Clientportret Daphne Günther S1070100, 1B Leerjaar 1, Voltijd Cursusjaar 2013-2014 VOE-code: WFPEDP.CCLI.V413 Voorwoord Dit verslag is geschreven naar aanleiding van de comakership Cliëntportret, van de opleiding Pedagogiek te Windesheim Flevoland. Het verslag geeft een beeld weer van een cliënt die ik heb moeten beschrijven voor deze comaker. Een ieder die geintereseerd is, maar vooral de docenten van de opleiding, hebben toegang tot dit verslag. In het verslag zal een beschrijving te vinden zijn van de gekozen cliënt. Er wordt een uitleg gegeven waarom ik de betreffende cliënt gekozen heb en wat deze cliënt interessant maakt voor mij en de opleiding. Ik wil graag de gelegenheid nemen om Windesheim Flevoland te bedanken, voor het aanbieden van deze comakership. Tevens wil ik de docente Hester Viëtor bedanken, voor de hulp die zij geboden heeft tijdens de bijeenkomsten voor deze comaker. Tot slot wil ik mijn stagebegeleidster bedanken voor de openheid tegenover deze comaker en de informatie die zij gegeven heeft. In dit verslag zal gewerkt worden met fictieve namen om de privacy van de cliënt en betrokkenen te waarborgen. Inhoudsopgave Inleiding 4 De Cliënt 5 Het gesprek 7 Psychologische stromingen 9 Pedagogische visie 11 Hulpvraag 12 Nawoord 13 Literatuurlijst 14 Bijlage 15 Inleiding Om een beter beeld te verkrijgen van de gekozen cliënt, zal er in het eerste hoofdstuk informatie worden gegeven die ik heb kunnen verkrijgen. Deze informatie is vertrouwelijk en daarom zal er in het verdere verslag ook gewerkt worden met een fictieve naam. Omdat de comaker aan verschillende colleges en trainingen is gekoppeld, worden deze ook verwerkt in dit verslag. Zo is het hoorcollege Psychologie gekoppeld, door middel van de koppeling naar verschillende psychologische stromingen. Deze stromingen komen uit het boek het palet van de psychologie (Rigter, 2008). Ook is de training communicatieve vaardigheden gekoppeld aan deze comaker. Dit is terug te zien in het gesprek met de cliënt. Ik zal de vragen die ik de cliënt heb gesteld toelichten, door de terugkoppeling nar de geleerde vaardigheden in deze training. De Cliënt Vanwege privacy zijn er fictieve namen gebruikt De cliënt, verder te noemen Luuk, is geboren op 6 April 2008. Momenteel is hij dus 5 jaar oud. Luuk heeft groep 2 overgeslagen en zit dus al in groep 3. Bij de zwangerschap van Luuk verliep het goed en ook de bevalling was precies op tijd. Als baby zijnde was Luuk makkelijk in de omgang, lopen en praten verliep zoals gepland. Toen Luuk 4 jaar oud was, kreeg hij wat moeite met zich goed te verwoorden en woorden goed uit te spreken. De thuissituatie van Luuk is stabiel, in het gezin zijn beide ouders aanwezig en ook nog een zusje van 3 jaar oud. Ook is er thuis een konijn en een hond aanwezig, waar Luuk heel blij mee is. Met zijn zusje verloopt de ontwikkeling goed. Op het gebied van taal is zij waar ze moet zijn en ook de motorische ontwikkeling verloopt goed. Beide ouders hebben een HBO-opleiding afgerond. Vader is fysiotherapeut en moeder is verpleegkundige in een particuliere kliniek. Sinds de geboorte van Luuk zijn de ouders niet meer verhuisd, Luuk woont dus al 5 jaar in hetzelfde huis. In de omgeving van het huis is een speeltuin aanwezig, waar vanaf het keukenraam zicht op is. Luuk mag daar vaak spelen met de vriendjes uit de buurt. Luuk woont in een rijtjes huis en zijn ouders verdienen boven modaal. Luuk en zijn zusje krijgen daardoor goed onderdak, voldoende te eten en ook krijgen zij veel speelgoed. Ook gaat het gezin op zomervakantie en hebben zij dagjes uit, variërend van de dierentuin tot aan musea. De ouders hebben een goede band met Luuk, zij brengen en halen hem altijd van school. Het komt wel eens voor dat