Genieten aan de Kleine Nete

advertisement
DRIEMAANDELIJKS
MAGAZINE
VAN AQUAFIN
2014/3
Pragmatisch afkoppelen
helpt milieu én budget
Genieten aan
de Kleine Nete
Nieuwe raad van bestuur heeft ambitie
Real
Time
Control
stuurt riolen intelligent
om nog
verder
te groeien
Goed werkende zuiveringsinfrastructuur
Anders
leren omgaan
met neerslag
wordt alsmaar
belangrijker
4
22
10
2
AQUA 2014/3
Genieten aan
de Kleine Nete
W
e hebben dit nummer
grotendeels opgedragen aan
de Kleine Nete, samen met
zijrivier de Wamp dé referentie in
Vlaanderen wat betreft waterkwaliteit.
In het rapport van de Vlaamse Milieumaatschappij over de waterkwaliteit
lazen we eind vorig jaar dat beide
waterlichamen in 2012 het etiket
‘goede toestand’ kregen en daarmee
beantwoordden aan de Europese
Kaderrichtlijn Water. Dat nieuws stemde ons zo enthousiast dat
we besloten om het te vieren met een evenement in september
waarop iedereen welkom is. Chap’eau zal volledig in het teken
staan van ‘genieten van proper oppervlaktewater’. U vindt
het programma in het midden van dit nummer.
Hoe dan ook, met de zesde Big Jump nog vers in ons
geheugen weten we allemaal dat er nog veel inspanningen
moeten geleverd worden en dat de eindmeet voor de meeste
waterlopen in Vlaanderen nog niet meteen in zicht is.
Daarom neem ik mij alvast voor om ervan te genieten
in Kasterlee tijdens Chap’eau. Ik raad u hetzelfde aan,
wie weet kunnen we er samen toosten op die eerste
kleine overwinning!
●
V.u.: Luc Bossyns, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar
Het contactcenter van Aquafin NV is op weekdagen te bereiken van 8 uur
tot 19 uur, op het nummer 03 450 45 45, of via [email protected]
Noodnummer buiten de werkuren: 0800 16 603
Ombudsman: 0472 450 450 of [email protected]
Gratis abonnement op Aqua via [email protected]
VOORWOORD
Niet dat we alle pluimen voor dat goede rapport op onze
‘chapeau’ willen steken. Integendeel, het is de bekroning van
het werk van vele partijen. In de eerste plaats het Vlaamse
Gewest, dat via Aquafin blijft investeren in goed werkende
zuiveringsinfrastructuur. We worden daarbij ook gesteund door
de Vlaamse Milieumaatschappij, onder meer voor de opmaak
van de programma’s. Dan zijn er nog de gemeenten, die ondanks
het moeilijke financiële klimaat hun verantwoordelijkheden ter
harte nemen. Samen met ons geëngageerd personeel en onze
technische partners zorgt Aquafin er op zijn beurt voor dat de
uitwerking op het terrein, zowel bij de aanleg als bij het beheer,
altijd het belang van het eindproduct voorop stelt. En dan zou ik
nog heel wat andere instanties en bewegingen kunnen noemen
die rechtstreeks of onrechtstreeks een belangrijke bijdrage
leveren aan het verbeteren van de waterkwaliteit.
VLAANDEREN
HEEFT PRIMA
ZWEMWATER
U
it het jaarlijkse rapport van het
Europees Milieuagentschap blijkt
dat het zwemwater in Europa
doorgaans van goede tot uitstekende
kwaliteit is. Het gaat dan over welbepaalde zones waar baden toegelaten
is, zoals in recreatievijvers, zwemvijvers
en het kustwater. Van de 113 onderzochte
zones in België, voldeden de 42 zones
aan de kust allemaal aan de minimumnormen. Op 20 locaties was de kwaliteit
van het zwemwater zelfs uitstekend.
Van de 71 zwemzones in het binnenland
was 70 % van uitstekende kwaliteit.
De 4 zwemzones die niet voldeden aan
de minimumnormen en de 2 zones waar
geen beoordeling mogelijk was, situeren
zich in het Franstalige landsgedeelte.
In heel Europa werden vorig jaar
meer dan 22.000 badplaatsen onder de
loep genomen. Meer dan 95 % voldeed
aan de minimumnormen en in 83 % van
de gevallen was het zwemwater van
uitstekende kwaliteit, een stijging met
vier procent in vergelijking met 2012. ●
3
Modderballen gooien: leuk én nuttig
INHOUD
Nieuwe raad van bestuur heeft ambitie om
nog verder te groeien
4
Vleesverwerker recycleert afvalwater 100 %
7
8
10
11
12
14
16
18
Orde in de ondergrondse chaos
“Goede waterkwaliteit is belangrijk voor toerisme”
Netebekken heeft pioniersrol
Hoedje af voor de Kleine Nete!
Peddelen op de kleine Nete en de Wamp
‘Plastic soups’ bedreigen mens en dier…
PROTOS optimaliseert sanitatieketen
in Toamasina en Bamako
Opdrachtgevers infrastructuurwerken
slaan handen in elkaar
19
Meander
20
22
Anders leren omgaan met neerslag
MET EEN KLIK OP DE WERF
U kunt de uitvoering van de rioleringsprojecten
van Aquafin opvolgen via www.aquafin.be,
onder 'werken per gemeente'.
Gooi eens met
modder
I
n “het ei van Weelde”, de historische kern van de Kempense
gemeente Ravels, hebben de inwoners op een ludieke maar
effectieve manier bijgedragen om de hofgracht van het
inmiddels verdwenen kasteel Hof Ten Bergen weer proper te
maken. De gracht was door de jaren heen sterk dichtgeslibd
en de oevers begonnen af te kalven, met een rampzalig gevolg
voor de waterkwaliteit. Om het slib te ruimen vond landschapsvereniging Kempens Landschap een innovatieve methode die
bij ons nog niet zo gekend is maar komt overwaaien van andere
continenten. Micro-organismen, waaronder goedaardige bacteriën,
schimmels en gisten worden gemengd met klei tot modderballen
gevormd en in het water gegooid. Daar breken ze hun voedingsbodem, het slib, af bij voldoende hoge temperatuur. In Ieper
werd deze methode al voor het tweede jaar op rij gebruikt
in de stadsvijver Triangel, en met succes want het slib is er
intussen al aanzienlijk verminderd.
Of de modderballen ook in Ravels hun werk zullen doen kan
pas volgende zomer gemeten worden. Alleszins is het gooien
van modderballen veel goedkoper dan het machinaal uitgraven
van het slib. En bovendien veel leuker want de Ravelse burgers
leefden zich naar hartenlust uit met het doelgericht mikken
van modderballen in de hofgracht.
●
4
AQUA 2014/3
Nieuwe raad van bestuur
heeft ambitie om nog
verder te groeien
Met vier nieuwe bestuurders
en een nieuwe voorzitter, waait er
een andere wind door het bestuur
van Aquafin. “Onze ambitie is om
ons partnerschap met het Vlaamse
Gewest en de gemeenten verder
uit te breiden,” aldus voorzitter
Erik Matthijs.
E
rik Matthijs is met zijn kennis van
de milieusector en zijn achtergrond
als burgemeester van Eeklo de juiste
man om de kennis van Aquafin maximaal
te laten renderen voor Vlaanderen.
Voordat hij voorzitter werd, was hij al lid
van de raad van bestuur en voorzitter
van het auditcomité. Ook voordien al was
Aquafin vertrouwd terrein voor Matthijs.
In het Vlaamse parlement en in de
commissie Leefmilieu volgde hij jarenlang
de dossiers rond water en ruimtelijke
ordening op. “Voor mij was het van het
begin af duidelijk dat Vlaanderen een
grootschalige aanpak nodig had om de
ontbrekende rioleringsinfrastructuur uit
te bouwen, al heb ik me toen niet altijd
populair gemaakt met dat standpunt.”
Grootste rendement voor
het milieu eerst
Om aan de Europese richtlijn Stedelijk
Afvalwater te kunnen voldoen, moest
Vlaanderen investeren in specifieke
kennisopbouw binnen een bedrijf dat
naast de prefinanciering van de projecten
ook de uitbouw en het beheer van
de infrastructuur op zich zou nemen.
“In 2004, bij de hervorming van de
watersector, vond ik het dus logisch dat
ook Aquafin een mogelijke partner werd
voor de uitbouw en het beheer van de
gemeentelijke rioolstelsels. Uiteraard wel
na een marktbevraging, en met een
volledig gescheiden boekhouding voor
commerciële projecten bij Aquafin.”
“Het is niet de bedoeling dat het gewest nog eens mee in die
commerciële activiteiten investeert.”
Dat het gewest en zeker de gemeenten de voorbije jaren
af te rekenen hadden met budgettaire problemen, is genoeg
bekend. In 2008 sloot de Vlaamse regering het Lokaal Pact af,
om de gemeenten extra te kunnen ondersteunen bij de uitbouw
van hun rioolstelsels. “Ik was er toen absoluut voorstander van
om extra projecten op te dragen aan Aquafin, in plaats van een
grotere pot subsidies over de gemeenten te verdelen. Alleen zo
kon het gewest er zeker van zijn dat de rioleringsinfrastructuur
met het grootste rendement voor het milieu, eerst zou uitgevoerd
worden. Met de druk van de Europese deadline voor ogen,
was dat van cruciaal belang.”
“Onze 285 rioolwaterzuiveringsinstallaties zuiveren samen
twee miljard liter water per dag.”
