DRIEMAANDELIJKS MAGAZINE VAN AQUAFIN 2014/3 Pragmatisch afkoppelen helpt milieu én budget Genieten aan de Kleine Nete Nieuwe raad van bestuur heeft ambitie Real Time Control stuurt riolen intelligent om nog verder te groeien Goed werkende zuiveringsinfrastructuur Anders leren omgaan met neerslag wordt alsmaar belangrijker 4 22 10 2 AQUA 2014/3 Genieten aan de Kleine Nete W e hebben dit nummer grotendeels opgedragen aan de Kleine Nete, samen met zijrivier de Wamp dé referentie in Vlaanderen wat betreft waterkwaliteit. In het rapport van de Vlaamse Milieumaatschappij over de waterkwaliteit lazen we eind vorig jaar dat beide waterlichamen in 2012 het etiket ‘goede toestand’ kregen en daarmee beantwoordden aan de Europese Kaderrichtlijn Water. Dat nieuws stemde ons zo enthousiast dat we besloten om het te vieren met een evenement in september waarop iedereen welkom is. Chap’eau zal volledig in het teken staan van ‘genieten van proper oppervlaktewater’. U vindt het programma in het midden van dit nummer. Hoe dan ook, met de zesde Big Jump nog vers in ons geheugen weten we allemaal dat er nog veel inspanningen moeten geleverd worden en dat de eindmeet voor de meeste waterlopen in Vlaanderen nog niet meteen in zicht is. Daarom neem ik mij alvast voor om ervan te genieten in Kasterlee tijdens Chap’eau. Ik raad u hetzelfde aan, wie weet kunnen we er samen toosten op die eerste kleine overwinning! ● V.u.: Luc Bossyns, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar Het contactcenter van Aquafin NV is op weekdagen te bereiken van 8 uur tot 19 uur, op het nummer 03 450 45 45, of via [email protected] Noodnummer buiten de werkuren: 0800 16 603 Ombudsman: 0472 450 450 of [email protected] Gratis abonnement op Aqua via [email protected] VOORWOORD Niet dat we alle pluimen voor dat goede rapport op onze ‘chapeau’ willen steken. Integendeel, het is de bekroning van het werk van vele partijen. In de eerste plaats het Vlaamse Gewest, dat via Aquafin blijft investeren in goed werkende zuiveringsinfrastructuur. We worden daarbij ook gesteund door de Vlaamse Milieumaatschappij, onder meer voor de opmaak van de programma’s. Dan zijn er nog de gemeenten, die ondanks het moeilijke financiële klimaat hun verantwoordelijkheden ter harte nemen. Samen met ons geëngageerd personeel en onze technische partners zorgt Aquafin er op zijn beurt voor dat de uitwerking op het terrein, zowel bij de aanleg als bij het beheer, altijd het belang van het eindproduct voorop stelt. En dan zou ik nog heel wat andere instanties en bewegingen kunnen noemen die rechtstreeks of onrechtstreeks een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de waterkwaliteit. VLAANDEREN HEEFT PRIMA ZWEMWATER U it het jaarlijkse rapport van het Europees Milieuagentschap blijkt dat het zwemwater in Europa doorgaans van goede tot uitstekende kwaliteit is. Het gaat dan over welbepaalde zones waar baden toegelaten is, zoals in recreatievijvers, zwemvijvers en het kustwater. Van de 113 onderzochte zones in België, voldeden de 42 zones aan de kust allemaal aan de minimumnormen. Op 20 locaties was de kwaliteit van het zwemwater zelfs uitstekend. Van de 71 zwemzones in het binnenland was 70 % van uitstekende kwaliteit. De 4 zwemzones die niet voldeden aan de minimumnormen en de 2 zones waar geen beoordeling mogelijk was, situeren zich in het Franstalige landsgedeelte. In heel Europa werden vorig jaar meer dan 22.000 badplaatsen onder de loep genomen. Meer dan 95 % voldeed aan de minimumnormen en in 83 % van de gevallen was het zwemwater van uitstekende kwaliteit, een stijging met vier procent in vergelijking met 2012. ● 3 Modderballen gooien: leuk én nuttig INHOUD Nieuwe raad van bestuur heeft ambitie om nog verder te groeien 4 Vleesverwerker recycleert afvalwater 100 % 7 8 10 11 12 14 16 18 Orde in de ondergrondse chaos “Goede waterkwaliteit is belangrijk voor toerisme” Netebekken heeft pioniersrol Hoedje af voor de Kleine Nete! Peddelen op de kleine Nete en de Wamp ‘Plastic soups’ bedreigen mens en dier… PROTOS optimaliseert sanitatieketen in Toamasina en Bamako Opdrachtgevers infrastructuurwerken slaan handen in elkaar 19 Meander 20 22 Anders leren omgaan met neerslag MET EEN KLIK OP DE WERF U kunt de uitvoering van de rioleringsprojecten van Aquafin opvolgen via www.aquafin.be, onder 'werken per gemeente'. Gooi eens met modder I n “het ei van Weelde”, de historische kern van de Kempense gemeente Ravels, hebben de inwoners op een ludieke maar effectieve manier bijgedragen om de hofgracht van het inmiddels verdwenen kasteel Hof Ten Bergen weer proper te maken. De gracht was door de jaren heen sterk dichtgeslibd en de oevers begonnen af te kalven, met een rampzalig gevolg voor de waterkwaliteit. Om het slib te ruimen vond landschapsvereniging Kempens Landschap een innovatieve methode die bij ons nog niet zo gekend is maar komt overwaaien van andere continenten. Micro-organismen, waaronder goedaardige bacteriën, schimmels en gisten worden gemengd met klei tot modderballen gevormd en in het water gegooid. Daar breken ze hun voedingsbodem, het slib, af bij voldoende hoge temperatuur. In Ieper werd deze methode al voor het tweede jaar op rij gebruikt in de stadsvijver Triangel, en met succes want het slib is er intussen al aanzienlijk verminderd. Of de modderballen ook in Ravels hun werk zullen doen kan pas volgende zomer gemeten worden. Alleszins is het gooien van modderballen veel goedkoper dan het machinaal uitgraven van het slib. En bovendien veel leuker want de Ravelse burgers leefden zich naar hartenlust uit met het doelgericht mikken van modderballen in de hofgracht. ● 4 AQUA 2014/3 Nieuwe raad van bestuur heeft ambitie om nog verder te groeien Met vier nieuwe bestuurders en een nieuwe voorzitter, waait er een andere wind door het bestuur van Aquafin. “Onze ambitie is om ons partnerschap met het Vlaamse Gewest en de gemeenten verder uit te breiden,” aldus voorzitter Erik Matthijs. E rik Matthijs is met zijn kennis van de milieusector en zijn achtergrond als burgemeester van Eeklo de juiste man om de kennis van Aquafin maximaal te laten renderen voor Vlaanderen. Voordat hij voorzitter werd, was hij al lid van de raad van bestuur en voorzitter van het auditcomité. Ook voordien al was Aquafin vertrouwd terrein voor Matthijs. In het Vlaamse parlement en in de commissie Leefmilieu volgde hij jarenlang de dossiers rond water en ruimtelijke ordening op. “Voor mij was het van het begin af duidelijk dat Vlaanderen een grootschalige aanpak nodig had om de ontbrekende rioleringsinfrastructuur uit te bouwen, al heb ik me toen niet altijd populair gemaakt met dat standpunt.” Grootste rendement voor het milieu eerst Om aan de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater te kunnen voldoen, moest Vlaanderen investeren in specifieke kennisopbouw binnen een bedrijf dat naast de prefinanciering van de projecten ook de uitbouw en het beheer van de infrastructuur op zich zou nemen. “In 2004, bij de hervorming van de watersector, vond ik het dus logisch dat ook Aquafin een mogelijke partner werd voor de uitbouw en het beheer van de gemeentelijke rioolstelsels. Uiteraard wel na een marktbevraging, en met een volledig gescheiden boekhouding voor commerciële projecten bij Aquafin.” “Het is niet de bedoeling dat het gewest nog eens mee in die commerciële activiteiten investeert.” Dat het gewest en zeker de gemeenten de voorbije jaren af te rekenen hadden met budgettaire problemen, is genoeg bekend. In 2008 sloot de Vlaamse regering het Lokaal Pact af, om de gemeenten extra te kunnen ondersteunen bij de uitbouw van hun rioolstelsels. “Ik was er toen absoluut voorstander van om extra projecten op te dragen aan Aquafin, in plaats van een grotere pot subsidies over de gemeenten te verdelen. Alleen zo kon het gewest er zeker van zijn dat de rioleringsinfrastructuur met het grootste rendement voor het milieu, eerst zou uitgevoerd worden. Met de druk van de Europese deadline voor ogen, was dat van cruciaal belang.” “Onze 285 rioolwaterzuiveringsinstallaties zuiveren samen twee miljard liter water per dag.” Accentverschuiving Vandaag zuivert Aquafin 80% van