Luuk moet overblijven, omdat beide ouders op dat moment werken. Wel heeft moeder een parttime baan, zodat zij in staat is om vaak bij de kinderen te zijn. Ook vader werkt niet fulltime, maar heeft soms wel in het weekend werk. Overdag gaat het zusje naar oma, wanneer de beide ouders op dat moment niet thuis zijn. De band met oma en de kinderen is erg hecht. Oma woont een paar straten verderop, daar mag Luuk af en toe ook zelf heen lopen. Op school vind Luuk het leuk, vooral het rekenen en lezen. Hij heeft een paar klasgenoten waar hij veel mee optrekt, dit zijn voornamelijk jongens. In het begin van groep 3, was Luuk een drukke leerling. Hij kon zich niet goed concentreren op het werk en was snel afgeleid. Hedendaags is dat minder geworden en komt hij ook beter mee met de lesstof. Luuk vond het eerst niet leuk om naar school te gaan aan het begin van het jaar, maar nu gaat hij elke dag met plezier naar school toe. Luuk is voor zijn problemen met de uitspraak, naar een logopedist geweest. Daar heeft hij oefeningen gedaan en deze heeft hij ook thuis moeten doen. Sindsdien is zijn spraak aanzienlijk verbeterd. Tevens is Luuk getest op ADHD, maar deze test was negatief. Wel is gebleken na een IQtest dat zijn IQ hoger lag dan die van andere kinderen van zijn leeftijd, daarom is er in de klas rekening mee gehouden dat de stof niet te makkelijk wordt. Wanneer er een zichtbaar concentratieverlies te zien is, wordt er gevraagd of dit komt omdat hij de stof te makkelijk vind. Als dit het geval is, dan worden er moeilijkere opdrachten voor hem gepakt die hij dan kan maken. Wel wordt er van hem verwacht dat hij de lessen mee doet, zodat hij ook goed scoort op de cito toets. Het voorlopige toekomstbeeld van Luuk is dat hij brandweerman wil worden of een astronaut. Hij is nog niet bezig met de opleiding die hij wil gaan volgen, dat komt op latere leeftijd aan de pas. Omdat het IQ van Luuk niet zodanig hoog is dat hij als hoogbegaafd is bestempeld, zal het voor zijn verdere ontwikkeling niet veel invloed hebben. Hij heeft goed door wat er van hem verwacht wordt en zal dit waarschijnlijk in zijn verdere ontwikkeling behouden. Op het sociale vlak is Luuk op de goede weg. In het begin zal hij gaan uitproberen wat wel en niet kan, maar na dit begin is hij net zo sociaal als de oudere kinderen in zijn klas. Wel zal er gelet moeten worden in zijn verdere basisschool periode, dat hij zich niet gaat vervelen. Dit gaat vaak gepaard met concentratieproblemen en druk gedrag in de klas. Het gesprek Cliënt Voordat ik in gesprek ging met Luuk zelf, had ik voor mezelf een paar dingen opgeschreven waar ik het over wilde hebben. Hieronder heb ik per onderwerp op mijn lijst, beschreven hoe het gesprek hierover ging en wat ik had verwacht. Basisgegevens Ik wilde eerst aan Luuk vragen wat zijn leeftijd en geboortedatum zijn. Omdat ik zeker wilde weten dat hij wel open in dit gesprek stond. Ik merkte bij de eerste gesloten vragen, dat Luuk deze beantwoordde en gelijk over iets anders begon. Hij wilde dan bijvoorbeeld praten over een nieuw shirt dat hij aan had. Het was voor mij moeilijk om bij de punten te blijven die ik had opgeschreven, omdat ik ook niet wilde dat het gesprekje meer dan 10 minuten duurde. School Omdat het gesprekje tijdens school was, kon ik terugkoppelen op de les die hij had. Ik vroeg hem wat hij van de les vond en of hij het makkelijk of moeilijk vond. Tijdens dit gesprek was Luuk erg open voor de vragen, maar gesloten met de eigen inbreng. Hij gaf antwoord op de vragen die ik stelde, maar vertelde zelf vrij weinig. Ik heb hier wel kunnen ontdekken dat Luuk zelf vond dat hij in het begin juist niet druk was, omdat hij het een beetje eng vond. Hij was zich ervan bewust dat hij groep 2 