... door een bewegende kerk Leerdienst ‘Leef het door’ - 3 lezen: 1 Korintiërs 9:15-23 Putten, 7 oktober 2012 R.J.Vreugdenhil 1. in beweging gezet door Christus 2. steeds in beweging naar Christus Vandaag gaat het weer over het doorgeven van het evangelie. God wil dat het doorgaat. Zijn plan moet verder. Hij wil mensen bereiken. Vorige week lag de nadruk op: u en jij bent het licht van God voor anderen. Laat je gebruiken, als levende christen. Door relaties, door mensen te laten voelen dat ze erbij horen. Vandaag gaat het vooral over de kerk. Hoe zijn we zó kerk dat we goed bruikbaar zijn in Gods plan? Hoe zijn we een bewegende kerk? Ik wil eerst een bijbelstudie doen in het boek Handelingen: de kerk wordt in beweging gezet door Christus. Daarna nadenken over hoe we vandaag als kerk steeds in beweging blijven naar Christus. In de eerste leerdienst lazen we Lucas 24. Op de avond van de eerste paasdag zegt Jezus het duidelijk: het stond al in het Oude Testament dat de messias moest lijden en sterven, moest opstaan en dat in zijn naam aan alle volken gepreekt moet worden. In Handeling 1:8 staat dat nog eens: wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde. Gebeurt dat dan ook? Op de Pinksterdag zégt Petrus het wel. Hand.2:39, want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen. Dan zou je mogen verwachten dat na de Pinksterdag er een beweging komt, vanuit Jeruzalem, naar Judea, naar Samaria, verder de grenzen over; overal het evangelie van Christus doorgeven. Maar dat gebeurt niet. Ze blijven bij elkaar. Op zich heel mooi. Hand.2:44, Allen die het geloof hadden aanvaard, bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk. Schitterend, die gemeenschap der heiligen. Maar wel: veilig bij elkaar. En de apostelen preken wel, maar alleen in Jeruzalem. Dat trekt veel aandacht. Zelfs van buiten Jeruzalem. Hand.5:16, Ook vanuit de steden rondom Jeruzalem stroomden de mensen toe; ze brachten zieken mee en mensen die door onreine geesten gekweld werden, en allen werden genezen. En zo groeide in Jeruzalem de gemeente enorm. 317552535 1 Hand.6:7, Het woord van God vond steeds meer gehoor, zodat het aantal leerlingen in Jeruzalem sterk groeide; ook een grote groep priesters aanvaardde het geloof. Maar er kwam geen beweging naar buiten. Die kwam er pas toen de Heer op een pijnlijke manier ingreep. Hoofdstuk 7 gaat over Stefanus, één van de diakenen. Hij wordt gearresteerd door de Joodse leiders, veroordeeld en gestenigd. En dan lees je dit: Hand.8:1, Nog diezelfde dag brak er een hevige vervolging los tegen de gemeente in Jeruzalem, zodat allen verspreid werden over Judea en Samaria, met uitzondering van de apostelen. En dán gaat het gebeuren. Hand.8:4v Degenen die verdreven waren, trokken rond en verkondigden het woord van God. Filippus ging naar de stad Samaria, en verkondigde hun de messias. Ze hadden eerst bedreiging en vervolging nodig; toen kwam er pas beweging. De Heer gebruikte het keiharde middel van de vervolging om z’n christenen uit Jeruzalem weg te sturen, de wereld in. En dan nog... Dan preken ze alleen nog maar bij Joden in Judea en bij de half-joden van Samaria. De Heer moet nog meer duidelijke signalen geven. Hoofdstuk 8:1, een engel van de Heer stuurt Filippus naar de weg van Jeruzalem richting Egypte, om daar een Ethiopiër, een zwarte Afrikaan, te dopen. Hoofdstuk 9, Paulus wordt omgeturnd van kerkvervolger tot evangelie-verkondiger, met de speciale opdracht om mijn naam uit te dragen onder alle volken en heersers en onder al de Israëlieten. (Hand.9:15) En dan hoofdstuk 10. Petrus krijgt een visioen met een kleed vol reine en onreine