UITGEDIEPT HEMEL BOVEN B (Compagnie Tartaren) zo 9 oktober 2016 – 14 uur Op een zomerse namiddag heb ik een afspraak in de Leuvense uitvalsbasis van de Compagnie Tartaren. Dit Buurtgericht Sociaal-Artistiek Theatergezelschap won twee jaar geleden nog de Vlaamse Cultuurprijs voor Amateurkunsten en komt op zondag 9 oktober met Hemel Boven B langs in de Werft. Zes Tartaren staan me te woord tijdens hun wekelijkse koffieklets. Lieve Matthijs, Ursula Coene en Jan Machielsen spelen mee in het stuk. Doke Dilen is een vast lid van het gezelschap, net als Eric Binst, die telkens tot ieders appreciatie de catering voor zijn rekening neemt. Jacques Bollens komt de sfeer eens opsnuiven. Ik kom op het juiste moment, want er staan pannenkoeken op het menu. In deze gezellige setting leg ik hen enkele vragen voor. Hoe is de Compagnie Tartaren ontstaan? Jan: Aanvankelijk ontstond er in het buurthuis hier in de Ridderstraat het idee om wat theater te spelen in de straat en op festivals en zo. Toen hebben ze de Smoelentrekkers opgericht. Later wilde men meer de artistieke toer op gaan, en toen is het gezelschap herdoopt tot de Tartaren. Doke: De oprichting van de Smoelentrekkers was ergens in het midden van de jaren zestig, dacht ik. Ursula: En de Tartaren op zich bestaan dit jaar exact tien jaar. Als je daar meer wil over weten: er komt nog een boekje over uit. Op de website wordt Compagnie Tartaren omschreven als een Buurtgericht SociaalArtistiek Theatergezelschap. Wie kan er lid worden? Doke: Dat is niet beperkt. Het is niet zo dat alleen mensen uit de buurt mogen meedoen. Dat is in de jaren stillekes zo ontstaan, maar nu staat het gezelschap in principe open voor iedereen. Lieve: Er is wel een inloopprocedure voor mensen die lid willen worden. Als je nieuw inkomt, doe je eerst mee aan workshops om te zien of theater je wel ligt en om te zien of het je ligt om in groep dingen te doen. Zoals Jacques: die is nu bezig om mee Kopschuif (?) te doen. Doke: Het staat wel voor iedereen open. Iedereen krijgt de kans. Wat primeert in de activiteiten van de Tartaren: het sociale aspect of het theater? Ursula: Het artistieke heeft de klemtoon. Lieve: Maar doordat de vraag is gekomen van sommige mensen om elkaar ook op andere momenten eens te zien, is bijvoorbeeld deze koffieklets ontstaan. Dus dat is dan niet echt toneel of artistiek. Alhoewel we er dan nog dikwijls over praten… Zo repeteren we onze tekst. Of we knutselen wat, of we voeren kleine werkjes uit tijdens zo’n koffieklets. Als je goesting hebt, want het is vrijblijvend om mee te doen. Jan: We gaan ook andere theaterstukken bekijken en tentoonstellingen bezoeken. Met de groep, vrijblijvend, Degenen die mee willen, gaan mee. We hebben een eigen busje. Ursula: Dat hebben we gekocht toen we de prijs van de Amateurkunsten hebben gewonnen. Jan: Het is de bedoeling om mensen sterker te maken door samen ergens aan te werken. We zijn met zijn allen aan iets bezig en dat brengt ons samen en dat geeft ons gespreksstof. Lieve: In een groep werken is sowieso confronterend, maar het kan voldoening geven als je een stuk maakt. Jan: Het verbindt mensen. Kan je iets vertellen over de inhoud van Hemel Boven B? Jan: Wat de inhoud van het stuk betreft, vraagt de regisseur dat iedereen die invult op zijn manier. Maar het gaat eigenlijk over familie. Een algemene, universele familie. Hoe zijn jullie op het idee voor dit stuk