overgeslagen had, “omdat ik het makkelijk vond” aldus Luuk. Tevens had ik gevraagd welke vakken hij moeilijk vond en welke makkelijk, daaruit kwam dat niet alles even makkelijk was. Rekenen en lezen zijn Luuk zijn favoriete vakken op school, omdat hij daar goed in is. Het schrijven vind hij wat minder leuk, de reden daarvoor kon hij niet tegen mij verwoorden. Thuis Omdat ik wel al had gelezen in het inschrijvingsformulier van de school voor Luuk dat zijn ouders beide een HBO opleiding hebben gevolgd, was ik benieuwd hoe Luuk dit ervaart thuis. Ik heb vragen gesteld over het huis waar hij woonde, of er een speeltuintje in de buurt was en of de ouders vaak thuis zijn. Uit de antwoorden kon ik afleiden, dat de vader en moeder beide parttime werken. Zij waren vaak thuis, maar Luuk gaat wel naar de overblijf tussen de middag. Reflectie Tevens heb ik nog gevraagd wat Luuk van het gesprek vond. Hierop kreeg ik het antwoord dat hij het wel een leuk gesprek vond. Wel had hij de vraag waarom ik dit allemaal moest weten, maar daar heb ik op geantwoord dat ik graag wilde weten wie hij was. Tevens had ik de vraag gesteld of Luuk de vragen moeilijk vonden, maar dit bleek geen probleem te zijn. Met de vragen stellen had ik het obstakel dat ik niet voldoende bij mijn onderwerp bleef, waardoor sommige vragen niet aan bod kwamen. De juf Voorafgaand aan het gesprek heb ik duidelijk gemaakt wat de opdracht was en waarvoor deze informatie gebruikt werd. Ik heb haar duidelijk gemaakt dat er fictieve namen zouden komen en de informatie alleen te lezen is door de betreffende docent van dit vak. Hiermee stemde zij in. School Luuk is vervroegd naar groep 3 gegaan oftewel groep 2 overgeslagen. Ik heb daar een paar vragen over gesteld aan de juf, voornamelijk om erachter te komen wat voor gedrag Luuk vertoonde tijdens de eerste weken. In het gesprek kwam naar voren dat Luuk opstandig gedrag vertoonde tijdens de eerste weken in de nieuwe klas. Hij wilde niet luisteren naar de juf en soms leek het zelfs of hij ahar niet eens hoorde. De juf ergerde zich er eerst wel aan, maar later in het gesprek vertelde ze dat het ook wel normaal is. Het uittesten van de juf, kan erop wijzen dat Luuk de eerste weken van school te makkelijk vond. Echter is dat nu afgezakt en luistert Luuk nu goed naar de juf. Op gebied van rekenen en lezen scoort Luuk bovengemiddeld, daarom is hij bij rekenen ook een ‘pluskind’ en heeft hij een zogenoemd ‘plusboekje’ gekregen. Een ‘pluskind wil zeggen dat het kind goed scoort op de cito toets en daarom extra (moeilijk) werk mag maken, naar het gewone werk. De juf vertelde dat Luuk het erg leuk vond dat hij een extra boekje kreeg. Op het gebied van lezen was Luuk niet altijd goed. In het begin had hij moeite met lezen en raakte snel afgeleid. Na een gesprek tussen de juf en Luuk over goed scoren en wat hij daar aan kan doen, is dit snel gestegen. Luuk leest nu op een goede snelheid en staat vrijwel gelijk met de betere kinderen uit groep 3. Thuis Aan de juf heb ik gevraag of zij meer wist over de thuissituatie, het halen en brengen van het kind en over de economische status. Zij vertelde dat Luuk elke ochtend wordt gebracht door of moeder of vader en ook elke dag wordt opgehaald na school. Over de banen wist zij me te vertellen dat vader in de fysiotherapie zat en moeder in de verpleging. Moeder en vader tonen allebei interesse richting het kind door middel van informatieve vragen over de school prestaties en gedrag in de klas. Dit geeft aan dat zij het belangrijk vinden dat Luuk het naar zijn zin heeft, maar ook goed presteert in de klas. Van een echte prestatie druk is geen sprake volgens de juf, want ook de ouders zijn verast wanneer Luuk extra werkjes kan doen. Reflectie Ik vond dit