Stap 04 – Deut 10 vs 18b-19 preek en liturgie

advertisement
~1~
DEUTERONOMIUM 19:18b en 19
De Heer, jullie God, beschermt vreemdelingen en geeft ze eten en kleren. Ook jullie moeten goed
zijn voor vreemdelingen, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte. (BGT)
Geliefde mensen, broers en zussen door het geloof in Jezus Christus,
Hoe denk jij over buitenlanders? Vind jij al die Turken en Marokkanen in Nederland eng? Denk jij dat
ze allemaal crimineel zijn of terrorist? Ben jij ook bang dat er een aanslag in Groningen of Assen
komt? Net zoals in Parijs bij Charlie Hebdo? Denk jij ook, dat elke moslim-vrouw met een
hoofddoekje een fundamentalist is?
Vind jij ook dat Nederland genoeg vluchtelingen uit Syrië toelaat? Meer dan 3,2 miljoen mensen in
Syrië hebben hun land verlaten. ‘Wij doen goed ons best met 250 Syrische vluchtelingen per jaar’,
zegt staatssecretaris Teven. De andere 9.000 Syriërs zijn hier zonder toestemming. Zij moeten
maar weer terug naar Libanon, Turkije of Jordanië.
Ja, Nederland zit al veel te vol met al die vreemdelingen.
Burgemeester Aboutaleb zegt: ‘Alle jihadisten moeten oprotten.’
Maar veel Nederlanders zeggen: ‘Alle buitenlanders moeten oprotten.’
Waar komt die angst vandaan? Waar komt die haat vandaan? Waarom voelen veel mensen zich
onzeker? Vanmiddag wil ik samen met jullie hierover nadenken. Het is belangrijk, dat we samen goed
luisteren naar de HER God. Wat zegt Hij over vreemdelingen die in ons land wonen? Het is belangrijk,
dat we samen goed kijken naar Jezus onze Heer. Willen jij en ik zijn voorbeeld volgen?
Over dat onderwerp houden we in Assen-Peelo een aantal preken. Het gaat over de Tien Geboden.
Die geeft God aan ons om op tien hele konkrete manieren leerling van Jezus te zijn in het leven van
elke dag. Als je dat wilt – doordat de Heilige Geest op je inwerkt. Ja, als je echt een christen wilt zijn,
dan is dit je levensmotto:
God heb ik lief!
Daarom wil ik als kind van God
 gehoorzaam zijn aan al zijn geboden
 in alle omstandigheden op Hem vertrouwen en
 in alle situaties Jezus volgen
In de Bijbel zegt God: zorg goed voor de vreemdelingen die in jullie steden wonen. Dat zegt God zelfs
in het vierde gebod van de Tien Geboden! Zonder de Bijbel vergeet je dat zo maar. Zonder de Bijbel
laat je je zomaar meesleuren met de publieke opinie. In de geschiedenis zie je wat voor catastrofale
gevolgen vreemdelingenhaat en racisme hebben. Denk aan de Joden in Duitsland en Europa van
1933 tot 1945. Deze week werd herdacht dat Auschwitz precies 70 jaar geleden bevrijd werd. Voor 6
miljoen Joden was het te laat. En je ziet het in de wereld om je heen. Nationalisme en moslimextremisme verspreiden haat en terreur. En ondertussen worden wij in Nederland bang voor elke
vreemdeling.
In de Bijbel heb je drie soorten vreemdelingen die in Israel verblijven.
Categorie 1 is deze: niet-Israelieten die voor een poosje in het land zijn.
Categorie 2 is deze: niet-Israelieten die voor langere tijd in Israel komen werken.
Deze twee groepen hebben weinig rechten. Maar ze moeten wel de normale gastvrijheid ontvangen en
mogen beslist niet uitgebuit worden.
