Opstellen werkplan Daphne Günther S1070100 VOE-code: WFPEDP.COPWE.V413 Inhoudsopgave Situatie Cliënt 3 Hulpvraag 5 Situatie vanuit betrokkenen 6 Invloed micro- meso- macroniveau’s 6 Ontwikkelpunten 7 Uitwerking van de doelen 8 Verantwoording keuzes 11 Ontwikkelingspsychologie 12 Reflectie 13 Praktijkwerk 14 Literatuurlijst 15 Beoordelingsformulier 16 Bijlagen feedback 18 Situatie Cliënt Voor dit werkplan is mijn cliënt van de comakership Cliëntportret gebruikt. De cliënt, verder te noemen Luuk, is geboren op 6 April 2008. Momenteel is hij dus 5 jaar oud. Luuk heeft groep 2 overgeslagen en zit dus al in groep 3. Bij de zwangerschap van Luuk verliep het goed en ook de bevalling was precies op tijd. Als baby zijnde was Luuk makkelijk in de omgang, lopen en praten verliep zoals gepland. Toen Luuk 4 jaar oud was, kreeg hij wat moeite met zich goed te verwoorden en woorden goed uit te spreken. De thuissituatie van Luuk is stabiel, in het gezin zijn beide ouders aanwezig en ook nog een zusje van 3 jaar oud. Ook is er thuis een konijn en een hond aanwezig, waar Luuk heel blij mee is. Met zijn zusje verloopt de ontwikkeling goed. Op het gebied van taal is zij waar ze moet zijn en ook de motorische ontwikkeling verloopt goed. Beide ouders hebben een HBO-opleiding afgerond. Vader is fysiotherapeut en moeder is verpleegkundige in een particuliere kliniek. Sinds de geboorte van Luuk zijn de ouders niet meer verhuisd, Luuk woont dus al 5 jaar in hetzelfde huis. In de omgeving van het huis is een speeltuin aanwezig, waar vanaf het keukenraam zicht op is. Luuk mag daar vaak spelen met de vriendjes uit de buurt. Luuk woont in een rijtjes huis en zijn ouders verdienen boven modaal. Luuk en zijn zusje krijgen daardoor goed onderdak, voldoende te eten en ook krijgen zij veel speelgoed. Ook gaat het gezin op zomervakantie en hebben zij dagjes uit, variërend van de dierentuin tot aan musea. De ouders hebben een goede band met Luuk, zij brengen en halen hem altijd van school. Het komt wel eens voor dat Luuk moet overblijven, omdat beide ouders op dat moment werken. Wel heeft moeder een parttime baan, zodat zij in staat is om vaak bij de kinderen te zijn. Ook vader werkt niet fulltime, maar heeft soms wel in het weekend werk. Overdag gaat het zusje naar oma, wanneer de beide ouders op dat moment niet thuis zijn. De band met oma en de kinderen is erg hecht. Oma woont een paar straten verderop, daar mag Luuk af en toe ook zelf heen lopen. Op school vind Luuk het leuk, vooral het rekenen en lezen. Hij heeft een paar klasgenoten waar hij veel mee optrekt, dit zijn voornamelijk jongens. In het begin van groep 3, was Luuk een drukke leerling. Hij kon zich niet goed concentreren op het werk en was snel afgeleid. Hedendaags is dat minder geworden en komt hij ook beter mee met de lesstof. Luuk vond het eerst niet leuk om naar school te gaan aan het begin van het jaar, maar nu gaat hij elke dag met plezier naar school toe. Luuk is voor zijn problemen met de uitspraak, naar een logopedist geweest. Daar heeft hij oefeningen gedaan en deze heeft hij ook thuis moeten doen. Sindsdien is zijn spraak aanzienlijk verbeterd. Tevens is Luuk getest op ADHD, maar deze test was negatief. Wel is gebleken na een IQtest dat zijn IQ hoger lag dan die van andere kinderen van zijn leeftijd, daarom is er in de klas rekening mee gehouden dat de stof niet te makkelijk wordt. Wanneer er een zichtbaar concentratieverlies te zien is, wordt er gevraagd of dit komt omdat hij de stof te makkelijk vind. Als dit het geval is, dan worden er moeilijkere opdrachten voor hem gepakt die hij dan kan maken. Wel wordt er van hem verwacht dat hij de lessen mee doet, zodat hij ook goed scoort op de cito toets. Het