HET HAMILTONCOMPLEX HETPALEIS en vzw Sontag/Lies Pauwels Sommigen onder jullie herinneren zich misschien nog de typische foto’s uit de jaren zeventig van de Britse fotograaf David Hamilton. Hij portretteerde opgroeiende, eerder schaars geklede meisjes in wazige en poëtische beelden. Destijds nam niemand er aanstoot aan, maar de voorbije jaren werd Hamiltons aanpak vaak afgeschilderd als softporno. Lies Pauwels: “In het post-Dutrouxtijdperk zijn zo’n beelden not done. Sinds de zaak Dutroux midden jaren negentig is onze kijk op het in beeld brengen van jonge meisjes gekanteld. Dergelijke kantelmomenten in de tijd en de maatschappij staan centraal in het stuk.” Het voorgaande citaat komt uit de mond van de regisseur van Het Hamiltoncomplex . Lies Pauwels verdiende haar strepen reeds als actrice bij Victoria-producties als Moeder en kind, Bernadetje, Allemaal Indiaan, Aalst en in Nederland bij Dood Paard. Ook haar soloproductie White Lies op een tekst van Rob de Graaf gooide een paar seizoenen geleden hoge ogen. In 2002 maakte ze met Club Astrid haar eerste eigen creatie, samen met een aantal collega acteurs en actrices, vanuit improvisatie. Zeven mensen aan tafel testen elkaar als in een ritueel om tot klaarheid te komen met zichzelf. In Het Hamiltoncomplex speelt een gelijkaardige thematiek en weer stond improvisatie centraal in het tot stand komen van het stuk. Pauwels staat via de belevingswereld van 13 meisjes van 13 jaar stil bij de ontwikkelingen die in de huidige samenleving zowel op persoonlijk vlak als op wereldhistorische schaal plaatsvinden. De meisjes confronteren ons met die kantelmomenten in het menselijk bestaan waarop dingen onherroepelijk verschuiven. Een bodybuilder vergezelt hen op het podium. Hij fungeert als hun beschermheer én hun respectvolle danspartner. Hij ziet in hen al de vrouwen die ze zullen worden, maar kijkt haast nederig weg wanneer hij die vrouw in een flits herkent. Zo wordt de begeerte die mannen al eens voelen bij het zien van ‘verse meisjes’, en de beschaamdheid die ermee gepaard gaat, treffend geïllustreerd. Net als in haar vorige creaties probeert de regisseur via spel, tekst, muziek en dans grip te krijgen op het complexe tijdsgewricht waarin we vandaag leven. Lies Pauwels: “Het idee ontstond vier jaar geleden, naar aanleiding van een gesprek met een collega, in de trein. We hadden het over de verschillende tendensen en veranderingen die er op allerlei gebieden binnen de samenleving gebeurden en over de vraag of we op een kantelmoment waren aangekomen of niet. Tegelijkertijd merkten we op dat er bij veel mensen een grote hang naar het verleden voelbaar was. De urgentie om hierover een voorstelling te maken is bij mij de afgelopen jaren alleen maar groter geworden. Van meet af aan had ik die 13-jarige meisjes in mijn gedachten, omdat zij op microniveau een metafoor zijn voor de veranderingen in de maatschappij.” Pauwels’ beweegredenen om tot een voorstelling te komen, vloeien voort uit de kritische positie die de regisseur inneemt in het leven. Dit leidt tot een specifieke aanpak van de meisjes en heeft ook gevolgen voor het publiek. Lies Pauwels: “Ik maak een voorstelling omdat ik vragen heb en twijfels. In plaats van te regisseren wil ik communiceren over die vragen en twijfels. Ik communiceer met de meisjes en zij communiceren op hun beurt met het publiek. Het is een onderzoek: hoe vinden we elkaar en waar vinden we elkaar niet. Het heeft met een zekere generositeit te maken; ‘neem en eet wat je wilt’, waarmee ik tegelijkertijd ook zeg dat iedereen zelf moet uitmaken wat hij of zij in de voorstelling wil zien.” Een echte boodschap schuilt er dus niet in het stuk. Wat wel doorschemert is Pauwels’ lak aan alle regeltjes waar dertienjarigen, en bij uitbreiding de rest van de wereld, zich aan dienen te houden. Lies Pauwels: “Dertienjarigen zijn nog heerlijk ongenuanceerd. Als ze kwaad zijn, is hun reactie bijna primitief. Maar helaas wordt er vandaag de dag toch van je verwacht dat je je aan bepaalde patronen houdt en binnen bepaalde hokjes valt. Daarom heb ik er tijdens de audities hard op gelet dat er diversiteit is onder de meisjes. Robine, een meisje met mentale en motorische beperkingen, doet op scène gewoon waar ze zin in heeft. Dat past precies bij het thema van het stuk.” Daar waar Pauwels niet de ambitie heeft om rechttoe rechtaan een verhaal te vertellen, schildert ze eerder met theater en schotelt ze het publiek ontregelende beelden met meerdere lagen voor. Evelyne Coussens beschrijft in Theaterkrant op rake wijze één van die ontluisterende taferelen: “In Het Hamiltoncomplex wordt op een gegeven moment de naakte bodybuilder omringd door dertien roodkapjes, de rode kapjes sinister naar beneden hangend – een beeld dat tegelijkertijd onschuld en perversie suggereert. Twaalf roodkapjes verdwijnen, één mini-kapje blijft over, het allerkleinste meisje, dat als een object door die massale man wordt opgetild – op één hand kan hij haar zetten. Het duet dat zich zachtjes tussen beide ontrolt lijkt terloops aangezet, alsof het helemaal niet zo bedoeld was, alsof het hier geen dans betreft, maar een tedere ontmoeting tussen twee mensen.” De beelden worden begeleid door een schitterende soundtrack. Muziek is dan ook een drijvende kracht in de voorstellingen van Pauwels. Lies Pauwels: “Muziek heeft altijd met emotionaliteit te maken en is voor mij het middel bij uitstek om met een publiek te communiceren. Het kan helpen om een scène te begrijpen. Ik maak in deze voorstelling gebruik van verschillende lagen (de meisjes zelf, de kostuums, het decor, de tekst en de muziek) die allemaal op elkaar inwerken. Door de verschillende lagen naast elkaar te plaatsen of met elkaar te laten contrasteren, krijgt een bepaalde scène een andere of nieuwe betekenis. Iets echt menen en een dikke middelvinger opsteken, gaan in mijn voorstellingen altijd hand-in-hand. Soms probeer ik dat op een en hetzelfde moment te doen, of wordt er iets gezegd dat een kwartier later weer onderuit wordt gehaald. Hierdoor weet je als toeschouwer misschien niet altijd goed hoe je dingen moet interpreteren, maar zo kijk ik ook tegen het leven aan: als iets grilligs.” Om af te ronden komen we terug op de reactie van Evelyne Coussens van Theaterkrant na het bijwonen van de voorstelling: “Zeldzaam is het: theater dat niet per se iets wil vertellen, maar alles wat het te zeggen heeft belichaamt. Boodschaploos theater, dat is in plaats van te tonen. Regisseur Lies Pauwels maakte zo’n theatervoorstelling bij het Antwerpse jeugdtheater HETPALEIS. Dertien meisjes van dertien schudden in Het Hamiltoncomplex de sociale verwachtingen – het tonen – van zich af, om op sommige ademloos mooie momenten enkel maar te zijn.”