Gemaakt door: Adiba Wafa en Alieke Sippens Groenewegen Klas: H5N Begeleider: Berghuis Datum: 8 december 2010 Inhoudsopgave Inleiding………………………………………………………………….….blz. 3 Motivatiekeuze.………………………………………………………….…blz. 4 Plan van aanpak…………………………………………………………...blz. 5 Hypothese…………………………………………………………………..blz. 6 Deelvraag 1…………………………………………………………………blz. 7 t/m 11 Deelvraag 2…………………………………………………………………blz. 12 t/m 13 Deelvraag 3…………………………………………………………………blz. 14 t/m 19 Deelvraag 4…………………………………………………………………blz. 20 t/m 22 Deelvraag 5…………………………………………………………………blz. 23 t/m 24 Deelvraag 6…………………………………………………………………blz. 25 t/m 27 Conclusie hoofdvraag..……………………………………………………blz. 28 t/m 29 Nawoord ……………………………………………………………………blz. 30 Bronvermelding…………………………………………………………….blz. 31 Logboek………………………………………………………………….....blz. 32 t/m 35 2 Inleiding Als profielwerkstuk zetten wij een onderzoek op rond het onderwerp El Niño. Niet alleen omdat het een onderwerp is dat uitgewerkt kan worden als profielwerkstuk, maar ook, toen we erover lazen, geïnteresseerd raakte in het natuurverschijnsel. Alhoewel wij hier weinig met de El Niño te maken hebben, kennen wij op het noordelijk halfrond wel de Bora, de Föhnwind, zoals op diverse plaatsen zo’n wind rond de Middellandse zee wordt genoemd. Wij zelf hebben die wind meerdere malen mogen ervaren, warm, lang aanhoudend en net zo snel verdwijnend als opkomend. Dus toen we het vak aardrijkskunde kozen om een onderwerp te kiezen voor ons profielwerkstuk en we lazen over de El Niño, was onze keuze wel snel gemaakt. We hebben meneer Berghuis als begeleider, hem hebben we aangegeven bovenstaand onderwerp te willen gebruiken voor ons profielwerkstuk en lang de zijlijn te kijken naar de invloed van klimaatverandering op de El Niño. Bij het onderzoek is door ons de hoofdvraag als volgt geformuleerd: Hoofdvraag: Waarom is El Niño een wereld probleem? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zullen eerst een aantal andere vragen beantwoord moeten worden, zodat uiteindelijk de hoofdvraag beantwoordt wordt. Daarom hebben we gekozen voor de volgende deelvragen: - Deelvraag 1: Wat is El Niño? - Deelvraag 2: Wat zijn de oorzaken van El Niño? - Deelvraag 3: Wat zijn de gevolgen van El Niño? - Deelvraag 4: Wat voor invloed heeft klimaatverandering op El Niño? - Deelvraag 5: Wat zijn de mogelijkheden om een nieuwe EL Niño te voorspellen? - Deelvraag 6: Wat weten middelbare scholieren over El Niño? 3 Motivatiekeuze Om aan het examen deel te mogen nemen is iedereen verplicht een profielwerkstuk te maken. Vervolgens hebben we gezocht naar mogelijke onderwerpen. Die hebben wij toen gegoogled. Twee onderwerpen leken ons wel leuk namelijk: El Niño en klimaatverandering. Toch zijn we bij El Niño teruggekomen, omdat we hier nog niet veel over weten. Er zijn nog een aantal redenen waarom wij, Alieke en Adiba, voor dit verrassende onderwerp hebben gekozen. Onze interesses liggen bij dit onderwerp en hierover is tevens veel informatie te vinden. Vaak kiest men bepaalde onderwerpen die makkelijk zijn of waar ze veel ervaring mee hebben, maar zonder te kijken naar of hun interesses hier ook bij liggen. Wij vinden dit geen goede redenering voor de onderwerpskeuze van een profielwerkstuk. We hebben liever een onderwerp wat ons aanspreekt en waar we nog niet zo veel van weten en door middel van een onderzoek (net zoals bij ons afgelopen praktische opdracht van Aardrijkskunde) langzamerhand meer over te weten komen. Het versnelde smeltproces van ijs op Groenland. 4 Plan van aanpak Onderzoeksplan Hoofdvraag Waarom is El Niño een wereldprobleem? Deelvragen - Wat is El Niño? - De oorzaken van El Niño - Wat zijn de gevolgen van El Niño? - Wat voor invloed heeft klimaatverandering op El Niño? - Is het mogelijk een voorspelling te doen wanneer zich opnieuw een El Niño zou voordoen en hoe kan je anticiperen op de mogelijke gevolgen? -wat is de kennis van jongeren over het mogelijke wereld probleem El Niño? Hypothese Verwachtingen We verwachten dat El Niño een wereldprobleem is en tevens invloed heeft op de samenleving. Dit denken we, omdat El Niño allereerst over een groot gebied heerst, maar ook het water wordt verwarmd. Het verwarmde water bevat veel minder voedingsstoffen dan koud water (wat het normaal gesproken is). Hier lijden veel vissoorten onder en dit heeft gevolgen voor de economische stand van zaken rondom de wereld. Een voorbeeld: In Peru is 33% van de beroepsbevolking werkzaam in landbouw en visserij. Als er een El Niño optreedt gaan veel vissen dood, waardoor vissers weinig opbrengsten hebben en handelspartners van Peru verlies lijden. Werkwijze Methode We gaan met behulp van enquêtes en internetbronnen zoeken naar het antwoord op onze hoofdvraag. Uiteraard wel eerst met behulp van de deelvragen die zijn gegeven. De enquête nemen we af bij verschillende leeftijdsgroepen en dan kijken we wat men weet over ons onderwerp. Informatiebronn en Hulpmiddelen http://www.knmi.nl/onderzk/oceano/enso/nino/ninoinfo_nl.html http://nl.wikipedia.org/wiki/El_Ni%C3%B1o http://www.knmi.nl/klimaatverandering_en_broeikaseffect/klimaat_en_klimaatve randering/deel_6.html http://www.rnw.nl/nl/caribiana/article/minder-orkanen-maar-el-ni%C3%B1o-ligtop-de-loer http://www.knmi.nl/research/oceanography/enso/nino/nino_nl.html http://members.chello.nl/~p-stortelder/elnino/hoofdstuk2.htm http://www.milieucentraal.nl/pagina.aspx?onderwerp=Klimaatverandering http://www.knmi.nl/waarschuwingen_en_verwachtingen/seizoensverwachting/el _nino/ Presentatievorm - Een schriftelijk verslag in een snelhechter. - Mondelinge presentatie in vorm van een PowerPoint. Hierbij gebruiken we een filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=fN_NmCpry38&feature=related. Alieke: Zal vooral bezig gaan met de verwerking van de onderzoeksresultaten en verdere informatie voor het schriftelijke verslag. Adiba: Is voornamelijk bezig met de uitvoeringen voor het onderzoek en zal alieke ook bijstaan met de verwerking. Verder gaan we beide onze eigen deelvragen beantwoorden en zullen we elkaar helpen met onze werkzaamheden. Taakverdeling 5 Hypothese We verwachten dat El Niño een wereldprobleem is en invloed heeft op de samenleving. Dit denken we, omdat El Niño allereerst mondiale effecten heeft, maar ook door El Niño het water wordt verwarmd. Het verwarmde water bevat veel minder voedingsstoffen dan koud water (wat het normaal gesproken is). Hier lijden veel vissoorten onder en dit heeft gevolgen voor de economische stand van zaken rondom de wereld. Een voorbeeld: In Peru is 33% van de beroepsbevolking werkzaam in landbouw en visserij. Als er een El Niño optreedt gaan veel vissen dood, waardoor vissers weinig opbrengsten hebben en handelspartners van Peru verlies lijden. Gevolgen El Niño in Peru. Vissen gaan dood doordat het warme water niet voedselrijk is. Het gebeurt juist in Peru omdat dit aan de Grote Oceaan ligt en hier ontstaat een El Niño. 6 Deelvraag 1: wat is El Niño? De Grote Bosatlas (53e editie kaart 222B ) beschrijft El Niño als een regelmatig optredend verschijnsel, waarbij rond de evenaar in plaats van de normale oostelijke passaatwind een krachtige westenwind over de Grote Oceaan waait. Als gevolg daarvan wordt warm water (van 30 graden Celsius) uit de zeeën rondom Indonesië naar Zuid- Amerika gestuwd. De verplaatsing van deze warmte, dampende watermassa beïnvloedt het verloop van de ‘straalstroom’ in de hogere luchtlagen. Kort samengevat is dit een gebied met hoge windsnelheden