dieren. Petrus, begrijp het nu eens: het evangelie is ook voor niet-Joden. Precies op dat moment wordt er aangebeld: een bericht voor meneer Petrus. Of u mee wilt gaan naar onze meester Cornelius, een romein. Petrus gaat mee. Cornelius vertelt hem dat God door een engel tegen hem gesproken heeft. Daarop nam Petrus het woord en zei: ‘Nu begrijp ik pas goed dat God geen onderscheid maakt tussen mensen, maar dat hij zich het lot aantrekt van iedereen, uit welk volk dan ook, die ontzag voor hem heeft en rechtvaardig handelt. God heeft aan de Israëlieten bekendgemaakt dat hij door Jezus Christus het goede nieuws van de vrede is komen brengen. Deze Jezus is de Heer van alle mensen. (Hand.10:34-36) Dan preekt Petrus het evangelie van Christus. Terwijl Petrus nog aan het woord was, daalde de heilige Geest neer op iedereen die naar zijn toespraak luisterde. De Joodse gelovigen die met Petrus waren meegekomen, zagen vol verbazing dat ook heidenen het geschenk van de heilige Geest ontvingen, want ze hoorden hen in klanktaal spreken en God prijzen. Toen merkte Petrus op: ‘Wie kan nu nog weigeren deze mensen met water te dopen, nu ze net als wij de heilige Geest hebben ontvangen?’ En hij gaf opdracht hen te dopen in de naam van Jezus Christus. (Hand.10:44-48) Eindelijk drong het door bij Petrus. Hij gaat terug naar Jeruzalem. Daar is eerst nog weerstand. 317552535 2 De apostelen en de gemeenteleden in Judea hoorden dat ook de heidenen Gods woord hadden aanvaard. Toen Petrus terugkwam in Jeruzalem, spraken de Joodse gelovigen hem hierover aan en verweten hem dat hij onbesnedenen had bezocht en samen met hen had gegeten. (Hand.11:1-3) Maar dan legt Petrus uit hoe de Heer zelf had ingegrepen, met dat visioen, en doordat de Geest op Cornelius en de anderen kwam. Toen drong het ook bij de anderen door. Toen ze dat gehoord hadden, waren ze gerustgesteld en loofden ze God met de woorden: ‘Dan geeft God dus ook de heidenen de kans om tot inkeer te komen en het nieuwe leven te ontvangen.’ (Hand.11:18) Eindelijk is er dat besef. De praktijk is er nog niet meteen. De leerlingen die verdreven waren als gevolg van de onderdrukking die na de dood van Stefanus was begonnen, trokken naar Fenicië, Cyprus en Antiochië, [het gaat dus wel steeds verder] maar verkondigden Gods boodschap uitsluitend aan de Joden. (Hand.11:19) De echte omslag komt vanuit Antiochië. Enkele Cyprioten en Cyreneeërs onder hen, die naar Antiochië waren gereisd, maakten daar echter ook de Griekse bevolking bekend met het evangelie van de Heer Jezus. De Heer steunde hen bij deze taak, zodat veel mensen overgingen tot het geloof in de Heer. (Hand.11:20,21) En vanuit Antiochië worden dan eindelijk, in hoofstuk 13, Paulus en Barnabas uitgezonden om in Klein Azie het evangelie te gaan brengen. Eindelijk komt er echt beweging. Het halve boek Handelingen zie je Christus zijn kerk duwen om hen naar buiten te krijgen. Ze zaten zo vast in hun denken van ‘wij zijn het, wij zijn Gods volk’. Ze moesten leren dat los te laten en naar buiten te denken. Kerk zijn voor anderen. Ik vind het ontdekkend om dit op me in te laten werken. Want het is zo herkenbaar. Hoe moeilijk zijn wij, als kerk, echt in beweging te krijgen om anderen te bereiken. We zijn vaak zo in onszelf gekeerd, met onszelf bezig. Maar Christus wil een beweging naar buiten toe. Laten wij ons als kerk in beweging zetten? Persoonlijk en samen. Hoeveel kerk-energie steken we in het bereiken van mensen? En dat kan zo simpel beginnen. Vorige week sprak iemand me hier aan. Een christen, maar hij kwam ergens anders vandaan. Het viel hem op, als hij hier als gast in de kerk was: na de dienst sprak nooit iemand hem aan. Allerlei kringetjes staan op het kerkplein, elkaar ontmoeten, dingen uitwisselen. Maar niemand zag hem staan. Is dat niet vaak hoe wij kerk zijn: druk met onszelf, maar geen beweging naar buiten? 