voorlopige toekomstbeeld van Luuk is dat hij brandweerman wil worden of een astronaut. Hij is nog niet bezig met de opleiding die hij wil gaan volgen, dat komt op latere leeftijd aan de pas. Omdat het IQ van Luuk niet zodanig hoog is dat hij als hoogbegaafd is bestempeld, zal het voor zijn verdere ontwikkeling niet veel invloed hebben. Hij heeft goed door wat er van hem verwacht wordt en zal dit waarschijnlijk in zijn verdere ontwikkeling behouden. Op het sociale vlak is Luuk op de goede weg. In het begin zal hij gaan uitproberen wat wel en niet kan, maar na dit begin is hij net zo sociaal als de oudere kinderen in zijn klas. Wel zal er gelet moeten worden in zijn verdere basisschool periode, dat hij zich niet gaat vervelen. Dit gaat vaak gepaard met concentratieproblemen en druk gedrag in de klas. Luuk zit momenteel in de latente fase, dit is te merken aan de hoeveelheid belangstelling hij heeft. Elke dag komt hij wel naar de leerkracht toe met een vraag of een weetje die hij dan heeft gehoord of opgezocht. Ook heeft hij een veilige hechting met zijn ouders, ondanks dat die er soms niet zijn krijgt hij wel onvoorwaardelijke liefde. Tevens ben ik van mening dat Luuk af en toe last heeft van somatische klachten. Hij heeft namelijk vaak buikpijn voor hij naar school gaat en ook merk ik dat hij wel eens zegt dat hij hoofdpijn heeft, terwijl het na een half uur weer weg is. Meestal komt dit voor wanneer hij zijn werk af heeft en niks te doen heeft. Hulpvraag Omdat de scholen te maken krijgen met het Passend onderwijs vanaf dit jaar, komt er automatisch een hulpvraag naar boven vanuit de school. Omdat Luuk een hoger IQ heeft, moet er rekening mee worden gehouden dat de stof niet te makkelijk wordt voor hem. Maar vanwege de nieuwe regels dat de kinderen zo lang mogelijk op de eigen school gehouden moeten worden, kan alle aandacht niet naar Luuk. Omdat hij nog niet zo sociaal is en niet snel op de juf durft af te stappen voor moeilijkere opdrachten, lijkt het mij verstandig om op de volgende hulpvraag verder te breien: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat Luuk meer initiatief gaat tonen? Situatie vanuit betrokkenen Vrijwel iedereen is bij Luuk betrokken. De ouders, het zusje, de oma, de leerkracht en de intern begeleidster van de school. Omdat het van belang is dat Luuk een mate van zelfvertrouwen moet krijgen om meer initiatief te kunnen tonen, is de medewerking van alle betrokkenen van belang. Het is niet de bedoeling dat Luuk ieder moment naar de juf toe rent wanneer er iets is, daarom is de juiste manier van vragen een goed idee om aan te leren aan Luuk. Andere kinderen kunnen er namelijk last van hebben als Luuk veel loopt door de klas. Ook de kinderen uit de klas kunnen hierbij helpen, zij kunnen zien wanneer hij klaar is en niks meer te doen heeft. Tevens kunnen zij hem tegenhouden als hij vroegtijdig naar de juf wil lopen. Hier moeten uiteraard wel duidelijke afspraken over komen, deze worden samengesteld met de hele klas, met Luuk zelf en de leerkracht. Invloed micro- meso- macroniveau’s Het is van belang dat er in de thuissituatie positief word gereageerd als Luuk initiatief toont, hier moeten wel duidelijk afspraken over zijn. Om te voorkomen dat Luuk alleen initiatief toont zodat hij iets krijgt, wordt er met een krullen systeem gewerkt. Als Luuk een gehele dag op correcte wijze initiatief toont, dan krijgt hij een krul. Dit systeem is echter niet voor thuis maar voor op school. Op macro niveau is er de invloed van het passend onderwijs, waarin kinderen als Luuk zo veel mogelijk op de eigen school gehouden moeten worden. Om te voorkomen dat hij ver moet reizen voor eventuele ondersteuning, wordt ervoor gezorgd dat alle ondersteuning