in de atmosfeer. Meestal is het een langgerekte zone, soms meer dan 1000 km lang en 100 km breed. In deze zone komen windsnelheden voor die in de winter kunnen oplopen tot 300 km per uur. Vooral de verstoring van de gebruikelijke neerslagpatronen (zie plaatje A) veroorzaakt natuurrampen. Onder normale conditie verdampt het zeewater, dat vervolgens richting het vasteland wordt opgestuurd. Daar valt vervolgens neerslag door afkoeling van de lucht. Het water wordt dan van hoog naar laag richting de zee afgevoerd. Schematisch is dit hieronder weergegeven. Links ligt Indonesië en rechts in het schema ligt Zuid-Amerika. De rode kleur geeft de plaats van het warme water, onder normale conditie, aan. De oostelijke passaatwind stuwt het warme water op in het westen, terwijl, in het oosten, voor de westkust van Amerika, het warme water juist wordt weggeblazen. Zie ook de blauwe kleur van koud water in het schema hieronder. De normale conditie = Richting v/h water → = Oostelijke passaatwind ● = warm water ● = koud water Tijdens een El Niño zwakken de passaatwinden af. Het warme water verplaatst zich dan geleidelijk naar het oosten, waardoor er voor de westkust van Amerika juist meer warm water komt te liggen. Er wordt namelijk minder warm water naar het westen geblazen. Door de veranderende luchtdruk boven het zeewater nemen de passaatwinden steeds verder af in kracht, waardoor er nog minder water naar 7 het westen stroomt. Het warme water “stroomt” als het ware terug naar het oosten. In de volgende paragraaf wordt hier verder op ingegaan. Hieronder is El Niño in schemavorm weergegeven. Het warme water verdampt en wordt dan naar twee kanten, zowel Indonesië als Amerika gestuurd. El Niño conditie = Richting v/h water → = Oostelijke passaatwind ● = warm water ● = koud water Schema’s uit www.Noorderlicht.nl In het kort: Langs de evenaar in het oostelijke deel van de Grote Oceaan komt dan ook in sommige jaren een sterke opwarming van het zeewater voor, dat normaal koel is. Deze opwarming heeft grote gevolgen voor het weer in dat gebied en het heeft soms zelfs gevolgen voor het weer in Europa. Het verschijnsel dat deze verandering veroorzaakt heet El Niño. El Niño is een onregelmatig verschijnsel, gemiddeld 1 keer in de 3 tot 7 jaar komt hij voor en zorgt dus voor een flinke opwarming van het oceaanwater, verder wordt de atmosfeer voor langere tijd beïnvloed. Op de satelliet foto op de volgende bladzijde is een sterke El Niño te zien. Het witte gebied met het rode randje eromheen is het opgewarmde water. Omdat dit water ook wel de vorm heeft van een tong wordt er ook wel eens gesproken van ‘de warme tong’. Normaal is dit de ‘koude tong’. 8 El Niño van 1997, goed te zien is de warme tong (Rood met witte- gedeelte). http://apod.nasa.gov/apod/ap971112.html Vroeger werd de naam El Niño in Peru gebruikt om de periode aan te duiden, waarin er een warme zuidwaartse zeestroom was die elk jaar rond Kerstmis terugkeerde. Met deze zeestroom waren de bewoners van Peru niet blij, omdat er dan weinig te vissen viel, die van kouder water houden en dan ook wegtrokken. De naam werd met de jaren ook steeds meer gebruikt om een normale opwarming van het water te benoemen, ook als er helemaal geen zuidwaartse stroom was. Pas vanaf de jaren ’60 is het bekend dat El Niño geen zuiver regionaal verschijnsel is, het kan zich namelijk wel tot zo’n 10.000 km ver langs de evenaar uitstrekken. Dit is gebleken uit metingen gedaan in het kader van het Internationaal Geofysisch Jaar (1957-1958). Er werd toen ook een verband ontdekt met een verschijnsel in de atmosfeer: de zuidelijke oscillatie ( = schommeling in oceaan en atmosfeersysteem). In plaats van El Niño is het beter te spreken over ENSO. (El Niño Southern Oscillation). Dit is een samenvoeging van El Niño, La Niña en de Zuidelijke Oscillatie in de atmosfeer. Drie verschijnselen die samen een onderling verband hebben. Het ENSO- verschijnsel speelt zich af in de Stille Oceaan tussen Amerika en Azië/Australië. In de Stille Oceaan is altijd een van de drie situaties aanwezig. Om te weten in welke situatie we nu zitten, kijken we naar de NINO3-index. Deze wordt bepaald aan de afwijking van de zeewatertemperatuur langs de evenaar. 9 Zuidelijke Oscillatie Aan de kust van Amerika komt koud zeewater omhoog. Oostelijke winden brengen dit water naar het westen. Tegen de tijd dat Azië wordt bereikt, is het zeewater vijf graden warmer. Zuidelijke oscillatie http://kids.earth.nasa.gov/archive/nino/normal.html Boven dit warme zeewater stijgt de lucht op en regent het vaker, dan bij het koude zeewater van Amerika. Door de opstijgende lucht wordt de luchtdruk lager en wordt de oostelijke passaatwind versterkt. Het patroon houdt zichzelf in stand. In 1920 ontdekte Gilbert Walker deze zuidelijke oscillatie. Hij vond uit dat er een verband bestaat tussen de luchtdruk in de Indische Oceaan en de luchtdruk in de Stille Oceaan. Het is namelijk zo dat de luchtdruk in de Stille Oceaan hoog is, als de luchtdruk in de Stille Oceaan laag is. Zoals alles een tegenovergestelde heeft, heeft El Niño (benaming voor warmer zeewater bij de evenaar dan normaal) dat ook. La Niña is namelijk fysisch gezien het tegenovergestelde van El Niño. Bij La Niña (benaming voor kouder zeewater bij de evenaar dan normaal) gebeurt dus het tegenovergestelde van El Niño. In plaats van een opwarming van het water, koelt het water af. Deze golfstroom bereikt Peru niet, maar het Caribisch gebied. Na een El Niño volgt vaak een La Niña. Het warme water voor Zuid-Amerika wordt weggedreven en een koude stroom komt hiervoor in de plaats (gebeurt bij El Niño). Het warme oppervlaktewater verschuift naar Australië, verder dan onder normale conditie. De verkoeling stelt in vergelijking met de verwarming niet veel voor. Toch heeft La Niña wel degelijk invloed. De effecten van La Niña zijn meestal precies omgekeerd aan El Niño. Zo zal op plaatsen waar het tijdens El Niño heel droog was, nu veel regenen en omgekeerd. Vroeger dacht men dat La Niña niet bestond en zag men haar als de normale situatie. Tegenwoordig weet men wel dat La Niña iets anders is, mede dankzij metingen en satellietgegevens. La Niña is echter veel minder erg dan een El Niño en richt ook niet veel schade aan. Men kan haar beter zien als een versterking van de normale omstandigheden. Globaal heeft La Niña het tegenovergestelde effect van een El Niño en leidt het in Peru tot droog weer in de winter, wat daar heel normaal is. Het Caribisch gebied krijgt tijdens een La Niña in het algemeen meer tropische orkanen te verwerken dan tijdens een El Niño. Op grote hoogte waait het hier dan minder en kunnen de wolkencomplexen waaruit hurricanes ontstaan, torenhoog uitgroeien. 