DEUTERONOMIUM 10 : 17 – 19 een preek over ‘Vreemdelingenliefde’ Geliefde mensen, broers en zussen door het geloof in Jezus Christus, Hoe denk jij over buitenlanders? SHEET 1 Vind jij al die Turken en Marokkanen in Nederland eng? Denk jij dat ze allemaal crimineel zijn of terrorist? Ben jij ook bang dat er een aanslag in Groningen of Assen komt? Net zoals in Parijs bij Charlie Hebdo? Denk jij ook, dat elke moslim-vrouw met een hoofddoekje een fundamentalist is? SHEET 2 Vind jij ook dat Nederland genoeg vluchtelingen uit Syrië toelaat? Meer dan 3,2 miljoen mensen in Syrië hebben hun land verlaten. ‘Wij doen goed ons best met 250 Syrische vluchtelingen per jaar’, zegt staatssecretaris Teven. De andere 9.000 Syriërs zijn hier zonder toestemming. Zij moeten maar weer terug naar Libanon, Turkije of Jordanië. SHEET 3 Ja, Nederland zit al veel te vol met al die vreemdelingen. Burgemeester Aboutaleb zegt: ‘Alle jihadisten moeten oprotten.’ Maar veel Nederlanders zeggen: ‘Alle buitenlanders moeten oprotten.’ Ook gewone moslima’s met een hoofddoekje. Waar komt die angst vandaan? Waar komt die haat vandaan? Waarom voelen veel mensen zich onzeker? In deze preek wil ik samen met jullie hierover nadenken. Het is belangrijk, dat we samen goed luisteren naar de HER God. Wat zegt Hij over vreemdelingen die in ons land wonen? Het is belangrijk, dat we samen goed kijken naar Jezus onze Heer. Willen jij en ik zijn voorbeeld volgen? SHEET 4 In de Bijbel zegt God: zorg goed voor de vreemdelingen die in jullie steden wonen. Dat zegt God zelfs in de Tien Geboden! Namelijk als het om het Vierde Gebod gaat: 14 de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen; want uw slaaf en slavin moeten evengoed rusten als u. 15 Bedenk dat u zelf slaaf was in Egypte totdat de HEER, uw God, u met sterke hand en opgeheven arm bevrijdde. Daarom heeft Hij u opgedragen de sabbat te houden. Zonder de Bijbel vergeet je dat zo maar. Zonder de Bijbel laat je je zomaar meesleuren met de publieke opinie. In de geschiedenis zie je wat voor catastrofale gevolgen vreemdelingenhaat en racisme hebben. SHEET 5 Denk aan de Joden in Duitsland en Europa van 1933 tot 1945. Begin 2015 werd herdacht dat Auschwitz precies 70 jaar geleden bevrijd werd. Voor 6 miljoen Joden was het te laat. En je ziet het in de wereld om je heen. Nationalisme en moslim-extremisme verspreiden haat en terreur. En ondertussen worden wij in Nederland bang voor elke vreemdeling. SHEET 6 In de Bijbel heb je drie soorten vreemdelingen die in Israel verblijven. Categorie 1 is deze: niet-Israelieten die voor een poosje in het land zijn. Zij hebben geen rechten, maar je moet ze wel de normale gastvrijheid geven. Categorie 2 is deze: niet-Israelieten die voor langere tijd in Israel komen werken. In de oudere bijbelvertalingen werden die ‘bijwoners’ genoemd. In de NBV staat ‘loonarbeiders’ of ‘vreemdelingen die tijdelijk bij je verblijven’. Wij zouden zeggen: gastarbeiders. Zij hebben weinig rechten. Maar ze mogen ook beslist niet uitgebuit worden. Maar er is nog een groep. Categorie 3. Dat zijn de vreemdelingen die echt binnen de grenzen van Israel wónen. Die hebben wél bepaalde rechten en plichten. Ze worden aangeduid met het woordje 'gériem'. In dat woord zit in het hebreeuws ook de klank van 'gastvriend'. In Nederland hebben wij daar ook een woord voor: ‘medelanders’. Dat zijn dus de vreemdelingen die echt in Israel wonen. Op dat wonen valt de meeste nadruk. Het gaat om de bevolkingsgroep die een vaste verblijfsvergunning heeft. Ze hebben bijna dezelfde rechten en plichten als de Israelieten. Over deze groep vreemdelingen staan de meeste bepalingen in de Bijbel. SHEET 7 Waarom zegt God tegen de Israelieten: ‘Ga liefdevol met je medelanders om! Behandel hen niet als tweederangs burgers!’ Nou, om drie redenen. A) Vreemdelingen hebben het altijd moeilijk in de samenleving. Net als de armen, de wezen en de weduwen. Die vier groepen komen in de Bijbel steeds voor. Zij zijn als het ware het ‘kwetsbaarheidskwartet’. B) De Israelieten moeten altijd blijven denken aan hun eigen geschiedenis.Lang geleden hebben ze meer dan 400 jaar in Egypte gewoond. Daar waren zij vreemdelingen. Ze werden gediskrimineerd en onderdrukt en uitgebuit door de koning van Egypte. C) De belangrijkste reden om goed met vreemdelingen om te gaan is deze: Gods kinderen moeten altijd doen wat God ook doet. En God zegt van Zichzelf: ‘Ik ben de God van de armen, de weduwen, de wezen en de vreemdelingen. Ik ben de God die Zich altijd om kwetsbare mensen bekommer.’ De vraag is dus niet: Ken jij de regels van de Bijbel over hoe je met vreemdelingen om moet gaan? De vraag is: Geloof jij echt in God? Ken jij Hem echt als je goede Vader in de hemel? Hou je echt van Hem? Wil je leven zoals Hij het van je vraagt? SHEET 8 Dat is de motivatie van Mozes. Hij zegt tegen de Israelieten in Deuteronomium 10: 17 Want de HEER, uw God, is de hoogste God en Heer. Hij is de grote, de machtige, de ontzagwekkende God. Hij handelt zonder aanzien des persoons en is onomkoopbaar; 18 Hij verschaft weduwen en wezen recht, neemt vreemdelingen in bescherming en voorziet hen van voedsel en kleding. 19 Ook u moet vreemdelingen met liefde behandelen, want u bent zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Behandel de vreemdelingen die in je land wonen met liefde! Op die manier, zegt Mozes, hebben jullie eerbied voor de HERE God. Op die manier vereer je Hem goed en ben je Hem trouw. SHEET 9 Wat in Deuteronomium staat, staat ook in Exodus 23: 9 Vreemdelingen mag je niet uitbuiten. Jullie weten immers hoe het voelt om vreemdeling te zijn, omdat jullie zelf vreemdelingen zijn geweest in Egypte. Weet je wat hier opvallend is? God zegt: jullie weten toch hoe het voelt om een vreemdeling te zijn? Dat betekent: leef je eens in en verplaats je in de situatie van een vreemdeling. Wij zijn misschien wel onzeker over al die buitenlanders in ons land. Wij denken: hoe gaat het met onze welvaart, met onze cultuur, met onze godsdienstvrijheid, met de buurt waar wij wonen. Maar die onzekerheid en angst is er net zo goed, en misschien nog wel meer, bij de buitenlanders in ons land. Ze kwamen hier als gastarbeider of als vluchteling. Ze vragen zich af: Mag ik hier wel blijven? Word ik hier wel geaccepteerd? Ook als ik een hoofddoek draag? Wat wordt er van mij verwacht? Kan ik de mensen wel begrijpen? Van beide kanten is er onzekerheid zijn. Dan zegt God in de Bijbel: leef je in in de positie van de vreemdeling. Anders word je zelf angstig en worden al die vreemdelingen de zondebok. Dan krijg je van die uitspraken als: 'Het is de schuld van al die buitenlanders, dat het hier zo slecht gaat'. Terwijl 'al die niet-westerse buitenlanders' bij ons in Assen, incl. onze Molukse landgenoten, maar iets meer dan 5% van bevolking uitmaken. Leef je in in de gemoedsgesteldheid van de vreemdeling, staat er dus in Exodus 23. SHEET 10 In een ander bijbelboek staat het nog duidelijker. Lees maar mee wat er in Leviticus 19 staat: 33 Iemand die als vreemdeling in jullie land verblijft, mag je niet onderdrukken. 