in de buurt is te vinden. Een goede samenwerking tussen de school en deze instelling is dus van belang. Voor deze ondersteuning komt er wel subsidie vrij de wordt gegeven voor het passend onderwijs. Ontwikkelpunten Vanuit de hulpvraag zijn er een aantal ontwikkelpunten voortgekomen. Ontwikkelpunt 1: Omdat Luuk nog niet gewend is om initiatief te tonen, is het als eerst belangrijk dat hij leert om te gaan met teleurstelling. De teleurstelling dat de juf niet meer naar hem toe komt als hij roept. Dit is van belang om verder te kunnen in het proces naar zelfstandigheid. Ontwikkelpunt 2: Omdat Luuk zijn sociale vaardigheden belangrijk zijn in dit proces, is het voor Luuk handig om te leren sociaal om te gaan met zijn klasgenootjes. Deze kunnen hem namelijk helpen als hij iets niet weet, of zij kunnen hulp aan hem vragen als zij iets niet weten. Het is wel belangrijk dat Luuk dan op een correcte wijze leert uit te leggen wat de bedoeling is en leert vragen of zijn klasgenootjes nog iets weten om te doen. Ontwikkelpunt 3: Zelfstandigheid is een belangrijk ontwikkelpunt voor Luuk, op deze manier weet hij namelijk wanneer hij initiatief kan tonen en wanneer niet. Daarom is het belangrijk om Luuk zo veel mogelijk zelf te laten doen, om ook het zelf oplossend vermogen te stimuleren. Ontwikkelpunt 4: Nu komt het echt aan op het zelf initiatief tonen van Luuk. Hij moet leren inzien, wanneer hij wel en wanneer hij niet naar voren kan lopen. Het is voor Luuk belangrijk, dat hij zich aan de regels houdt, die worden opgesteld met alle betrokkenen. Zodat Luuk overal weet wanneer hij zelf iets kan pakken, of wanneer hij voorstelt iets te willen gaan doen. Doelen De doelen die voortkomen uit de ontwikkelpunten zijn smart geformuleerd. Ontwikkelpunt 1: Binnen een maand na inzet van het werkplan, is Luuk in staat zijn om zelf naar de juf toe te lopen. Ontwikkelpunt 2: Na 1,5 maand na inzet van het werkplan, is Luuk in staat zijn om zijn klasgenootjes te helpen bij de lastige lesstof. Ontwikkelpunt 3: na 2 maanden na inzet van het werkplan, is Luuk in staat om zelfstandig moeilijker werk te pakken als hij niks te doen heeft. Ontwikkelpunt 4: na 2,5 maand is Luuk in staat om initiatief te tonen op school. Uitwerking van de doelen Voor de uitvoering van de ontwikkelpunten gebruik ik een methodisch cyclisch model. Ik heb gekozen voor dit model omdat er dan een overzichtelijk stappenplan wordt beschreven. Omdat ik zelf vaak het spoor kwijt raak bij een lange tekst, is dit model voor mij handig. Het wordt in een tabel beschreven van begin tot eind. Tevens is dit model handig om te gebruiken als een buitenstaander er naar kijkt. Hieronder zijn de fases die worden besproken in het methodisch cyclisch model: 1. 2. 3. 4. Analyse van de beginsituatie Beschrijving van het probleem Plan maken en uitvoeren Evalueren Omdat ik de smartdoelen als hoofddoel gebruik, komen deze niet nog een keer voor in het model. Binnen een maand na inzet van het werkplan, is Luuk in staat zijn om zelf naar de juf toe te lopen. Analyse van de beginstituatie Beschrijving van het probleem Plan maken en uitvoeren Evalueren Luuk is 5 jaar, met een verhoogd IQ. Het is voor hem lastig om naar de juf toe te lopen als hij zijn werk af heeft. In het begin zal Luuk wachten tot dat de juf naar zijn tafel toe komt, om hem nieuw werk te geven. Wanneer Luuk zijn werk af heeft, durft hij niet goed zelfstandig iets te pakken of naar voren te lopen. Als hij langere tijd moet wachten, zorgt dit voor somatische klachten zoals hoofdpijn. Wie: De leerkracht en ik als stagiaire Wat: Wij zullen hem moeten laten wachten, zodat hij aan het idee went dat hij moet komen als er wat is. Zo nemen de somatische klachten ook