Accentverschuiving
Vandaag zuivert Aquafin 80% van het huishoudelijke
afvalwater in Vlaanderen. Dat gebeurt in 285 rioolwaterzuiveringsinstallaties, die samen twee miljard liter water per dag verwerken.
Het water van alle woonkernen met meer dan 2.000 inwoners wordt er behandeld
voordat het in een waterloop geloosd wordt, zoals de richtlijn Stedelijk Afvalwater
oplegt. Stilaan komt nu asset management op de voorgrond. “De riolen en zuiveringsinstallaties die Aquafin van zijn voorgangers heeft overgenomen, beginnen te verouderen.
Ook de eerste installaties die we zelf hebben gebouwd, hebben ondertussen al een leeftijd
van 20 jaar bereikt. De elektromechanische onderdelen van die infrastructuur zullen
binnenkort moeten vervangen worden, en ook de bouwkundige constructies moeten
op termijn worden gerenoveerd”, waarschuwt gedelegeerd bestuurder Luc Bossyns.
“Om alle investeringen uit het verleden optimaal te laten renderen, moet er naast een
investeringsbudget voor nieuwe aansluitingen, een bijkomend budget worden voorzien
om de bestaande infrastructuur in stand te houden. In het Vlaamse regeerakkoord
is daar ruimte voor voorzien. Studies van VMM en Vlario geven aan dat er jaarlijks
minstens 1,3 % van de totale waarde van het patrimonium zou moeten worden
gereserveerd voor structureel onderhoud.”
Proper water afkoppelen
De eerste col op het parcours voor schone waterlopen is genomen, maar de steilste
passage moet nog komen. De Kaderrichtlijn Water vraagt dat alle oppervlakte- en
grondwater tegen 2015 van goede kwaliteit is. Een zeer complexe opdracht voor alle
lidstaten, waarvoor maximum twee keer zes jaar uitstel mogelijk is. De landbouw
en de industrie moeten daarvoor hun bijdrage leveren en ook de historische bodemvervuiling van de rivieren moet verder worden aangepakt. Daarnaast moet de impact
van rioolwater op het milieu verder worden beperkt.
5
Huishoudelijk afvalwater verder aansluiten op rioolwaterzuiveringsinstallaties,
is maar een deel van de aanpak. De gemeenten moeten nog heel wat riolen aanleggen
om afvalwater dat nu ergens in een beek loost, op te vangen. Voor een maximaal
effect op het oppervlaktewater, moeten zowel het gewest als de gemeenten
bovendien nog hard werken aan de afkoppeling van schoon water van de riolering.
Door aangesloten beken, grondwater en regenwater, kan het debiet in een riool
zodanig groot worden, dat het teveel aan water moet worden overgestort in een beek
of rivier. Zo wordt water op straat vermeden, maar wel met een tol voor het milieu.
Besparen
Kenniscentrum Vlario raamt de kosten die nodig zijn om al die werken rond
huishoudelijk afvalwater uit te voeren op bijna tien miljard euro. Voor veel
gemeenten is dat een zo goed als onoverkomelijke berg, maar ook voor het gewest
gaat het om zeer zware investeringen. Elke euro zo efficiënt mogelijk inzetten,
is dus de opdracht. Bossyns: “De schaalgrootte waarop Aquafin werkt, biedt een
duidelijke meerwaarde voor Vlaanderen. Gelijksoortige operatoren in het buitenland,
bedienen ook minimum zes tot zeven miljoen inwoners, omdat je vanaf zo’n omvang
werkelijk structureel kan besparen. We nemen regelmatig deel aan benchmarks om
te onderzoeken waar verdere rendementsverbeteringen mogelijk zijn. Uit de rapporten
van de European Benchmarking Cooperation en Aquabench blijkt elk jaar dat onze
personeelskost per gezuiverde kubieke meter afvalwater bij de laagste bedragen ligt.
Onze kost per gezuiverd inwonersequivalent ligt telkens zo’n 20% lager dan bij
de andere deelnemers, al komt dat natuurlijk gedeeltelijk ook door andere
lokale omstandigheden.”
Strenger dan Europa?
Sinds 2004 zuivert Aquafin het
huishoudelijke afvalwater volgens Europese
én Vlaamse normen. Voor het gezuiverde
water gelden er in Vlaanderen daardoor
concentratiewaarden voor de resterende
vuilvracht én verwijderingspercentages,
terwijl in het buitenland het ene óf het andere
wordt opgelegd. “Om aan die dubbele norm
te voldoen, moet Aquafin toeslagstoffen
en koolstofbronnen aan het afvalwater
toevoegen. Die jagen de zuiveringsfactuur
omhoog en hebben zelf uiteraard ook weer
een impact op het milieu”, verklaart Bossyns.
“Dit debat moet worden gevoerd in de
commissie Leefmilieu,” voegt Matthijs toe,
“maar de vraag moet gesteld worden of
het wel verantwoord is om in het huidige
financiële klimaat extra kosten te maken
om normen te halen die strenger zijn dan
de Europese normen, die onze buurlanden
volgen. Tenslotte vloeit alle gezuiverde water
naar dezelfde Noordzee.”
>
6
AQUA 2014/3
“Niet alleen voor de beperking van
energiegebruik, maar ook voor de terugwinning van energie en grondstoffen uit
afvalwater en hergebruik van gezuiverd
water, is er nood aan een aangepast
regulerend kader”, vult Matthijs aan.
“Vlaanderen laat hier volgens mij toch
kansen liggen voor een duurzame
economische groei.”
Luc Bossyns: “De klant staat centraal in
ons bedrijfsmodel. We werken op maat,
maar zonder toegiften te doen op het gebied
van duurzaamheid.”
Duurzaam grondstoffengebruik
“De bijkomende normen die Vlaanderen
oplegt, maken het ook moeilijk om in
te stappen in initiatieven om energie te
besparen”, vervolgt Bossyns. “Vorig jaar
stond de stabiliteit van het elektriciteitsnet
verschillende keren ter discussie, tijdens
de stilstand van twee kerncentrales.
Anderzijds waren er ook momenten van
stroomoverschot, wanneer de alternatieve
energiebronnen volop konden produceren
en er weinig stroomverbruik was.
Als grootverbruiker zou Aquafin kunnen
bijdragen tot een stabieler elektriciteitsnet
én zijn energiefactuur substantieel verlagen,
door in te stappen in het systeem van
‘Demand/Response’ dat tegenwoordig
via aggregatoren wordt voorgesteld aan
bedrijven. Op onze zuiveringsinstallaties
zouden we bepaalde motoren kunnen
aan- of uitschakelen tijdens dalen of pieken
in de belasting van het elektriciteitsnet.
De Europese normen voor gezuiverd water
zouden daardoor nooit in het gedrag
komen. Anderzijds kunnen we dan niet
meer garanderen dat we altijd en overal
zowel de concentratiewaarden voor
afvalstoffen als de opgelegde verwijderingspercentages halen. De vraag is dus wat
het meeste oplevert voor het milieu:
de dubbele norm voor gezuiverd water
voor de waterlopen, of een vermindering
van het gebruik van fossiele brandstoffen.”
80%
van het huishoudelijk
afvalwater wordt gezuiverd
“Ik ken de problemen waar de
gemeenten nu tegenaan lopen zeer goed,
uit mijn periode als burgemeester
van Eeklo”, zucht Matthijs. “Wij hebben
toen één keer een grote riooloverstroming
gehad.”
“We moeten rendementsverbeteringen blijven
voorleggen.”
“Anderzijds hebben die strenge
Vlaamse normen er wel voor
gezorgd dat Aquafin de voorbije
tien jaar een technologische vlucht
heeft genomen”, merkt Bossyns op.
“De eerste jaren waren onze zuiveringsinstallaties technologisch niet uitgerust
om aan die bijkomende normen te voldoen
en waren er op veel locaties tijdelijke
versoepelingen nodig. Daarna hebben we
als firma een operationele kennis
opgebouwd waar ze ons in het buitenland
om benijden. Wij worden nu in heel
Europa erkend als specialist in de online
sturing van zuiveringsinstallaties om
de vuilvracht optimaal te verwijderen.”
Erik Matthijs: “Vlaanderen had nood aan
een grootschalige aanpak om alle infrastructuur voor de Richtlijn Stedelijk Afvalwater
gefinancierd en gebouwd te krijgen. Die fase
zijn we nu voorbij. Terreinkennis is nu de
succesfactor voor de kaderrichtlijn Water.”
Hemelwaterplannen
Waterbeheersing is één van de grote
uitdagingen voor de toekomst van
Vlaanderen. Dat is de voorbije zomer
nog maar eens duidelijk gebleken.
Hevige zomeronweders zullen nog vaker
voor wateroverlast gaan zorgen, als er
onvoldoende werk gemaakt wordt van
infiltratie, buffer- en afvoermogelijkheden
voor het hemelwater dat nu nog in de
riolen belandt. Maatregelen daarrond
kregen duidelijk hun plaats in het
Vlaamse regeerakkoord.
“Ik herinner me nog goed de wanhoop
van de burgers met water in hun living,
en de machteloosheid die we ervoeren
op het moment zelf. Onmiddellijk erna
hebben we een hele reeks coördinatievergaderingen gehad met alle partijen
die op één of andere manier een invloed
konden hebben op de waterhuishouding.”