het huishoudelijke afvalwater in Vlaanderen. Dat gebeurt in 285 rioolwaterzuiveringsinstallaties, die samen twee miljard liter water per dag verwerken. Het water van alle woonkernen met meer dan 2.000 inwoners wordt er behandeld voordat het in een waterloop geloosd wordt, zoals de richtlijn Stedelijk Afvalwater oplegt. Stilaan komt nu asset management op de voorgrond. “De riolen en zuiveringsinstallaties die Aquafin van zijn voorgangers heeft overgenomen, beginnen te verouderen. Ook de eerste installaties die we zelf hebben gebouwd, hebben ondertussen al een leeftijd van 20 jaar bereikt. De elektromechanische onderdelen van die infrastructuur zullen binnenkort moeten vervangen worden, en ook de bouwkundige constructies moeten op termijn worden gerenoveerd”, waarschuwt gedelegeerd bestuurder Luc Bossyns. “Om alle investeringen uit het verleden optimaal te laten renderen, moet er naast een investeringsbudget voor nieuwe aansluitingen, een bijkomend budget worden voorzien om de bestaande infrastructuur in stand te houden. In het Vlaamse regeerakkoord is daar ruimte voor voorzien. Studies van VMM en Vlario geven aan dat er jaarlijks minstens 1,3 % van de totale waarde van het patrimonium zou moeten worden gereserveerd voor structureel onderhoud.” Proper water afkoppelen De eerste col op het parcours voor schone waterlopen is genomen, maar de steilste passage moet nog komen. De Kaderrichtlijn Water vraagt dat alle oppervlakte- en grondwater tegen 2015 van goede kwaliteit is. Een zeer complexe opdracht voor alle lidstaten, waarvoor maximum twee keer zes jaar uitstel mogelijk is. De landbouw en de industrie moeten daarvoor hun bijdrage leveren en ook de historische bodemvervuiling van de rivieren moet verder worden aangepakt. Daarnaast moet de impact van rioolwater op het milieu verder worden beperkt. 5 Huishoudelijk afvalwater verder aansluiten op rioolwaterzuiveringsinstallaties, is maar een deel van de aanpak. De gemeenten moeten nog heel wat riolen aanleggen om afvalwater dat nu ergens in een beek loost, op te vangen. Voor een maximaal effect op het oppervlaktewater, moeten zowel het gewest als de gemeenten bovendien nog hard werken aan de afkoppeling van schoon water van de riolering. Door aangesloten beken, grondwater en regenwater, kan het debiet in een riool zodanig groot worden, dat het teveel aan water moet worden overgestort in een beek of rivier. Zo wordt water op straat vermeden, maar wel met een tol voor het milieu. Besparen Kenniscentrum Vlario raamt de kosten die nodig zijn om al die werken rond huishoudelijk afvalwater uit te voeren op bijna tien miljard euro. Voor veel gemeenten is dat een zo goed als onoverkomelijke berg, maar ook voor het gewest gaat het om zeer zware investeringen. Elke euro zo efficiënt mogelijk inzetten, is dus de opdracht. Bossyns: “De schaalgrootte waarop Aquafin werkt, biedt een duidelijke meerwaarde voor Vlaanderen. Gelijksoortige operatoren in het buitenland, bedienen ook minimum zes tot zeven miljoen inwoners, omdat je vanaf zo’n omvang werkelijk structureel kan besparen. We nemen regelmatig deel aan benchmarks om te onderzoeken waar verdere rendementsverbeteringen mogelijk zijn. Uit de rapporten van de European Benchmarking Cooperation en Aquabench blijkt elk jaar dat onze personeelskost per gezuiverde kubieke meter afvalwater bij de laagste bedragen ligt. Onze kost per gezuiverd inwonersequivalent ligt telkens zo’n 20% lager dan bij de andere deelnemers, al komt dat natuurlijk gedeeltelijk ook door andere lokale omstandigheden.” Strenger dan Europa? Sinds 2004 zuivert Aquafin het huishoudelijke afvalwater volgens Europese én Vlaamse normen. Voor het gezuiverde water gelden er in Vlaanderen daardoor concentratiewaarden voor de resterende vuilvracht én verwijderingspercentages, terwijl in het buitenland het ene óf het andere wordt opgelegd. “Om aan die dubbele norm te voldoen, moet Aquafin toeslagstoffen en koolstofbronnen aan het afvalwater toevoegen. Die jagen de zuiveringsfactuur omhoog en hebben zelf uiteraard ook weer een impact op het milieu”, verklaart Bossyns. “Dit debat moet worden gevoerd in de commissie Leefmilieu,” voegt Matthijs toe, “maar de vraag moet gesteld worden of het wel verantwoord is om in het huidige financiële klimaat extra kosten te maken om normen te halen die strenger zijn dan de Europese normen, die onze buurlanden volgen. Tenslotte vloeit alle gezuiverde water naar dezelfde Noordzee.” > 6 AQUA 2014/3 “Niet alleen voor de beperking van energiegebruik, maar ook voor de terugwinning van energie en grondstoffen uit afvalwater en hergebruik van gezuiverd water, is er nood aan een aangepast regulerend kader”, vult Matthijs aan. “Vlaanderen laat hier volgens mij toch kansen liggen voor een duurzame economische groei.” Luc Bossyns: “De klant staat centraal in ons bedrijfsmodel. We werken op maat, maar zonder toegiften te doen op het gebied van duurzaamheid.” Duurzaam grondstoffengebruik “De bijkomende normen die Vlaanderen oplegt, maken het ook moeilijk om in te stappen in initiatieven om energie te besparen”, vervolgt Bossyns. “Vorig jaar stond de stabiliteit van het elektriciteitsnet verschillende keren ter discussie, tijdens de stilstand van twee kerncentrales. Anderzijds waren er ook momenten van stroomoverschot, wanneer de alternatieve energiebronnen volop konden produceren en er weinig stroomverbruik was. Als grootverbruiker zou Aquafin kunnen bijdragen tot een stabieler elektriciteitsnet én zijn energiefactuur substantieel verlagen, door in te stappen in het systeem van ‘Demand/Response’ dat tegenwoordig via aggregatoren wordt voorgesteld aan bedrijven. Op onze zuiveringsinstallaties zouden we bepaalde motoren kunnen aan- of uitschakelen tijdens dalen of pieken in de belasting van het elektriciteitsnet. De Europese normen voor gezuiverd water zouden daardoor nooit in het gedrag komen. Anderzijds kunnen we dan niet meer garanderen dat we altijd en overal zowel de concentratiewaarden voor afvalstoffen als de opgelegde verwijderingspercentages halen. De vraag is dus wat het meeste oplevert voor het milieu: de dubbele norm voor gezuiverd water voor de waterlopen, of een vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen.” 80% van het huishoudelijk afvalwater wordt gezuiverd “Ik ken de problemen waar de gemeenten nu tegenaan lopen zeer goed, uit mijn periode als burgemeester van Eeklo”, zucht Matthijs. “Wij hebben toen één keer een grote riooloverstroming gehad.” “We moeten rendementsverbeteringen blijven voorleggen.” “Anderzijds hebben die strenge Vlaamse normen er wel voor gezorgd dat Aquafin de voorbije tien jaar een technologische vlucht heeft genomen”, merkt Bossyns op. “De eerste jaren waren onze zuiveringsinstallaties technologisch niet uitgerust om aan die bijkomende normen te voldoen en waren er op veel locaties tijdelijke versoepelingen nodig. Daarna hebben we als firma een operationele kennis opgebouwd waar ze ons in het buitenland om benijden. Wij worden nu in heel Europa erkend als specialist in de online sturing van zuiveringsinstallaties om de vuilvracht optimaal te verwijderen.” Erik Matthijs: “Vlaanderen had nood aan een grootschalige aanpak om alle infrastructuur voor de Richtlijn Stedelijk Afvalwater gefinancierd en gebouwd te krijgen. Die fase zijn we nu voorbij. Terreinkennis is nu de succesfactor voor de kaderrichtlijn Water.” Hemelwaterplannen Waterbeheersing is één van de grote uitdagingen voor de toekomst van Vlaanderen. Dat is de voorbije zomer nog maar eens duidelijk gebleken. Hevige zomeronweders zullen nog vaker voor wateroverlast gaan zorgen, als er onvoldoende werk gemaakt wordt van infiltratie, buffer- en afvoermogelijkheden voor het hemelwater dat nu nog in de riolen belandt. Maatregelen daarrond kregen duidelijk hun plaats in het Vlaamse regeerakkoord. “Ik herinner me nog goed de wanhoop van de burgers met water in hun living, en de machteloosheid die we ervoeren op het moment zelf. Onmiddellijk erna hebben we een hele reeks coördinatievergaderingen gehad met alle partijen die op één of andere manier een invloed konden hebben op de waterhuishouding.” “Aquafin biedt steden en gemeenten