gesprek erg fijn, omdat de juf van Luuk tegelijkertijd ook mijn stage begeleidster is. Daardoor kreeg ik meteen feedback op de vragen die ik had en gaf zij tips welke vragen ik nog meer kon stellen. Zij was erg open in dit gesprek en vertelde mij graag wat ik wilde weten. Het was een wisselwerking van vragen stellen en de juf die zelf vertelde, wel was het fijn dat er niet veel van het onderwerp werd afgeweken. Psychologische stromingen Behaviorisme In het behaviorisme wordt er gesproken van stimulus en respons. Bij de stimulus wordt verstaan de prikkel waardoor een kind iets gaat doen en bij de respons wordt verstaan de reactie die het kind heeft op de stimulus. Op deze manier kan een kind iets aanleren of de prikkel worden gegeven zodat het kind iets gaat doen. Ook heeft het behaviorisme te maken met de leerprocessen van een kind, dit zijn onder andere Habituatie(gewenningsleer), klassiek conditioneren, operant conditioneren en model-leren. Met habituatie wordt bedoelt dat wij mensen wennen aan bepaalde dingen. In het dagelijks leven hebben wij mensen veel te maken met verschillende geuren, de geur van koffie bijvoorbeeld. Wanneer je een huis binnen loopt en je ruikt koffie, kan je er aan gewend raken en dit noemt het behaviorisme habituatie. Klassiek conditioneren houdt in dat er sprake is van een stimulus die een reactie tot gevolg heeft. Als er bijvoorbeeld het geluid van een sirene voorbij komt en de juf deelt een snoepje uit. Wanneer dit een aantal keer herhaalt wordt, verwachten de kinderen een snoepje bij de sirene. Dit is dan aangeleerd gedrag door middel van klassiek conditioneren. Ik vind dat deze stroming past bij Luuk, omdat er bij het lezen ook sprake was van een stimulus, respons. Luuk las in het begin niet erg snel en goed en zat onder het gemiddelde van de klas, de juf heeft hem daarop aangesproken en Luuk is thuis meer gaan lezen. Dit had tot gevolg dat hij boven gemiddeld kwam en trots was op zichzelf. In dit geval is het gesprek met de juf over het lezen de stimulus en dat Luuk thuis meer ging lezen de respons. Ook heeft de habituatie een rol bij Luuk, omdat hij eerder naar groep 3 is gegaan. Ik ben van mening dat het ook in een nieuwe omgeving is dat je moet wennen, dit was voor Luuk ook het geval. In het begin was het eng en nieuw, maar later is Luuk eraan gewend geraakt. Voor het klassiek conditioneren ben ik van mening dat dit een goede manier zou zijn om Luuk gemotiveerd te houden. Tevens zou dit kunnen werken wanneer er iets nieuws aangeleerd moet worden. Het zou bijvoorbeeld zo kunnen zijn, dat wanneer Luuk iets af heeft ,wat hij eigenlijk makkelijk vind maar wel moet doen, dat hij dan een sticker krijgt. Op deze manier wordt er voor gezorgd dat Luuk wel het werk maakt wat hij moet maken en daarvoor beloont wordt. Cognitieve psychologie In de cognitieve psychologie wordt er gesproken over geheugen. Je hebt het sensorisch geheugen, kortetermijngeheugen en langetermijngeheugen. Het sensorisch geheugen slaat informatie op voor het gezichtsvermogen, dit blijft dan 6 seconden hangen. Het kortetermijngeheugen slaat informatie op voor 2 minuten en het langetermijngeheugen kan oneindig informatie opslaan. Het verschil tussen korte en langetermijngeheugen is dat het kortetermijngeheugen de informatie weer vergeet en het langetermijngeheugen niet. Dan bestaat er ook nog het semantisch geheugen, daarin wordt de kennis van taal, rekenen, algemene kennis en feiten van aardrijkskunde en geschiedenis opgeslagen. Luuk heeft vooral te maken met het semantisch geheugen, omdat hij uitleg van rekenen en taal goed opslaat. Op dit gebied ligt hij voor op zijn leeftijdsgenoten, waardoor hij een klas heeft overgeslagen. Tevens is het langetermijngeheugen ook verder