Hoofdstuk 5 Kenmerken van chemische reacties §5.2 Energie- effecten Het symbool voor de grootheid energie is E. Een verandering in energie geven we aan met ∆E= Eeind - Ebegin De eenheid: J (Joule). Exotherme processen Bij een exotherme reactie staan de reagerende stoffen energie af aan de omgeving. Voorbeelden: - fase-overgangen: stollen en condenseren - oplossen: zuur of base in water - reacties waarbij energie vrijkomt uit de beginstoffen in de vorm van: warmte (verbranding), electriciteit (accu) of licht (vuurwerk) Energiediagram exotherme reactie: B.v. verbranding van methaan E (kJ) CH4 + 2 O2 CO2 + 2H2O -1- Endotherme processen Bij een endotherme reactie wordt energie opgenomen en opgeslagen in de eindprodukten. Voorbeelden: - fase-overgangen: smelten en verdampen - oplossen van natriumchloride in water - reacties waarbij energie wordt opgeslagen in de eindprodukten in de vorm van: warmte (thermolyse), electriciteit (elektrolyse), licht (fotolyse, fotografie, fotosynthese) Energiediagram endotherme reactie: E (kJ) 2 H2 + O 2 2 H2 O Wet van energiebehoud De totale hoeveelheid energie blijft altijd hetzelfde. De energie kan wel worden omgezet in een andere vorm van energie. De energieverandering van het omgekeerde proces is even groot maar tegengesteld. B.v. condenseren en verdampen. 5.3 De snelheid van een reactie Reactietijd De tijd die een reactie nodig heeft om helemaal te verlopen Afbeelding: reactie: 2NO2 <-> N2O4 Reactiesnelheid Het aantal mol van een stof dat per seconde en per liter reactiemengsel verdwijnt of -2- ontstaat. Symbool: s Eenheid: mol per liter per seconde (mol/(l.s) of mol.l-1.s-1) De snelheid van een reactie is in het begin het grootst en neemt af tot nul. De reactiesnelheid wordt door de volgende factoren beïnvloed: Soort stof ijzer reageert sneller met zoutzuur dan koper Concentratie Bij een hogere concentratie neemt de reactiesnelheid toe. De deeltjes zitten dan dichter op elkaar en kunnen dus makkelijker botsen. Verdelingsgraad Hoe fijner de stof is verdeeld, des te groter is het oppervlak, des te groter is de reactiesnelheid. Door het grotere oppervlak kunnen er meer botsingen aan dit oppervlak plaatsvinden. Temperatuur Bij een hogere temperatuur is de reactiesnelheid groter. Per 10 °C is dat ruwweg 2 à 3 keer. Door de hogere snelheid van de deeltjes is niet alleen het aantal botsingen, maar ook het aantal effectieve botsingen meer. Katalysator Deze beïnvloedt de reactiesnelheid. Een katalysator voor een reactie is een stof die de snelheid van die reactie vergroot zonder daarbij zelf verbruikt te worden. Katalysatoren zijn erg belangrijk. In ons lichaam worden de meeste reacties door katalysatoren beïnvloed. Deze biologische katalysatoren noemt men enzymen. Bijna elke reactie in ons lichaam wordt mogelijk gemaakt door een speciaal enzym. Afbeelding: Invloed van druk op de reactiesnelheid. -3- §5.4 Verklaring voor verschillen in reactiesnelheid: Het botsende-deeltjesmodel We stellen ons voor dat een reactie alleen kan optreden als de moleculen van de beginstoffen tegen elkaar botsen. Bij niet alle botsingen treedt een hergroepingen van de atomen op. Alleen als de botsing krachtig genoeg is, gebeurt er wat. We spreken in dat geval over een effectieve botsing. We noemen dit het botsendedeeltjesmodel. Transportsnelheid Dit begrip wordt gebruikt in plaats van reactiesnelheid als er geen chemische reactie heeft plaats gevonden. B.v. Het transport van jood in een waterlaag naar een benzinelaag. Ook hier gelden de factoren van de reactiesnelheid. §5.5 Het chemische evenwicht Begrippen: Statisch evenwicht We maken binnen de natuurwetenschappen onderscheid tussen twee soorten evenwichten. Bij een statisch evenwicht verandert er helemaal niets. Het evenwicht bij krachten, zoals we bij natuurkunde tegenkomen, is daar een voorbeeld. Dynamisch evenwicht Bij een dynamisch evenwicht verandert er wel iets, maar dat is niet waar te nemen omdat de snelheden van de tegengestelde veranderingen even groot zijn. Homogeen evenwicht Alle stoffen in een reactie hebben dezelfde fase. Let op CO2(g) <-> CO2(aq) Heterogeen evenwicht Als er verschillende fasen in de reactie-vergelijking staan. Verdelingsevenwicht Stof verdeelt zich over