10 Hieronder is in twee schema’s te zien wat er onder invloed van El Niña rond de evenaar gebeurt. Door het wegtrekkende warme water (EL Niño) koelt het af boven het Caribisch gebied, wat meer neerslag tot gevolg heeft. De verandering die zich vervolgens weer inzet is te zien in het onderste schema, waar juli/augustus is vermeld. Door opwarming verkleint het natte gebied. Bron: KNMI 11 Deelvraag 2: Wat zijn de oorzaken van El Niño? El Niño ontstaat door het sterke afnemen van de passaatwind. In het vorige hoofdstuk is beschreven wat El Niño is. Dat het een schommeling is, ook wel een “wip” genoemd, bevestigt gelijk dat El Niño een terugkerend natuurverschijnsel is. Alleen doordat het water in de oceaan zich traag verplaatst, is ook de terugkeer van El Niño langzaam. In de oceaan bevindt zich warm water en koud(er) water. De scheidslijn die het warme en koude water van elkaar scheidt, omdat beide zich niet goed met elkaar laten mengen, is de thermoklien. Onder normale omstandigheden (zie schema deelvraag 1) ligt het warme water tegen Indonesië opgestuwd. Het koude water komt aan de kant van Amerika naar boven. Echter bij El Niño verplaatst het warme waterniveau zich en komt het richting Amerika, waardoor aan de kant van Indonesië het koudere water boven komt. De tegenbeweging is de El Niña, welke na El Niño, als reactie komt. Denk maar aan het schudden van een glas water. Als je het neerzet, schommelt het water heen en weer tussen de wanden. Uiteindelijk vindt het water zijn evenwicht. Dit gebeurt ook tegen het eind van een El Niño. Uiteindelijk heffen de effecten elkaar op en zoekt de oceaan zijn evenwicht op. Het verband tussen El Niño en de Zuidelijke Oscillatie werd in de jaren zestig gelegd. In 1969 publiceerde Bjerkness een theorie van hoe de verhouding qua temperatuur tussen het koude water in het oosten van de Stille Oceaan en het warme water in het westen samenhangt met de sterkte van de passaatwinden. (KNMI-citaat.) “In het westen van de Pacific is het warm met watertemperaturen van zo’n 30 graden. In het oosten is het kouder en ligt de gemiddelde watertemperatuur zo rond de 25 graden. In het westen ontstaan meer tropische stormen en in het oosten is het juist droger. In het westen stijgt de lucht op en condenseert uiteindelijk weer. De stijgende lucht in het westen trekt ook lucht aan, waardoor de passaatwinden te verklaren zijn. Wanneer de wind afneemt zal het in het oosten warmer worden, waardoor het verschil tussen west en oost kleiner wordt. Wanneer dat gebeurt nemen de passaatwinden af. Dit is een zichzelf versterkend proces. Wanneer de wind zwakker wordt neemt de temperatuur af en daardoor wordt de wind nog zwakker.” Door de afname van de passaatwind, ontstaat El Niño. Hiermee is gelijk verband gelegd tussen temperatuur en wind. Op de volgende bladzijde staan 2 figuren waar schematisch wordt weergegeven hoe de thermoklien zich beweegt onder normale en El Niño omstandigheden. 12 Verschil tussen El Niño en normale omstandigheden Je ziet dat onder normale omstandigheden de thermoklien een bepaalde vorm aanneemt. Het oceaanwater bestaat voor een groot deel uit warm water. De sterke passaatwinden nemen het warme water mee richting Australië. Het warme water stijgt op, koelt af en vormt regen in ZuidAmerika. Bij de El Niño gebeurt het omgekeerde. Er wordt boven beide continenten regen gevormd en warm water stroomt terug naar Zuid- Amerika. De thermoklien heeft een horizontale vorm. Bron: Kennislink Het ontstaan van een El Niño valt dus vooral te verklaren door de veranderingen in windstromen die voor een verandering in de diepte van de thermoklien (scheidslijn van warm en koud water) zorgen. 13 Deelvraag 3: Wat zijn de gevolgen van El Niño? El Niño heeft vele gevolgen, maar het is heel lastig om van elk verschijnsel te zeggen, of het te danken is aan El Niño, of niet. Vaak is het zo dat weerkundigen en wetenschappers verschijnselen toeschrijven aan El Niño, terwijl later juist blijkt dat, dat niet klopt. Aangezien onze hoofdvraag is, of El Niño een wereldprobleem is, hebben we ervoor gekozen om de gevolgen van de El Niño te bekijken per werelddeel. We zullen de gevolgen van El Niño voor de volgende werelddelen bespreken: ZuidAmerika, Midden-Amerika, Noord-Amerika, Australië & Azië, Afrika en als laatste Europa. Om te bekijken welke gevolgen El Niño heeft binnen de verschillende werelddelen, hebben we ons gericht op de invloeden op economisch, politiek en ecologisch gebied. we bekijken de invloed van de El Niño binnen deze gebieden. Negatieve gevolgen: Economisch Zoal in H.1 al genoemd, heeft El Niño grote gevolgen voor de vissers in Peru. Door de opwarming van het oceaanwater voor de kust van Peru, trekken de vissen naar het koudere water. Hierdoor is er dus minder vis om te vangen voor de Peruaanse vissers en zullen zij dus grote verliezen lijden. Aangezien de visvangst van groot belang is voor Peru, zijn de gevolgen enorm. Zo heeft de El Niño van 1997/1998 bijvoorbeeld een schade aangericht van 300 miljoen dollar. Hieronder nog een aantal voorbeelden van andere landen. Land Costa Rica Honduras Schade in USD 23.000.000 50.000.000 El Salvador 172.000.000 Oorzaak Uitblijven van regen Brand gewassen door droogte Uitblijven van regen Politiek De politiek speelt een grote rol tijdens een El Niño. De politiek heeft namelijk als taak om de bevolking te waarschuwen en steun te bieden. Ze dienen goed samen te werken met andere instanties. Ook moeten zij beslissingen nemen over hoeveel van het budget zij willen uittrekken voor de gevolgen van een El Niño. Ecologisch Uiteraard heeft El Niño ook gevolgen voor de ecologie omdat tijdens een El Niño het klimaat kan veranderen, dus meer of minder regenval of hogere/lagere temperaturen. Niet alle planten en dieren kunnen zich zo snel aanpassen aan deze plotselinge veranderingen in het klimaat. Zoals net al gezegd trekken de vissen dus naar kouder water. Ook zullen er planten doodgaan door de hevige regenval of juist door het uitblijven ervan. Tijdens bosbranden zullen er veel dieren omkomen aangezien zij niet de tijd hebben om te vluchten. In landen waar het juist 14 veel meer gaat regenen, zullen voedingsstoffen uit de grond wegspoelen waardoor de grond er minder vruchtbaar wordt. Een economisch gevolg daarvan is dat de productie gaat dalen. El Niño beïnvloedt ook het weer in grote delen van de wereld. Het maken van juiste voorspellingen van dit verschijnsel is dan ook van erg groot belang. Uit onderzoek is gebleken dat sommige klimaatmodellen El Niño vrij realistisch en nauwkeurig namaken. Deze modellen laten echter geen grote veranderingen zien. Er verandert heel veel aan het klimaat maar, omdat al die veranderende factoren elkaar tegenwerken, is de uiteindelijke verandering van El Niño vrij klein. In deelvraag 4 gaan we verder in op het voorspellen van een El Niño. Zuid-Amerika In Zuid-Amerika zijn de gevolgen natuurlijk het sterkste, omdat El Niño daar plaats vindt. Vooral Peru heeft er veel last van. Normaal gesproken wordt het water voor de westkust van Zuid-Amerika aangevoerd door een zuidelijke stroming die koud water uit het Zuidpoolgebied bevat. Dat koude water is heel voedsel- en visrijk. Tijdens een El Niño komt het water echter niet vanaf de Zuidpool. Het water komt dan uit de buurt van Indonesië, het is dus tropisch oceaanwater. Dat tropische water is 3 °C warmer. Door de warmere temperatuur bevat het water veel minder voedingsstoffen en dus ook veel minder vis. Dit heeft ook gevolgen voor andere diersoorten. Bijvoorbeeld voor de vogels die bij de Zuid-Amerikaanse kust leven. Zij eten normaal gesproken de vissen die voor de kust leven. Aangezien de vissen er niet zijn tijdens een El Niño treedt er een massale sterfte van vogels op die geen voedsel hebben kunnen vinden. Ook dit heeft weer economische gevolgen. Er zijn namelijk landen, waaronder ook weer Peru, die vogelmest exporteren. Omdat deze inkomstenbron ook wegvalt, komt het land in grote financiële problemen. Verder heeft El Niño ook gevolgen voor het klimaat. Tijdens een El Niño staat namelijk een westelijke wind, waardoor veel water van de oceaan meegenomen wordt. Omdat het hier om warm water gaat, wat dus sneller