nu de mogelijkheid om een hemelwaterplan te laten opmaken. Aan mijn collegaburgemeesters wil ik zeggen, als je de kans hebt, doe dat dan. Zeker voor kleine gemeenten is het bijna onmogelijk om zelf zo’n plan uit te werken. Je kan als stad natuurlijk ook te rade gaan bij een studiebureau, maar dan moet je eigen plannen boven halen en werkelijk van nul beginnen.” “Ik weet uit ervaring dat Aquafin de vereiste terreinkennis heeft, waardoor je het voortraject kan overslaan en zo tijd en geld kan besparen. Aquafin heeft ondertussen ook een eigen methodiek ontwikkeld die wérkt. Het bedrijf heeft vorig jaar als eerste operator in Vlaanderen voor Wetteren een praktisch uitvoerbaar hemelwaterplan uitgewerkt.” Matthijs ziet in de toekomst van Aquafin een belangrijke plaats voor hemelwaterbeheersing en asset management, zowel voor het gewest als voor klant-gemeenten. Drinkwater en afvalwater blijven in die visie duidelijk gescheiden. “Ik zeg niet dat er geen gemeenschappelijke structuur mogelijk is met de drinkwatermaatschappijen. Maar volgens mij zijn het wel twee aparte competenties, die door één bedrijf altijd minder goed zullen gebeuren dan door aparte gespecialiseerde bedrijven.” ● 7 Vleesverwerker recycleert afvalwater 100 % Vlevico, De Watergroep en Aquaplus zorgen samen voor een volledig gesloten circuit van afvalwater tot proceswater. Vlevico, het vleesverwerkende bedrijf van Colruyt Group, laat sinds kort al zijn afvalwater doorgedreven zuiveren tot drinkbaar water en hergebruikt het in zijn productieproces. Het bedrijf scoort hiermee een primeur in de Belgische Op jaarbasis zal de installatie zo’n 80.000 m³ drinkwater leveren, of 60 % van wat de vleesverwerkende activiteit jaarlijks verbruikt. Colruyt Group bespaart hierdoor op de aankoop van drinkwater een equivalent van het jaarverbruik van 2.180 gezinnen, maar linkt dit initiatief ook aan zijn streven naar duurzaam ondernemen. Minder afname van het stadswaternet betekent ook minder druk op de krimpende grondwatervoorraden. distributiesector. Grootste verbruik S inds oktober 2010 exploiteert Aquaplus in Halle de installatie voor de zuivering van het afvalwater van Vlevico en het naastgelegen Mondeléz. Vorig jaar liet Colruyt Group bijkomend door drinkwaterbedrijf De Watergroep een zuiveringsstation bouwen om al het gezuiverde afvalwater verder op te waarderen tot drinkwater. Colruyt Groep gaat in de toekomst bekijken of ook de andere sites van de groep baat kunnen hebben bij een eigen station voor drinkwaterproductie. Het bedrijf is gestart met de vleesverwerking omdat het de activiteit is die het meeste water verbruikt en waarbij het hergebruik van gezuiverd afvalwater dus het meeste impact heeft. Hergebruik van effluent als proceswater is op zich niet zo bijzonder, Aquafin heeft hiervoor met een aantal bedrijven een overeenkomst. Maar hergebruik van gezuiverd afvalwater bij de productie van voeding is wel een primeur in de Belgische distributie. Het is evident dat het aan erg strikte en hoge kwaliteitseisen moet voldoen. De Watergroep voorziet in zijn drinkwaterstation dan ook intensieve en uitgebreide controles zodat het geproduceerde drinkwater steeds van perfecte kwaliteit is en geen enkele impact heeft op de smaak en de kwaliteit van de producten waarvoor het gebruikt wordt. Volgens De Watergroep heeft ook de uitstekende en constante kwaliteit van het afvalwater dat door Aquaplus gezuiverd wordt, hier een belangrijk aandeel in. ● 8 AQUA 2014/3 De gasramp in Gellingen bijna 10 jaar geleden maakte pijnlijk duidelijk hoe belangrijk het is voor aannemers om te weten waar welke leidingen in de ondergrond liggen. Vlaanderen alleen al telt immers zowat 500.000 km kabels en leidingen. INFRASTRUCTUUR Orde in de ondergrondse chaos D e ramp bracht een discussie op gang over hoe we dergelijke ongevallen in de toekomst kunnen vermijden. Binnen de sector resulteerde dit in allerlei initiatieven zoals KLIP, KLIM, de coördinatieprocedure voor netwerkbeheerders, afspraken rond horizontaal gestuurde boringen en sinds kort ook het IMKL. GIPOD gaat tot slot nog een stapje verder en probeert de verschillende nutswerken zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. PAV KLIP KLB KLB KLB PAV HUIDIGE WERKWIJZE KLIP PAV Planaanvrager KLB Kabel- en leidingbeheerder zoals bv. Aquafin, beheerder netwerk elektriciteit, gas, telefonie, drinkwaterbedrijven Digitale planafhandeling krijgt vorm Na de gasramp in Gellingen startte de Vlaamse overheid met het Kabelen Leidinginformatieportaal (KLIP). Sinds 2009 moet iedereen die grondwerken uitvoert in Vlaanderen, verplicht een planaanvraag uitvoeren via de webapplicatie KLIP. Het KLIP gaat zelf na welke kabel- en leidingbeheerders actief zijn in een bepaalde zone en stuurt de aanvraag door naar de betrokken beheerders. De kabel- en leidingbeheerders sturen vervolgens hun plannen rechtstreeks naar de aanvrager, zonder verdere tussenkomst van het KLIP. Hiermee werd een einde gemaakt aan de vroegere omslachtige procedure, waarbij eerst de gemeente moest aangeschreven worden door de planaanvrager en vervolgens alle beheerders. In de tweede fase die volgt, zal niet alleen de planaanvraag, maar ook de uitwisseling van de plannen op een uniforme en digitale wijze via het KLIP verlopen. Dit zal gebeuren door het gebruik van een gemeenschappelijk Informatiemodel voor Kabels en Leidingen (IMKL). Het IMKL zal de planaanvrager toelaten om via één digitaal loket de plannen bij de verschillende kabel- en leidingbeheerders aan te vragen en deze vervolgens in een geïntegreerd plan te bekijken. Het Grootschalig Referentiebestand (GRB) zal hierbij gebruikt worden als uniforme achtergrondkaart. De verschillende nutsmaatschappijen krijgen momenteel tot 2016 de tijd om hun huidige liggingsplannen te converteren. 9 Voor Aquafin vraagt dit weinig aanpassingen en zijn alle plannen vandaag al afgestemd op de nieuwe werkwijze. Aquafin behandelt alle planaanvragen sinds januari 2014 volledig digitaal. GIPOD: meer synergie, minder hinder Eind maart 2014 keurde het Vlaams Parlement ook het GIPOD-decreet definitief goed. GIPOD staat voor Generiek Informatieplatform Openbaar Domein en werd eveneens ontwikkeld onder de vleugels van het AGIV. Net zoals het KLIP en het KLIM gaat het om een digitaal platform. Het GIPOD verzamelt alle informatie over het gebruik en innames van het openbaar domein (werken, maar ook manifestaties zoals markten, wielerwedstrijden, evenementen, enzovoort). Het zorgt bovendien voor een betere afstemming en samenwerking tussen zij die nutsen/of wegenwerken organiseren. Zo moet de weg maar één keer worden opgebroken en ondervindt de weggebruiker maar één keer hinder. De leden van het GIPOD bestaan uit de beheerders van het openbaar domein (gemeenten, steden en het Vlaamse Gewest voor de gewestwegen), verschillende netwerkbeheerders zoals Aquafin en tot slot ook de vervoersmaatschappij De Lijn. Verplichte invoering van gegevens in GIPOD PAV Tot voor kort was het aanmelden van werken, evenementen en andere innames van het openbaar domein in het GIPOD gebaseerd op bereidwilligheid. Het decreet dat eind maart 2014 werd goedgekeurd maakt dit vanaf voorjaar 2016 verplicht. Om alle partners toe te laten de verplichtingen in praktijk om te zetten, is er momenteel een overgangsregeling van kracht. De projecten van Aquafin stromen sinds 2013 al automatisch door naar het GIPOD door een koppeling met onze gegevensdatabank. Elke bezetting van het openbaar domein waarbij meer dan 50m² verharding wordt opgebroken of een omleiding nodig is, wordt in het GIPOD ingegeven. Voor werken met een opbraak van 3 tot 50m² moet dit gebeuren wanneer het gemotoriseerd verkeer over de andere rijweghelft moet rijden. Uiteraard hangt het welslagen van het GIPOD af van de correcte invoering van de gegevens. Ook het accuraat houden van de gegevens is cruciaal. VP GP KLIP IMKL KLB KLB KLB TOEKOMSTIGE WERKWIJZE KLIP VP GP Aanvraag verschillende plannen 1 geïntegreerd plan dat PAV kan raadplegen Een deel van de informatie uit het GIPOD is via de website www.geopunt.be ook beschikbaar voor het grote publiek. Op termijn zal de weggebruiker