Categorie 3 is deze: de vreemdelingen die zich definitief binnen de grenzen van Israel gevestigd
hebben. Ze worden aangeduid met het woordje 'gériem'. In dat woord zit in het hebreeuws ook de klank
van 'gastvriend'. In Nederland hebben wij daar ook een woord voor: ‘medelanders’. Juist deze groep
~2~
wordt het vaakst genoemd in het O.T. – de vreemdelingen die echt in Israel wonen. Op dat wonen
valt de meeste nadruk. Het gaat om de bevolkingsgroep die een vaste verblijfsvergunning heeft. Ze
hebben bijna dezelfde rechten en plichten als de Israelieten.
Waarom zegt God tegen de Israelieten: ‘Ga liefdevol met zulke medelanders om! Behandel hen
niet als tweederangs burgers!’ Nou, om drie redenen.
A) Vreemdelingen hebben het altijd moeilijk in de samenleving. Net als de armen, de wezen en
de weduwen. Die vier groepen komen in de Bijbel steeds voor. Zij zijn als het ware het
‘kwetsbaarheidskwartet’.
B) De Israelieten moeten altijd blijven denken aan hun eigen geschiedenis. Lang geleden
hebben ze meer dan 400 jaar in Egypte gewoond. Daar waren zij vreemdelingen. Ze werden
gediskrimineerd en onderdrukt en uitgebuit door de koning van Egypte.
C) De belangrijkste reden om goed met vreemdelingen om te gaan is deze:
Gods kinderen moeten altijd doen wat God ook doet. En God zegt van Zichzelf: ‘Ik ben de
God van de armen, de weduwen, de wezen en de vreemdelingen. Ik ben de God die Zich
altijd om kwetsbare mensen bekommer.’
De vraag is dus niet:
Ken jij de regels van de Bijbel over hoe je met vreemdelingen om moet gaan?
De vraag is:
Geloof jij echt in God? Ken jij Hem echt als je goede Vader in de hemel? Hou je echt van Hem? Wil
je leven zoals Hij het van je vraagt?
Dat is de motivatie van Mozes! Hij zegt tegen de Israelieten in Deuteronomium 10:
God behandelt alle mensen gelijk. Hij beschermt vreemdelingen en geeft ze eten en kleren. En
dáárom moeten ook jullie goed zijn voor de vreemdelingen die in je land wonen. Behandel hen met
liefde. Op die manier, zegt Mozes, hebben jullie eerbied voor de HERE God. Op die manier vereer
je Hem goed en ben je Hem trouw.
Wat in Deuteronomium staat, staat ook in Exodus 23 vers :9.
Je mag een vreemdeling niet slecht behandelen. Jullie weten wat het is om een vreemdeling te zijn.
Want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte.
Weet je wat hier opvallend is? God zegt: jullie weten toch hoe het voelt om een vreemdeling te zijn?
Dat betekent: leef je eens in en verplaats je in de situatie van een vreemdeling. Wij zijn misschien
wel onzeker over al die buitenlanders in ons land
Wij denken: hoe gaat het met onze welvaart, met onze cultuur, met onze godsdienstvrijheid, met de
buurt waar wij wonen. Maar die onzekerheid en angst is er net zo goed, en misschien nog wel meer, bij
de buitenlanders in ons land. Ze kwamen hier als gastarbeider of als vluchteling. Ze vragen zich af:
Mag ik hier wel blijven? Word ik hier wel geaccepteerd? Ook als ik een hoofddoek draag? Wat wordt er
van mij verwacht? Kan ik de mensen wel begrijpen? Van beide kanten is er onzekerheid zijn.
Dan zegt God in de Bijbel: leef je in in de positie van de vreemdeling. Anders word je zelf angstig en
worden al die vreemdelingen de zondebok. Dan krijg je van die uitspraken als: 'Het is de schuld van al
die buitenlanders, dat het hier zo slecht gaat'. Terwijl 'al die niet-westerse buitenlanders' in
bijvooorbeeld Assen, incl. de Molukse landgenoten die er al meer dan 50 jaar wonen, maar iets meer
dan 5% van bevolking uitmaken.
Leef je in in de gemoedsgesteldheid van de vreemdeling, staat er dus in Exodus 23.