34 Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. Heb hen lief als jezelf, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. Ik ben de HEER, jullie God. Behandel vreemdelingen die in jullie land geboren zijn of een vaste verblijfplaats hebben als echte Israelieten! Zo scherp ligt dat als het om onze houding tegenover vreemdelingen gaat. Soms zegt iemand: maar dat was in het Oude Testament zo. Die wetten gelden niet meer voor ons. Maar dat is niet waar. Al die praktische regels van het Oude Testament gelden nu vaak niet meer. Maar de ‘morele’ regels blijven gelden. Dat zijn de regels die over je geweten en je geloofshouding gaan. En wat lees je dan in het Nieuwe Testament? Als het gaat om de vraag hoe je met andere mensen omgaan? Nou, op verschillende plaatsen staat de oproep: ‘Wees gastvrij!’ Ook als het om de vreemdelingen gaat die in onze steden wonen. Neem bijvoorbeeld Hebreeën 13. Daar gaat het over de manier waarop christenen leven. Dat blijkt uit een aantal dingen. En waar begint het mee, in vers 1 tot en met 3? SHEET 11 Houd de onderlinge liefde in stand. En houd de gastvrijheid in ere. Want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Bekommer u om de gevangenen alsof u samen met hen gevangenzat. En om de mishandelden als om mensen die net zo’n lichaam hebben als u. Als je in het Grieks het woordt voor gastvrijheid leest, staat er letterlijk: “liefde voor de vreemdeling”. Dat is dus heel belangrijk voor een echte christen. Over welke vreemdelingen gaat het dan? Zou dat alleen maar gelden voor de vreemdelingen ver weg in Afrika en Azië? Daar zijn wij vaak wel mee bewogen. We geven aan de Verre Naasten en voor de zending ver weg in Brazilië, Afrika en PapuaNieuw-Guinea. We steunen het Rode Kruis en ZOA als er ergens op de wereld een grote hongersnood is of een natuurramp plaatsgevonden heeft. Maar als de vreemdelingen dichtbij komen? Als buitenlanders ‘medelanders’ worden. Tweedegeneratie-allochtonen: hier geboren, dus meer Nederlander dan Turks of Marokkaans? Hoe is dan jouw reaktie? Hou je ze dan maar liever op een afstand? Moeten ze dan maar zo snel mogelijk terug naar hun eigen land? Welke angst zit daar achter? Dat we als Nederlanders onze cultuur kwijtraken? Of onze vrijheid? Dat ze een bedreiging zijn voor onze veiligheid? Of voor onze welvaart? Het kan van alles zijn. Maar angst is wel een slechte raadgever. Bovendien: je bent toch een christen? Waar zou je dan bang voor zijn? Als je God kent en op Hem vertrouwen, dan weet je toch: onze God is de álmachtige, de God van de hemel en van de aarde, met alles wat daarop is. En Hij zegt: toon mijn liefde tegenover álle mensen. Oók tegenover de medelanders in je eigen land. Want Ik hou ook van hen. Ik neem het juist voor hen op. SHEET 12 En kijk naar Jezus. Ook Hij bekommerde zich om mensen in nood. De vreemdelingen niet uitgezonderd. Denk maar aan de samaritaanse vrouw. Of de syrische vrouw uit de buurt van Tyrus in Libanon. Of de romeinse officier uit Kapernaüm. En waarom denk je dat Jezus juist een Samaritaan als voorbeeld neemt als Hij de vraag beantwoord: ‘Wie is mijn naaste?’ Dus hoe is jouw houding tegenover vreemdelingen? In het Oude Testament herinnert God de Israelieten er steeds weer aan: “Jullie hebben zelf ondervonden hoe wat het was om vreemdelingen te zijn in Egypte. En dat was niet best. Maar Ik heb jullie bevrijd. Nu mogen jullie wonen in een prachtig land. Behandel nu de vreemdelingen die in jullie steden wonen goed. Als volwaardige medelanders.” Wij leven in de tijd van het Nieuwe Testament. Weet je wat onze Heer Jezus en de apostelen tegen ons zeggen? Dit: jullie zijn ook vreemdelingen geweest. Want alle mensen zijn nakomelingen van Adam. Met elkaar hebben we de ellende van de wereld over ons heen geroepen. We zijn vervreemd van God – waarom zou ik Hem nodig hebben? We behandelen elkaar als vreemdelingen – de ander is mijn concurrent. We staan vreemd tegenover onzelf – wie ben ik eigenlijk? SHEET 13 Een oud gedicht brengt het zo onder woorden: Eens was ik een vreemdeling voor God en mijn hart; ik voelde geen schuld en ik kende geen smart. Ik vroeg niet "Mijn ziele doorziet gij uw lot? Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God?" Maar dank aan God! Hij heeft ons niet afgeschreven. Hij heeft ons weer opgezocht. De Heer Jezus kwam op aarde. Hij gaf zelfs zijn leven om ons terug te brengen bij God. Hij maakt ons leven nieuw, ons hart verandert Hij! Jezus is Heer, Halleluja! Zo krijg je een nieuw vaderland terug. Een plek waar je altijd terecht kunt. Waar je je altijd veilig mag voelen. Bij God Zelf! Besef dan wel: sinds Pinksteren gaat onze God wereldwijd. Hij heeft geen lievelingskinderen. Hij heeft niet alleen Israel, maar heel de wereld lief. Dus is het niet meer belangrijk bij welk volk je hoort. Weg met extreem nationalisme en vreemdelingenhaat. Als Nederlanders hebben we geen streepje voor op alle gastarbeiders en asielzoekers. Integendeel: de HERE wil dat alle mensen Hem leren kennen. Zo plaatst Hij ‘medelanders’ op onze weg. Veel van hen zijn moslims. God wil zo graag, dat ze Hem niet alleen als Allah, maar als hemelse Vader leren kennen. Net zoals Hij dat graag wil van al onze blanke buren en collega’s. En Jezus wil zo graag, dat ze Hem boven Mohammed als zijn enige Zoon, Redder en Vriend aannemen. Net zoals Hij dat graag wil van al onze blanke klasgenoten en sportvrienden. Kijk, omdat God zonder onderscheid naar alle mensen toekomt. En omdat Jezus zelfs aan het kruis nog zijn vijanden vergeeft, daarom vraagt God van jou en mij om te doen wat Hij ook doet: de vreemdelingen die in ons land wonen tegemoet te treden met liefde. Niet met haat, niet met angst, niet met jaloersheid. SHEET 14 Nee, zegt Paulus in Efeziërs 5:1-2: 1Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die Hij liefheeft 2 en ga de weg van de liefde, zoals Christus, die ons heeft liefgehad en Zich voor ons gegeven heeft. Als je daar goed over nadenkt, is God eigenlijk Zelf de vreemdeling die langskomt. Hij is, in de persoon van Jezus, de barmhartige Samaritaan die zich over jou ontfermd heeft. Ja, onze Heer, Jezus Christus, is zelfs meer dan de barmhartige Samaritaan. Deze week werd ik echt getroffen door een schilderij dat een koptische christen op zijn weblog had geplaatst. Zijn vrouw had er een artikel bij geschreven. Het ging over de 21 koptische christenen uit Egypte, die door ISIS zijn afgeslacht in Libië. Ze had de video zelf niet willen zien – en ik ook