zelfs zijn reisroute kunnen uitstippelen, rekening houdend met werken, manifestaties of omleidingen op zijn reisweg. ● Op termijn zal de weggebruiker zelfs zijn reisroute kunnen uitstippelen, rekening houdend met werken, manifestaties of omleidingen op zijn reisweg. Met KLIP en KLIM worden ondergrondse leidingen in kaart gebracht. GIPOD heeft de bedoeling de werken op mekaar af te stemmen. AQUA 2014/3 Goede waterkwaliteit is belangrijk voor toerisme Kasterlee ligt in het hart van de Kempen. Midden in het Netebekken ook, dat qua waterkwaliteit de beste score haalt in heel Vlaanderen. Burgemeester Ward Kennes is trots op zijn groene gemeente en blijft verder streven naar een maximale zuiveringsgraad voor Kasterlee. D WATERKWALITEIT 10 e honderden hectaren bossen, heide en weilanden verraden het meteen: Kasterlee is een plek waar natuurliefhebbers graag komen. Een zeer hoog percentage jobs is er dan ook nauw verbonden met toerisme en de gemeente werd erkend als toeristisch-recreatief knooppunt. Volgens burgemeester Ward Kennes, geboren en getogen in Kasterlee, zijn er nog meer redenen die het leven in zijn gemeente zo aangenaam maken. “We hebben een sterk sociaal weefsel met een goed uitgebouwde buurtwerking, een 200-tal verenigingen en enkele publiekstrekkers die onze burgers jaarlijks zelf organiseren zoals de bekende pompoenregatta, een race op het water in uitgeholde pompoenen,” zegt hij. Het is ook onder meer door Kasterlee dat de Kleine Nete en haar zijrivier de Wamp lopen, twee waterlichamen die de ‘goede toestand’ al bereikten. Dankzij een aantal ingrepen van de Vlaamse Milieumaatschappij, zoals de aanleg van vistrappen, werd bovendien de vismigratie hersteld vanaf de Noordzee tot de oorsprong van de Kleine Nete in Postel. “Daardoor is het aantal vissen sterk gestegen en dat is ook belangrijk voor de recreatie,” weet Ward Kennes. Burgemeester Ward Kennes is trots op zijn groene gemeente. 11 Netebekken heeft pioniersrol H Hoge zuiveringsgraad De hoge zuiveringsgraad in de regio is zeker een belangrijke factor die bijdraagt tot die uitstekende waterkwaliteit. Ward Kennes: “In Kasterlee zitten we momenteel rond de 85 % van het huishoudelijk afvalwater dat gezuiverd wordt. We hebben dan ook al heel veel geïnvesteerd in ons rioleringsstelsel. Zo lang ik burgemeester ben, dat is sinds 2006, waren er altijd wel ergens rioleringswerken aan de gang in onze gemeente. Op dit moment is ons laatste grote project net gestart. Eens dat uitgevoerd is, komen we aan een zuiveringsgraad van meer dan 90 %, een meer dan behoorlijk resultaat voor het buitengebied.” “We zijn altijd blijven investeren in ons rioleringsstelsel.” Omdat er vaak afstanden van 150 tot 200 meter tussen woningen moeten overbrugd worden, maakt de gemeente in veel gevallen gebruik van drukpersleidingen. Een dure oplossing, maar toch wil het Kasterleese gemeentebestuur de rest van de legislatuur verder blijven investeren. Ward Kennes: “Dat doen we enerzijds door de saneringsbijdrage te verdubbelen van 0,6 naar 1,2 euro per m³ verbruikt water. Hiermee blijven we nog steeds onder het gemiddelde in Vlaanderen, maar alle inkomsten gaan wel integraal naar waterbeheer. Anderzijds plafonneren we ons budget en krijgen we van Aquafin, waarmee we een concessieovereenkomst hebben, een financiële meerjarenplanning en een goede begeleiding voor het aanvragen ● van subsidies.” et Netebekken geldt al langer als pionier voor de waterzuivering in Vlaanderen. Al in de jaren ’70 werd er door de gemeenten volop werk gemaakt van waterzuivering. Uitzonderlijk, maar met resultaat. Vandaag heeft het bekken een grote waarde voor het behoud in Vlaanderen van zeldzame vissoorten die beschermd zijn door de Habitatrichtlijn. Beekprik, kleine modderkruiper en rivierdonderpad zijn er thuis. Deze pioniersrol blijft trouwens voorbehouden voor het Netebekken. Zo liep er een pilootproject voor de opmaak van het eerste bekkenbeheersplan. En van de eerste zeven aangeduide speerpuntgebieden waarvoor het Vlaamse Gewest ervan uitgaat dat ze al tegen 2015 aan de strenge eisen van de Kaderrichtlijn Water gaan voldoen, liggen er vijf in het Netebekken. Twee ervan blijken nu al te voldoen. Sterker nog, het waterlichaam Kleine Nete I voldoet al voor de tweede keer aan de felbegeerde ‘goede toestand’ van de Europese kaderrichtlijn Water. Voor de Wamp was dat in 2012 voor de eerste keer het geval. Het betreft relatief kleine riviertrajecten: het waterlichaam Kleine Nete I is 3,7 km lang, afgebakend door de mondingen van de Desselse Nete en de Wamp. De Kleine Nete is hier meer dan 15 meter breed. Het waterlichaam Wamp betreft de laatste 800 m vanaf de monding van de Rode Loop tot de monding in de Kleine Nete. Beide waterlichamen vormen dus één geheel, zonder migratieknelpunten voor vissen. Extraatje Wamp en Kleine Nete I zijn gecatalogeerd als ‘grote Kempense beken’ en niet echt afgelegen. Ze ontvangen via hun bovenlopen het gezuiverde huishoudelijk afvalwater van de gemeenten Retie, Dessel en Arendonk. Deze gemeenten hebben allemaal een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Het zijn de gemeenten Dessel en Retie zelf die de RWZI’s lieten bouwen in respectievelijk 1977 en 1975. Aquafin bouwde RWZI Arendonk in 1997 en renoveerde de RWZI van Dessel in 2003. De renovatie van RWZI Retie pakt Aquafin nu aan. De drie RWZI’s verwijderen de nutriënten stikstof en fosfor, ook al vormen hun gemeenten agglomeraties van minder dan 10.000 inwoners, een extraatje om de waardevolle beken te beschermen. Prima resultaten De zuiveringsresultaten 2013 van deze drie RWZI’s waren prima: het jaargemiddelde stikstof van het gezuiverde afvalwater bedraagt telkens 6 mg/l (terwijl de norm 15 mg/l bedraagt) en hun gemiddelde fosfor bedraagt 0,7 tot 1,0 mg/l (maximum 2 mg/l is verplicht). Ook alle verwijderingspercentages voor BZV, CZV, zwevende stoffen, stikstof en fosfor opgelegd in Vlarem, werden gehaald en dit zonder gebruik te maken van de toegestane versoepelingen. Ook de landbouw blijkt zich te houden aan de afspraken. Waar in een ver verleden geregeld gier in de beken terecht kwam, is dit nu niet meer het geval. Anders zouden het huidige visbestand, de waterplanten en de gemeenschap van macroinvertebraten het niet lang overleven. Verschillende families kokerjuffers zijn er immers in hun nopjes, evenals de larven van soorten eendagsvliegen die we eerder van Ardense beken kennen en de larven van beekjuffers. Allemaal indicatoren van zuiver tot zeer zuiver beekwater. Ook de niet-kenners van dit alles staan verstomd bij het zien van zoveel fel gekleurde beekjuffers langs de oevers van beide Kastelse beken. ● Het waterlichaam Kleine Nete I voldoet al voor de tweede keer aan de felbegeerde ‘goede toestand’. 12 AQUA 2014/3 Hoedje af voor de Kleine Nete! EVENEMENT Elke dag werken Aquafin, de Vlaamse Milieumaatschappij, gemeenten, studiebureaus, aannemers en vele anderen samen aan propere waterlopen. Ze zorgen voor de aanleg en het beheer van riolen, collectoren en waterzuiveringsinstallaties. Dat deze inspanningen lonen, bewijst de Kleine Nete. H et Netebekken heeft de beste score voor waterkwaliteit in Vlaanderen. Met name de waterlichamen Kleine Nete I en Wamp voldeden in 2012 aan de felbegeerde ‘goede toestand’ van de Europese Kaderrichtlijn Water. Een reden om te vieren, vond Aquafin! Op 28 september is iedereen welkom op Chap’eau, een dag vol sport, fun en ontspanning op en rond de Kleine Nete. Wie wil, kan de Kleine Nete afvaren met een kajak of een fietstocht ondernemen door het mooie Kempense landschap. Voor de meer actieve medemens is er een pittig mountainbikeparcours in de bossen van Kasterlee. Wie het wat rustiger wil houden kan dan weer genieten van een unieke wandeling in het natuurgebied De Zegge. Plaats van afspraak is het recreatiedomein Ark van Noë in Lichtaart. Daar bouwen we een feestlocatie waar u voor of na het sporten kunt uitblazen op het terras met een hapje en een drankje. Bovendien is er op die locatie animatie voorzien voor jong en oud: springkastelen, in ballen over water lopen, een zoektocht, interactieve infokraampjes,... Op www.chap-eau.be vindt u het volledige programma en alle praktische informatie. Wie zich inschrijft, krijgt alvast een gratis consumptie! Voor de barbecue is het verplicht inschrijven. Wees er snel bij want voor enkele activiteiten en de barbecue zijn er maar een beperkt aantal plaatsen! 