317552535 3 2 Christus wil een bewegende kerk, in beweging naar anderen. Dat heeft ook invloed op hoe je kerk bent. In een kerk die beweegt, liggen dingen soms minder vast dan je misschien zou willen. Wij vinden het vaak prettig als dingen duidelijk zijn en vast liggen. Veel mensen hier zijn opgegroeid in een tijd waarin alles duidelijk was. Je was gereformeerd (en dus stemde je GPV, je las het ND, je ging op zondag niet zwemmen enzovoort), of je was socialist (dus PvdA, luisteren naar de VARA) of je was communist. Net zo duidelijk als op een fruitschaal: je bent een appel of je bent het niet. Zo hebben we het het liefst ook met de kerk: je bent christen en dus lid van de kerk; en andersom, je bent lid van de kerk en dus christen. Of je bent het niet, en dus geen lid. Duidelijke kenmerken, duidelijke grenzen. Maar zo simpel duidelijk is het niet. Buiten de kerk zijn er ook christenen. En ín de kerk zijn mensen die geen christen zijn. Dat belijden we als kerk al eeuwenlang. In de Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 29. Daar gaat het over huichelaars, die zich in de kerk tussen de oprechte gelovigen bevinden en toch niet bij de kerk horen, al zijn zij voor het oog wel in de kerk. Ze zijn dus wel lid, maar ze zijn geen christen. Alleen, dat zie je niet. En je hebt ook mensen die wel christen zijn, maar nog heel zwak. We lazen net in 1 Korintiërs 9 dat Paulus voor de zwakken zwak geworden is, om hen te winnen. Die zwakke, daar schreef hij in hoofstuk 8 ook al over. Dat gaat over mensen die bij de gemeente horen. Opgenomen in de gemeente. En tegelijk noemt Paulus ze in één rijtje met joden en niet-joden die nog voor Christus gewonnen moeten worden. Het zijn bepaald geen volwassen gelovigen. En verderop schrijft Paulus over mensen die dronken aan het avondmaal zitten, iemand die een relatie is begonnen met zijn stiefmoeder, mensen die twijfelen aan de opstanding. Zouden zulke mensen bij ons lid van de gemeente mogen worden? Paulus spreekt ook hen aan als ‘geroepen heiligen’. Hoe zwak en zondig ook, toch een broer of zus in Christus. Zijn er dan geen duidelijke grenzen? Hoe beoordeel je of iemand lid van de gemeente kan zijn? Daar zegt datzelfde artikel 29 van de Geloofsbelijdenis wel iets over. Zij die bij de kerk horen, zijn te kennen aan de kenmerken van de christenen, namelijk aan het geloof en hieraan dat zij, na de enige Heiland Christus aangenomen te hebben, de zonde ontvluchten en de gerechtigheid najagen, de ware God en hun naaste liefhebben, niet naar rechts of naar links afwijken en hun oude mens met zijn werken kruisigen. 317552535 4 Dat klinkt misschien nog als een rijtje duidelijke kenmerken; alsof je daar een voldoende voor moet hebben om erbij te horen. Maar dan staat er: Dat wil echter niet zeggen dat er geen grote zwakheid meer in hen zou zijn, maar door de Geest strijden zij daar elke dag tegen, hun leven lang. Zij nemen voortdurend hun toevlucht tot het bloed, de dood, het lijden en de gehoorzaamheid van de Heer Jezus, in wie zij vergeving van hun zonden hebben door het geloof in Hem. Je kunt heel zwak zijn. En dan toch ben je christen. Op alle kenmerken kun je een onvoldoende scoren en toch hoor je bij de kerk van Christus. Als er in alle zwakheid maar dat ene is: de beweging naar Christus. Zo zou je die hele typering van artikel 29 kunnen samenvatten: christen zijn is naar Christus toe