af. Wanneer: Elke schooldag Hoe: Wanneer wij zien dat Luuk klaar is met zijn werk, mogen wij niet naar hem toelopen. Als Luuk naar ons toeloopt, dan moeten wij dit belonen door te zeggen dat wij dit fijn vinden. Het is vrij lastig om minder responsief te zijn op het kind, normaal wil je toch graag dat het aan het werk gaat en niet niks zit te doen. Het was in het begin heel erg wennen, maar Luuk is eerder dan verwacht naar ons toegekomen. Na 1,5 maand na inzet van het werkplan, is Luuk in staat zijn om zijn klasgenootjes te helpen bij de lastige lesstof. Analyse van de beginstituatie Beschrijving van het probleem Luuk weet ons nu te vinden, alleen heeft hij nog weinig sociaal contact met zijn klasgenoten over de lesstof. Als Luuk zijn werk af heeft of een klasgenoot heeft een vraag, dan zit Luuk niks te doen. Hij komt steeds vaker naar ons toe met de vraag wat hij kan doen en vermeld hier ook bij dat Plan maken en uitvoeren Evalueren sommige klasgenootjes nog niet zover zijn. Wie: De leerkracht en ik als stagiaire Wat: Wij zien graag dat hij wat socialer wordt, zodat hij de andere kinderen omhoog kan trekken. Dit geef Luuk zelfvertrouwen. Wanneer: Elke schooldag Hoe: Wanneer Luuk naar ons toe komt omdat hij zijn werk af heeft, moeten wij hem niet wegsturen. Wij zullen hem instructies geven over hoe Luuk het beste een ander klasgenootje kan helpen. Duidelijke regel hierbij moet zijn, dat Luuk het niet voor de klasgenoot mag maken, hij het niet voor mag zeggen en dat Luuk niet met de ander de spot drijft. Het is voor Luuk nog wel lastig om op gepaste wijze te helpen, maar hij toont meer initiatief richting zijn klasgenoten of hij misschien kan helpen. Dit is een zeer positieve uitkomst. Er moet wel nog steeds gelet worden op de regels die zijn vast gesteld, voor het helpen van de klasgenootjes. Luuk wil nog wel eens voorzeggen wat het antwoord is. na 2 maanden na inzet van het werkplan, is Luuk in staat om zelfstandig moeilijker werk te pakken als hij niks te doen heeft. Analyse van de beginsituatie Beschrijving van het probleem Plan maken en uitvoeren Evalueren Nu Luuk het makkelijker vind om contact te maken met de andere klasgenoten, begint hij steeds meer afgeleid te raken. Hij weet nog niet dat wij een bak hebben neergezet met moeilijkere werkjes erin. Luuk is nu veel bezig met zijn klasgenoten, hij weet niet dat er moeilijkere werkjes voor hem zijn die hem uitdagen. Wie: De leerkracht en ik als stagiaire Wat: Wij moeten Luuk zijn interesse winnen voor de moeilijkere werkjes. Wanneer: Elke schooldag Hoe: Wanneer hij naar ons toekomt, geven wij hem de instructie dat hij ook moelijkere werkjes kan doen. Luuk vond het veel te leuk om zijn klasgenoten te helpen, echter is er 1 klasgenoot die al aardig op niveau is. Deze leerling kon met Luuk de moeilijkere oefeningen doen. Hij was nog steeds snel afgeleid. na 2,5 maand is Luuk in staat om initiatief te tonen op school. Analyse van de beginstituatie Beschrijving van het probleem Plan maken en uitvoeren Evalueren Luuk is inmiddels zover dat hij met een klasgenootje samen moeilijkere opdrachten kan maken. Het is de bedoeling dat hij dit zelftstandig kan. Luuk lijdt nog veel kinderen af van het werk, wij willen dat hij zelfstrandiger wordt. Wie: De leerkracht en ik als stagiaire Wat: Luuk toont meer initiatief. Wanneer: Elke schooldag Hoe: Als laatste stap wordt de zelfstandigheid getest, dit gebeurt door Luuk niet te helpen en te wachten tot Luuk naar ons toekomst in uiterste nood. Het gaat goed met Luuk, hij is zelfstandiger en hij toont meer initiatief! Verantwoording keuzes Ik heb gekozen voor deze cliënt omdat ik Luuk al kende, ik had hem al grondig onderzocht voor een eerdere comaker. Het scheelt