“Aquafin biedt steden en gemeenten
nu de mogelijkheid om een hemelwaterplan te laten opmaken. Aan mijn collegaburgemeesters wil ik zeggen, als je de kans
hebt, doe dat dan. Zeker voor kleine
gemeenten is het bijna onmogelijk om
zelf zo’n plan uit te werken. Je kan als stad
natuurlijk ook te rade gaan bij een studiebureau, maar dan moet je eigen plannen
boven halen en werkelijk van nul beginnen.”
“Ik weet uit ervaring dat Aquafin de
vereiste terreinkennis heeft, waardoor je
het voortraject kan overslaan en zo tijd
en geld kan besparen. Aquafin heeft
ondertussen ook een eigen methodiek
ontwikkeld die wérkt. Het bedrijf heeft
vorig jaar als eerste operator in Vlaanderen
voor Wetteren een praktisch uitvoerbaar
hemelwaterplan uitgewerkt.”
Matthijs ziet in de toekomst van
Aquafin een belangrijke plaats voor
hemelwaterbeheersing en asset
management, zowel voor het gewest als
voor klant-gemeenten. Drinkwater en
afvalwater blijven in die visie duidelijk
gescheiden. “Ik zeg niet dat er geen
gemeenschappelijke structuur mogelijk is
met de drinkwatermaatschappijen.
Maar volgens mij zijn het wel twee aparte
competenties, die door één bedrijf altijd
minder goed zullen gebeuren dan door
aparte gespecialiseerde bedrijven.”
●
7
Vleesverwerker
recycleert afvalwater
100 %
Vlevico, De Watergroep en Aquaplus zorgen samen voor een volledig
gesloten circuit van afvalwater tot proceswater.
Vlevico, het vleesverwerkende
bedrijf van Colruyt Group,
laat sinds kort al zijn afvalwater
doorgedreven zuiveren tot
drinkbaar water en hergebruikt
het in zijn productieproces.
Het bedrijf scoort hiermee een
primeur in de Belgische
Op jaarbasis zal de installatie zo’n
80.000 m³ drinkwater leveren, of 60 %
van wat de vleesverwerkende activiteit
jaarlijks verbruikt. Colruyt Group
bespaart hierdoor op de aankoop
van drinkwater een equivalent van
het jaarverbruik van 2.180 gezinnen,
maar linkt dit initiatief ook aan zijn
streven naar duurzaam ondernemen.
Minder afname van het stadswaternet
betekent ook minder druk op de
krimpende grondwatervoorraden.
distributiesector.
Grootste verbruik
S
inds oktober 2010 exploiteert
Aquaplus in Halle de installatie voor
de zuivering van het afvalwater van
Vlevico en het naastgelegen Mondeléz.
Vorig jaar liet Colruyt Group bijkomend
door drinkwaterbedrijf De Watergroep
een zuiveringsstation bouwen om al
het gezuiverde afvalwater verder
op te waarderen tot drinkwater.
Colruyt Groep gaat in de toekomst
bekijken of ook de andere sites van
de groep baat kunnen hebben bij een
eigen station voor drinkwaterproductie.
Het bedrijf is gestart met de vleesverwerking omdat het de activiteit is die
het meeste water verbruikt en waarbij
het hergebruik van gezuiverd afvalwater
dus het meeste impact heeft.
Hergebruik van effluent als proceswater
is op zich niet zo bijzonder, Aquafin heeft
hiervoor met een aantal bedrijven een
overeenkomst. Maar hergebruik van
gezuiverd afvalwater bij de productie van
voeding is wel een primeur in de Belgische
distributie. Het is evident dat het aan
erg strikte en hoge kwaliteitseisen moet
voldoen. De Watergroep voorziet in zijn
drinkwaterstation dan ook intensieve
en uitgebreide controles zodat het
geproduceerde drinkwater steeds van
perfecte kwaliteit is en geen enkele
impact heeft op de smaak en de kwaliteit
van de producten waarvoor het gebruikt
wordt. Volgens De Watergroep heeft ook
de uitstekende en constante kwaliteit
van het afvalwater dat door Aquaplus
gezuiverd wordt, hier een belangrijk
aandeel in.
●
8
AQUA 2014/3
De gasramp in Gellingen bijna
10 jaar geleden maakte pijnlijk
duidelijk hoe belangrijk het is voor
aannemers om te weten waar
welke leidingen in de ondergrond
liggen. Vlaanderen alleen al telt
immers zowat 500.000 km kabels
en leidingen.
INFRASTRUCTUUR
Orde in de
ondergrondse chaos
D
e ramp bracht een discussie op
gang over hoe we dergelijke
ongevallen in de toekomst kunnen
vermijden. Binnen de sector resulteerde
dit in allerlei initiatieven zoals KLIP, KLIM,
de coördinatieprocedure voor netwerkbeheerders, afspraken rond horizontaal
gestuurde boringen en sinds kort ook het
IMKL. GIPOD gaat tot slot nog een stapje
verder en probeert de verschillende
nutswerken zoveel mogelijk op elkaar
af te stemmen.
PAV
KLIP
KLB
KLB
KLB
PAV
HUIDIGE WERKWIJZE KLIP
PAV Planaanvrager
KLB Kabel- en leidingbeheerder
zoals bv. Aquafin,
beheerder netwerk
elektriciteit, gas, telefonie,
drinkwaterbedrijven
Digitale planafhandeling
krijgt vorm
Na de gasramp in Gellingen startte
de Vlaamse overheid met het Kabelen Leidinginformatieportaal (KLIP).
Sinds 2009 moet iedereen die grondwerken uitvoert in Vlaanderen, verplicht
een planaanvraag uitvoeren via de
webapplicatie KLIP. Het KLIP gaat zelf na
welke kabel- en leidingbeheerders actief
zijn in een bepaalde zone en stuurt
de aanvraag door naar de betrokken
beheerders. De kabel- en leidingbeheerders sturen vervolgens hun
plannen rechtstreeks naar de aanvrager,
zonder verdere tussenkomst van het KLIP.
Hiermee werd een einde gemaakt aan
de vroegere omslachtige procedure,
waarbij eerst de gemeente moest
aangeschreven worden door de
planaanvrager en vervolgens alle
beheerders.
In de tweede fase die volgt, zal niet
alleen de planaanvraag, maar ook de
uitwisseling van de plannen op een
uniforme en digitale wijze via het KLIP
verlopen. Dit zal gebeuren door het
gebruik van een gemeenschappelijk
Informatiemodel voor Kabels en Leidingen
(IMKL). Het IMKL zal de planaanvrager
toelaten om via één digitaal loket de
plannen bij de verschillende kabel- en
leidingbeheerders aan te vragen en deze
vervolgens in een geïntegreerd plan te
bekijken. Het Grootschalig Referentiebestand (GRB) zal hierbij gebruikt
worden als uniforme achtergrondkaart.
De verschillende nutsmaatschappijen
krijgen momenteel tot 2016 de tijd
om hun huidige liggingsplannen
te converteren.
9
Voor Aquafin vraagt dit weinig
aanpassingen en zijn alle plannen
vandaag al afgestemd op de nieuwe
werkwijze. Aquafin behandelt alle
planaanvragen sinds januari 2014
volledig digitaal.
GIPOD: meer synergie,
minder hinder
Eind maart 2014 keurde het Vlaams
Parlement ook het GIPOD-decreet
definitief goed. GIPOD staat voor
Generiek Informatieplatform Openbaar
Domein en werd eveneens ontwikkeld
onder de vleugels van het AGIV. Net zoals
het KLIP en het KLIM gaat het om een
digitaal platform. Het GIPOD verzamelt
alle informatie over het gebruik en
innames van het openbaar domein
(werken, maar ook manifestaties
zoals markten, wielerwedstrijden,
evenementen, enzovoort). Het zorgt
bovendien voor een betere afstemming
en samenwerking tussen zij die nutsen/of wegenwerken organiseren.
Zo moet de weg maar één keer worden
opgebroken en ondervindt de weggebruiker maar één keer hinder. De leden
van het GIPOD bestaan uit de beheerders
van het openbaar domein (gemeenten,
steden en het Vlaamse Gewest voor de
gewestwegen), verschillende netwerkbeheerders zoals Aquafin en tot slot ook
de vervoersmaatschappij De Lijn.
Verplichte invoering
van gegevens in GIPOD
PAV
Tot voor kort was het aanmelden
van werken, evenementen en andere
innames van het openbaar domein in het
GIPOD gebaseerd op bereidwilligheid.
Het decreet dat eind maart 2014 werd
goedgekeurd maakt dit vanaf voorjaar
2016 verplicht. Om alle partners toe te
laten de verplichtingen in praktijk om te
zetten, is er momenteel een overgangsregeling van kracht.
De projecten van Aquafin stromen
sinds 2013 al automatisch door naar
het GIPOD door een koppeling met onze
gegevensdatabank. Elke bezetting van
het openbaar domein waarbij meer dan
50m² verharding wordt opgebroken of
een omleiding nodig is, wordt in het
GIPOD ingegeven. Voor werken met
een opbraak van 3 tot 50m² moet dit
gebeuren wanneer het gemotoriseerd
verkeer over de andere rijweghelft moet
rijden. Uiteraard hangt het welslagen van
het GIPOD af van de correcte invoering
van de gegevens. Ook het accuraat
houden van de gegevens is cruciaal.
VP
GP
KLIP
IMKL
KLB
KLB
KLB
TOEKOMSTIGE WERKWIJZE KLIP
VP
GP
Aanvraag verschillende
plannen
1 geïntegreerd plan dat
PAV kan raadplegen
Een deel van de informatie uit het
GIPOD is via de website www.geopunt.be
ook beschikbaar voor het grote publiek.