bewegen. Voortdurend op hem gericht zijn. Voortdurend je toevlucht nemen tot het kruis. Je richten op Christus als je levende Heer. Christen-zijn is voortdurend bewegen naar Christus. Dat kom je in allerlei teksten in de bijbel tegen. Om er één te noemen, Filippenzen 3:12, Niet dat ik al zover ben en mijn doel al heb bereikt. Maar ik houd vol in de hoop eens dat te kunnen grijpen waarvoor Christus Jezus mij gegrepen heeft. Een christen is iemand die gericht is op Christus, die zich beweegt naar hem toe. Dat kan bínnen de kerk zijn, midden in of aan de rand; dat kan ook buiten de kerk zijn, maar wel in beweging naar Christus. En anderen zijn wel in de kerk, maar ze leven niet naar Christus toe. Wel in de kerk, geen christen. Spannende vraag is dan de vraag die vorige week al gesteld werd: wat betekent dit voor de kerkelijke praktijk? Je kunt niet simpel zeggen: voortaan is dit de kerkelijke grens: ‘ben je gericht op Christus’. Maar er op deze manier over denken, geeft wel winst op een aantal punten. Ik noem vier leerpunten 1. Christus centraal. De kerk bestaat niet uit mensen die geloven dat God er is, en die redelijk keurig leven en verwachten dat ze straks in de hemel komen. De kerk bestaat - als het goed is - uit mensen die ‘hun leven buiten zichzelf, in Jezus Christus zoeken’ (HA-formulier). Op hem gericht zijn, dwars door zonden en zwakheden heen. Steeds in beweging. Meer met hem willen leven. Christus centraal. Ook in allerlei discussies of activiteiten. Laat het kenmerkend zijn voor deze gemeente: beweging naar Christus. 2. Vanuit Christus naar toetreders kijken. Herkennen dat de ander ook Christus zoekt. Niet vooral de zwakheden en fouten en zonden van de ander zien, maar herkennen dat hij zijn toevlucht zoekt bij de genade van Christus. Als je zó naar mensen kijkt, geef je als gemeente eerder een toetreder een plek in je gemeente. Ook al is hij in sommige opzichten nog best ver weg (bijvoorbeeld in bepaald gedrag). Maar hij wil groeien, hij is gericht op de Heer. 317552535 5 3. Nadruk op ‘blijven groeien’ voor toegetredenen Het nadeel van de ‘cirkel met het kenmerkenlijstje’ kan zijn dat we denken: als iemand maar één keer binnen is, dan is het klaar. Dat is wel eens de ervaring van toetreders: er was goede begeleiding op het weg naar het lid-zijn van de gemeente. Maar één keer binnen, werd je aan jezelf overgelaten. Evangelisatie werd gezien als ‘mensen in de kerk brengen’. Maar het is nodig om mensen in beweging te houden, verder groeien naar Christus toe. 4. Vanuit Christus jezelf en elkaar bevragen. Ben ik nog echt een christen? Is er in mij nog steeds die beweging naar Christus toe? Artikel 29: vlucht ik naar hem toe? Ben ik op hem gericht? Kies ik daar steeds weer voor, als een dagelijkse (of in ieder geval: regelmatige) oriëntatie? Met een moderne term: ben ik gefocust op Christus als mijn redder, mijn Heer. Die vraag moet je jezelf stellen. Die vraag mag je elkaar stellen. Daar dien je elkaar alleen maar mee. Want zo help je de ander om niet stil te vallen. Of je helpt hem om te ontdekken dat hij onbedoeld van Christus vandaan beweegt. Het is goed om te léren dit aan elkaar te vragen en met elkaar te delen. Laat zo’n tekening ons maar helpen: de vraag is niet ‘ben je van de kerk; zo ja, dan is het goed’, maar ‘ben je gericht op Christus?’ Oftewel (en dan ga ik terug naar 1 Korintiërs 9): voor iedereen die Christus nog niet kent álles willen doen om ze voor Christus te winnen, en ondertussen zelf steeds naar Christus toegaan om zelf aan de beloften van het evangelie deel te krijgen. Dat is de beweging van de kerk van Christus. Amen 317552535 6