13 PROGRAMMA Natuurwandeling in De Zegge Een van de meest waardevolle natuurreservaten in Geel en omgeving is De Zegge. Dit natuurgebied is een restant van het oorspronkelijke laagveengebied dat vroeger als het Geels Gebroekt bekend stond. Het is een kwetsbaar paradijs voor zeldzame planten, vogels, amfibieën en reptielen, en één van de weinige plaatsen in België waar je nog een unieke moerashabitat vindt. Dit 100 ha grote reservaat is eigendom van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde en bijgevolg uitsluitend toegankelijk onder leiding van een ervaren gids. Chap’eau biedt u de kans om dit mooie natuurstukje te bezoeken tijdens een gegidste wandeling van 2 uur. Fietsen Aan de hand van het fietsknooppuntennetwerk kunt u het mooie landschap verkennen waardoor de Kleine Nete stroomt. Er zijn tochten van 19 en 36 km. Wie zich inschrijft, kan rekenen op bevoorrading onderweg. Platte band of ketting eraf? De depannagedienst brengt u en uw fiets terug naar de Ark van Noë! Mountainbike Chap’eau stippelt voor u een unieke mountainbiketocht uit in de bossen van Kasterlee. Er is keuze tussen een parcours van 25 of 46 km en voor kinderen is er een toer van 10 km. Ook hier zijn bevoorrading en een depannagedienst voorzien. Heeft u zich in het zweet gewerkt? Neem nadien dan een verfrissende douche in de Ark van Noë. Kajak Hoe beter genieten van de propere Kleine Nete dan door er op te varen? Chap’eau biedt u de mogelijkheid om de Kleine Nete per kajak af te varen. De tocht is zo’n 10 km lang en duurt 2 uur. Barbecue Het in de streek bekende barbecue-team Qlinaria toont zijn bakkunsten op Chap’eau. Tegen een voordeeltarief kunt u genieten van een uitgebreide barbecue. Animatie in de Ark van Noë Na het sporten is het nog niet gedaan. In de Ark van Noë kunnen de kleinsten zich uitleven op de speeltuin, in de springkastelen of tijdens een leuke zoektocht. Waaghalzen kunnen over water lopen in plastic ballen! Maar u kunt ook genieten ● op het terras, met een frisse pint of een lekker pak friet! CHAP’EAU Zo’n mooie resultaten als met de Kleine Nete, bereikt Aquafin niet alleen. Het is dankzij inspanningen van velen dat afvalwater niet meer in beken en rivieren belandt. Aquafin nodigt daarom niet alleen het grote publiek uit, maar ook al zijn partners waarmee het dagelijks samenwerkt. De VMM, alle Vlaamse gemeenten, studiebureaus, aannemers, Natuurpunt, Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete,… kortom, iedereen die werkt aan zuiver water is welkom op Chap’eau! 14 AQUA 2014/3 Ik heb mezelf een nieuwe kajak gekocht en u zult het geweten hebben. Mijn eerste tocht leidt me meteen naar het beste wat Vlaanderen te bieden heeft qua water: Peddelen op de kl en de Wamp de bovenloop van de Nete. V anaf de watermolen in Retie zal ik de Wamp afvaren tot de samenvloeiing met de Nete en deze dan weer, tegen de stroom in, opvaren tot aan de molen. De oever is er stijl en ruig en overgroeid door brandnetel en berenklauw. Even later peddel ik de boot nog een stuk stroomopwaarts tot de vaargeul dichtslibt in jong groen riet waar geen doorkomen aan is. Een karekiet krast er zijn hooglied. Dan maar rechtsomkeer. Dat gaat enige tijd vlot tot ik watergekletter hoor en als het ware word meegezogen. Het blijkt een stuw met zo’n halve meter verval! Ik aarzel even maar heb geen keuze. De hogere, droge oevers van de rivier zijn er overgroeid door een wirwar van bramen en de achterliggende weide is er afgeschermd door een stevige weideafsluiting met prikkeldraad. Dan wordt het echt genieten. De kajak glijdt over de kleine bijrivier die bloost van leven. Juffers, beekjuffers en libellen vliegen als nimfen over de fleurige oevers, gekleurd door gele lissen, grote blauwe partijen moerasvergeet-mij-nietjes, vertakte geelgroene bloeistengels grote egelskop en lange slierten van watervegetatie. Her en der drijven in de luwte van de rivier grote partijen gele plomp en fonteinkruid. Over het open water zwermen duizenden haften. Ze hebben het overgrote gedeelte van hun leven als nimfen onder de waterspiegel geleefd. Bij geschikte omstandigheden komen ze massaal uit het water, waarbij ze in zeer korte tijd een dubbele vervelling ondergaan en heldere glanzende vleugels krijgen. Wat verderop opent de vallei zich en mondt de rivier uit in haar grotere broertje, de kleine Nete. Vanaf hier is het werken geblazen en naarmate ik hogerop kom, wordt de stroming feller. Het begint al te duisteren wanneer ik de stuw van de molen hoor en de inspanning belooft een slaapverwekkende nacht. “Juffers, beekjuffers en libellen vliegen als nimfen over de fleurige oevers…” De volgende morgen besluit ik om van Retie tot Herentals te varen. De tocht vangt meanderend aan om de laaghangende takken van overhangende zomereiken te ontzien. Even later vliegt een ijsvogel in een strakke vlucht recht op me af om net voor de kajak een loop te maken van 180 graden, waarbij het azuurblauw, turkoois en kobalt van zijn rug schitteren als een juweel. Aan de monding van de Wamp begint het open karakter van de rivier. In een weide, overgroeid door ratelaar, koekoeksbloemen en gele lis, heeft een familie de tenten opgezet. 15 MISJEL DECLEER DOOR DE LENS VAN eine Nete “Al wat gevangen?” Waarop een trotse “ja” volgt. Ik stuur de kajak bij naar de oever en grabbel een camera vanuit de ton. De visser had die nacht twee karpers en een meerval van 1,20 meter gevangen. Toen hij hoorde dat zijn familie hem kwam opzoeken had hij voor zijn dochtertje de laatste vis, een karper van 11,5 kg bijgehouden in een groot leefnet. Als een relikwie wordt de trofee omzichtig uit het net gehaald. Uitbundig vertelt de man me hoeveel vis er hier wel in de rivier vertoeft. Ik peddel verder tot de stuw in Kasterlee. Ik volg er het kanaaltje rechts maar mis, dan maar terug tegen de sterke ondiepe stroming in tot aan een steigertje aan de linkeroever. Boot en spullen worden aan land gehesen en naar de lagere Nete gebracht, waar ik de oversteek maak en de steile oever opklauter. Vanaf hier heb ik een mooi overzicht van de rivier en de prachtige langsliggende vistrap. Ook hier weer een grote gele kwik met zijn inmiddels uitgezworven jongen die fladderend ieder gevleugeld insect proberen te verschalken. De rivier bestaat hier meestal uit min of meer strakke rechte stukken met af en toe een knik. Reden van het rechttrekken indertijd was om de vallei te ontwateren en zo meer landbouwgronden vrij te maken voor een groeiende bevolking. Ook het transport van turf en ijzerzandsteen via deze waterader hebben het rechttrekken gestimuleerd. Sinds enkele jaren is de omgekeerde beweging aan de gang. Een minder snelle afvoer van het water verkleint de risico’s van wateroverlast over het ganse traject en zal zeker ook de natuurwaarden verhogen. Een stel krijsende kraaien trekt mijn aandacht. Ze pesten een zwevende buizerd weg die zeilend en kringelend hoogte maakt. Verder vissende en overvliegende reigers, een zwaan die snurkend laat blijken dat ik niet welkom ben aan zijn oever en regelmatig wilde eenden die zenuwachtig knikkend en met argusogen mijn boot afwachten. Tenslotte een bord “over 100 meter stuw!” en een houten steiger. Even later loop ik met twee grote bollen ijs en het gelukzalig gevoel van verwenning terug naar de steiger, waar ik mijn gedachten laat meedrijven op de kabbelende stroming in de vrede van een lange hete zomerdag. ● 16 AQUA 2014/3 ‘Plastic soups’ bedreigen mens en dier Het zieltogend beeld van drijvend afval op onze zeeën en oceanen is wellicht niemand vreemd. Maar dat grote stukken plastic onder invloed van zonlicht en golfslag uiteenvallen in microscopisch kleine partikels, vormt misschien nog een groter probleem. Pas de laatste jaren wordt op wereldvlak volop onderzoek verricht naar de herkomst en de impact van deze zogenaamde microplastics. D e resultaten van een recent grootschalig Europees onderzoek van de