Op termijn zal de weggebruiker zelfs zijn
reisroute kunnen uitstippelen, rekening
houdend met werken, manifestaties of
omleidingen op zijn reisweg.
●
Op termijn zal
de weggebruiker zelfs
zijn reisroute kunnen
uitstippelen, rekening
houdend met werken,
manifestaties of
omleidingen op
zijn reisweg.
Met KLIP en KLIM worden
ondergrondse leidingen
in kaart gebracht.
GIPOD heeft de bedoeling
de werken op mekaar af
te stemmen.
AQUA 2014/3
Goede waterkwaliteit
is belangrijk voor toerisme
Kasterlee ligt in het hart van
de Kempen. Midden in het
Netebekken ook, dat qua
waterkwaliteit de beste score
haalt in heel Vlaanderen.
Burgemeester Ward Kennes
is trots op zijn groene gemeente
en blijft verder streven naar
een maximale zuiveringsgraad
voor Kasterlee.
D
WATERKWALITEIT
10
e honderden hectaren bossen,
heide en weilanden verraden het
meteen: Kasterlee is een plek
waar natuurliefhebbers graag komen.
Een zeer hoog percentage jobs is er
dan ook nauw verbonden met toerisme
en de gemeente werd erkend als
toeristisch-recreatief knooppunt.
Volgens burgemeester Ward Kennes,
geboren en getogen in Kasterlee, zijn er
nog meer redenen die het leven in
zijn gemeente zo aangenaam maken.
“We hebben een sterk sociaal weefsel
met een goed uitgebouwde buurtwerking,
een 200-tal verenigingen en enkele
publiekstrekkers die onze burgers jaarlijks
zelf organiseren zoals de bekende
pompoenregatta, een race op het water
in uitgeholde pompoenen,” zegt hij.
Het is ook onder meer door Kasterlee
dat de Kleine Nete en haar zijrivier
de Wamp lopen, twee waterlichamen
die de ‘goede toestand’ al bereikten.
Dankzij een aantal ingrepen van de
Vlaamse Milieumaatschappij, zoals de
aanleg van vistrappen, werd bovendien
de vismigratie hersteld vanaf de Noordzee
tot de oorsprong van de Kleine Nete in
Postel. “Daardoor is het aantal vissen
sterk gestegen en dat is ook belangrijk
voor de recreatie,” weet Ward Kennes.
Burgemeester Ward Kennes
is trots op zijn groene gemeente.
11
Netebekken
heeft pioniersrol
H
Hoge zuiveringsgraad
De hoge zuiveringsgraad in de regio is
zeker een belangrijke factor die bijdraagt
tot die uitstekende waterkwaliteit.
Ward Kennes: “In Kasterlee zitten we
momenteel rond de 85 % van het
huishoudelijk afvalwater dat gezuiverd
wordt. We hebben dan ook al heel veel
geïnvesteerd in ons rioleringsstelsel.
Zo lang ik burgemeester ben, dat is
sinds 2006, waren er altijd wel ergens
rioleringswerken aan de gang in onze
gemeente. Op dit moment is ons laatste
grote project net gestart. Eens dat
uitgevoerd is, komen we aan een
zuiveringsgraad van meer dan 90 %,
een meer dan behoorlijk resultaat
voor het buitengebied.”
“We zijn altijd blijven
investeren in ons
rioleringsstelsel.”
Omdat er vaak afstanden van 150
tot 200 meter tussen woningen moeten
overbrugd worden, maakt de gemeente
in veel gevallen gebruik van drukpersleidingen. Een dure oplossing, maar toch
wil het Kasterleese gemeentebestuur
de rest van de legislatuur verder blijven
investeren. Ward Kennes: “Dat doen we
enerzijds door de saneringsbijdrage te
verdubbelen van 0,6 naar 1,2 euro per m³
verbruikt water. Hiermee blijven we
nog steeds onder het gemiddelde in
Vlaanderen, maar alle inkomsten
gaan wel integraal naar waterbeheer.
Anderzijds plafonneren we ons budget
en krijgen we van Aquafin, waarmee we
een concessieovereenkomst hebben,
een financiële meerjarenplanning en een
goede begeleiding voor het aanvragen
●
van subsidies.”
et Netebekken geldt al langer als
pionier voor de waterzuivering
in Vlaanderen. Al in de jaren ’70
werd er door de gemeenten volop
werk gemaakt van waterzuivering.
Uitzonderlijk, maar met resultaat.
Vandaag heeft het bekken een grote
waarde voor het behoud in Vlaanderen
van zeldzame vissoorten die beschermd
zijn door de Habitatrichtlijn. Beekprik,
kleine modderkruiper en rivierdonderpad zijn er thuis. Deze pioniersrol
blijft trouwens voorbehouden voor het
Netebekken. Zo liep er een pilootproject
voor de opmaak van het eerste bekkenbeheersplan. En van de eerste zeven
aangeduide speerpuntgebieden
waarvoor het Vlaamse Gewest ervan
uitgaat dat ze al tegen 2015 aan de
strenge eisen van de Kaderrichtlijn
Water gaan voldoen, liggen er vijf in
het Netebekken. Twee ervan blijken
nu al te voldoen.
Sterker nog, het waterlichaam Kleine
Nete I voldoet al voor de tweede keer
aan de felbegeerde ‘goede toestand’
van de Europese kaderrichtlijn Water.
Voor de Wamp was dat in 2012 voor
de eerste keer het geval. Het betreft
relatief kleine riviertrajecten: het waterlichaam Kleine Nete I is 3,7 km lang,
afgebakend door de mondingen van de
Desselse Nete en de Wamp. De Kleine
Nete is hier meer dan 15 meter breed.
Het waterlichaam Wamp betreft de
laatste 800 m vanaf de monding van de
Rode Loop tot de monding in de Kleine
Nete. Beide waterlichamen vormen dus
één geheel, zonder migratieknelpunten
voor vissen.
Extraatje
Wamp en Kleine Nete I zijn
gecatalogeerd als ‘grote Kempense
beken’ en niet echt afgelegen.
Ze ontvangen via hun bovenlopen het
gezuiverde huishoudelijk afvalwater
van de gemeenten Retie, Dessel en
Arendonk. Deze gemeenten hebben
allemaal een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI).
Het zijn de gemeenten Dessel en
Retie zelf die de RWZI’s lieten bouwen
in respectievelijk 1977 en 1975.
Aquafin bouwde RWZI Arendonk in 1997
en renoveerde de RWZI van Dessel
in 2003. De renovatie van RWZI Retie
pakt Aquafin nu aan. De drie RWZI’s
verwijderen de nutriënten stikstof en
fosfor, ook al vormen hun gemeenten
agglomeraties van minder dan
10.000 inwoners, een extraatje om
de waardevolle beken te beschermen.
Prima resultaten
De zuiveringsresultaten 2013 van
deze drie RWZI’s waren prima: het jaargemiddelde stikstof van het gezuiverde
afvalwater bedraagt telkens 6 mg/l
(terwijl de norm 15 mg/l bedraagt) en
hun gemiddelde fosfor bedraagt 0,7 tot
1,0 mg/l (maximum 2 mg/l is verplicht).
Ook alle verwijderingspercentages
voor BZV, CZV, zwevende stoffen,
stikstof en fosfor opgelegd in Vlarem,
werden gehaald en dit zonder
gebruik te maken van de toegestane
versoepelingen.
Ook de landbouw blijkt zich te
houden aan de afspraken. Waar in een
ver verleden geregeld gier in de beken
terecht kwam, is dit nu niet meer
het geval. Anders zouden het huidige
visbestand, de waterplanten en
de gemeenschap van macroinvertebraten het niet lang overleven.
Verschillende families kokerjuffers zijn
er immers in hun nopjes, evenals de
larven van soorten eendagsvliegen
die we eerder van Ardense beken
kennen en de larven van beekjuffers.
Allemaal indicatoren van zuiver tot zeer
zuiver beekwater. Ook de niet-kenners
van dit alles staan verstomd bij het zien
van zoveel fel gekleurde beekjuffers
langs de oevers van beide Kastelse
beken.
●
Het waterlichaam
Kleine Nete I voldoet al
voor de tweede keer aan de
felbegeerde ‘goede toestand’.
12
AQUA 2014/3
Hoedje af voor
de Kleine Nete!
EVENEMENT
Elke dag werken Aquafin,
de Vlaamse Milieumaatschappij,
gemeenten, studiebureaus,
aannemers en vele anderen
samen aan propere waterlopen.
Ze zorgen voor de aanleg en het
beheer van riolen, collectoren
en waterzuiveringsinstallaties.
Dat deze inspanningen lonen,
bewijst de Kleine Nete.
H
et Netebekken heeft de beste score
voor waterkwaliteit in Vlaanderen.
Met name de waterlichamen Kleine
Nete I en Wamp voldeden in 2012 aan
de felbegeerde ‘goede toestand’ van de
Europese Kaderrichtlijn Water. Een reden om
te vieren, vond Aquafin! Op 28 september is
iedereen welkom op Chap’eau, een dag vol
sport, fun en ontspanning op en rond de
Kleine Nete. Wie wil, kan de Kleine Nete
afvaren met een kajak of een fietstocht
ondernemen door het mooie Kempense
landschap. Voor de meer actieve medemens
is er een pittig mountainbikeparcours in de
bossen van Kasterlee. Wie het wat rustiger
wil houden kan dan weer genieten van
een unieke wandeling in het natuurgebied
De Zegge. Plaats van afspraak is het
recreatiedomein Ark van Noë in Lichtaart.