ontwikkeld bij Luuk, omdat hij ook van de dag ervoor nog uitleg kan herinneren. Het sensorisch geheugen hebben niet heel veel invloed op het gedrag van Luuk, omdat er nog niks wordt opgeslagen op dat moment voor langer dan 6 seconden. Het kortetermijngeheugen heeft naar mijn idee wel veel invloed op Luuk, vooral als hij zich niet goed kan concentreren. Hij ziet dan andere dingen die hij belangrijker vindt en deze slaat hij voor gedurende 2 minuten op. Tevens is het kortetermijngeheugen goed zichtbaar wanneer er iets gebeurt. Luuk zegt bijvoorbeeld iets tegen een klasgenoot en als dit niet binnen ongeveer 2 minuten besproken wordt, is Luuk al weer vergeten wat hij heeft gezegd. Tevens is het beeld soms vervaagd, wanneer het na een langere tijd gevraagd wordt wat Luuk deed of zei. Pedagogische visie Ik geloof dat een kind zichzelf moet kunnen zijn en dat de ouders daar op moeten reageren. Een kind heeft bepaalde behoeftes en bepaalde taken die zij uit moeten voeren voor de ontwikkeling van het kind. Het zal niet altijd gaan zoals het moet gaan, maar dat maakt voor de responsiviteit niet uit. Ieder kind is uniek en ieder kind vereist een bepaalde manier van handelen. Het zal niet altijd mogelijk zijn om een kind regulier basisonderwijs te laten volgen, maar ik zou graag zien dat dit meer gebeurt. Ik ben van mening dat kinderen van elkaar leren, door elkaar bezig te zien. Van observeren en imiteren leert men, volgens mij geldt dit ook voor kinderen. Het plakken van labels, heeft daar mee te maken. Ik vind dat er te snel een label wordt geplakt of er iets is met het kind, terwijl het ook op een positieve manier gezien kan worden. Wanneer de nood hoog is, zou er gekeken kunnen worden naar een andere aanpak betreffende het aanbieden van de lesstof. Maar gelijk een label plakken vind ik te ver gaan. Een kind heeft stabiliteit nodig om een goede ontwikkeling te kunnen doorlopen. Dit is natuurlijk niet van toepassing wanneer er instabiliteit is in de thuissituatie, maar ik ben ervan overtuigd dat met goede begeleiding dit alsnog kan. Tevens hebben de ouders in mijn visie een belangrijke rol. Zij zijn de voorbeelden waar het kind tegenop kijkt, de ouders zijn in mijn visie de hoofdpersonen tot de goede ontwikkeling van het kind. Door middel van adequaat te reageren en responsief te zijn op de benodigdheden van het kind. Regels en grenzen stellen vanaf een jonge leeftijd, maar toch ook weer de vrijheid geven om zelf te ontdekken wat fout is en wat niet. Een goede voorlichting geven op alles waar het kind te maken mee kan krijgen. Een kind blijft een kind en deze zal ongetwijfeld momenten hebben dat het ingaat tegen de gestelde regels. Dit is in principe niet erg, als je er maar mee om weet te gaan. Kan dit niet, dan zijn er voldoende instanties waar hulp aan gevraagd kan worden. Naar mijn mening is de maatschappij zo gegroeid dat iedere ouder vind dat hij of zij de beste is. De perfecte ouders bestaan niet, iedereen maakt wel eens een foutje. Het raadplegen van hulp aan wie dan ook, kan positieve effecten hebben op de ontwikkeling van het kind. Zoals ik ook eerder beschreven heb voor het kind, geldt dit ook voor de ouders: Iedereen leert van elkaar en ook iedereen heeft elkaar iets te leren. Hulpvraag Nu ik een volledig beeld heb van Luuk en zijn situatie is het tijd voor de volgende stap. Ik heb gekeken wat er nu precies is en wat een hulpvraag zou kunnen worden. Omdat Luuk te maken heeft met een hogere intelligentie heb ik daar mijn hulpvraag op gericht. Het is vaak voor juffen lastig om specifiek te kijken naar wat een kind nodig is, maar k ben van mening dat het wel kan. Naar aanleiding van de gesprekken met Luuk en de juf, heb ik een hulpvraag opgezet. Deze hulpvraag luidt: ‘hoe