verdampt, ontstaan er meer wolken. Hierdoor hebben landen als Peru etc. veel last van hevige regenval. De gevolgen daarvan zijn groot. Er komen dan veel overstromingen voor, een paar jaar geleden is zelfs een heel nieuw meer ontstaan. Door de regenval worden sommige stukken grond ook zwaarder dan andere stukken grond waardoor er dus verschuivingen van de grond ontstaan. Dit kunnen modderlawines zijn of het in elkaar zakken van kustgebieden. Onderstaand figuur geeft in een grafiek aan hoe de regenval in Peru van 1990-2004, schematisch weergegeven, is verlopen. Regenval in Peru 1990-2004 http://www.knmi.nl/research /oceanography/enso/nino/nin o_nl.html 15 We hebben het nu wel steeds over de westkant van Zuid-Amerika gehad, maar ook de oostkant heeft last van een El Niño. In Brazilië heeft El Niño voor veel veranderingen in het weer gezorgd. Zo werd in Rio de Janeiro, tijdens de El Niño van 1997, een temperatuur gemeten van 42 °C, de hoogste temperatuur sinds 1922. Maar ook op andere plaatsten was het een stuk warmer dan normaal. Op sommige plaatsen was het zelfs nog nooit zo warm geweest als toen. In het noorden en het zuidoosten van Brazilië hadden ze logischerwijs dan ook last van enorme droogte (veel dieren zijn hier niet tegenop gewassen, zoals de foto van een karkas hieronder een stil bewijs is). Veel bossen zijn toen in vlammen op gegaan, ook rond Rio de Janeiro, wat normaal een vochtige streek is. Door diezelfde droogte zakt ook het waterpeil. Dit zorgt voor grote problemen voor de waterkrachtcentrales die dan minder stroom kunnen leveren. Normaal gesproken zou dat minder erg zijn, maar door de hoge temperaturen wordt er veel gebruik gemaakt van airconditioning, waardoor de vraag naar stroom juist hoog is. Hierdoor ontstaan er stroomtekorten. Droogte in Brazilië 16 Midden-Amerika El Niño heeft ook voor Midden-Amerika grote gevolgen. Zo’n beetje in het hele gebied is er sprake van droogte. Oogsten mislukken, waardoor de boeren in problemen komen en er grote voedseltekorten ontstaan. Ook bij de verbranding van bossen om landbouwgrond te winnen, gaat veel mis. Normaal gesproken kunnen de branden goed in de hand worden gehouden, maar door de droogte breiden de branden zich snel uit. Het resultaat hiervan is dat er teveel bos verloren gaat en er grote luchtvervuiling ontstaat. In sommige gebieden, waaronder het gebied waar Tegucigalpa in ligt, kan de luchtverontreiniging wel 5 keer zo hoog zijn dan normaal. Er komen dan problemen voor, zoals ademhalingsmoeilijkheden en oogirritaties. Soms kunnen zelfs de vliegtuigen niet opstijgen door de dichte smog. Smogvorming Ook de dieren in Midden-Amerika hebben last van El Niño. Door de droogte is er voor sommige diersoorten maar weinig te drinken. De dieren die in de bossen wonen, zullen de bosbranden ook niet overleven, waardoor er dus veel dieren verdwijnen uit die gebieden. Noord-Amerika In tegenstelling tot de gevolgen op het zuidelijk halfrond, zijn de gevolgen op het noordelijk halfrond opmerkelijk kleiner. De VS heeft veel te lijden gehad van de toegenomen hoeveelheid orkanen in de buurt van Californië. Deze orkanen vernielen veel ( zie volgende bladzijde voor een voorbeeld van orkanen op satellietfoto). De kosten om alles weer te herbouwen zijn hoog. Erger dan dit, was misschien wel de koude winter van 1998/1999 in het noordwesten van de VS. 17 Dit was alleen geen gevolg van El Niño maar van La Niña. De bevolking heeft veel hinder ondervonden van de kou. Orkanen langs de kust van Noord- Amerika als gevolg van El Niño. Australië en Azië Terwijl het in Zuid-Amerika juist veel regent, is het in Australië, Indonesië, de Filippijnen en Zuidoost- Azië heel erg droog. Deze droogte is eenvoudig te verklaren. Het warme water, dat normaal voor de vele regen zorgt, ligt nu niet meer bij Azië voor de kust, maar voor Zuid-Amerika. De gevolgen van deze droogte zijn groot. In de periode van El Niño komen dan ook veel bosbranden voor (zie foto). Deze bosbranden verwoesten grote stukken grond. Met het verdwijnen van het oerwoud verdwijnen ook veel dieren. De dieren raken hun leefomgevingen kwijt en sterven uit. Vooral de orang-oetang heeft het moeilijk. Dit komt niet alleen door de bosbranden maar ook door de jacht. De bevolking in deze gebieden maakt gebruik van shifting cultivation. Dit houdt in dat ze het ene jaar een stuk bos plat branden en dan daarop gewassen gaan verbouwen. Na een jaar planten ze weer nieuwe bomen en branden een ander stuk bos af etc. Normaal gaat dit goed, maar door de grote droogte en het uitblijven van de moessonregens is het blussen van de vuurtjes moeilijk waardoor onnodig grote stukken bos in as opgaan. Door de grote rookontwikkeling die hierdoor ontstaat is er veel smog boven de steden waardoor mensen mondkapjes moeten dragen voor hun eigen veiligheid. Bosbrand als gevolg van extreme droogte 18 Afrika Ook in Afrika zijn de gevolgen van een El Niño merkbaar. Dat El Niño gevolgen heeft voor Afrika komt, doordat El Niño een gordel van variërende hoge- en lagedrukgebieden boven Afrika verstoort. Niet in heel Afrika zijn de gevolgen hetzelfde. Zo regent het juist heel veel in Kenia en Somalië (Midden-Afrika) soms wel 8x zoveel als normaal. Terwijl het in andere delen van Afrika heel droog is. Aangezien Afrika nou niet echt het meest welvarende continent is zijn de gevolgen relatief groot. Door de droogte of juist door de overvloedige regen mislukken veel oogsten waardoor er grote hongersnood tot stand komt. Europa Europa is eigenlijk het enige werelddeel dat geen (grote) gevolgen van El Niño ondervindt. Schade door El Niño is er niet. Het enige wat een beetje verandert, is het weer. Uit onderzoek van het KNMI is gebleken dat er na een El Niño jaar vaak een nat voorjaar komt. Het is echter niet duidelijk of dit helemaal aan El Niño ligt. Het komt namelijk wel vaker voor, ook als het geen El Niño jaar is, dat er een wat natter voorjaar is. Er zijn echter wel een aantal landen in Europa die wèl last hebben van El Niño, bv. Spanje en Portugal. De nattere winter zorgt hier en daar voor overstromingen. Positieve gevolgen: Toch heeft de El Niño ook enkele positieve gevolgen. Zelfs voor Peru, waar de gevolgen over het algemeen toch wel het meest negatief zijn, is er een positief gevolg. De boeren in Peru zijn namelijk wel blij met een El Niño. Dit, omdat het tijdens een El Niño meer regent. Deze regen is goed voor de grond en bevordert de opbrengst van het land. Omdat de boeren redelijk ver landinwaarts zitten hebben ze geen last van de echt zware regenbuien maar er valt genoeg regen om de productie te bevorderen. Ook boeren in andere landen hebben hier voordeel van. Ook zijn er tijdens een El Niño minder orkanen in het Caribisch gebied. Dit is voor dat gebied dus voordelig. Het is echter zo, dat de orkanen niet uitblijven, maar alleen in een ander gebied voorkomen. Zo zijn er voor de kust van Mexico juist meer orkanen. 