Daar bouwen we een feestlocatie waar u
voor of na het sporten kunt uitblazen op
het terras met een hapje en een drankje.
Bovendien is er op die locatie animatie
voorzien voor jong en oud: springkastelen,
in ballen over water lopen, een zoektocht,
interactieve infokraampjes,...
Op www.chap-eau.be vindt u
het volledige programma en
alle praktische informatie.
Wie zich inschrijft, krijgt alvast een
gratis consumptie! Voor de barbecue
is het verplicht inschrijven.
Wees er snel bij want voor enkele
activiteiten en de barbecue
zijn er maar een beperkt
aantal plaatsen!
13
PROGRAMMA
Natuurwandeling
in De Zegge
Een van de meest waardevolle
natuurreservaten in Geel en omgeving
is De Zegge. Dit natuurgebied is een
restant van het oorspronkelijke laagveengebied dat vroeger als het Geels
Gebroekt bekend stond. Het is een
kwetsbaar paradijs voor zeldzame
planten, vogels, amfibieën en reptielen,
en één van de weinige plaatsen in België
waar je nog een unieke moerashabitat
vindt. Dit 100 ha grote reservaat is
eigendom van de Koninklijke Maatschappij
voor Dierkunde en bijgevolg uitsluitend
toegankelijk onder leiding van een
ervaren gids. Chap’eau biedt u de kans
om dit mooie natuurstukje te bezoeken
tijdens een gegidste wandeling van 2 uur.
Fietsen
Aan de hand van het fietsknooppuntennetwerk kunt u het mooie landschap verkennen
waardoor de Kleine Nete stroomt. Er zijn tochten
van 19 en 36 km. Wie zich inschrijft, kan rekenen
op bevoorrading onderweg. Platte band of
ketting eraf? De depannagedienst brengt u
en uw fiets terug naar de Ark van Noë!
Mountainbike
Chap’eau stippelt voor u een unieke mountainbiketocht
uit in de bossen van Kasterlee. Er is keuze tussen een parcours
van 25 of 46 km en voor kinderen is er een toer van 10 km.
Ook hier zijn bevoorrading en een depannagedienst voorzien.
Heeft u zich in het zweet gewerkt? Neem nadien dan
een verfrissende douche in de Ark van Noë.
Kajak
Hoe beter genieten van de propere Kleine Nete dan door
er op te varen? Chap’eau biedt u de mogelijkheid om de Kleine
Nete per kajak af te varen. De tocht is zo’n 10 km lang en duurt
2 uur.
Barbecue
Het in de streek bekende barbecue-team Qlinaria toont
zijn bakkunsten op Chap’eau. Tegen een voordeeltarief kunt u
genieten van een uitgebreide barbecue.
Animatie in de Ark van Noë
Na het sporten is het nog niet gedaan. In de Ark van Noë
kunnen de kleinsten zich uitleven op de speeltuin, in de springkastelen of tijdens een leuke zoektocht. Waaghalzen kunnen
over water lopen in plastic ballen! Maar u kunt ook genieten
●
op het terras, met een frisse pint of een lekker pak friet!
CHAP’EAU
Zo’n mooie resultaten als met de
Kleine Nete, bereikt Aquafin niet alleen.
Het is dankzij inspanningen van velen dat
afvalwater niet meer in beken en rivieren
belandt. Aquafin nodigt daarom niet alleen
het grote publiek uit, maar ook al zijn
partners waarmee het dagelijks samenwerkt.
De VMM, alle Vlaamse gemeenten, studiebureaus, aannemers, Natuurpunt, Regionaal
Landschap Kleine en Grote Nete,… kortom,
iedereen die werkt aan zuiver water is
welkom op Chap’eau!
14
AQUA 2014/3
Ik heb mezelf een nieuwe
kajak gekocht en u zult het
geweten hebben. Mijn eerste
tocht leidt me meteen naar
het beste wat Vlaanderen
te bieden heeft qua water:
Peddelen op de kl
en de Wamp
de bovenloop van de Nete.
V
anaf de watermolen in Retie zal ik
de Wamp afvaren tot de samenvloeiing met de Nete en deze dan
weer, tegen de stroom in, opvaren tot
aan de molen. De oever is er stijl en
ruig en overgroeid door brandnetel en
berenklauw. Even later peddel ik de boot
nog een stuk stroomopwaarts tot de
vaargeul dichtslibt in jong groen riet waar
geen doorkomen aan is. Een karekiet krast
er zijn hooglied. Dan maar rechtsomkeer.
Dat gaat enige tijd vlot tot ik watergekletter hoor en als het ware word
meegezogen. Het blijkt een stuw met
zo’n halve meter verval! Ik aarzel even
maar heb geen keuze. De hogere, droge
oevers van de rivier zijn er overgroeid
door een wirwar van bramen en de
achterliggende weide is er afgeschermd
door een stevige weideafsluiting met
prikkeldraad.
Dan wordt het echt genieten. De kajak
glijdt over de kleine bijrivier die bloost
van leven. Juffers, beekjuffers en libellen
vliegen als nimfen over de fleurige oevers,
gekleurd door gele lissen, grote blauwe
partijen moerasvergeet-mij-nietjes,
vertakte geelgroene bloeistengels grote
egelskop en lange slierten van watervegetatie. Her en der drijven in de luwte
van de rivier grote partijen gele plomp
en fonteinkruid. Over het open water
zwermen duizenden haften. Ze hebben
het overgrote gedeelte van hun leven als
nimfen onder de waterspiegel geleefd.
Bij geschikte omstandigheden komen
ze massaal uit het water, waarbij ze in
zeer korte tijd een dubbele vervelling
ondergaan en heldere glanzende vleugels
krijgen. Wat verderop opent de vallei zich
en mondt de rivier uit in haar grotere
broertje, de kleine Nete. Vanaf hier is het
werken geblazen en naarmate ik hogerop
kom, wordt de stroming feller. Het begint
al te duisteren wanneer ik de stuw van
de molen hoor en de inspanning belooft
een slaapverwekkende nacht.
“Juffers, beekjuffers
en libellen vliegen
als nimfen over de
fleurige oevers…”
De volgende morgen besluit ik om van
Retie tot Herentals te varen. De tocht vangt
meanderend aan om de laaghangende
takken van overhangende zomereiken
te ontzien. Even later vliegt een ijsvogel
in een strakke vlucht recht op me af
om net voor de kajak een loop te maken
van 180 graden, waarbij het azuurblauw,
turkoois en kobalt van zijn rug schitteren
als een juweel.
Aan de monding van de Wamp begint
het open karakter van de rivier. In een
weide, overgroeid door ratelaar, koekoeksbloemen en gele lis, heeft een familie
de tenten opgezet.
15
MISJEL DECLEER
DOOR DE LENS VAN
eine Nete
“Al wat gevangen?” Waarop een trotse “ja” volgt.
Ik stuur de kajak bij naar de oever en grabbel een
camera vanuit de ton. De visser had die nacht twee
karpers en een meerval van 1,20 meter gevangen.
Toen hij hoorde dat zijn familie hem kwam opzoeken
had hij voor zijn dochtertje de laatste vis, een karper
van 11,5 kg bijgehouden in een groot leefnet. Als een
relikwie wordt de trofee omzichtig uit het net gehaald.
Uitbundig vertelt de man me hoeveel vis er hier wel
in de rivier vertoeft.
Ik peddel verder tot de stuw in Kasterlee. Ik volg er
het kanaaltje rechts maar mis, dan maar terug tegen
de sterke ondiepe stroming in tot aan een steigertje
aan de linkeroever. Boot en spullen worden aan land
gehesen en naar de lagere Nete gebracht, waar ik de
oversteek maak en de steile oever opklauter. Vanaf hier
heb ik een mooi overzicht van de rivier en de prachtige
langsliggende vistrap. Ook hier weer een grote gele
kwik met zijn inmiddels uitgezworven jongen die
fladderend ieder gevleugeld insect proberen
te verschalken.
De rivier bestaat hier meestal uit min of meer
strakke rechte stukken met af en toe een knik.
Reden van het rechttrekken indertijd was om de vallei
te ontwateren en zo meer landbouwgronden vrij te
maken voor een groeiende bevolking. Ook het transport
van turf en ijzerzandsteen via deze waterader hebben
het rechttrekken gestimuleerd. Sinds enkele jaren is
de omgekeerde beweging aan de gang. Een minder
snelle afvoer van het water verkleint de risico’s van
wateroverlast over het ganse traject en zal zeker ook
de natuurwaarden verhogen.
Een stel krijsende kraaien trekt mijn
aandacht. Ze pesten een zwevende
buizerd weg die zeilend en kringelend
hoogte maakt. Verder vissende en overvliegende reigers,
een zwaan die snurkend laat blijken dat ik niet welkom
ben aan zijn oever en regelmatig wilde eenden die
zenuwachtig knikkend en met argusogen mijn boot
afwachten. Tenslotte een bord “over 100 meter stuw!”
en een houten steiger. Even later loop ik met twee
grote bollen ijs en het gelukzalig gevoel van verwenning
terug naar de steiger, waar ik mijn gedachten laat
meedrijven op de kabbelende stroming in de vrede
van een lange hete zomerdag.
●
16
AQUA 2014/3
‘Plastic soups’
bedreigen mens en dier
Het zieltogend beeld van drijvend afval op onze zeeën
en oceanen is wellicht niemand vreemd. Maar dat grote
stukken plastic onder invloed van zonlicht en golfslag
uiteenvallen in microscopisch kleine partikels,
vormt misschien nog een groter probleem.