In een ander bijbelboek staat het nog duidelijker. Lees maar mee wat er in Lev. 19 staat:
Jullie mogen mensen die als vreemdelingen in jullie land wonen, niet onderdrukken. Behandel hen
alsof ze Israëlieten zijn. Houd evenveel van hen als van jezelf. Want jullie zijn zelf ook
vreemdelingen geweest, toen jullie in Egypte waren. Ik ben de Heer, jullie God.
~3~
Behandel vreemdelingen die in jullie land geboren zijn of een vaste verblijfplaats hebben als echte
Israelieten! Zo scherp ligt dat als het om je houding tegenover vreemdelingen gaat.
Soms zegt iemand: maar dat was in het Oude Testament zo. Die wetten gelden niet meer voor ons.
Maar dat is niet waar. Al die praktische regels van het Oude Testament gelden nu vaak niet meer.
Maar de ‘morele’ regels blijven gelden. Dat zijn de regels die over je geweten en je geloofshouding
gaan.
En wat lees je dan in het Nieuwe Testament? Als het gaat om de vraag hoe je met andere mensen
omgaan? Nou, op verschillende plaatsen staat de oproep: ‘Wees gastvrij!’ Ook als het om de
vreemdelingen gaat die in onze steden wonen. Neem bijvoorbeeld Hebreeën 13. Daar gaat het over
de manier waarop christenen leven. Dat blijkt uit een aantal dingen. En waar begint het mee, in vers 1
en 2?
Houd de onderlinge liefde in stand. En houd de gastvrijheid in ere.
Want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen.
Als je in het Grieks het woordt voor gastvrijheid leest, staat er letterlijk: “liefde voor de vreemdeling”.
Dat is dus heel belangrijk voor een echte christen.
Maar wij denken al snel: vreemdelingen? Als ze maar niet te dichtbij komen! Dat is maar eng, al die
buitenlanders die ‘medelanders’ zijn worden. Als die tweedegeneratie-allochtonen: hier geboren, dus
meer Nederlander dan Turks of Marokkaans. Hoe is dan jouw reaktie? Hou je ze dan maar liever op
een afstand? Moeten ze dan maar zo snel mogelijk terug naar hun eigen land? Welke angst zit daar
achter? Dat we als Nederlanders onze cultuur kwijtraken? Of onze vrijheid? Dat ze een bedreiging zijn
voor onze veiligheid? Of voor onze welvaart? Het kan van alles zijn.
Eén ding is zeker: angst is een slechte raadgever. Bovendien: je bent toch een christen? Waar zou je
dan bang voor zijn? Als je God kent en op Hem vertrouwen, dan weet je toch: Onze God is de
álmachtige, de God van de hemel en van de aarde, met alles wat daarop is. En Hij zegt: toon mijn
liefde tegenover álle mensen. Oók tegenover de medelanders in je eigen land. Want Ik hou ook van
hen. Ik neem het juist voor hen op. En kijk naar Jezus. Ook Hij bekommerde zich om mensen in
nood. De vreemdelingen niet uitgezonderd. Denk maar aan de samaritaanse vrouw. Aan de
syrische vrouw. Aan de romeinse officier. En aan de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.
Dus hoe is jouw houding tegenover vreemdelingen?
In het Oude Testament herinnert God de Israelieten er steeds weer aan: ‘Jullie hebben zelf gemerkt
hoe wat het was om vreemdelingen te zijn in Egypte. En dat was niet best. Maar Ik heb jullie bevrijd.
Nu mogen jullie wonen in een prachtig land. Behandel nu de vreemdelingen die in jullie steden
wonen goed. Als volwaardige medelanders.’
Wij leven in de tijd van het Nieuwe Testament. Weet je wat onze Heer Jezus en de apostelen tegen
ons zeggen? Dit: jullie zijn ook vreemdelingen geweest. Want alle mensen zijn nakomelingen van
Adam. Met elkaar hebben we de ellende van de wereld over ons heen geroepen. We zijn vervreemd
van God – waarom zou ik Hem nodig hebben? We behandelen elkaar als vreemdelingen – de ander
is mijn concurrent. We staan vreemd tegenover onszelf – wie ben ik eigenlijk?