zeebodem tonen aan dat er zelfs tot in de diepste zones van de oceanen afval van menselijke activiteiten in grote hoeveelheden aanwezig is. Het gaat voor 80 tot 90 % om plastic, maar ook visserijmateriaal, glas, metaal, hout, papier en karton maken deel uit van de enorme vuilnisbelten in onze zeeën. Wat we aan de oppervlakte zien drijven, is dus slechts een fractie van wat er zich werkelijk in het water bevindt. En toch is de omvang van wat ‘plastic soups’ genoemd wordt, de drijvende vuilnishopen, al indrukwekkend op zich. De grootste bevindt zich momenteel in het noorden van de Stille Oceaan en de omvang ervan is zo enorm dat schattingen uiteenlopen van 700.000 km² tot meer dan 15.000.000 km². Maar ook op andere plaatsen in de Stille, Indische en Atlantische oceaan zijn gigantische ‘plastic soups’ gelokaliseerd. Een gevaar? Behalve de schade die grote stukken afval aanrichten bij vogels en zeedieren doordat ze erin verstrikt geraken of erin stikken, ontdekt men de laatste jaren dat de gevolgen nog veel verder gaan. Onder invloed van UV-straling en fysische factoren als golfslag ondergaan de grote plastic stukken afval een degradatieproces en vallen ze uiteen tot microscopisch kleine plasticdeeltjes. Deze microplastics zijn quasi onafbreekbaar. Vaak bevatten ze bovendien allerlei additieven, kleurstoffen, vlamvertragers, … afkomstig van het productieproces. Een bijkomend gevaar is dat giftige stoffen zich makkelijk vasthechten aan microplastics en zo mee verspreid worden. En in Vlaanderen? Studenten van de opleiding “Technology for Integrated Water Management” van de UGent en UAntwerpen, onderzochten in hun masterproef de aanwezigheid van microplastics in het Vlaamse afvalwater. Een eerste meting lijkt aan te tonen dat zowel de concentraties van vezels als van partikels tijdens het waterzuiveringsproces sterk gereduceerd wordt. In het sediment van de Schelde werd een concentratie gemeten die vergelijkbaar is met die in de oceanen. 17 verzorgsommige zijn vooingsproduct met micr 10% gevulen roplasti d cs 8 Meer info: plasticsoupfoundation.org Recente studies naar de gevolgen voor de mens en het marien milieu rapporteren de aanwezigheid van microplastics in alle trofische niveaus van de voedselketen in zee. Dieren merken het verschil met voedsel niet op, waardoor de plasticdeeltjes zich steeds verder verspreiden. Wetenschappers beschreven al een aantal effecten van de opname van microplastics door de mens. Via absorptie in maag en darm komen nanopartikels terecht in lymfevocht, hart en bloedvaten waar ze onder meer ontstekingen kunnen veroorzaken. Vele bronnen Microplastics komen onder twee vormen in het water terecht. Dat kan enerzijds als primaire bron, bijvoorbeeld als grondstof voor de productie van plastic, tijdens het productieproces. Ook voor industriële toepassingen zoals zandstralen wordt steeds vaker naar het goedkopere plastic gegrepen. En dan zijn er ook nog een hele reeks verzorgingsproducten zoals peelings, tandpasta’s, douchegel, … waarin plasticdeeltjes verwerkt zijn die na gebruik met het huishoudelijke afvalwater meespoelen. Anderzijds komen microplastics ook na een degradatieproces in het zeewater terecht. Door het uiteenvallen van plastic afval natuurlijk, maar ook door het wassen van synthetische kleding komen telkens microscopisch kleine plasticdeeltjes vrij. En het afgesleten rubber van de banden van onze wagens loopt ofwel via de riolering naar een waterzuiveringsinstallatie, ofwel loopt het samen met het regenwater rechtstreeks naar de beek. De remedie? Ondanks recente alarmerende onderzoeken deint het probleem op wereldschaal nog steeds verder uit. Europa heeft het onderwerp nu al enkele jaren hoog op de agenda geplaatst en verwijst naar de problematiek in een besluit (2010/477/EU) rond de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (2008/56/EG). Dat plastic afval en ander zwerfvuil niet thuis horen in de zee lijkt evident, maar hoe kan vermeden worden dat kleine plasticdeeltjes onrechtstreeks hun weg vinden naar het oppervlaktewater? EUREAU, de Europese koepelfederatie van de water- en afvalwatersector, heeft alvast een aantal standpunten geformuleerd om het plastic afval dat meespoelt met huishoudelijk afvalwater te verminderen. Zo zouden er volgens EUREAU sensibiliseringsacties moeten komen die duidelijk maken dat plastic niet thuis hoort in afvalwater en raadt de federatie ook aan om microplastics in verzorgingsproducten te verbieden of op zijn minst te beperken. Een aanpak aan de bron lijkt immers meer aangewezen dan dure investeringen om de plasticdeeltjes eventueel nadien tijdens het waterzuiveringsproces te verwijderen. Wat kunt u zelf doen? > Breng zelf een verpakking mee > > > > > productie van plastic stijgt jaarlijks met 8% c lasntien p e orm cea 5 eunps in o so (thermosbekers, plasticvrije en herbruikbare tassen). Gebruik zo min mogelijk wegwerpplastics. Koop groenten en fruit los en niet voorverpakt. Koop geen verzorgingsproducten die één van volgende bestanddelen vermelden op de verpakking: Polyethyleen (PE), Polypropyleen (PP), Polyethyleen terephtalaat (PET) en Polymethylmethacrylaat (PMMA). Kies vooral voor preventie, dan hergebruik en daarna voor recycling. Laat afval daar waar het hoort, gooi niets op straat of in het water. ● Banken en sokken uit marien afval Verschillende organisaties slaan de handen in elkaar om het afval in de Noordzee te verminderen. De samenwerking kadert in het programma “Samen naar een afvalvrije Noordzee”, dat door de Stichting Duurzame Visserijontwikkeling (SDVO) en WasteFreeOceans in 2012 op touw werd gezet. Zo neemt baggerbedrijf Deme deel aan het Belgische project “Fishing for litter” door een sleephopperzuiger in te zetten om vooral plastic uit de zee te halen. SDVO vond in haar zoektocht naar recyclagetoepassingen voor dit afval een bedrijf in Houthalen bereid om zitbanken te maken met het opgeviste materiaal. Met oude visnetten die blijven hangen aan scheepswrakken of die gewoon weggegooid worden als ze versleten zijn, kunnen dan weer sokken gemaakt worden. Dobberend in zee vormen de netten een gevaar voor vissen en andere zeedieren die erin verstrengeld geraken. In Oostende komt er een inzamelpunt voor oude visnetten waarvan via een Nederlands project nieuw nylon wordt vervaardigd dat zal verwerkt worden in jassen, badpakken en sokken. 18 AQUA 2014/3 PROTOS optimaliseert sanitatieketen in Toamasina en Bamako De latrine leegmaken gebeurt handmatig. Een betere sanitaire dienstverlening voor de gewone bevolking van de tweede grootste stad van Madagaskar en voor de hoofdstad van Mali, dat is de bedoeling van PROTOS, De straatjes van Toamasina zijn vaak zo nauw dat de bidons een voor een naar de centrale verzamelplaats moeten gedragen worden … een Belgische ngo die zich inzet voor een beter waterbeheer in ontwikkelingslanden. Aquafin zal in beide projecten vier jaar lang advies verlenen. Vandaag hebben nog steeds 768 miljoen mensen geen veilig drinkwater in hun nabijheid, en leven er 2,5 miljard mensen zonder fatsoenlijke sanitaire infrastructuur! H avenstad Toamasina heeft ongeveer 270.000 inwoners. De meeste woningen hebben er een eigen latrine, een primitief toilet zonder afvoer. Na zes tot zeven jaar geraakt zo’n latrine vol en moet hij geledigd worden. Dat gebeurt handmatig door de inhoud over te scheppen in een plastic bidon. Vanaf een centrale verzamelplaats worden deze bidons met citernes naar een verwerkingsplaats gebracht, een soort van droogbedden waar de vaste fractie van het fecaal materiaal uitdroogt. Tot nog toe bestaat er enkel een ruimingdienst voor hotels en voor de rijke bevolking, die hier voor betalen. PROTOS wil nu geleidelijk aan ook samen met de stad en lokale bedrijfjes voor de rest van de bevolking zo’n ruim- en ophaaldienst op poten zetten, te beginnen met een wijk van 10.000 inwoners. De doorsnee burger sensibiliseren en hem ervan overtuigen om voor deze diensten te betalen, zal een belangrijke uitdaging zijn. Voor de bouw van een piloot behandelingsinstallatie voor het fecaal materiaal werkt PROTOS samen met de lokale zetel van de internationale ngo PRACTICA. Het wordt een systeem met droogbedden die beplant worden met macrofyten. 