dat ik mijn cliënt al kende, zodat je een goed beeld krijgt van hoe Luuk normaal is in de klas. Echter moest ik wel oppassen voor niet te veel eigen interpretatie. Ik heb gekozen voor het methodisch cyclisch model, omdat dit een overzichtelijk model is. Het kan op deze manier ook gebruikt worden door andere die er niet veel vanaf weten. Zo is het niet alleen voor mij overzichtelijk, maar voor een ieder die er mee te maken heeft. De cliënt word in het proces overal bij betrokken, er worden ook gesprekken gehouden over de voortgang. Het is namelijk van belang om te weten of het helpt voor Luuk, dat kan hij zelf het beste aangeven. Rol beginnend pedagoog De rol van de (beginnend) pedagoog is zeer belangrijk in deze casus. Hij/zij is degene die de ontwikkeling van het kind monitort en bijhoudt, ook is zij de link tussen cliënt en leerkracht. Omdat de pedagoog wel aanwezig moet zijn in de klas, kan zij ondertussen ondersteunend werk doen. Echter niet teveel want zij moet haar concentratie ook gericht houden op Luuk. Feedback Stagebegeleidster Ik heb feedback gevraagd aan mijn stage begeleidster, zij heeft eerder producten van mij gezien en heeft een goede mening hierover. Zij vertelde mij dat ik het zo kort mogelijk moet houden, omdat niemand ervan houd om een heel boekwerk te lezen over een kind. Ik moet kort maar krachtig vertellen wat er aan de hand is en wat ik verwacht van iedereen. Tevens verteld zij dat de ouders er wel mee te maken hebben, maar dat zij op school niks kunnen doen. Ontwikkelingspsychologie Sigmund Freud heeft het in de psychoanalyse over de latentiefase, de fase waarin een kind graag ontdekt wat alles is. Ik denk dat Luuk in de latentiefase zit, maar dat hij het moeilijk vind om te komen vragen voor moeilijkere werkjes. Dit zou gelinkt kunnen worden met het ontwikkelen van Luuk zijn super ego, omdat hij niet graag naar voren komt om iets te vragen. Het super ego is namelijk het geweten van de mens, volgens freud, en is de voornaamste reden dat Luuk niet durft te komen. Hij zou bang kunnen zijn voor afwijzing of zelfs. Ondanks dat Luuk al verschijnselen vertoont dat hij in de latentiefase zit, toon hij ook kenmerken voor de Fallische fase. Dit is een fase waarin het kind zijn eigen lichaam begint te leren kennen en ontdekken, niet op de seksuele wijze maar het ontdekken ervan. Luuk zijn Es, was in het begin sterk aanwezig. Omdat hij niet wist wat hij moest doen als zijn werk af was, begon hij maar te doen wat hij leuk vond. Ook als dit niet goed was, ging hij ermee door tot dat de juf naar hem toe kwam. In dat geval nam de es het over van het ego en super ego. Het klassiek conditioneren vind ik ook goed passen bij Luuk. Niet zo zeer om de manier hoe hij zich gedraagt, maar de manier waarop hij reageert op belonen. Een kind belonen als het iets goeds doet, heeft meer effect dat het ongewenste gedrag straffen. Kinderen ontwikkelen zich door te leren, dat is ook waarom deze leertheorie zo goed bij deze casus past. Het begin bij het klassiek conditioneren, het is een manier van aanleren die zeer effectief blijkt te zijn. Bij klassiek conditioneren gaat het om stimulus respons, de stimulus roept een bepaalde respons op en die is de veranderen door een tweede stimulus eraan toe te voegen. Bijvoorbeeld: een hond hoor een bel en krijgt een stuk vlees aangeboden, de hond zal het stuk vlees eten. Wanneer alleen het stuk vlees wordt aangeboden, zal de hond beginnen te kwijlen. Het vlees wordt samen met de bel aangeboden bij de hond en wekt zo het kwijlen op. Wanneer de hond na een aantal keer alleen de bel hoort, zal de hond automatisch gaan kwijlen en verwacht het een beloning. Klassiek conditioneren alleen zal niet voldoende zijn, daarom