Een oud gedicht brengt het zo onder woorden:
Eens was ik een vreemdeling voor God en mijn hart;
Ik voelde geen schuld en ik kende geen smart
Ik vroeg niet "Mijn ziele doorziet gij uw lot?
Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God?"
Maar dank aan God! Hij heeft ons niet afgeschreven. Hij heeft ons weer opgezocht. De Heer Jezus
kwam op aarde. Hij gaf zelfs zijn leven om ons terug te brengen bij God. “Hij maakt ons leven nieuw,
~4~
ons hart verandert Hij! Jezus is Heer, Halleluja!” Zo krijg je een nieuw vaderland terug. Een plek
waar je altijd terecht kunt. Waar je je altijd veilig mag voelen. Bij God Zelf!
Besef dan wel: God heeft geen lievelingskinderen. Hij heeft heel de wereld lief! Voor Hem maakt het
niet uit wie je bent en waar je vandaan komt. Dus weg met extreem nationalisme en
vreemdelingenhaat! Als Nederlanders hebben we geen streepje voor op alle gastarbeiders en
asielzoekers. Integendeel: de HERE wil dat alle mensen Hem leren kennen. Zo plaatst Hij
‘medelanders’ op onze weg. Veel van hen zijn moslims. God wil zo graag, dat ze Hem niet alleen als
Allah, maar als hemelse Vader leren kennen. Net zoals Hij dat graag wil van al onze blanke buren
en collega’s. En Jezus wil zo graag, dat ze Hem boven Mohammed als zijn enige Zoon, Redder en
Vriend aannemen. Net zoals Hij dat graag wil van al onze blanke klasgenoten en sportvrienden.
Kijk, omdat God zonder onderscheid naar alle mensen toekomt. En omdat Jezus zelfs aan het kruis
nog zijn vijanden vergeeft. Daarom vraagt God van jou en mij om te doen wat Hij ook doet: de
vreemdelingen die in ons land wonen tegemoet te treden met liefde. Niet met haat, niet met angst,
niet met jaloersheid. Dat vraagt best wel een verandering. Van mij wel in elk geval. Een
mentaliteitsverandering. Daar hebben we veel van Gods Geest voor nodig. Juist als het pijn doet,
wordt het spannend. Maar juist daarom vertelt Jezus het verhaal van de barmhartige Samaritaan.
Als je daar goed over nadenkt, is God eigenlijk Zelf de vreemdeling die langskomt. Hij is, in de
persoon van Jezus, de barmhartige Samaritaan die zich over jou ontfermd heeft. Geloof je dat?
Geloof je dat echt? Volg dan het goede voorbeeld van God Zelf, zegt Paulus. Treed dan in de
voetsporen van Jezus, zegt Petrus. Wees zelf ook een barmhartige Samaritaan. Voor iedereen die
God op jouw weg plaatst. Ook voor de vreemdeling die bij jou in de buurt woont.
AMEN
Deuteronomium 10:18b-19
LITURGIE
Votum + Zegengroet
Antwoordlied:
Psalm 117
Gebed
Schriftlezing 1:
Lukas 10 : 25 – 37 (BGT)
Middenzang 1:
Liedboek 481 : 1, 2, 4 (‘O grote God, die liefde zijt’)
Schriftlezing 2:
Deuteronomium 10 : 12 – 22 (BGT)
Middenzang 2:
Psalm 146 : 1, 4
Preek
over Deut. 10:18b-19 – Vreemdelingenliefde
Amenlied:
Liedboek 21 : 3, 5, 6
Tien Geboden (BGT) of Geloofsbelijdenis
Amenlied:
Opwekking 268 : 1, 2, 3, 4 + refrein (‘Hij kwam bij ons heel gewoon’)
Dankgebed
Kollekte
Slotzang:
Gezang 115 : 1 + 2 (‘Nooit kan ’t geloof teveel verwachten’)
Zegen
Download