niet. Maar, schreef ze, mijn man heeft het wel gezien en hoorde de 21 mannen als laatste uitroepen: “Ya Rabbi, Yasooah” (Mijn Heer, Jezus) en “Yasooah” (Jezus). Tot in de dood zijn ze Jezus trouw gebleven en Hem gevolgd SHEET 15 Zo brengt Petrus het onder woorden (1 Pe. 2:21-23): 21 Ook Christus heeft geleden, om uwentwil, en u daarmee een voorbeeld gegeven. Treed dus in de voetsporen van hem 22 die geen enkele zonde beging en over wiens lippen geen leugen kwam. 23 Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, hij leed en dreigde niet, hij liet het oordeel over aan hem die rechtvaardig oordeelt. SHEET 16 Zo staat het op dit schilderij. Hij ging voorop. In een oranje overall. Tot in de dood. Dat is wat Jezus ons opdraagt én wat Hij zelf voor ons gedaan heeft. En dus, omdat ze Jezus trouw bleven tot in de dood, kregen ze in plaats van een oranje overall een wit gewaad, zoals in Openbaring 6 staat. SHEET 17 + 18 9 Toen het lam het vijfde zegel verbrak, zag ik aan de voet van het altaar de zielen van al degenen die geslacht waren omdat ze over God hadden gesproken en vanwege hun getuigenis. 10 Ze riepen luid: ‘O heilige en betrouwbare Heer, wanneer zult u de mensen die op aarde leven eindelijk straffen en ons bloed op hen wreken?’ 11 Ieder van hen kreeg witte gewaden. Verder werd hun gezegd nog een korte tijd geduld te hebben, totdat ook de andere dienaren, hun broeders en zusters die net als zij zouden worden gedood, zich bij hen gevoegd zouden hebben. De vrouw van de koptische christen schreef erbij: hier op aarde moeten wij onze vijanden liefhebben en hun zonden vergeven, want dat deed Christus ook voor ons. Wij hebben allemaal onze aandeel in de zonde, dus laat God de Rechter zijn. Ondertussen, schreef zij, gelden voor ons de woorden van Jezus uit Mat. 5:43-45: SHEET 19 43 Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten.” 44 En ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, 45 alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. En dus reageerde een priester van de Koptische kerk als volgt richting de moordenaars van ISIS: “Toch houden we van jullie, omdat jullie deel zijn van Gods schepping. We blijven voor jullie bidden. Wat jullie gedaan hebben – daarmee hebben jullie ons geen kwaad aangedaan, maar heb je alleen maar jezelf beschadigd. SHEET 20 Ga de weg van de liefde. Dat vraagt best wel een verandering. Van mij wel in elk geval. Een mentaliteitsverandering. Daar hebben we veel van Gods Geest voor nodig. Juist als het pijn doet, wordt het spannend. En toch … volg het goede voorbeeld van God Zelf, zegt Paulus. Treed in de voetsporen van Jezus, zegt Petrus. Hij is de grote barmhartige Samaritaan. Wees daarom zelf ook een barmhartige Samaritaan, zegt Jezus. Voor iedereen die God op jouw weg plaatst. Ook voor de vreemdeling die bij jou in de buurt woont. AMEN Deuteronomium 10:17-19 LITURGIE Votum + Zegengroet Antwoordlied: Psalm 117 Gebed Schriftlezing 1: Lukas 10 : 25 – 37 Middenzang 1: Liedboek 481 : 1, 2, 4 (‘O grote God, die liefde zijt’) Schriftlezing 2: Deuteronomium 10 : 12 – 22 Middenzang 2: Psalm 146 : 1, 4 Preek over Deut. 10:17-19 – Vreemdelingenliefde Amenlied: Liedboek 21 : 3, 5, 6 Tien Geboden of Geloofsbelijdenis Amenlied: Opwekking 268 : 1, 2, 3, 4 + refrein (‘Hij kwam bij ons heel gewoon’) Dankgebed Kollekte Slotzang: Gezang 115 : 1 + 2 (‘Nooit kan ’t geloof teveel verwachten’) Zegen