kan ervoor gezorgd worden dat Luuk gemotiveerd aan het werk blijft’. Bij deze hulpvraag komt het neer op de taak van de juf om in kaart te blijven houden, wat er gebeurt met Luuk in de klas. Dit proces moet zo zorgvuldig mogelijk gedocumenteerd worden, zodat de overdracht naar hogere klassen goed verloopt. Nawoord Luuk is momenteel 5 jaar oud en heeft een klas overgeslagen. In een vroeg stadium heeft dit niet heel erg veel effect op de kinderen, zowel Luuk zelf als zijn klasgenoten. Het was voor mij lastig om een cliënt te kiezen, omdat er relatief weinig kinderen zijn ‘waar iets mee is’ en waar ik dus moeite mee heb om een hulpvraag te ontdekken. Voor Luuk was de ontstane hulpvraag al eerder bekend, ook bij de intern begeleider van de school. Het gevaar kan bestaan dat Luuk zich gaat vervelen en dan opstandig gedrag gaat vertonen. Echter met adequaat te reageren op deze symptomen, kan het voorkomen worden en wordt de rust behouden voor zowel Luuk als de juf. Literatuurlijst Inleiding Psychologie Jakop Rigter, Het palet van de psychologie Training communicatieve vaardigheden 1. Gespreksvoering basisvaardigheden en gespreksmodellen. Groningen: Noordhoff Uitgevers Van der Molen, H.T., Hommes, M. A., & Kluijtmans, F. (2011). Bijlage 1 Vragenlijsten interviews Cliënt Hoe oud ben je? Wanneer ben je geboren? Heb je nog broertjes of zusjes? Zo ja, hoe oud zijn die? Heb je huisdieren? In wat voor huis woon je? Is er een speeltuintje in de buurt? Is het ver rijden naar familie? Brengen je ouders je altijd naar school? Halen ze je ook weer op? Ga je wel eens naar de overblijf? In welke groep zit je nu? Wat vind je ervan dat je een klas hebt overgeslagen? Zijn je klasgenoten aardig? Vind je de juf aardig? Wat vind je van de vakken? Wat is je leukste vak/ waar ben je goed in? Vind je ook een vak moeilijker? Juf Waarom is Luuk vervroegd naar groep 3 gegaan? Hoe was Luuk in het begin in de groep? Is Luuk een lastige leerling? Hoe scoort Luuk op de cito? In welke vakken blinkt Luuk uit? Hoe is Luuk in omgang met andere kinderen? Is er iets bekend over de thuissituatie? Is er iets bekend over de beroepen van de ouders? Wie brengt hem naar en haalt hem van school? Moet Luuk wel eens naar de overblijf? Hoe is de communicatie tussen juf en ouders? Op welke manier wordt Luuk gestimuleerd om te werken? Bijlage 2 Praktijkwerk Op mijn praktijkwerkplek wordt er gewerkt met een inschrijf formulier dat de ouders moeten invullen. Alvorens aan het inschrijven kan er een gesprek worden aangevraagd, waarin ook een rondleiding door de school mogelijk is. Zo krijgen de ouders een beeld van het gebouw waar de kinderen zitten en tevens mogen zij een kijkje nemen in de klassen. Wanneer het inschrijf formulier is ingevuld en geretourneerd aan de baas, dan komt het kind in de klas. Hoeveel tijd hier tussen zit varieert. Alvorens het kind in de klas komt is er een gesprek, waar zowel de juf, de intern begeleidster, de ouders, het kind en de directeur bij zitten. Wat hier precies besproken is kan ik niet vertellen, omdat ik dit gesprek niet mag bijwonen. Echter weet ik wel dat er wordt besproken hoe het kind presteerde op de vorige school, indien dit van toepassing is. Tevens worden er zaken behandeld aangaande de ontwikkeling van het kind, is het ergens mee gediagnostiseerd of gebruikt het medicatie. Omdat er best wel veel kinderen op de school zitten met gescheiden ouders, wordt er in een dergelijk gesprek ook gevraagd naar de thuis situatie. Wie mag het kind ophalen en wie niet? Er worden regels over opgesteld en deze worden aan iedereen duidelijk gemaakt. Op deze manier is iedereen die in aanraking komt met het kind, op de hoogte van wat er speelt. Wanneer een kind van een andere school komt, dan vindt er