is er nog een belangrijke manier van leren: operant conditioneren. Bij deze vorm van leren, wordt het gewenste gedrag herhaalt, omdat het in het verleden een positieve effect had. En deze manier van leren is het meest geschikt voor Luuk. Als Luuk positieve reacties krijgt op het zelfstandig worden, zal hij dit vaker gaan doen. Communicatie Gordon Bij de training communicatie gordon werd er veel gepraat over de juiste manier van praten, zowel tegen de jongere kinderen als de wat oudere kinderen. De voornaamste boodschap die ik heb doorgevoerd in mijn werkplan voor Luuk, is dat bij de uitvoering de ik-boodschap het belangrijkste is. Ook het zelf oplossend vermogen komt hier uit voort. Tevens is het Luuk nu aangeleerd om de ikboodschap te gebruiken, wanneer hij een klasgenootje helpt met een opdracht. Dit zodat Luuk een open en sociale houding krijgt en niet de schuld bij anderen legt. Reflectie Ik vond het vrij lastig om een werkplan te maken, omdat ik vanuit mezelf geen planner ben. Het vooruit plannen en bedenken hoeveel tijd het ongeveer kost om een ontwikkelingstaak uit te voeren, vond ik een erg lastig onderdeel. Ik ben veel bezig geweest om alles niet te lang, maar ook weer niet te kort te laten lijken. Ik kan soms erg door draven met mijn zinnen en raak dan de essentie kwijt van het stuk. Mezelf daarvoor behoeden was een aardige opgave, maar ik hem me staande weten te houden. Wel ben ik van mening dat ik echt wat moet doen aan mijn eigen plan vaardigheden, deze zijn namelijk niet goed genoeg. Ik ben te laat begonnen met het maken van dit werkplan en heb onderschat hoeveel tijd erin zou gaan zitten. Om het geheel er goed uit te laten zien, ben ik altijd zeer gefocust op de layout van mijn verslagen. Dit kost mij ook veel onnodige tijd, dus dit is zeker een punt waar ik volgende keer aan moet werken. Over de inhoud van dit werkplan ben ik wel tevreden, ik ben van mening dat alles erin staat. Het totale verslag is niet te lang en er zitten geen grote stukken tekst in, wat het goed leesbaar maakt. Wel vind ik dat het soms wat uitgebreider had gemogen, maar dan had het misschien weer te langdradig geweest. Ik vind het ook altijd erg lastig om de literatuur erbij te zoeken. Het zal vast goed zijn voor mijn ontwikkeling en de koppeling tussen de stof en de praktijk, maar ik blijf het moeilijk vinden. Voor mijn eerste werkplan, ben ik best trots op mezelf dat ik dit heb neergezet. Praktijkwerk Het was op mijn praktijkwerkplek vrij lastig om een werkplan te vinden. Er wordt wel gewerkt met het bijhouden van de voortgang van de kinderen, maar echt werkplannen heb ik niet kunnen vinden. Daarom heb ik deze op het internet opgezocht, het is het werkplan van KDV Uk in Amsterdam. Het werkplan is op de volgende site te vinden: http://www.kinderopvangukensemble.nl/files/2013/12/Pedagogisch-werkplan-KDV-uk-ensemble-dec-2013.pdf. Een andere vraag voor het praktijkwerk was, hoe er binnen je praktijkwerkplek wordt gewerkt met gedragsveranderingen en ontwikkeldoelen. Bij elk rapport gesprek komt naar voren wat er is opgevallen aan het kind. Maar voor een paar kinderen geld een ander verhaal. Er zit in mijn stage klas een jongetje, dat zich er moeilijk kan concentreren. Ook heeft hij de motivatie niet om iets te gaan doen. Voor deze leerling zijn plannen opgesteld, met een extern bedrijf, waar iedereen zich aan moet houden. Deze worden vastgelegd in de notulen en de juf houdt zich hier sterk mee bezig. Het overzicht van de afspraken die gemaakt zijn krijgt de juf ook in een tabel. In deze tabel staan dan de acties die ondernomen moeten worden en daarachter is ruimte voor bevindingen. Over het algemeen komt er niet vaak een extern bedrijf, meestal komen de leerlingen