Pas de laatste jaren wordt op wereldvlak volop onderzoek
verricht naar de herkomst en de impact van deze
zogenaamde microplastics.
D
e resultaten van een recent grootschalig
Europees onderzoek van de zeebodem
tonen aan dat er zelfs tot in de diepste
zones van de oceanen afval van menselijke
activiteiten in grote hoeveelheden aanwezig is.
Het gaat voor 80 tot 90 % om plastic, maar ook
visserijmateriaal, glas, metaal, hout, papier en
karton maken deel uit van de enorme vuilnisbelten in onze zeeën. Wat we aan de oppervlakte
zien drijven, is dus slechts een fractie van wat er
zich werkelijk in het water bevindt. En toch is de
omvang van wat ‘plastic soups’ genoemd wordt,
de drijvende vuilnishopen, al indrukwekkend
op zich. De grootste bevindt zich momenteel in
het noorden van de Stille Oceaan en de omvang
ervan is zo enorm dat schattingen uiteenlopen
van 700.000 km² tot meer dan 15.000.000 km².
Maar ook op andere plaatsen in de Stille,
Indische en Atlantische oceaan zijn gigantische
‘plastic soups’ gelokaliseerd.
Een gevaar?
Behalve de schade die grote stukken afval
aanrichten bij vogels en zeedieren doordat ze
erin verstrikt geraken of erin stikken, ontdekt men
de laatste jaren dat de gevolgen nog veel verder
gaan. Onder invloed van UV-straling en fysische
factoren als golfslag ondergaan de grote plastic
stukken afval een degradatieproces en vallen ze
uiteen tot microscopisch kleine plasticdeeltjes.
Deze microplastics zijn quasi onafbreekbaar.
Vaak bevatten ze bovendien allerlei additieven,
kleurstoffen, vlamvertragers, … afkomstig van het
productieproces. Een bijkomend gevaar is dat
giftige stoffen zich makkelijk vasthechten aan
microplastics en zo mee verspreid worden.
En in Vlaanderen?
Studenten van de opleiding “Technology for
Integrated Water Management” van de UGent en
UAntwerpen, onderzochten in hun masterproef
de aanwezigheid van microplastics in het Vlaamse
afvalwater. Een eerste meting lijkt aan te tonen
dat zowel de concentraties van vezels als van
partikels tijdens het waterzuiveringsproces sterk
gereduceerd wordt. In het sediment van de
Schelde werd een concentratie gemeten die
vergelijkbaar is met die in de oceanen.
17
verzorgsommige
zijn vooingsproduct
met micr 10% gevulen
roplasti d
cs
8
Meer info: plasticsoupfoundation.org
Recente studies naar de gevolgen voor
de mens en het marien milieu rapporteren
de aanwezigheid van microplastics in alle
trofische niveaus van de voedselketen
in zee. Dieren merken het verschil met
voedsel niet op, waardoor de plasticdeeltjes zich steeds verder verspreiden.
Wetenschappers beschreven al een aantal
effecten van de opname van microplastics
door de mens. Via absorptie in maag en
darm komen nanopartikels terecht in lymfevocht, hart en bloedvaten waar ze onder
meer ontstekingen kunnen veroorzaken.
Vele bronnen
Microplastics komen onder twee
vormen in het water terecht. Dat kan
enerzijds als primaire bron, bijvoorbeeld
als grondstof voor de productie van plastic,
tijdens het productieproces. Ook voor
industriële toepassingen zoals zandstralen
wordt steeds vaker naar het goedkopere
plastic gegrepen. En dan zijn er ook nog
een hele reeks verzorgingsproducten
zoals peelings, tandpasta’s, douchegel, …
waarin plasticdeeltjes verwerkt zijn die
na gebruik met het huishoudelijke afvalwater meespoelen. Anderzijds komen
microplastics ook na een degradatieproces
in het zeewater terecht. Door het uiteenvallen van plastic afval natuurlijk, maar ook
door het wassen van synthetische kleding
komen telkens microscopisch kleine
plasticdeeltjes vrij. En het afgesleten rubber
van de banden van onze wagens loopt
ofwel via de riolering naar een waterzuiveringsinstallatie, ofwel loopt het
samen met het regenwater rechtstreeks
naar de beek.
De remedie?
Ondanks recente alarmerende
onderzoeken deint het probleem op
wereldschaal nog steeds verder uit.
Europa heeft het onderwerp nu al enkele
jaren hoog op de agenda geplaatst en
verwijst naar de problematiek in een
besluit (2010/477/EU) rond de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (2008/56/EG).
Dat plastic afval en ander zwerfvuil niet
thuis horen in de zee lijkt evident, maar
hoe kan vermeden worden dat kleine
plasticdeeltjes onrechtstreeks hun weg
vinden naar het oppervlaktewater?
EUREAU, de Europese koepelfederatie
van de water- en afvalwatersector,
heeft alvast een aantal standpunten
geformuleerd om het plastic afval dat
meespoelt met huishoudelijk afvalwater
te verminderen. Zo zouden er volgens
EUREAU sensibiliseringsacties moeten
komen die duidelijk maken dat plastic
niet thuis hoort in afvalwater en raadt
de federatie ook aan om microplastics in
verzorgingsproducten te verbieden of op
zijn minst te beperken. Een aanpak aan
de bron lijkt immers meer aangewezen
dan dure investeringen om de plasticdeeltjes eventueel nadien tijdens het
waterzuiveringsproces te verwijderen.
Wat kunt u zelf doen?
> Breng zelf een verpakking mee
>
>
>
>
>
productie van plastic
stijgt jaarlijks met
8%
c
lasntien
p
e
orm cea
5 eunps in o
so
(thermosbekers, plasticvrije en
herbruikbare tassen).
Gebruik zo min mogelijk wegwerpplastics.
Koop groenten en fruit los en niet
voorverpakt.
Koop geen verzorgingsproducten
die één van volgende bestanddelen
vermelden op de verpakking:
Polyethyleen (PE), Polypropyleen (PP),
Polyethyleen terephtalaat (PET) en
Polymethylmethacrylaat (PMMA).
Kies vooral voor preventie, dan hergebruik en daarna voor recycling.
Laat afval daar waar het hoort,
gooi niets op straat of in het water. ●
Banken en sokken
uit marien afval
Verschillende organisaties slaan
de handen in elkaar om het afval
in de Noordzee te verminderen.
De samenwerking kadert in het
programma “Samen naar een afvalvrije Noordzee”, dat door de Stichting
Duurzame Visserijontwikkeling
(SDVO) en WasteFreeOceans in 2012
op touw werd gezet. Zo neemt
baggerbedrijf Deme deel aan het
Belgische project “Fishing for litter”
door een sleephopperzuiger in te
zetten om vooral plastic uit de zee te
halen. SDVO vond in haar zoektocht
naar recyclagetoepassingen voor dit
afval een bedrijf in Houthalen bereid
om zitbanken te maken met het
opgeviste materiaal.
Met oude visnetten die blijven
hangen aan scheepswrakken of die
gewoon weggegooid worden als ze
versleten zijn, kunnen dan weer sokken
gemaakt worden. Dobberend in zee
vormen de netten een gevaar voor
vissen en andere zeedieren die erin
verstrengeld geraken. In Oostende
komt er een inzamelpunt voor oude
visnetten waarvan via een Nederlands
project nieuw nylon wordt vervaardigd
dat zal verwerkt worden in jassen,
badpakken en sokken.
18
AQUA 2014/3
PROTOS optimaliseert
sanitatieketen in
Toamasina en Bamako
De latrine leegmaken gebeurt handmatig.
Een betere sanitaire
dienstverlening voor de gewone
bevolking van de tweede grootste
stad van Madagaskar en voor
de hoofdstad van Mali, dat is
de bedoeling van PROTOS,
De straatjes van Toamasina zijn vaak zo nauw dat de bidons een voor een naar de centrale
verzamelplaats moeten gedragen worden …
een Belgische ngo die zich inzet
voor een beter waterbeheer in
ontwikkelingslanden. Aquafin zal
in beide projecten vier jaar lang
advies verlenen.
Vandaag hebben
nog steeds 768 miljoen
mensen geen veilig
drinkwater in hun nabijheid,
en leven er 2,5 miljard mensen
zonder fatsoenlijke sanitaire
infrastructuur!
H
avenstad Toamasina heeft
ongeveer 270.000 inwoners.
De meeste woningen hebben er
een eigen latrine, een primitief toilet
zonder afvoer. Na zes tot zeven jaar
geraakt zo’n latrine vol en moet hij
geledigd worden. Dat gebeurt handmatig
door de inhoud over te scheppen in
een plastic bidon. Vanaf een centrale
verzamelplaats worden deze bidons met
citernes naar een verwerkingsplaats
gebracht, een soort van droogbedden
waar de vaste fractie van het fecaal
materiaal uitdroogt.
Tot nog toe bestaat er enkel een
ruimingdienst voor hotels en voor de
rijke bevolking, die hier voor betalen.
PROTOS wil nu geleidelijk aan ook samen
met de stad en lokale bedrijfjes voor
de rest van de bevolking zo’n ruim- en
ophaaldienst op poten zetten, te beginnen
met een wijk van 10.000 inwoners.
De doorsnee burger sensibiliseren en
hem ervan overtuigen om voor deze
diensten te betalen, zal een belangrijke
uitdaging zijn.
Voor de bouw van een piloot
behandelingsinstallatie voor het fecaal
materiaal werkt PROTOS samen met
de lokale zetel van de internationale ngo
PRACTICA. Het wordt een systeem met
droogbedden die beplant worden met
macrofyten.