19 Aquafin zal de ontwerpen van PRACTICA kritisch bekijken en advies verlenen vanuit zijn expertiserol. Ook over wat er met het slib van de behandelingsinstallatie kan gebeuren, zal Aquafin adviseren. Mali In Bamako, hoofdstad van Mali, start PROTOS met een gelijkaardig project, zij het op grotere schaal voor 100.000 mensen. Het ruimen van de latrines gebeurt er vandaag door informele ruimers die de inhoud zonder enige behandeling dumpen in de rivier of de natuur. Hier zullen twee behandelingsinstallaties gebouwd worden waarvoor de ervaring van het project in Madagaskar en het advies van Aquafin zullen gebruikt worden. ● … of worden opgehaald met de fiets. INFRASTRUCTUUR Dirk De Waele Tom Roelants Opdrachtgevers infrastructuurwerken slaan handen in elkaar Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en Aquafin zijn in Vlaanderen binnen de sector van de wegenbouw de twee grootste opdrachtgevers. Vaak kruisen hun wegen letterlijk, waar rioleringsstelsels en gewestwegen samenlopen. Aqua sprak met Tom Roelants, administrateur-generaal van AWV, en Dirk De Waele, directeur Infrastructuur bij Aquafin, over de manier waarop hun samenwerking evolueerde. O ndanks de initiatieven om infrastructuurwerken beter op elkaar af te stemmen, leeft publiek nog vaak de perceptie dat opdrachtgevers naast elkaar werken. Toch is er op dat vlak volgens Tom Roelants wel degelijk al een en ander veranderd: “Er is de afgelopen jaren zeker een voelbare vooruitgang geboekt naar een betere coördinatie en afstemming tussen partners binnen een project. Ik denk aan het Minder Hinder-platform waarin verschillende actoren betrokken bij wegenwerken een uniforme en transparante aanpak hebben uitgewerkt om hinder bij grote en kleine wegenwerken te beperken. Met Aquafin hebben we bijvoorbeeld een gestandaardiseerde samenwerkingsovereenkomst voor projecten waarin we beiden opdrachtgever zijn.” Zowel AWV en Aquafin, als andere partners zoeken in werkgroepen permanent naar manieren om afstemming en uitvoering van de werken te verbeteren. “We moeten elkaar nog sneller betrekken door onze investeringsprogramma’s onderling door te geven,” weet ook Dirk De Waele. “Dat helpt niet alleen het project op zich vooruit, het geeft ook maatschappelijk een belangrijk signaal: het belastinggeld dat mensen betalen wordt efficiënt ingezet.” Eén visie Betere samenwerking en een meer uniforme aanpak van infrastructuurprojecten leidt ook tot meer duidelijkheid bij de technische partners. De standaardbestekken zijn daar slechts één voorbeeld van. Tom Roelants: “Met Aquafin hebben wij op dat vlak al enkele concrete zaken gerealiseerd. Zo is in het standaardbestek 250 het hoofdstuk riolering volledig afgestemd op en met Aquafin. Een ander voorbeeld is het getuigschrift van goede uitvoering voor aannemers dat we bij AWV hebben ingevoerd. Voor de uitwerking ervan hebben we nauw samengewerkt met Aquafin.” “Ik denk dat we in deze richting moeten blijven evolueren door bijvoorbeeld verder te gaan met de implementatie van de horizontale meetstaat en door uitwisseling van kennis en methodieken.” Het uitbouwen van partnerships is een weg die Aquafin al insloeg met zijn technische partners maar die het bedrijf zeker ook met mede-opdrachtgevers wil bewandelen. “Dat ook de opdrachtgevers als een soort van ‘sector’ samen een visie vormen, kan de creatie van een draagvlak voor bepaalde keuzes zoals het evaluatiesysteem voor aannemers enkel ten goede komen,” zegt Dirk De Waele. “Bovendien kunnen we nog heel wat van elkaar leren.” “Klopt,” beaamt Tom Roelants. “Aquafin heeft een groot kennispotentieel opgebouwd dat het zeer systematisch beheert en gebruikt in de uitvoering van werken. AWV heeft dan weer de troef van enorme terreinkennis en veelzijdigheid. We kunnen mekaar versterken en beter maken. Die synergie zal beter zijn voor onze organisaties, onze partners en vooral, en dat is het belangrijkste, voor de burger.” ● 20 AQUA 2014/3 Agenda 13 september: North Sea Challenge De bruinvis is te herkennen aan zijn donkere rug met driehoekige vin, lichte buik, stompe snuit en voorhoofdsbult. Bruinvis, dier in nes(t)ten Dit recreatief sportevenement vindt voor de tweede keer plaats langs de Vlaamse kust. Je kan samen met Kim Clijsters, Luc Van Lierde, Gella Vandecaveye, Martine Prenen en Ruben Van Gucht fietsen, lopen, mountainbiken en wandelen voor oceaanbehoud en minder afval in zee. De opbrengst gaat naar Sea First Foundation. Meer info: www.norhtseachallenge.eu H et laatste decennium is het aantal bruinvissen in de Noordzee sterk toegenomen. De bruinvis is een zoogdier uit de familie van de tandwalvissen en kan tot maximaal 1,80 meter lang worden. In het voorjaar van 2013 werden niet minder dan 150 waarnemingen gedaan op de Rupel en de Schelde, waarbij het wellicht ging om een 20-tal verschillende exemplaren. Begin april van dit jaar werd in de Noordzee een recordaantal van 4 bruinvissen per vierkante kilometer waargenomen. MEANDER Bruinvissen zwemmen vaak in riviermondingen hun prooien achterna, zoals spiering en fint, die in de lente massaal stroomopwaarts gaan paaien in ondiepere gebieden. Het zwemavontuur van de bruinvis loopt echter vaak slecht af. Tussen begin juni 2013 en eind april 2014 heeft de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee en Scheld-estuarium (BMM) 103 strandingen van dode bruinvissen geregistreerd, waarvan 97 aan de kust en 6 in het binnenland. In 17 gevallen kwamen de dieren vermoedelijk om door strandwarrelnetten. Dat zijn netten van honderden meters lang die een soort zak vormen waaruit grote vissen niet kunnen ontsnappen. Bruinvissen kunnen echter maar enkele minuten onder water blijven. Als ze in een net verstrikt geraken, stikken en verdrinken ze. De zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt is gestart met een telcampagne om de gewoonten van de trekkende bruinvis te onderzoeken en op die manier na te gaan wat we kunnen doen om hem veilig in onze rivieren te laten zwemmen. Waarnemingen melden kan op bruinvis.zoogdierenwerkgroep.be ● Vissen krijgen meer bewegingsvrijheid N iet alleen een verbetering van de waterkwaliteit is van belang voor een duurzaam herstel van de biodiversiteit in onze beken en rivieren. De meeste vissoorten hebben bewegingsvrijheid nodig om hun levenscyclus vol te maken. Ze moeten vrij kunnen migreren binnen het watersysteem om zich voort te planten, te overwinteren en om voedsel te zoeken of een schuilplaats voor natuurlijke vijanden. In Vlaanderen blijkt dat voor vissen echter niet evident omwille van verschillende obstakels zoals sluizen, stuwen, watermolens, pompgemalen en waterkrachtcentrales. 21 Proefproject recupereert warmte uit riolen 13 en 14 september: Odegand en KidsOdegand D e stad Leuven en Vlario, overlegplatform voor rioleringen in Vlaanderen, gaan voor het eerst in ons land warmte recupereren uit afvalwater in riolen. Het proefproject situeert zich aan een appartementsblok van de sociale woningmaatschappij Dijledal aan de Van Wayenberghlaan. Met de onttrokken warmte wil men dit gebouw met 93 wooneenheden voorzien van verwarming en sanitair met warm water. Het project krijgt Europese subsidies vanuit Interreg via INNERS (INNovative Energy Recover Strategies) waarbinnen 11 Europese partners uit 6 landen samenwerken om op de meest efficiënte manier energie te winnen binnen de stedelijke waterkringloop. Naast Vlario is Aquafin de enige andere Belgische partner in INNERS. De rol van Aquafin bestaat er voornamelijk in om de impact van het onttrekken van rioolwarmte op de waterzuivering te onderzoeken. Daarnaast werken we samen met de universiteit van Bradford (UK) rond het temperatuurverloop in de riolering. ● Muziekfeest op en langs de Gentse binnenwateren. Vaar van het ene concert naar het andere en ontdek alle mogelijke muziekgenres. 