bij de intern begeleidster en of de directeur te zitten als er wat aan de hand is. Alleen voor de kinderen die gediagnostiseerd moeten worden om verder te kunnen, die komen in contact met de externe bedrijven. Tevens heeft mijn stageplek een leerling volg systeem, waarin zij alle bevindingen kunnen neerzetten en zo de ontwikkeling kunnen volgen. Ik vind het jammer dat ik geen werkplan heb kunnen krijgen van mijn praktijkwerkplek. Bijgevoegd zit een werkplan van internet. Literatuurlijst Delfos, M. (1999). Ontwikkeling in vogelvlucht. Harcourt Book Publishers: Amsterdam (4e of 5e druk). Tentamenstof: hoofdstuk 1 t/m 8 en hfdst. 11. Henderson, S. (2012, 3de druk). In Balans, (opvoeden in de kinderopvang volgens de Gordon methode). Amsterdam: SWP. Rigter, J. (2008, 4de druk). Het palet van de psychologie, Bussum MT regio amsterdam (2013) Pedagogisch werkplan unieke kinderopvang Amsterdam e.o. KDV. Geraadpleegd op 13 juni, 2014, van http://www.kinderopvangukensemble.nl/files/2013/12/Pedagogisch-werkplan-KDV-uk-ensemble-dec-2013.pdf Beoordelingsformulier Integrale leerlijn Naam student: Daphne Günther Max. score Studentnummer: S1070100 Werkplan Beschrijft zorgvuldig en uitvoerig in termen van concreet gedrag de situatie van de cliënt. Beschrijft een inschatting van de situatie/hulpvraag bewust van de eigen inkleuring en interpretatie van de gegevens. Beschrijft de situatie vanuit de positie van de betrokkenen (kind, ouder, pedagoog en instelling). Beschrijft de invloed van micro-, meso- en macroniveau. Maakt een inventarisatie van de ontwikkelpunten (minimaal 4) binnen het systeem. Kiest, beschrijft en verantwoordt een cyclisch model aan de hand waarvan de casus wordt uitgewerkt. Zorgt voor een SMART uitwerking van de doelen en het plan waarin de gewenste ontwikkeling van de cliënt naar voren komt. 25 25 Verantwoording van keuzes Onderbouwt de gemaakte keuzes bij de invulling van het werkplan Maakt duidelijk waar en hoe de cliënt en/of cliëntsysteem wordt betrokken bij het tot stand komen van het werkplan en het uitvoeren ervan. Maakt duidelijk wat de mogelijkheden zijn voor een student (pedagoog in opleiding) binnen de context van de casus. Vraagt feedback van de begeleiders of betrokkenen die betrokken zijn bij het werkplan. 20 Body of Knowledge Beschrijft en verklaart de (probleem)situatie van de cliënt of groep vanuit de visie van minstens 2 ontwikkelingspsychologen waarbij per stroming minimaal 4 relevante begrippen /inzichten worden gehanteerd (dikgedrukt aangeven). Plaatst de cliënt/doelgroep in de relevante fase(n) vanuit de ontwikkelingspsychologie en beargumenteert dit. Maakt gebruik van tenminste drie bronnen bij de onderbouwing vanuit de literatuur. 20 Body of Skills Beschrijft hoe de theorie en vaardigheden uit de training Communicatie Gordon zijn toegepast in het werkplan. Reflecteert op het maken van deze Comakership en betrekt hierbij competentie 2: Plannen. Beschrijft in zijn/haar reflectie hoe hij/zij gebruik heeft gemaakt van de deskundigheid en inzichten van praktijkbegeleider en medestudenten. 10 Praktijkwerkopdracht V/O Totaal te behalen punten 100 Bijlage 1 Feedback Stage Integrale leerlijn Naam student: Daphne Günther Max. score Studentnummer: S1070100 Werkplan Beschrijft zorgvuldig en uitvoerig in termen van concreet gedrag de situatie van de cliënt. Beschrijft een inschatting van de situatie/hulpvraag bewust van de eigen inkleuring en interpretatie van de gegevens. Beschrijft de situatie vanuit de positie van de betrokkenen (kind, ouder, pedagoog en instelling). Beschrijft de invloed van micro-, meso- en macroniveau. Maakt een inventarisatie van de ontwikkelpunten (minimaal 4) binnen het systeem. Kiest, beschrijft en