19 Deelvraag 4: Wat voor invloed heeft de klimaatverandering op El Niño? Aangezien de temperatuur op de aarde in de komende honderd jaar met zo’n 3 graden zal stijgen is het van belang om te weten te komen wat voor effect dat heeft op natuurlijke processen. El Niño is daar één van. Door de hogere temperatuur, waarbij meer verdamping van het water ontstaat, ontstaan boven de evenaar meer wolken. El Niño wordt versterkt door twee factoren die in de toekomst juist een grote invloed krijgen. Dit zijn de invloed van de thermoklien (zie beschrijving in deelvraag 2) en de invloed van afwijkingen in de passaatwind, die voortdurend van oost naar west waait. Door beter naar de thermoklien te kijken, wordt duidelijk dat die scheidingslijn tussen warm en koud water op ongeveer 100 meter diepte, in een warmer klimaat in zijn geheel iets omhoog is gekomen. Dit is de reden waarom de thermoklien een grotere invloed krijgt. Dat de passaatwind een grotere invloed krijgt, komt doordat de menglaag, het dunne laagje water vlak onder de oppervlakte, dunner wordt. Hierdoor zal de wind een sterker effect hebben op de stroming in de menglaag, waardoor water sneller van warm naar koud wordt getransporteerd of andersom. Wolkenvorming Zoals bekend is, gaat als gevolg van klimaatverandering de temperatuur stijgen. Hierdoor krijg je verdamping van de oceaan, wat zorgt voor wolkenvorming. Ook is bekend dat wolken de bijdrage van wolken de grootste bron vormt voor de spreiding van globale temperatuursverandering. Op het plaatje hiernaast zie je een rode lijn die de passaatwinden volgt. Passaten hebben invloed op de bewolking, dat kun je zien in het plaatje op de volgende bladzijde. Langs deze rode lijn vind je achtereenvolgens 3 typen wolken: de stratocumulus, de ondiepe Cumulus wolken en de diepe cumulus wolken. Door de klimaatverandering krijg je steeds meer diepe cumulus wolken. Daardoor blijft de temperatuur steeds verder stijgen en de zeetemperatuur ook. Dit laatste heeft effect op de thermoklien, want deze verandert hierdoor van vorm. http://www.knmi.nl/cms/content/89749/verstoorde _wolken_in_een_opwarmend_klimaat 20 De thermoklien is de versterkende factor van El Niño, maar toch zal El Niño door het versterkte broeikaseffect niet heftiger worden dan nu het geval is, wat je wellicht zou verwachten. Dat wordt beweerd door Sjoukje Philip, een meteoroloog die de laatste vier jaar onderzoek op het KNMI heeft gedaan naar El Niñovoorspellingen met behulp van klimaatmodellen. Wat wellicht het geval is wordt verder in deze deelvraag bekend gemaakt. De invloed van passaten op de wolkenvorming bij de evenaar. http://weather.thisconnect.com/2009/09/passaatwinden-trade-winds/ Klimaatmodellen zijn het belangrijkste hulpmiddel om het klimaat ver vooruit te kunnen voorspellen. El Niño is de grootste natuurlijke klimaatschommeling op de aarde. Aan de kant van de oceaan, waar de El Niño leidt tot extreme droogte (in gebieden waar het normaal juist vochtig is), veroorzaken o.a. bosbranden (zie ook deelvraag 2) dat er grote hoeveelheden CO2 in de lucht komt, waardoor het broeikaseffect wordt versterkt. Verder zou het zo kunnen worden dat de kans op El Niño wordt vergroot, door de sterkere opwarming van het zeewater ten gevolge van de temperatuurstijging wereldbreed. Deze opwarming veroorzaakt ook eerder de kans op het ontstaan van orkanen. De La Niña wordt hier genoemd, omdat ook daarbij de gevolgen merkbaar zullen zijn. La Niña van 2008 is waarschijnlijk de krachtigste in minstens twintig jaar. Uitzonderlijke overstromingen in zuidelijk en centraal Afrika en op het eiland Madagaskar worden ermee in verband gebracht. Het is van groot belang om erachter te komen wat de opwarming van de aarde voor effect heeft op El Niño en in welke mate die verandert. 21 Uit onderzoek is gebleken dat de veranderingen in El Niño weinig zullen voorkomen en in het niets afsteken bij andere gevolgen van de opwarming van de aarde. Sjoukje Philip onderzocht of de werking van El Niño zoals beschreven in de modellen overeenkomt met de werkelijkheid. Normaal koelt warmer zeewater relatief snel af. Bij El Niño echter kan een afwijking van een paar graden, maanden achtereen blijven bestaan, omdat de opwarming ook de wind beïnvloedt. Tijdens El Niño wordt daardoor warm water aangevoerd naar de westkust van Zuid-Amerika en wordt tegengegaan dat koud water uit de diepe oceaan omhoog komt. Ook het feit dat boven het warme water van een El Niño meer stormen voorkomen, bleek een grote rol te spelen. Klimaatmodellen zijn inmiddels zo ver ontwikkeld dat sommige modellen in staat zijn om deze factoren redelijk goed te simuleren. Deze modellen voorspellen alle dat El Niño in deze eeuw niet van karakter zal veranderen. 22 Deelvraag 5: Wat zijn de mogelijkheden om een nieuwe El Niño te voorspellen? Men weet nu dat het El Niño effect regelmatig voorkomt. Om dan zo goed mogelijk 'voorbereid' een El Niño-jaar tegemoet te kunnen komen, is het handig als El Niño van tevoren is voorspeld. Om El Niño te kunnen voorspellen wordt er gebruik gemaakt van verschillende weerssatellieten, die door middel van infraroodstraling de warmte op aarde in kaart kunnen brengen. Zo worden er elke dag nieuwe infraroodfoto's genomen, die men vergelijkt met afgelopen jaren. Ook meet men door middel van in zee drijvende boeien de gemiddelde zeetemperatuur. Vervolgens vergelijkt men de verkregen resultaten met elkaar. Om een beeld te krijgen van deze manier is hieronder een voorbeeld genomen van het jaar 1997: De zeetemperaturen in mei 1997. Je kunt dit zien als een nog vrij normale verdeling van de zeetemperatuur. Maar je ziet ook hier al de typische vorm van een El Niño - de koude tong voor de kust van Peru en langs de evenaar wordt het steeds warmer. Daardoor kun je dus zien dat er een El Niño op komst is. In oktober 1997, 6 maanden na de vorige meting is de zeetemperatuur nogmaals gemeten. De koude tong is nu bijna even warm als de rest van de oceaan op dezelfde breedte en tot 4 graden warmer dan normaal. Dit zag je al een beetje in de vorige meting. Hierdoor verandert de thermoklien. Het warme water stroomt naar het oosten, verdampt en wordt naar zowel Amerika en Indonesië gestuurd. Dit zijn El Niño- omstandigheden. http://instaweatherinsights.wordpress.com/2009/12/10/el-nino-and-east-coast-storms/ Aan de hand van eerdere ervaringen met El Niño, is het mogelijk om de resultaten op te sommen en naast elkaar te leggen. Zo wordt bekeken, onder welke weersomstandigheden voorgaande keren een El Niño is ontstaan, welke gevolgen die heeft gehad. Zo proberen deskundigen de gegevens over El Niño actueel te houden. Op dit moment is het mogelijk om El Niño zo’n zes maanden van tevoren te voorspellen (zie weergave hierboven). Op deze manier voorspelt men niet alleen El Niño, maar ook alle andere weersverwachtingen. Een verklaring voor de zeetemperatuurverschillen in het voorgaande voorbeeld is de zuidelijke oscillatie (zie ook deelvraag 1). Aan de kust van Amerika komt koud 23 zeewater omhoog. Oostelijke winden brengen dit water naar het westen. Tegen de tijd dat Azië wordt bereikt, is het zeewater vijf graden warmer. Boven dit warme zeewater stijgt lucht op en regent het vaker, dan bij het koude zeewater van Amerika. Door de opstijgende lucht wordt de luchtdruk lager en wordt de oostelijke passaatwind versterkt. Er is een El Niño op komst. In het kader van voorspellen van Niño’s hoort ook het vooruitkijken op de gevolgen ervan. Tegen El Niño zelf is niks te beginnen, alleen de gevolgen ervan kunnen bestreden worden. Het belangrijkste middel van rampenbestrijding tegen El Niño is voorlichting aan de bevolking. Ditzelfde gebeurt tegenwoordig ook bij andere natuurverschijnselen, bijvoorbeeld bij een Tsunami. Vooral in de Verenigde Staten besteedt men veel tijd aan voorlichting. Er zijn websites te vinden, waarin staat wat de bevolking moet doen bij overstromingen, bosbranden en andere rampen. Mensen kunnen zich in gebieden waar de gevolgen van een El Niño merkbaar zijn, beter voorbereiden en zelfs door het nemen van mogelijke voorzorgsmaatregelen, zichzelf beter beschermen. Een voorbeeld is bv. de voorzorgsmaatregelen die mensen in gebieden waar orkanen nemen, door luiken voor de ramen te timmeren, schuilkelders te maken, etc. In Zuid-Amerika komt men echter veel minder van dit soort voorzorgmaatregelen tegen. Wel maakt men uitgebreide weersverwachtingen, waarin wordt gewaarschuwd voor de verschrikkelijke gevolgen die El Niño zou kunnen hebben. Niet alle bewoners in de gevaren zone van El Niño zijn in de gelegenheid om op tijd de informatie tot zich op te nemen, omdat zij geen radio, of tv hebben, maar ook, omdat veel mensen in slechte woonomstandigheden leven. Voorbereiden is daardoor dan ook bijna onmogelijk geworden. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat in deze landen de voorzorgmaatregelen meer uit gaat van bestrijding van economische gevolgen, zoals de gigantisch tegenvallende visvangst en vloedgolven die hele kuststroken vernietigen. Men neemt echter wel al aan het begin van het jaar waarin men vermoedt dat El Niño gaat plaatsvinden in de begroting een post op voor de rampenbestrijding. Verder worden nu in veel gebieden (vooral in Peru, waar de kern van El Niño plaatsvindt)verschillende maatregelen genomen, waardoor mensen in veiligheid kunnen worden gebracht en waardoor het land tegen verschillende Natuurrampen beschermd kan worden. Zo bouwt men voor duizenden mensen schuilkelders, versterkt men damwanden, evacueert men mensen, legt men nooddijkjes aan, enz. Zo zijn bij de El Niño van 1998 bijna geen doden gevallen, omdat de El Niño toen was voorspeld. Ze konden iedereen evacueren. Dit is een vorm van voorzorgsmaatregel. Kortom, de gevolgen zijn niet te voorkomen, omdat El Niño niet is te voorkomen. De heropbouw van de kuststrook en de economische opbouw kunnen pas, nadat het effect van El Niño voorbij is, beginnen. Alle vissers, die geen vissen meer hebben kunnen vangen, zijn economisch verloren. Als men kijkt naar een land als Peru, dat een groot kustgebied heeft, dan is het te begrijpen dat El Niño op heel veel mensen effect heeft. Grote stukken land branden af, alles moet weer opnieuw opgezet worden. Bedenk dan dat El Niño eens in de 3 tot 7 jaar voorkomt. 24 Deelvraag 6: Wat is de kennis van jongeren over het mogelijke wereldprobleem El Niño? Voor het zelfstandig onderzoek van ons profielwerkstuk hebben we deelvraag 6 gebruikt. Door middel van ons eigen opgezette enquête hebben we jongeren benaderd om bovenstaande vraag beantwoord te krijgen. De enquête hebben we voorgesteld in de klassen Vwo 5 & 6 en Havo 4 & 5, waarvan we in totaal 28 leerlingen de enquête hebben afgenomen. De enquête is eenvoudig van opzet, om zo een eenvoudig, maar duidelijk resultaat te krijgen. De antwoorden op de tien vragen zijn ingedeeld in ja, nee ( of juist/onjuist), waarbij twee vragen meer keus lieten (het ging hier bij vraag 5 om, of de geënquêteerde wist dat La Niña “het zusje” van… was en welke het ergst is; en bij vraag 7, de keus uit zes werelddelen; tenslotte was er één vraag, vraag 4, waarbij het antwoord een keus uit wel twee mogelijkheden bestond, maar het ging hierbij niet om juist/onjuist, maar om keus uit twee betekenissen) De vragen die gesteld zijn: 1. Heb je wel eens van El Niño gehoord? 2. Weet je ook wat El NIño is? 3. Heeft El Niño positieve gevolgen voor de visvangst in Peru? 4. El Niño betekent… 5. Is La Niña “het zusje” van El Niño en welke zou eventueel het ergst zijn? 6. El Niño is een wereldwijd probleem? 7. El Niño veroorzaakt de grootste problemen in… 8. El Niño heeft vergaande gevolgen voor Nederland. 9. Weet je wat klimaatverandering inhoudt? 10.Is er een verband tussen klimaatverandering en El Niño? Wanneer bij vraag 1. “Nee” werd geantwoord, is geen andere leerling gezocht. Dat had tot gevolg dat uiteindelijk van de 28 personen, er 20 te enquêteren personen overbleven. De enquête is dus alleen gehouden onder leerlingen die El Niño kenden en leerlingen die er wel eens over hadden gehoord. Bij vraag 5, over La Niña Bij vraag 5. Over La Niña is, vooraf, een korte informatie gegeven, als bleek dat iemand er niet mee bekend was. Echter, wat al gauw bleek, was dat bij degenen die deze vraag gesteld kregen, vaak een “o,ja, dat is waar ook”, reactie gaven, als de informatie gegeven werd. Na de afname van de enquête is in een staafdiagram (grafiek) gemaakt waarbij de vragen 1 t/m 10 zijn afgezet tegen het percentage van deelnemers (5 personen = 100%) en gerangschikt per klas (Havo 4; Havo 5; Vwo 5; Vwo 6). Door deze verdeling is dan gelijk te zien waar, in welke klas, de meeste kennis over El Niño aanwezig is. 25 Grafiek vraag 1 t/m 5 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1, ja Havo 4 Havo 5 Vwo 5 Vwo 6 2, ja 3, nee 4, Het 5, juist, en kerstkind El Niño is erger Vraag 4 Vraag 5 100 60 80 50 Havo 4 60 Havo 4 Havo 5 Vwo 5 40 Havo 5 40 Vwo 5 30 Vwo 6 20 Vwo 6 20 10 0 Het kerstkind God van de zee 0 juist, en La Nina is er ger o njuist ju ist, en El Niño is erg er Grafiek vraag 6 t/m 10 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Havo 4 Havo 5 Vwo 5 Vwo 6 6, onjuist 7, Zuid- 8, onjuist Amerika 9, ja 10, ja 26 Vraag 7 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Havo 4 Havo 5 Vwo 5 Vwo 6 Europa Afrika NoordAmerika Conclusie enquête Uit de enquête blijkt dat naarmate je in een hogere klas komt, je meer weet over El Niño. Dit geldt vooral voor de Vwo klassen. Bij Vwo 6 heeft vrijwel iedereen wel eens van El Niño gehoord en het merendeel weet ook wat het inhoudt. Dit kan komen door verschillende oorzaken. Ze hebben bijvoorbeeld het vak aardrijkskunde in hun profiel en zo kunnen ze het namelijk al eens behandeld hebben in de les omdat het in principe een Vwo- onderwerp is. Het kan echter ook zo zijn dat ze het op het nieuws of iets dergelijks hebben gezien, want het is redelijk actueel. In ieder geval valt niet te concluderen, of jongeren El Niño als wereldprobleem herkennen. Hoogstwaarschijnlijk ligt dat aan het feit dat jongeren hier niet met El Niño worden vergeleken en daardoor ook geen verband kunnen leggen. 27 Conclusie hoofdvraag: Is El Ninõ een wereldprobleem? De vraag die we wilden beantwoorden met onze profielwerkstuk was: “waarom is El Niño een wereldprobleem?” Om een goed beeld te krijgen van El Niño hebben we de volgende deelvragen onderzocht: - Deelvraag 1: Wat is El Niño? - Deelvraag 2: Wat zijn de oorzaken van El Niño? - Deelvraag 3: Wat zijn de gevolgen van El Niño? - Deelvraag 4: Wat voor invloed heeft klimaatverandering op El Niño? - Deelvraag 5: Wat zijn de mogelijkheden om een nieuwe EL Niño te voorspellen? - Deelvraag 6: Wat weten middelbare scholieren over El Niño? Uit deelvraag 1 is gebleken dat langs de evenaar in het oostelijke deel van de Grote Oceaan er in sommige jaren een sterke opwarming van het zeewater voor komt, dat normaal koel is. Deze opwarming heeft grote gevolgen voor het weer in dat gebied en heeft soms zelfs gevolgen voor het weer in Europa. Het verschijnsel dat deze verandering veroorzaakt heet El Niño. El Niño is een onregelmatig verschijnsel, gemiddeld 1 keer in de 3 tot 7 jaar komt hij voor en zorgt dus voor een flinke opwarming van het oceaanwater, verder wordt de atmosfeer voor langere tijd beïnvloed. Het ontstaan van een El Niño valt vooral te verklaren door de veranderingen in windstromen die voor een verandering in de diepte van de thermoklien zorgen, zo blijkt uit deelvraag 2. Deelvraag 3 is uitgebreid beantwoord aan de hand van verschillende werelddelen in combinatie met effecten, positieve- en negatieve gevolgen, op verschillende gebieden. Invloeden, het dichtst bij het ontstaansgebied zijn het grootst en nemen af naar mate we verder van het ontstaansgebied afzitten. Echter, de invloeden zijn wel degelijk terug te vinden binnen de diverse gebieden, zoals economisch en ecologisch. Ook hebben we gekeken of er een verband was tussen El Niño en klimaatverandering in deelvraag 4. Dit hebben we gedaan om te kijken of het elkaar versterkt, of juist verzwakt. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat het geen invloed op elkaar heeft. Nieuwste onderzoeksmodellen geven echter al aan dat El Niño, ondanks de klimaatverandering niet noemenswaardig zal veranderen. In deelvraag 5 hebben we uitgezocht of je een El Niño kunt voorspellen en daarnaast, of je er ook op kunt voorkomen. Het is gebleken dat El Niño d.m.v. satellieten en het actualiteitsprincipe ongeveer 6 maanden van te voren te voorspellen is. Hierdoor heb je wat meer tijd om op de gevolgen te voorkomen. Deze taak zal voornamelijk door de overheid uitgevoerd moeten worden. Zij moeten de bevolking inlichten en maatregelen nemen. 28 Deelvraag 6, de vraag waarvoor we een enquête hebben gebruikt, geeft aan dat hoe verder bij het gebied van de El Niño vandaan, hoe minder angst ervoor is dat het een mogelijk wereldprobleem zou kunnen worden. Onbekend zijn met eigen ervaringen voor wat El Niño betreft, speelt hier duidelijk een rol. Wat betekenen de gevonden antwoorden voor de beantwoording van de hoofdvraag? We zijn tot de conclusie gekomen dat El Niño (op dit moment) geen wereldprobleem is. Het heeft wel grote gevolgen, vooral voor Zuid-Amerika. Maar, aangezien Europa en een aantal andere gebieden er nauwelijks iets van merken, is het geen wereldprobleem te noemen. Als je naar de invloed van klimaatverandering op El Niño kijkt, blijkt dat er wel verbanden zijn. Invloeden zijn al wel merkbaar in de gevolgen van el Niño en de intensiteit daarvan, zoals het ontstaan van zwaardere, meer verwoestende orkanen. Echter, deze geformuleerde conclusie geeft geen zekerheid over het feit of El Niño in de toekomst geen belangrijkere rol zal gaan spelen, als de klimaatverandering zich in toenemend tempo blijft voortzetten. Immers, dan zullen wellicht over de hele wereld meer invloeden merkbaar zijn, dan wel dat er andere natuurverschijnselen soortgelijk aan El Niño zullen ontstaan. El Niño = Oostelijke passaatwind ● = warm water ● = koud water Er wordt boven beide continenten regen gevormd doordat warm water opstijgt, afkoelt en in de vorm van regen neervalt op Zuid- Amerika en Australië. Het ware water stroomt terug naar ZuidAmerika en de thermoklien heeft een horizontale vorm. http://updraft.tec.army.mil/publications/elnino/ 29 Nawoord Het maken van dit profielwerkstuk was niet eenvoudig. Het onderwerp was dan wel een bewuste keuze, maar het verzamelen van gegevens en die in de juiste verhouding zetten in dit werkstuk, vonden wij een hele klus. Op internet blijkt zoveel informatie beschikbaar, dat je er al gauw de weg in kwijt raakt. Daardoor hebben we weleens de neiging gehad om zaken, zoals bv. over de vissen in Peru, ongemerkt meerdere malen, op diverse plaatsten in het stuk, te laten terugkeren. Na teruglezen bleek ik daar zelf gewoon overheen gelezen te hebben. Verder was het moeilijk om bewust alle informatie te checken op relevantie. Telkens de vraag stellen, of het wel nodig was om over iets anders dan El Niño, meestal ter verduidelijking, wat op te schrijven, zette ons soms op het verkeerde been, waardoor we er een beetje om El Niño heen wilden gaan. Wat wel heel leuk is, is dat we nu veel meer over El Niño weten dan voorheen. Doordat je je bezig houdt met het lezen van allerlei informatiestukken, krijg je automatisch steeds meer kennis. Op deze manier kennis binnenkrijgen, blijkt heel leuk te zijn. En dat, terwijl we er wel van tevoren best tegenop zagen, want een profielwerkstuk is niet iets wat je even snel kunt maken. Maar het kwam ook, omdat in eerste instantie we niet wisten waar we mee moesten beginnen. Pas later werd het steeds meer interessant. Onze samenwerking liep telkens vlekkeloos, we hadden weinig problemen met het beantwoorden van de deelvragen. We zijn blij dat we ons profielwerkstuk over dit onderwerp hebben gedaan en we willen alle geënquêteerden bedanken voor hun medewerking. ‘We only have one world, but we live in different ones’ 30 Bronnenlijst http://www.knmi.nl/onderzk/oceano/enso/nino/ninoinfo_nl.html http://nl.wikipedia.org/wiki/El_Ni%C3%B1o http://www.knmi.nl/klimaatverandering_en_broeikaseffect/klimaat_en_klimaatveran dering/deel_6.html http://www.rnw.nl/nl/caribiana/article/minder-orkanen-maar-el-ni%C3%B1o-ligt-opde-loer http://www.knmi.nl/research/oceanography/enso/nino/nino_nl.html http://members.chello.nl/~p-stortelder/elnino/hoofdstuk2.htm http://www.milieucentraal.nl/pagina.aspx?onderwerp=Klimaatverandering http://www.knmi.nl/waarschuwingen_en_verwachtingen/seizoensverwachting/el_ni no/ 31 Logboek: 11-05-2010 >> sch ool - 1 uur We kregen te horen dat meneer Berghuis ons begeleider is en daarmee waren we blij. Van meneer Berghuis hebben we introductie gekregen over het maken van het profielwerkstuk. Hierbij kregen we een katern en een bijlage, daarin staat hoe je moet beginnen met je profielwerkstuk. We kregen uitleg over het katern en hebben vragen gesteld. Verder hebben we afspraken gemaakt voor 27 mei, om een onderwerp te bedenken waarover we het profielwerkstuk willen maken. 14-05-2010 >> thuis zelfstandig gewerkt - 2 uur We hebben twee sites gekregen van meneer Berghuis, om informatie om een idee te krijgen waarover we ons profielwerkstuk gaan doen. We hebben zelf ook vele sites bekeken en bij verschillende onderwerpen stil gestaan, zoals klimaatverandering, El Niño en temperatuur. We zaten lang na te denken over twee onderwerpen namelijk: het klimaatverandering en El Niño. Verder hebben we het logboek aangepast. Ons probleem was dat we niet wisten wanneer we moesten beginnen, want we hadden geen tijd. Afspraken: een van die onderwerpen kiezen en bijbehorende hoofdvraag bedenken. 19-05-2010 >> op school - 2 uur Na dat we hebben gegoogled, hebben we toch voor het onderwerp El Niño gekozen, omdat we meer te weten wilden komen. Verder zijn we gaan nadenken over de hoofdvraag en de bijbehorende deelvragen. We willen graag weten of El Niño een wereld probleem is en daarom hebben we voor dit hoofdvraag gekozen: El Niño, een wereld probleem? Problemen: we hadden het moeilijk om te kiezen tussen vele onderwerpen en hebben uiteindelijk toch voor El Niño gekozen. Afspraken: bronnen zoeken en bijbehorende deelvragen bedenken. 