28 september: Chap’eau dag van de waterkwaliteit georganiseerd door Aquafin in domein De Ark van Noë, Kasterlee met wandeling, fietstochten, barbecue en randanimatie, meer info: chap’eau.be Ken uw watervoetafdruk! Een vistrap helpt vissen om stroomopwaarts te trekken. Stuur uw mooiste natuurfoto met water in de hoofdrol naar [email protected] en maak kans op een mooie prijs én publicatie in de volgende Aqua! Daardoor zijn typische trekvissen zoals de zeeforel en de Atlantische zalm zo goed als uitgestorven in Vlaanderen en hebben ook andere soorten het moeilijk. De Vlaamse Milieumaatschappij werkt nu aan een verbetering van de migratieroutes en bracht de migratieknelpunten in cruciale waterlopen in kaart. Ondertussen werden al 61 migratieknelpunten hersteld en volgen er nog 197. ● Bron: VMM Niet 120 liter maar 7400 liter water per dag verbruikt elke Belg, als we alle ‘verborgen’ water in voeding, kleding, toestellen enz. meetellen. Als we weten dat slechts 2,5 % van al het water op aarde zoet water is en dat maar een heel klein deeltje daarvan geschikt is voor menselijk gebruik, dan is het duidelijk dat we ons waterverbruik beter goed in de gaten houden. In België is er per persoon zelfs minder water beschikbaar dan in de meeste andere Europese landen. Dat komt vooral door onze hoge bevolkingsdichtheid en de grote oppervlakten verharding. Waar het grootste potentieel zit om water te besparen en uw voetafdruk te verkleinen vindt u op www.watervoetafdruk.be 22 AQUA 2014/3 Anders leren omgaan met Deze zomer kregen opnieuw verschillende Vlaamse regio’s af De werkelijke kans op overstroming was vaak kleiner, bijvoorbeeld omdat heel wat percelen in een straat nog niet bebouwd waren en dienst deden als extra buffer. Omdat de gebruikte neerslagparameters niet meer overeenstemden met de huidige buienpatronen, ging in 2012 een nieuwe ontwerpcode van kracht. Sinds dan moeten riolen ontworpen worden om een bui aan te kunnen die zich statistisch slechts eens om de twintig jaar voordoet. te rekenen met wateroverlast als gevolg van zware regenbuien. Het wordt steeds duidelijker dat we onze ruimtelijke ordening zullen moeten aanpassen aan een veranderend weerpatroon. W ie de neerslaggegevens van de laatste dagen van juli raadpleegt, kan er niet naast kijken. Op enkele uren tijd viel er in bepaalde gemeenten meer dan 45 mm neerslag. Helaas worden dit soort “extreme” buien hoe langer hoe meer “normaal” als gevolg van de klimaatverandering. Niemand kan exact voorspellen hoe de situatie zal evolueren maar het is wel zeker dat we in onze contreien in de toekomst rekening moeten houden met nog meer en fellere buien. We kunnen dus maar beter voorbereid zijn. Ontwerprichtlijn riolen aangepast Bij het ontwerp van riolen wordt voor het bepalen van de diameter uitgegaan van een extreme toestand op basis van neerslagstatistieken. Het regenwaterdebiet waarmee in het ontwerp rekening wordt gehouden, staat in verhouding tot de veiligheid die men wenst in te bouwen en is bij wet vastgelegd in een ontwerpcode. Standaard zijn de riolen die vandaag in de grond zitten voorzien op een bui die zich statistisch maximaal één keer om de vijf jaar voordoet. De huidige riolen zijn niet voorzien op de veel extremere neerslaghoeveelheden die we de laatste jaren te verwerken krijgen. Rekening houdend met de doorlooptijd van een rioleringsproject, zullen de eerste riolen volgens de nieuwe richtlijn pas vanaf nu worden aangelegd. “Wel toetsen we elk project dat nog werd ontworpen volgens de oude richtlijn eerst aan de nieuwe code vooraleer we het uitvoeren,” vertelt Krista Decat, groepsleider Visie bij Aquafin. “Met onze simulatiemodellen kunnen we het risico op wateroverlast bepalen en indien nodig vragen we een aanpassing van de diameter of stellen we aanvullende maatregelen voor zoals bijvoorbeeld noodoverlaten. Dit geldt zowel voor de nog deels gemengde afvalwaterriolen als voor de regenwaterriolen. De stelling dat de capaciteit van een gescheiden rioleringsstelsel kleiner is dan dat van een gemengd klopt dus niet.” Stop het verharden De grootte van een riool aanpassen aan de verhoogde buienintensiteit kan enig soelaas bieden maar heeft ook zijn beperkingen. Wat met de bestaande riolering die nog volgens de oude code is ontworpen? Wat als het over 15 jaar nog harder regent en ook de nieuwe ontwerpcode niet meer volstaat? Moeten we overal grotere buizen aanleggen? Krista Decat: “Dat is maatschappelijk niet haalbaar. Riolen zijn erg duur, we hebben voor fortuinen onder de grond zitten. Het is dus geen optie om alles te vervangen door grotere diameters. Bovendien is de ruimte ondergronds beperkt. We zullen op een andere manier moeten leren omgaan met hemelwater, en dat vergt een mentaliteitswijziging. Waarom doen we niet meer beroep op de natuurlijke sponswerking van de ondergrond en laten we het hemelwater dat op de daken valt niet meer infiltreren? In grote delen van Vlaanderen is dat goed mogelijk, ook voor bestaande woningen. Bovendien heb je geen dure gescheiden riolering nodig om effect te hebben. Met iedere bijkomende infiltratievoorziening verhoog je terug het veiligheidsniveau.” “Elke dag bouwen we in Vlaanderen zes voetbalvelden vol”, kopte een Vlaamse krant in de periode waarin grote regio’s met de voeten in het water stonden. Samen met de klimaatverandering is de voortdurende toename van verharde oppervlakten in Vlaanderen de grootste oorzaak van wateroverlast. “Met elk perceel dat zonder infiltratievoorziening bebouwd wordt, verdwijnt een stukje reserve. Als bovendien die open ruimte dienst deed als buffer, wordt de zone rond dat gebied kwetsbaarder voor wateroverlast,” weet Krista Decat. “Hoe vaak zien we niet dat er toch wordt gebouwd op percelen die overstromingsgevoelig zijn? Als de eigenaars het perceel ophogen om zichzelf veilig te stellen, wordt het probleem alleen maar verschoven.” Het beleid rond integraal waterbeheer heeft daarom zogenaamde ‘signaalgebieden’ gedefinieerd. Dat zijn gebieden die volgens het gewestplan een ‘harde’ bestemming hebben en dus kunnen bebouwd worden, maar die momenteel bij veel neerslag dienst doen als waterbuffer. Het is de bedoeling dat voor elk signaalgebied wordt beslist welke maatregelen nodig zijn, zoals specifieke bouwvoorschriften, compenserende maatregelen of zelfs een wijziging van de bestemming. ● 23 neerslag Rioolmodel spoort oorzaak wateroverlast op Aquafin beschikt over steeds betere hulpmiddelen en technieken om de oorzaak van wateroverlast in een bepaalde regio in kaart te brengen. “Vaak hadden we geen gedetailleerde gegevens van de bui die ter plaatse was gevallen. In het beste geval konden we onze rioolmodellen laten simuleren met de gegevens van de pluviometers die her en der in Vlaanderen staan opgesteld. Die geven goede informatie over de neerslaghoeveelheden, maar enkel op de plaats van de meting zelf. We pasten die gegevens dan toe op een ruimere omgeving,” legt Krista Decat uit. “Sinds kort beschikken we over de radargegevens van het KMI, die voor een breder gebied aangeven waar het exact hoeveel geregend heeft. We kunnen nu dus met de ‘echte’ bui werken, en krijgen met het rioolmodel een beter inzicht in de oorzaken die tot de wateroverlast geleid hebben. Dat kan een knelpunt zijn in onze of in de gemeentelijke infrastructuur, zoals bijvoorbeeld een verstopping. De oorzaak kan ook buiten de rioleringsinfrastructuur liggen, zoals het veel meer afwater van onverharde oppervlakten in hellende gebieden dan initieel werd aangenomen. Maar even goed kan er sprake zijn van een noodsituatie of ramp, waar geen enkel systeem tegen opgewassen is." Deze nieuwe wijze van modelleren is meteen een toegevoegde waarde in het opstellen van een hemelwaterplan. Gemeenten die kampen met lokale wateroverlast, kunnen door Aquafin een studie laten uitvoeren die bepaalt welke maatregelen nodig zijn en hoe de ruimte best wordt ingedeeld om het regenwater zo veel mogelijk uit de riolen te houden. HOEDJE AF VOOR de propere Kleine Nete CHAP’EAU zondag 28/09/2014 Ark van Noë Lichtaart (KASTERLEE) N IJG EE EN KR IS GORNSAUMTPTIEE! C Schrijf je in via Geniet van een dagje sport en ontspanning rond de schoonste waterloop van Vlaanderen. -,+*+))*('&%)$)&#*")! * * * )&#*'')&*,*+,&!'&)&* * * * * ,&)*&'*'$*%'!* * * * * ,!)&**+))*''&**%)*'))* * * * * * * * '&*)!*&,! * * )*!)'+*$&'' * * ),'& ))%*%,, * &** '+)&()&*+)! * **, * * & #* * !''!*#*'! * * )$'' www.chap-eau.be