19
Aquafin zal de ontwerpen van PRACTICA kritisch bekijken
en advies verlenen vanuit zijn expertiserol. Ook over wat er
met het slib van de behandelingsinstallatie kan gebeuren,
zal Aquafin adviseren.
Mali
In Bamako, hoofdstad van Mali, start PROTOS met een
gelijkaardig project, zij het op grotere schaal voor 100.000 mensen.
Het ruimen van de latrines gebeurt er vandaag door informele
ruimers die de inhoud zonder enige behandeling dumpen in
de rivier of de natuur. Hier zullen twee behandelingsinstallaties
gebouwd worden waarvoor de ervaring van het project in
Madagaskar en het advies van Aquafin zullen gebruikt worden. ●
… of worden opgehaald met de fiets.
INFRASTRUCTUUR
Dirk De Waele
Tom Roelants
Opdrachtgevers infrastructuurwerken
slaan handen in elkaar
Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en Aquafin zijn in Vlaanderen
binnen de sector van de wegenbouw de twee grootste opdrachtgevers.
Vaak kruisen hun wegen letterlijk, waar rioleringsstelsels en gewestwegen
samenlopen. Aqua sprak met Tom Roelants, administrateur-generaal
van AWV, en Dirk De Waele, directeur Infrastructuur bij Aquafin,
over de manier waarop hun samenwerking evolueerde.
O
ndanks de initiatieven om infrastructuurwerken beter op elkaar
af te stemmen, leeft publiek nog
vaak de perceptie dat opdrachtgevers
naast elkaar werken. Toch is er op dat
vlak volgens Tom Roelants wel degelijk
al een en ander veranderd: “Er is de
afgelopen jaren zeker een voelbare
vooruitgang geboekt naar een betere
coördinatie en afstemming tussen partners
binnen een project. Ik denk aan het Minder
Hinder-platform waarin verschillende
actoren betrokken bij wegenwerken
een uniforme en transparante aanpak
hebben uitgewerkt om hinder bij grote
en kleine wegenwerken te beperken.
Met Aquafin hebben we bijvoorbeeld
een gestandaardiseerde samenwerkingsovereenkomst voor projecten waarin we
beiden opdrachtgever zijn.”
Zowel AWV en Aquafin, als andere
partners zoeken in werkgroepen
permanent naar manieren om afstemming
en uitvoering van de werken te verbeteren.
“We moeten elkaar nog sneller betrekken
door onze investeringsprogramma’s
onderling door te geven,” weet ook Dirk
De Waele. “Dat helpt niet alleen het
project op zich vooruit, het geeft ook
maatschappelijk een belangrijk signaal:
het belastinggeld dat mensen betalen
wordt efficiënt ingezet.”
Eén visie
Betere samenwerking en een meer
uniforme aanpak van infrastructuurprojecten leidt ook tot meer duidelijkheid
bij de technische partners. De standaardbestekken zijn daar slechts één voorbeeld
van. Tom Roelants: “Met Aquafin hebben
wij op dat vlak al enkele concrete zaken
gerealiseerd. Zo is in het standaardbestek
250 het hoofdstuk riolering volledig
afgestemd op en met Aquafin. Een ander
voorbeeld is het getuigschrift van goede
uitvoering voor aannemers dat we bij AWV
hebben ingevoerd. Voor de uitwerking
ervan hebben we nauw samengewerkt
met Aquafin.”
“Ik denk dat we in deze richting moeten
blijven evolueren door bijvoorbeeld verder
te gaan met de implementatie van de
horizontale meetstaat en door uitwisseling
van kennis en methodieken.”
Het uitbouwen van partnerships is
een weg die Aquafin al insloeg met zijn
technische partners maar die het bedrijf
zeker ook met mede-opdrachtgevers wil
bewandelen. “Dat ook de opdrachtgevers
als een soort van ‘sector’ samen een visie
vormen, kan de creatie van een draagvlak
voor bepaalde keuzes zoals het evaluatiesysteem voor aannemers enkel ten
goede komen,” zegt Dirk De Waele.
“Bovendien kunnen we nog heel wat
van elkaar leren.” “Klopt,” beaamt Tom
Roelants. “Aquafin heeft een groot
kennispotentieel opgebouwd dat het
zeer systematisch beheert en gebruikt in
de uitvoering van werken. AWV heeft dan
weer de troef van enorme terreinkennis
en veelzijdigheid. We kunnen mekaar
versterken en beter maken. Die synergie
zal beter zijn voor onze organisaties,
onze partners en vooral, en dat is het
belangrijkste, voor de burger.”
●
20
AQUA 2014/3
Agenda
13 september: North Sea Challenge
De bruinvis is te herkennen aan zijn donkere rug met driehoekige
vin, lichte buik, stompe snuit en voorhoofdsbult.
Bruinvis,
dier in nes(t)ten
Dit recreatief sportevenement vindt voor
de tweede keer plaats langs de Vlaamse
kust. Je kan samen met Kim Clijsters,
Luc Van Lierde, Gella Vandecaveye,
Martine Prenen en Ruben Van Gucht
fietsen, lopen, mountainbiken en
wandelen voor oceaanbehoud en
minder afval in zee. De opbrengst
gaat naar Sea First Foundation.
Meer info: www.norhtseachallenge.eu
H
et laatste decennium is het aantal bruinvissen in
de Noordzee sterk toegenomen. De bruinvis is een
zoogdier uit de familie van de tandwalvissen en kan
tot maximaal 1,80 meter lang worden. In het voorjaar van
2013 werden niet minder dan 150 waarnemingen gedaan op
de Rupel en de Schelde, waarbij het wellicht ging om een
20-tal verschillende exemplaren. Begin april van dit jaar
werd in de Noordzee een recordaantal van 4 bruinvissen
per vierkante kilometer waargenomen.
MEANDER
Bruinvissen zwemmen vaak in riviermondingen hun
prooien achterna, zoals spiering en fint, die in de lente
massaal stroomopwaarts gaan paaien in ondiepere
gebieden. Het zwemavontuur van de bruinvis loopt echter
vaak slecht af. Tussen begin juni 2013 en eind april 2014
heeft de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van
de Noordzee en Scheld-estuarium (BMM) 103 strandingen
van dode bruinvissen geregistreerd, waarvan 97 aan de kust
en 6 in het binnenland. In 17 gevallen kwamen de dieren
vermoedelijk om door strandwarrelnetten. Dat zijn netten van
honderden meters lang die een soort zak vormen waaruit
grote vissen niet kunnen ontsnappen. Bruinvissen kunnen
echter maar enkele minuten onder water blijven. Als ze in
een net verstrikt geraken, stikken en verdrinken ze.
De zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt
is gestart met een telcampagne om de
gewoonten van de trekkende bruinvis te
onderzoeken en op die manier na te gaan wat
we kunnen doen om hem veilig in onze rivieren
te laten zwemmen. Waarnemingen melden
kan op bruinvis.zoogdierenwerkgroep.be
●
Vissen krijgen meer
bewegingsvrijheid
N
iet alleen een verbetering van de waterkwaliteit
is van belang voor een duurzaam herstel van de
biodiversiteit in onze beken en rivieren. De meeste
vissoorten hebben bewegingsvrijheid nodig om hun
levenscyclus vol te maken. Ze moeten vrij kunnen migreren
binnen het watersysteem om zich voort te planten,
te overwinteren en om voedsel te zoeken of een schuilplaats
voor natuurlijke vijanden. In Vlaanderen blijkt dat voor
vissen echter niet evident omwille van verschillende
obstakels zoals sluizen, stuwen, watermolens,
pompgemalen en waterkrachtcentrales.
21
Proefproject recupereert
warmte uit riolen
13 en 14 september:
Odegand en KidsOdegand
D
e stad Leuven en Vlario, overlegplatform voor rioleringen
in Vlaanderen, gaan voor het eerst in ons land warmte
recupereren uit afvalwater in riolen. Het proefproject
situeert zich aan een appartementsblok van de sociale woningmaatschappij Dijledal aan de Van Wayenberghlaan. Met de
onttrokken warmte wil men dit gebouw met 93 wooneenheden
voorzien van verwarming en sanitair met warm water. Het project
krijgt Europese subsidies vanuit Interreg via INNERS (INNovative
Energy Recover Strategies) waarbinnen 11 Europese partners uit
6 landen samenwerken om op de meest efficiënte manier energie
te winnen binnen de stedelijke waterkringloop. Naast Vlario
is Aquafin de enige andere Belgische partner in INNERS. De rol
van Aquafin bestaat er voornamelijk in om de impact van het
onttrekken van rioolwarmte op de waterzuivering te onderzoeken.
Daarnaast werken we samen met de universiteit van Bradford (UK)
rond het temperatuurverloop in de riolering.
●
Muziekfeest op en langs de Gentse
binnenwateren. Vaar van het ene
concert naar het andere en ontdek
alle mogelijke muziekgenres.
28 september: Chap’eau
dag van de waterkwaliteit
georganiseerd door Aquafin in
domein De Ark van Noë, Kasterlee
met wandeling, fietstochten,
barbecue en randanimatie,
meer info: chap’eau.be
Ken uw
watervoetafdruk!
Een vistrap helpt vissen om
stroomopwaarts te trekken.
Stuur uw
mooiste natuurfoto
met water in
de hoofdrol naar
[email protected] en
maak kans op een mooie
prijs én publicatie
in de volgende
Aqua!
