kust en het rond:
R417: ze zijn overal vandaan gekomen; het zeil roept reeds de winden,
R418: En de vrolijke zeemannen plaatsten de kransen op de achtersteven.
R419-20: Zo als ik dit grote verdriet al kon verwachten, zo zal ik het ook(wel) kunnen verdragen. Voor
mij, ongelukkige, moet je alleen dit ene doen, Anna.
R421: Want de trouweloze respecteert alleen, jou, hij vertrouwt zelfs zijn geheime gedachtes aan jou
toe.
R23: Alleen jij kende de juiste manier en de juiste momenten om de man te benaderen.
R424: Ga zuster, en spreek de hooghartige vrijand als een smekling toe:
R425-26: Niet ik heb met de Daneers gezworen het Trojaanse volk uit te roeien in Aulis of de vloot
naar Pergama gezonden,
R427: en ook heb ik niet de as of de schim van zijn vader Anchises verstoord:
R428: Waarom laat hij mijn woorden niet doordringen in zijn hardvochtige oren?52
R429: waartoe die haast? Laat hij dit laatste geschenk geven aan de ongelukkige liefhebbende.
R430: Laat hij wachten op en een makkelijke vlucht en op dragende winden.53
R431-32: Ik smeek niet meer om een huwelijk van vroeger, dat hij heeft verraden, en ook niet dat hij
het mooie Latium mist en het koninkrijk achterlaat,
49
Staat voor de peddels
Of haar geliefde, en dan is het een metoniem
51
Betekenis: ze moet het eerst proberen en dat slaat op de voorafgaande zinnen.
52
Dido die dit zegt
53
= gunstige winden
50
R433-34: Ik vraag om loutertijd rust en ruimte voor mijn razernij, opdat intussen mijn lot mij
overwonnen leert te treuren.
R435: Ik smeek om dit laatste geschenk(heb medelijden met je zus)
R436: nadat hij dat aan mij heeft gegeven, zal ik vanuit me dood dubbel en dwars terug betalen.
18. Mercurius verschijnt een tweede maal.
R553: Zij liet zo’n grote jammerklachten opwellen uit haar borst.54
R554-55: Aeneas sliep al hoog in het achtersteven zeker om te gaan55 nadat de zaken al klaar zijn
gemaakt zoals het hoort.
R556-57: De gestalte van de terugkomende god verschijnt met hetzelfde gelaat aan hen in een
droom en weer scheen het zo te waarschuwen,
R558: in alle opzichten gelijk aan Mercurius, wat betreft stem, wat betreft kleur,
R559: en wat betreft blonde haren en wat betreft ledematen sierlijk door jeudigheid.
R560-562: ‘ Jij die geboren bent uit een godin, kan jij onder deze dreiging slapen en zie jij niet het
gevaar die hierna om je heen staan, waanzinnige, en hoor jij niet de gunstige westen wind waaien?
R563-64
R565:’Vlucht jij niet hiervandaan halsoverkop, terwijl er mogelijkheid is om zich te haasten?
R556-67: Spoedig zal je zien dat de zee in beroering wordt gebracht en dat wilde fakkels overal
oplichten, spoedig branden de vuren op de kust,
R568: Als de Aurora jou op deze aarde zal aanraken, terwijl jij blijft.
R569: Vooruit, staak het uitstel! De vrouw is altijd een grillig en veranderend iets.’
R570: Nadat hij zo had gesproken ging hij in de donkere nacht.
20. Dido bidt om een wreker.
R621: Ik smeek deze dingen, ik giet deze allerlaatste stem met mijn bloed.
R622-23: Hierna houden jullie, oh Tyriers, bezig met het nageslacht en het hele toekomstige stam
constant uit haat, en zend deze geschenken aan mijn as.
R624: Geen liefde en geen verbonden mogen er zijn tussen de volken.
R625: Jij, als zekere wreker, wordt geboren uit gebeente van ons.
54
55
= gouden vers
= hij wist zeker dat hij weg gaat
R626: die te vuur en te zwaard de kolonisten van Dardanius, vervolgt
R627: nu, ooit, wanneer of waar de krachten het maar toelaten.
R628-629: De tegenoverliggende kusten tegen hun kusten, golven tegen hun kolkeringen, wapens
tegen hun wapens; en zijzelf en de kleinkinderen zullen vechten, ik smeek het.
21. Iris
R693: Toen stuurde de alwetende Iuno ,uit medelijden om het langdurig verdriet
R694: en de moeilijke doodstrijd , Iris naar beneden van de Olympus.
R695: om de worstelende geest en de ledenmaten los te maken, nadat ze geboeid waren.56
R696: want omdat zij en niet stierf noch door haar lot, noch door haar verdiende dood
R697: maar ongelukkig voor haar tijd gekomen was en plotseling ontvlamd in vuur,
R698-699: nog niet had Proserpina de blonde haren van haar kruin weggenomen en het hoofd gewijd
aan de Stygische Orcus57.
R700-02: Dus de bedauwde Iris, terwijl ze door de hemel met haar krokuskleurige vleugels duizend
verschillende kleuren gekeerd tegen de zon, daalt ze af en stond stil boven het hoofd(= van Dido).
R703: ‘ Ik breng dit gewijd aan Dis zoals bevolen en ik maak jou los van dit lichaam’ :
R704-05: Zo sprak ze en ze snijdt met haar rechterhand haar af, alle warmte vloeide meteen uit haar
weg en het leven verdween in de wind.
56
57
Ledenmaten waren geboeid aan Dido’s ziel
= de Onderwereld
Download