verantwoordt een cyclisch model aan de hand waarvan de casus wordt uitgewerkt. Zorgt voor een SMART uitwerking van de doelen en het plan waarin de gewenste ontwikkeling van de cliënt naar voren komt. 20 20 Verantwoording van keuzes Onderbouwt de gemaakte keuzes bij de invulling van het werkplan Maakt duidelijk waar en hoe de cliënt en/of cliëntsysteem wordt betrokken bij het tot stand komen van het werkplan en het uitvoeren ervan. Maakt duidelijk wat de mogelijkheden zijn voor een student (pedagoog in opleiding) binnen de context van de casus. Vraagt feedback van de begeleiders of betrokkenen die betrokken zijn bij het werkplan. Body of Knowledge 18 Beschrijft en verklaart de (probleem)situatie van de cliënt of groep vanuit de visie van minstens 2 ontwikkelingspsychologen waarbij per stroming minimaal 4 relevante begrippen /inzichten worden gehanteerd (dikgedrukt aangeven). Plaatst de cliënt/doelgroep in de relevante fase(n) vanuit de ontwikkelingspsychologie en beargumenteert dit. Maakt gebruik van tenminste drie bronnen bij de onderbouwing vanuit de literatuur. Body of Skills Beschrijft hoe de theorie en vaardigheden uit de training Communicatie Gordon zijn toegepast in het werkplan. Reflecteert op het maken van deze Comakership en betrekt hierbij competentie 2: Plannen. Beschrijft in zijn/haar reflectie hoe hij/zij gebruik heeft gemaakt van de deskundigheid en inzichten van praktijkbegeleider en medestudenten. 12 8 Praktijkwerkopdracht V Totaal te behalen punten 78 Erg mooi werkplan, had wel uitgebreider gekund. Bijlage 2 Feedback medestudent Integrale leerlijn Naam student: Daphne Günther Max. score Studentnummer: S1070100 Werkplan Beschrijft zorgvuldig en uitvoerig in termen van concreet gedrag de situatie van de cliënt. Beschrijft een inschatting van de situatie/hulpvraag bewust van de eigen inkleuring en interpretatie van de gegevens. Beschrijft de situatie vanuit de positie van de betrokkenen (kind, ouder, pedagoog en instelling). Beschrijft de invloed van micro-, meso- en macroniveau. Maakt een inventarisatie van de ontwikkelpunten (minimaal 4) binnen het systeem. Kiest, beschrijft en verantwoordt een cyclisch model aan de hand waarvan de casus wordt uitgewerkt. Zorgt voor een SMART uitwerking van de doelen en het plan waarin de gewenste ontwikkeling van de cliënt naar voren komt. 20 18 Verantwoording van keuzes Onderbouwt de gemaakte keuzes bij de invulling van het werkplan Maakt duidelijk waar en hoe de cliënt en/of cliëntsysteem wordt betrokken bij het tot stand komen van het werkplan en het uitvoeren ervan. Maakt duidelijk wat de mogelijkheden zijn voor een student (pedagoog in opleiding) binnen de context van de casus. Vraagt feedback van de begeleiders of betrokkenen die betrokken zijn bij het werkplan. Body of Knowledge 15 Beschrijft en verklaart de (probleem)situatie van de cliënt of groep vanuit de visie van minstens 2 ontwikkelingspsychologen waarbij per stroming minimaal 4 relevante begrippen /inzichten worden gehanteerd (dikgedrukt aangeven). Plaatst de cliënt/doelgroep in de relevante fase(n) vanuit de ontwikkelingspsychologie en beargumenteert dit. Maakt gebruik van tenminste drie bronnen bij de onderbouwing vanuit de literatuur. Body of Skills Beschrijft hoe de theorie en vaardigheden uit de training Communicatie Gordon zijn toegepast in het werkplan. Reflecteert op het maken van deze Comakership en betrekt hierbij competentie 2: Plannen. Beschrijft in zijn/haar reflectie hoe hij/zij gebruik heeft gemaakt van de deskundigheid en inzichten van praktijkbegeleider en medestudenten. 10 8 Praktijkwerkopdracht Totaal te behalen punten V/O 71 Bepaalde punten hadden hier en daar meer uitgewerkt kunnen worden. Verder een goed werkplan