Scheikunde Hoofdstuk 7 H7.6 Omkeerbare reacties Omkeerbare reactie = beginstoffen reageren tot reactieproducten, maar dit ook andersom A+BC+D maar ook A + B ← C + D dus: A + B C + D Een stof blijft oplossen maar tegelijk slaat er ook evenveel neer Er is dus niet evenveel opgelost als neergeslagen máár de hoeveelheden blijven gelijk Vb. -50 gram opgelost -20 gram opgelost maar toch is het in evenwicht, omdat de verhoudingen zo blijven Een omkeerbare reactie is een evenwichtsreactie. Endotherm = Exotherm = energie wordt opgeslagen geeft energie af er is contant energie nodig eenmaal op gang, dan blijft hij verder reageren Als de snelheid van heen en weer reageren gelijk is, dan spreek ja van een evenwicht Chemisch evenwicht = heen- en terug gaande reacties zijn even snel H7.7 De evenwichtsvoorwaarde Er is een verband tussen de concentraties van stoffen bij evenwicht. Voor het evenwicht: mA+nBqC+rD Noem je de breuk [C]q * [D]r Qc = [A]m * [B]n = Kc (de betrekking Qc = Kc heet de evenwichtsvoorwaarde) Q is de afkorting van quotiënt, en de c staat voor concentratie Als Qc ≠ Kc :dan is er geen evenwicht De evenwichtsconstante Kc is alleen afhankelijk van de temperatuur. Toevoeging van een katalysator heeft geen invloed op het evenwicht, beide processen worden even snel versneld. Vb. BINAS 37B N₂ + 3H₂ 2NH₃ De concentratiebreuk (= Qc) : [NH₃]² [N₂] * [H₂]³ Stoffen toevoegen of weghalen: - Veranderen de concentraties wel - Maar de waarde van de evenwichtsconstante niet bij evenwicht: constant Scheikunde Hoofdstuk 7 H7.8 Homogene en Heterogene evenwichten Homogeen evenwicht - alle stoffen in een reactie hebben dezelfde samenstelling (homogeen gemengd) - evenwicht tussen stoffen zonder grensvlak - er is één fase Heterogeen evenwicht - niet overal dezelfde samenstelling (heterogeen gemengd) - evenwicht tussen stoffen waarbij een grensvlak tussen de stoffen voorkomt - er is meer dan één fase Een verdelingsevenwicht is een evenwicht waarbij een stof zich verdeelt over twee niet met elkaar mengbare fasen. In de uitdrukkingen met ‘K’ vul je een concentratie in, dit kan alleen als de stof homogeen verdeelt is over de beschikbare ruimte. Allen concentraties van opgeloste deeltjes (in mol/L) en concentraties van gassen (in mol dm-3) komen in de concentratiebreuk voor. Vaste stoffen en oplosmiddelen hebben geen invloed op de ligging van het evenwicht en komen niet in de breuk voor. Een vaste zout vormt in een verzadigde (volledige) oplossing een heterogeen evenwicht er is géén grensvlak. Daarom wordt de K-waarde voor het oplosevenwicht oplosbaarheidsproduct = Ks genoemd. BINAS 46 H7.9 Beïnvloeding van evenwichten Als je een stof fijner maakt, lost er niet meer van op, maar gaat de reactie tijd sneller kortere insteltijd. 120 20 °C 80 60 40 Pb²+ 40 0 0 40 60 80 CL- 60 20 20 PbCl₂ 80 20 0 50 °C 100 aantal mmol 100 aantal mmol 120 0 40 60 tijd (s) tijd (s) Uit de diagrammen volgt 20 bij hogere temp. lost er meer stof op het evenwicht ligt meer naar rechts evenwichtstoestand word eerder bereiktm kortere insteltijd Bij verhogen van temperatuur: - verlopen alle reacties sneller - is de insteltijd van een evenwicht korter - verschuift de ligging van een evenwicht naar de kant met het grootste aantal deeltjes evenwichtconstanten bij verschillende temperaturen BINAS 51 (273 K = 0 °C) 80 Scheikunde Hoofdstuk 7 Bij toevoeren van warmte verschuift een evenwicht naar de endotherme kant. Dat is de kant met het grootste aantal deeltjes. Toevoegen van één van de reagerende stoffen doet een evenwicht naar de andere kant verschuiven. Vb. drukverhoging N2 (g) + 3H2 (g) 2NH3 (g) [NH3]2 [N2] * [H2]3 = K ↑ t1 = a2 =K 3 b*c t2 = door volume verkleining concentraties groter (2a)2 = 4 a2 ≠K 3 3 2b * (2b) 16 b * c Qc < Ks Verzet (ook wel: herstel) van het evenwicht Qc moet groter worden (weer gelijk aan Ks) meet NH3 en minder N2 & H2 Het evenwicht verschuift automatisch naar rechts Bij volumeverkleining (= drukverhoging) verschuift een gasevenwicht in de richting van de minste deeltjes Algemene dingen Hb + O2 HbO2 De evenwichtsvoorwaarde = [HbO2] [Hb] * [O2] =K Als er weinig O2 is noemer klein breuk heel groot Het evenwicht verschuift naar rechts - breuk kleiner dan verschuift het evenwicht naar links breuk groter dan verschuift het evenwicht naar rechts Bestuur blz 174 & 175 (diagrammen) deze moet je kunnen tekenen!