Daardoor zijn typische trekvissen zoals
de zeeforel en de Atlantische zalm zo goed
als uitgestorven in Vlaanderen en hebben
ook andere soorten het moeilijk. De Vlaamse
Milieumaatschappij werkt nu aan een
verbetering van de migratieroutes en bracht
de migratieknelpunten in cruciale waterlopen
in kaart. Ondertussen werden al 61 migratieknelpunten hersteld en volgen er nog 197. ●
Bron: VMM
Niet 120 liter maar 7400 liter water per dag
verbruikt elke Belg, als we alle ‘verborgen’
water in voeding, kleding, toestellen enz.
meetellen. Als we weten dat slechts 2,5 %
van al het water op aarde zoet water is
en dat maar een heel klein deeltje
daarvan geschikt is voor menselijk
gebruik, dan is het duidelijk
dat we ons waterverbruik
beter goed in de gaten
houden. In België is er
per persoon zelfs
minder water
beschikbaar dan in
de meeste andere
Europese landen.
Dat komt vooral
door onze hoge
bevolkingsdichtheid en
de grote oppervlakten
verharding.
Waar het grootste potentieel
zit om water te besparen en
uw voetafdruk te verkleinen
vindt u op
www.watervoetafdruk.be
22
AQUA 2014/3
Anders leren omgaan met
Deze zomer kregen opnieuw
verschillende Vlaamse regio’s af
De werkelijke kans op
overstroming was vaak
kleiner, bijvoorbeeld
omdat heel wat percelen
in een straat nog niet
bebouwd waren en dienst
deden als extra buffer.
Omdat de gebruikte
neerslagparameters niet
meer overeenstemden
met de huidige buienpatronen, ging in 2012 een
nieuwe ontwerpcode van
kracht. Sinds dan moeten
riolen ontworpen worden
om een bui aan te kunnen die zich
statistisch slechts eens om de twintig
jaar voordoet.
te rekenen met wateroverlast
als gevolg van zware regenbuien.
Het wordt steeds duidelijker
dat we onze ruimtelijke ordening
zullen moeten aanpassen aan
een veranderend weerpatroon.
W
ie de neerslaggegevens van de
laatste dagen van juli raadpleegt,
kan er niet naast kijken. Op enkele
uren tijd viel er in bepaalde gemeenten meer
dan 45 mm neerslag. Helaas worden dit
soort “extreme” buien hoe langer hoe meer
“normaal” als gevolg van de klimaatverandering. Niemand kan exact voorspellen
hoe de situatie zal evolueren maar het is wel
zeker dat we in onze contreien in de toekomst
rekening moeten houden met nog meer en
fellere buien. We kunnen dus maar beter
voorbereid zijn.
Ontwerprichtlijn riolen aangepast
Bij het ontwerp van riolen wordt voor
het bepalen van de diameter uitgegaan van
een extreme toestand op basis van neerslagstatistieken. Het regenwaterdebiet waarmee
in het ontwerp rekening wordt gehouden,
staat in verhouding tot de veiligheid die men
wenst in te bouwen en is bij wet vastgelegd
in een ontwerpcode. Standaard zijn de riolen
die vandaag in de grond zitten voorzien op
een bui die zich statistisch maximaal één
keer om de vijf jaar voordoet.
De huidige riolen zijn niet voorzien
op de veel extremere neerslaghoeveelheden die we de laatste jaren
te verwerken krijgen. Rekening houdend
met de doorlooptijd van een rioleringsproject, zullen de eerste riolen volgens
de nieuwe richtlijn pas vanaf nu worden
aangelegd. “Wel toetsen we elk project
dat nog werd ontworpen volgens
de oude richtlijn eerst aan de nieuwe
code vooraleer we het uitvoeren,”
vertelt Krista Decat, groepsleider Visie
bij Aquafin. “Met onze simulatiemodellen kunnen we het risico op
wateroverlast bepalen en indien nodig
vragen we een aanpassing van de
diameter of stellen we aanvullende
maatregelen voor zoals bijvoorbeeld
noodoverlaten. Dit geldt zowel voor de
nog deels gemengde afvalwaterriolen
als voor de regenwaterriolen. De stelling
dat de capaciteit van een gescheiden
rioleringsstelsel kleiner is dan dat van
een gemengd klopt dus niet.”
Stop het verharden
De grootte van een riool aanpassen
aan de verhoogde buienintensiteit kan
enig soelaas bieden maar heeft ook zijn
beperkingen. Wat met de bestaande
riolering die nog volgens de oude code
is ontworpen? Wat als het over 15 jaar
nog harder regent en ook de nieuwe
ontwerpcode niet meer volstaat?
Moeten we overal grotere buizen
aanleggen?
Krista Decat: “Dat is maatschappelijk
niet haalbaar. Riolen zijn erg duur, we
hebben voor fortuinen onder de grond
zitten. Het is dus geen optie om alles
te vervangen door grotere diameters.
Bovendien is de ruimte ondergronds
beperkt. We zullen op een andere manier
moeten leren omgaan met hemelwater,
en dat vergt een mentaliteitswijziging.
Waarom doen we niet meer beroep
op de natuurlijke sponswerking van de
ondergrond en laten we het hemelwater
dat op de daken valt niet meer infiltreren?
In grote delen van Vlaanderen is dat
goed mogelijk, ook voor bestaande
woningen. Bovendien heb je geen dure
gescheiden riolering nodig om effect
te hebben. Met iedere bijkomende
infiltratievoorziening verhoog je terug
het veiligheidsniveau.”
“Elke dag bouwen we in Vlaanderen
zes voetbalvelden vol”, kopte een Vlaamse
krant in de periode waarin grote regio’s
met de voeten in het water stonden.
Samen met de klimaatverandering is
de voortdurende toename van verharde
oppervlakten in Vlaanderen de grootste
oorzaak van wateroverlast. “Met elk
perceel dat zonder infiltratievoorziening
bebouwd wordt, verdwijnt een stukje
reserve. Als bovendien die open ruimte
dienst deed als buffer, wordt de zone
rond dat gebied kwetsbaarder voor
wateroverlast,” weet Krista Decat.
“Hoe vaak zien we niet dat er toch wordt
gebouwd op percelen die overstromingsgevoelig zijn? Als de eigenaars het perceel
ophogen om zichzelf veilig te stellen,
wordt het probleem alleen maar
verschoven.”
Het beleid rond integraal waterbeheer heeft daarom zogenaamde
‘signaalgebieden’ gedefinieerd. Dat zijn
gebieden die volgens het gewestplan
een ‘harde’ bestemming hebben en dus
kunnen bebouwd worden, maar die
momenteel bij veel neerslag dienst doen
als waterbuffer. Het is de bedoeling
dat voor elk signaalgebied wordt
beslist welke maatregelen nodig zijn,
zoals specifieke bouwvoorschriften,
compenserende maatregelen of zelfs
een wijziging van de bestemming.
●
23
neerslag
Rioolmodel spoort oorzaak
wateroverlast op
Aquafin beschikt over steeds betere hulpmiddelen en
technieken om de oorzaak van wateroverlast in een bepaalde
regio in kaart te brengen. “Vaak hadden we geen gedetailleerde
gegevens van de bui die ter plaatse was gevallen. In het beste
geval konden we onze rioolmodellen laten simuleren met de
gegevens van de pluviometers die her en der in Vlaanderen
staan opgesteld. Die geven goede informatie over de neerslaghoeveelheden, maar enkel op de plaats van de meting zelf.
We pasten die gegevens dan toe op een ruimere omgeving,”
legt Krista Decat uit. “Sinds kort beschikken we over de radargegevens van het KMI, die voor een breder gebied aangeven
waar het exact hoeveel geregend heeft. We kunnen nu dus met
de ‘echte’ bui werken, en krijgen met het rioolmodel een beter
inzicht in de oorzaken die tot de wateroverlast geleid hebben.
Dat kan een knelpunt zijn in onze of in de gemeentelijke
infrastructuur, zoals bijvoorbeeld een verstopping. De oorzaak
kan ook buiten de rioleringsinfrastructuur liggen, zoals het veel
meer afwater van onverharde oppervlakten in hellende gebieden
dan initieel werd aangenomen. Maar even goed kan er sprake
zijn van een noodsituatie of ramp, waar geen enkel systeem
tegen opgewassen is."
Deze nieuwe wijze van modelleren is meteen een
toegevoegde waarde in het opstellen van een hemelwaterplan.
Gemeenten die kampen met lokale wateroverlast, kunnen
door Aquafin een studie laten uitvoeren die bepaalt welke
maatregelen nodig zijn en hoe de ruimte best wordt ingedeeld
om het regenwater zo veel mogelijk uit de riolen te houden.
HOEDJE AF VOOR
de propere Kleine Nete
CHAP’EAU
zondag
28/09/2014
Ark van Noë
Lichtaart (KASTERLEE)
N
IJG EE
EN KR
IS
GORNSAUMTPTIEE!
C
Schrijf je in via
Geniet van een dagje
sport en ontspanning
rond de schoonste
waterloop van Vlaanderen.
-,+*+))*('&%)$)&#*")!
*
*
*
)&#*'')&*,*+,&!'&)&*
*
* *
*
,&)*&'*'$*%'!*
* * * * ,!)&**+))*''&**%)*'))*
*
*
*
* * *
*
'&*)!*&,!
* *
)*!)'+*$&''
*
*
),'& ))%*%,,
*
&** '+)&()&*+)!
*
**,
*
*
& #*
*
!''!*#*'!
* *
)$''
www.chap-eau.be
Download