21-05-2010 >> bij Alieke thuis - 4 uur We gaan nu informatie zoeken over ons onderwerp en gaan beginnen met het opzet van ons profielwerkstuk. Verder hebben we nagedacht over de primaire bronnen. We gaan een enquête samenstellen, het doel van de enquête is om erachter te komen of mensen meer weten over El Niño. Daarom gaan wij de enquête laten afnemen onder verschillende mensen (van verschillende leeftijdsgroepen). Daarna hebben we het logboek van afgelopen dagen aangepast. Probleem: we hadden weinig tijd om door de weeks te gaan werken aan ons profielwerkstuk en daarom gaan we ook nog eens in het weekend afspreken om alles nog eens op een rijtje te zetten. We zijn onze afspraken nagekomen en hebben een aantal deelvragen vastgesteld. Namelijk: Deelvraag 1: Wat is El Niño? Deelvraag 2: Wat zijn de van El Niño? Deelvraag 3: Wat zijn de gevolgen van El Niño? 32 23-05-2010 >> school & thuis - 5 uur We zijn bezig geweest met de verwerking van de eerste fase van het profielwerkstuk. Helaas hebben we nog niet genoeg tijd gehad om tien bronnen bij elkaar te zoeken, maar we hebben in ieder geval al acht bronnen met beschrijving. Deze hebben we samengevat. We konden deze keer wel bezig gaan met het bedenken van verdere deelvragen. De deelvragen die we nog meer hebben bedacht luiden als volgt: Deelvraag 4: Wat voor invloed heeft klimaatverandering op El Niño? Deelvraag 5: Is het mogelijk een voorspelling te doen wanneer zich opnieuw een El Niño zou voordoen en hoe kan je anticiperen op de mogelijke gevolgen? 26-05-2010 >> thuis - 3 uur Met de acht bronnen zijn we weer bezig geweest en hebben dit uiteindelijk voltooid. Verder hebben we alles nog even doorgelezen en zijn we voor de rest bezig geweest met het aanpassen van het logboek en hebben we de laatste puntjes op de i gezet. 31-08-2010 >> school - 1 uur Vandaag hadden we om 13.00 een gesprek met onze begeleider over waar we aan kunnen werken met het profielwerkstuk. We hadden geen spullen bij ons, maar we zijn toen bezig geweest met de evaluatie over wat we al hebben van ons werkstuk. Hier hebben we ongeveer een uur tijd in gestoken. 01-09-2010 >> school - 6 uur Om 9.00 gesprek met begeleider. We hebben het benodigde materiaal (stick/mapje) meegenomen en zijn aan de slag gegaan met de inleiding en verdere bronnen zoeken zoals in de Atlas en het internet. Ook hebben we voorlopig onze eerste deelvraag beantwoord. We kwamen erachter dat we wel eerst meer informatie moesten zoeken. 02-09-2010 >> school - 4 uur We zijn voor onszelf een aantal uren bezig geweest met het vinden van informatie en beantwoorden van de tweede deelvraag. Daarna waren we thuis begonnen met deelvraag 3. 03-09-2010 >> school - 7 uur Om 9.30 hadden we een gesprek met onze begeleider. We kregen een extra bron aangewezen (lesboek havo 5) We zijn achter de computer verder gegaan met het beantwoorden van deelvraag 3. Het logboek is ook aangepast. Vervolgens moesten we ons tot nu toe opgezette profielwerkstuk inleveren bij de begeleider. 14-09-2010 >> school - 2 uur Vanaf het 6e uur zijn we in de mediatheek aan de gang gegaan met ons profielwerkstuk. Het is al een tijdje geleden, dus we hebben eerst nog eens ons werkstuk samen doorgenomen en gekeken naar of we aanpassingen moesten aanbrengen. Vervolgens zijn we beide bezig geweest met het beantwoorden van 33 onze volgende deelvraag: deelvraag 4 over wat de invloeden zijn van de klimaatverandering op El Niño. Dit is een best lastige deelvraag, omdat er niet veel informatie over te vinden is en de klimaatverandering nog steeds aan de gang is. Als laatst is het logboek nog bijgewerkt. 19-10-2010 >> school - 2 uur Ook vandaag gingen we nogmaals bezig met deelvraag 4, over de invloeden van de klimaatverandering op El Niño. Dit is tot nu toe zonder problemen verlopen en we hebben deelvraag 4 aan het eind van het 1e uur afgekregen. Het 2e uur zijn we begonnen met de volgende deelvraag 5: Wat zijn de mogelijkheden om een nieuwe EL Niño te voorspellen? Dit is een redelijk moeilijke deelvraag omdat er nog altijd problemen zijn met het voorspellen van een El Niño. Men kan op zijn vroegst namelijk 6 maanden van tevoren een El Niño vaststellen. Met deze deelvraag zullen we dan ook wellicht langer bezig zijn. 21-10-2010 >> school - 4 uur We zijn verder gegaan met deelvraag 5, waar niet heel veel over te zeggen valt. Maar toch zijn we er na nog 3 uur eraan gewerkt te hebben uit. Daarom waren we gelijk begonnen met de volgende deelvraag 6, onze laatste: Wat is de kennis van jongeren over het mogelijke wereldprobleem El Niño? Hierbij hebben we niet alleen theorie toegepast, maar moeten we ook in de praktijk bezig gaan om de deelvraag te beantwoorden (met behulp van enquêtes). We hebben afgesproken om de enquêtes in onze tussenuren te gaan doen. En morgen zullen we de enquêtes alvast op gaan zetten. 22-10-2010 >> school - 2 uur Zoals afgesproken zijn we begonnen met het opzetten van de enquêtes. Dit hebben we al eerder gedaan in havo 4 met onze praktische opdracht Aardrijkskunde, dus we weten ongeveer hoe we dit moeten aanpakken. Hier hebben we bijna geen problemen mee gehad, maar we moesten er wel echt bijna 2 uur voor zitten eer we een redelijke enquête kregen. De rest van de tijd hebben we besteed aan het bijwerken van het logboek. 11-11-2010 >> school - 3 uur Dankzij het gesprek met onze pws- begeleider deze week kregen we veel nieuwe aanwijzingen en tips. Hier hebben we dan ook deze 2 uren een begin aan gemaakt. Deelvraag 4 is gewijzigd door een stukje informatie in te voegen bij deelvraag 3. Dit was omdat het beter onder deelvraag 3 paste. Verder moesten we proberen te verklaren waarom bij een voorspelling van een El Niño de temperaturen veranderen (deelvraag 5). Als laatst gingen we afspreken hoe we onze uitwerkingen (de grafieken) gaan opzetten. 15-11-2010>> thuis – 4 uur Zoals we hadden afgesproken hebben we met behulp van onze resultaten van de enquête verwerkt tot grafieken. Dit leverde eerst een probleem op, omdat we niet we geen grafieken konden maken, maar uiteindelijk is het ons toch gelukt. We zijn ook begonnen met het beantwoorden van de hoofdvraag en volgende keer zullen we wel weer verder gaan. 34 24-11-2010>> school - 4 uur Vandaag konden we verder gaan met het afmaken van deelvraag 6 omdat we erg vroeg vrij waren. We hebben de grafieken uitgewerkt en we zijn vandaag ook begonnen met de conclusie (het antwoord op de hoofdvraag). Dit alles was wel veel werk, maar we gaan elke dag zelf thuis hiermee aan het werk, zodat we tot slot alles bij elkaar kunnen voegen en kunnen afronden. 30-11-2010 >> school - 2 uur In onze tussenuren is ons profielwerkstuk aangepast en bij elkaar gevoegd. Verder hebben we afspraken gemaakt over wat er nog aan ons werkstuk gewijzigd moet worden en wat we nog moeten afmaken. We hebben afgesproken de conclusie voor de volgende keer te gaan doen en thuis verder te gaan met de hoofd- en overige deelvragen die nog moeten worden afgerond. 01-12-2010>> school - 4 uur De conclusie is afgerond en ieder heeft voor zich thuis gewerkt aan het profielwerkstuk. Alieke heeft gewerkt aan het beantwoorden van de hoofdvraag en Adiba aan het nawoord. Hier zijn we beide in totaal 4 uur mee bezig geweest. Vervolgens hebben we het naar elkaar toegestuurd zodat we het de volgende dag konden gaan samenvoegen. 02-12-2010>> school - 3 uur De conclusie is nu helemaal klaar. Het nawoord daarentegen hadden we nog wat moeilijkheden mee, maar uiteindelijk zijn we er uit gekomen. We zijn tot slot begonnen met het verwerken van de bronvermelding. Ook is het logboek aangepast en afgemaakt. Ons profielwerkstuk zullen we aanstaande maandag nog eens doornemen om te kijken naar eventuele fouten en dan kunnen we het ook nog compleet afronden. 08-12-2010>> school - 2 uur We kregen ons profielwerkstuk van meneer Berghuis, om nog even alles te controleren en bij sommige plaatjes de bron, legende en uitleg te geven. Dit duurde wel wat langer dan we hadden verwacht, want we moesten helemaal de bronnen opnieuw gaan opzoeken. We hebben even ons profielwerkstuk helemaal gecontroleerd en puntjes op de i gezet. Totaal aantal uren per persoon: 69 Inleverdatum: 08-12-2010 35