gekomen? Lieve: We zijn vertrokken vanuit improvisatie. Ursula: En uiteindelijk heeft de regisseur dan beslist wat werkte en wat goed was. Jan: Wij als spelers hebben dingen aangebracht. Wij krijgen een grote inbreng. Ursula: Johan sluit niets uit. Daardoor is het eigenlijk ook nooit saai. Doke: Wat kenmerkend is aan de werking van de Tartaren is dat ze vaak vertrekken van een bestaand stuk, waar dan uiteindelijk meestal niet veel van overschiet. Dus in de eerste weken is dat improviseren, dingen zelf inbrengen en dan wordt er een nieuwe creatie gemaakt. Eric: Het is een groeiproces. Doke: De regisseur weet in het begin nog niet waar het naartoe gaat. Hij heeft waarschijnlijk wel iets in zijn hoofd, maar het stuk groeit echt gaandeweg. Kan je iets vertellen over de werkwijze van Johan Knuts? Ursula: Elke regisseur heeft zo zijn eigen stijl. Bij Johan improviseer je, maar als groep. Hij laat je als groep bepaalde dingen doen en als hij iets ziet gebeuren, komt hij stilletjes zeggen: “Misschien moet jij dit doen.” Maar niet echt sturend: hij biedt gewoon een idee aan en dat vul je dan in zoals je wil. Dus hij heeft een speciale manier van werken, waardoor het groepsgebeuren niet verstoord wordt. Hij laat ons heel vrij. Hij biedt een veilig kader. Ik heb bij Johan geen moment stress gekend, wat ik bij andere regisseurs wel eens heb. Je bent totaal vrij in je doen en laten en achteraf haalt hij daar dingen uit die hij boeiend vindt om te zien. Als regisseur heeft hij daar natuurlijk oog voor. We hadden zo in het buurtcentrum een dansje gezien van de Zumba. Hij ziet dat dan, vindt het leuk en uiteindelijk komt dat dansje, weliswaar vertraagd, in het stuk. Jan: Er is ook een enorm groepsgevoel gegroeid gedurende die weken dat we gerepeteerd hebben. Dat was echt speciaal. Meer als anders. Lieve: Het stuk is een stuk waarbij de groep speelt als groep en waar we samen op elkaar inspelen als groep en waarbij de individuele speler deel is van de groep. Jan: Er zijn geen solisten of eersterangs spelers. Regisseur Johan Knuts staat ook bekend om zijn erg beeldende stukken. Is dat hier ook het geval? Lieve: Soms denk ik dat het bijna tableaux vivants zijn, dat je levende tableaus ziet die uit een schilderij zouden kunnen komen. Maken jullie de decors ook zelf? Ursula: Dat komt ook van ons. Johan brengt bijvoorbeeld kunstboeken mee en die bekijken we dan ter inspiratie. Wat op onze weg komt, pakken we mee. Er stonden hier bijvoorbeeld stoelen waarvan de zitting kapot was en hij zei “Oh dat is wel leuk”. En die worden dan gebruikt. Lieve: Johan heeft er echt een neus voor om van iets kleins, wat schijnbaar waardeloos lijkt, iets speciaals te maken. Jan: Hij noemt die kleinigheden “De dingen van de laagste orde”. Hemel Boven B is blijkbaar echt een collectieve prestatie van de Compagnie Tartaren. Hoe lang duurde het om tot het eindresultaat te komen? Lieve: Voor Hemel boven B hebben we een drie à vier maanden twee avonden per week gerepeteerd en de paar weken voor de première is dat natuurlijk intensiever. Ursula: Wat het voordeel is aan dit stuk, is dat we geen tekst van buiten moeten leren. Er is niet veel tekst. Jan: Hoeveel regels zijn het? 5? Ursula: Maar we gaan ze nog niet verklappen! Jacques: Allez! Lieve: Diegenen die de tekst willen horen, moeten maar komen kijken! Ik ben alvast zeer benieuwd! Tot zondag 9 oktober in de Werft! Sam Van Hulsel