twee oplosmiddelen in een vaste verhouding. B.v. jood in water en benzine Chemische evenwichten zijn dynamische evenwichten. Een evenwicht stelt zich -4- soms snel in, soms langzaam. Het gebruik van een katalysator kan dan nuttig zijn: beide reacties verlopen dan sneller, het evenwicht stelt zich dan sneller in. De insteltijd is dan korter. Je kunt een evenwicht laten aflopen door één van de stoffen uit het evenwichtssysteem te verwijderen. Er is evenwicht als er geen verandering meer in de hoeveelheden plaats vinden. Voorwaarden voor een evenwicht zijn: De omstandigheden zijn zodanig, dat zowel de heengaande als de teruggaande reactie tegelijkertijd kan verlopen. De snelheid waarmee deze reacties verlopen, zijn gelijk. De concentraties van de stoffen veranderen niet. Uit proeven blijkt dat er een verband bestaat tussen de concentraties van de stoffen die aan de reacties deelnemen. Dit verband kunnen we beschrijven met behulp van de concentratiebreuk. De evenwichtsvoorwaarde is gelijk aan de concentratiebreuk: = K (evenwichtsconstante) = constante waarde van de concentratiebreuk bij een bepaalde temperatuur = er heerst evenwicht als de concentratiebreuk gelijk is aan K In de concentratiebreuk en de evenwichtsvoorwaarde schrijven we de concentraties van de stoffen die rechts van het evenwichtsteken staan boven de breukstreep en de concentraties van de stoffen die links staan van het evenwicht staan onder de streep. In de concentratiebreuk staan de coëfficiënten uit de reactievergelijking als exponenten bij de concentraties Concentraties worden weer gegeven met vierkante haken. Vaste- en (zuivere) vloeistoffen komen niet in de breuk hiervoor getal 1 invullen. Dus alleen gassen en opgeloste stoffen invullen. -5- waarde van K groot evenwicht ligt rechts (veel product) waarde van K klein evenwicht ligt links (weinig product) K is alleen van de temperatuur afhankelijk. §5.7 De ligging van het evenwicht Een verstoring (bijv. volumeverandering, toevoegen van een stof) van een evenwicht betekent dat de heen- en teruggaande reactie niet meer met dezelfde snelheid verlopen. In het algemeen geldt dat die reactie in het voordeel is die de aangebrachte verstoring tegenwerkt. Bijvoorbeeld: • Drukverhoging: Verschuift het evenwicht naar de kant met de minste gasmoleculen. • Concentratie: Toevoegen van een bepaalde component zorgt ervoor dat deze component verdwijnt door verschuiving van het evenwicht naar de andere kant • Een katalysator versnelt zowel de heen- als teruggaande reactie. Een katalysator beinvloedt de ligging niet, enkel de snelheid van het bereiken van het evenwicht. -6- Diagnostische toets Hoofdstuk 5 Geef aan of de onderstaande uitspraken goed of fout zijn. 1 2 Wanneer bij een omkeerbare reactie de snelheid van de reactie naar rechts even groot is als de snelheid van de reactie naar links, spreekt men van een chemisch evenwicht. Een chemisch evenwicht is een statisch evenwicht. De vragen 3 tot en met 7 hebben betrekking op het volgende plaatje, dat een evenwicht beschrijft, waarbij een hoeveelheid A reageert tot B en C. A 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 B+C De curve a geeft de snelheid van de teruggaande reactie B + C A. De curve c geeft de snelheid van zowel de heengaande als de teruggaande reactie. Uit deze curve is af te leiden dat er op tijdstip t1 meer van stof A dan van stof B en C in het mengsel aanwezig is. De insteltijd van het evenwicht is t3. Op tijdstip t3 is de snelheid van de heengaande reactie gelijk aan de snelheid van de teruggaande reactie. Wanneer twee stoffen via een omkeerbare reactie met elkaar in evenwicht zijn, zijn de concentraties van deze stoffen gelijk. Bij een in evenwicht verkerend systeem veranderen de concentraties van de deelnemende stoffen niet. Wanneer men aan een in evenwicht verkerend systeem een van de reagerende stoffen toevoegt, wordt het evenwicht verstoord. Men kan een evenwicht laten aflopen door een van de stoffen die aan de reactie deelneemt, uit het reactiemengsel te verwijderen. Het evenwicht X + Y Z kan men naar rechts laten aflopen door X uit het mengsel te verwijderen. Het gebruik van een katalysator in een omkeerbare reactie zal tot een kortere insteltijd leiden. -7-