een overdrachtsgesprek plaats. Dit gesprek kan per email, per post of persoonlijk gedaan worden. Tevens worden de rapporten opgevraagd van de oude school, zodat er gekeken kan worden naar het niveau van de leerling. Nadat het kind een aantal dagen of weken op de school zit, wordt er met de juf een gesprek gevoerd over dit kind. Daarin komt ter sprake hoe het kind op deze school gaat en wat zij scoort op toetsen. De juf gaat dan ook een gesprek aan met de ouders, dit hoeft niet altijd met een intern begeleider te zijn. Daarin verteld de juf kort en bondig hoe de nieuwe leerling zich stand houdt in de nieuwe klas en brengt de ouder(s) op de hoogte van de resultaten van het kind. Het inschrijf formulier is helaas te groot om als bestand ij te voegen en alleen verkrijgbaar in PDF. Dit is niet toe te voegen in dit word document. Bijlage 3 Beoordelingsformulier Beoordelingsformulier Comakership 1.1: Cliëntportret Integrale leerlijn Naam Student: Max. Daphne Günther score toelichting Studentnummer: S1070100 M.b.t. het instrument, de vragenlijst Kan een onderbouwd instrument ontwikkelen waarmee informatie vergaard kan worden over de relevante persoonlijke kenmerken van de beoogde cliënt Kan een instrument ontwikkelen waarmee het concrete gedrag / de hulpvraag van de cliënt inzichtelijk wordt Kan een instrument ontwikkelen waarmee relevante achtergrondinformatie over de context (micro-, meso- en macroniveau) van de cliënt kan worden verkregen Kan relevante informatie over het pedagogisch handelen verkrijgen dat plaatsvindt in de huidige situatie Beschrijft de intakeprocedure van de instelling van het eigen Praktijkwerk. M.b.t de schriftelijke uitwerking van het portret 20 5 Legt aan de hand van het instrument de gegevens uit het oriënterend gesprek op heldere en volledige wijze vast Hanteert in zijn/haar schriftelijke producten grammaticaal juist taalgebruik M.b.t. de presentatie van het portret Kan in groepsverband een presentatie houden waarin een helder en volledig portret (d.w.z. op basis van de inhoudelijke elementen van het schriftelijke portret) van de cliënt wordt gegeven Maakt voor de nadere illustratie van het portret gebruik van passende audiovisuele middelen (bijv. Prezi) Zorgt voor een passende vorm voor vragen en feedback naar aanleiding van de presentatie Criteria vanuit de body of knowledge Beschrijft en verklaart de situatie van de cliënt of groep vanuit minstens twee psychologische stromingen waarbij per stroming minimaal vier relevante begrippen / inzichten worden gehanteerd (vetgedrukt in verslaglegging). Verwerkt inzichten van pedagogische gedachtengoeden en eigen pedagogische visie in het verslag. Score student 20 15 20 Criteria vanuit de body of skills Kan bij het ontwikkelen van de vragenlijst zijn/haar keuze onderbouwen wat betreft de functie van de vragen en de soorten onderwerpen die aan bod komen tijdens het oriënterend gesprek Kan aantonen waarop hij/zij wil letten qua luistergedrag tijdens het oriënterend gesprek en kan achteraf reflecteren op de uiteindelijke uitvoering Kan aantonen welke factoren de waarneming, observatie en interpretatie van de informatie tijdens het oriënterend gesprek positief of negatief hebben beïnvloed. (minimaal 5 factoren). Kan eigen subjectiviteit in observatie herkennen en benoemen. TOTAAL: 20 100 Belangrijk: De Comakership voldoet aan de richtlijnen voor het schrijven van een verslag: Voldaan/ niet voldaan De opdracht Praktijkwerk is naar behoren uitgevoerd: Voldaan/ niet voldaan Wanneer aan de bovenstaande voorwaarden niet is voldaan kan het een reden zijn om het verslag niet na te kijken. Plagiaatscan Ephorus: Aanvullende feedback: Beoordeling: Voldoende / Niet Voldoende Naam Beoordelaar: Handtekening: Datum: Ja / Nee