WATEROVERLAST, EEN PROBLEEM VAN DE RIVIER OF DE

advertisement
Aqua
werken aan zuiver water
DRIEMAANDELIJKS INFORMATIEBLAD VAN AQUAFIN • 2011/1
Minder stikstof en fosfor naar
de waterlopen in 2010
Vlaamse expertise wordt in
Nederland gewaardeerd
4
12
WATEROVERLAST, EEN PROBLEEM
VAN DE RIVIER OF DE RIOOL?
WATERZUIVERING
VANUIT EEN INTEGRALE VISIE
Waarschuwende berichten over de kwaliteit en de beschikbaarheid
De technische plannen voor de uitvoering
van zoet water zijn niet meer uit het nieuws weg te denken.
van onze infrastructuurwerken, worden
Elke krant of tijdschrift heeft de jongste jaren waterdossiers
ook altijd geëvalueerd door de bevoegde
samengesteld om de nood aan een wereldwijd duurzaam
bekkencomités.
waterbeleid onder de aandacht te brengen. Naast de druk op de
actoren die een rol spelen in het
waterlopen door de toenemende vraag naar water van de mens,
waterbeheer, wat ons de zekerheid geeft
zorgt ook de klimaatverandering voor een verandering in het
dat een project vanuit alle invalshoeken
aanbod van water. De jongste jaren worden de weersextremen
bestudeerd is.
Daarin
zetelen
alle
sterker en komen periodes van droogte en overstromingen vaker
voor. Op p. 8 leggen we uit hoe de interactie tussen riool en rivier
Binnen de watersector ontstaan er steeds meer synergieën,
in verschillende seizoenen precies in elkaar zit.
die elk mee uitvoering geven aan het integrale waterbeleid van
de Vlaamse Overheid. In maart jl. trad Aquafin toe tot rio-link,
Een duurzaam waterbeleid is per definitie ook een integraal water-
de saneringsdivisie van water-link, opgericht door de drink-
beleid. Water houdt immers geen rekening met de administratieve
watermaatschappijen AWW en TMVW (p. 16). Via deze onderlinge
grenzen die de mens heeft afgebakend. Een integraal waterbeheer
samenwerking bundelen drie grote spelers in de watersector hun
moet worden opgebouwd vanuit de watersystemen zelf, met
kennis en ervaring voor een effectieve dienstverlening aan de
hun fauna en flora, oevervegetatie en -bewoning. Ook Aquafin
burger en de Vlaamse gemeenten. Onze eerste prioriteit blijft
werkt vanuit een integrale benadering. We hebben onze
natuurlijk de uitvoering van de Europese kaderrichtlijn water bij
structuur georganiseerd volgens de 11 hydrografische bekkens
werken voor het Vlaamse Gewest en de gemeenten.
INHOUD
in Vlaanderen.
4
Minder stikstof en fosfor naar de waterlopen
11
Rioolwater als warmteleverancier?
in 2010
In een stedelijke omgeving kan de warmte
De zuiveringsinfrastructuur die Aquafin voor
die nog aanwezig is in de riolen nuttig worden
het gewest beheert, is in de loop der jaren steeds
hergebruikt. Aquafin onderzoekt mee de
omvangrijker geworden. Tegelijk worden de
voordelen voor het milieu van een toepassing
normen waaraan het gezuiverde water moet
op grote schaal.
voldoen strenger. Toch blijft het bedrijf goede
resultaten voorleggen.
12
Vlaamse expertise wordt in Nederland
gewaardeerd
8
Wateroverlast, een probleem van de rivier
Waterschapsbedrijf Limburg liet ons dochter-
of de riool?
bedrijf Aquaplus onderzoeken hoe twee grote
Bij langdurige of hevige regenbuien, houden
rioolwaterzuiveringsinstallaties met slimmere
steeds meer mensen de adem in. De oorzaken
sturingen van het zuiveringsproces energie
van de toenemende wateroverlast zijn divers,
kunnen besparen.
maar onze ruimtelijke ordening en de toenemende
klimaatverandering spelen duidelijk een rol.
3
AQUAFIN DOET
ZIJN WERK GOED
Aquafin wordt beoordeeld op de kwaliteit
van het beheer van de volledige zuiveringsinfrastructuur. De zuiveringsresultaten van
het aangevoerde rioolwater vormen
natuurlijk een belangrijke indicator (p. 4).
Ondanks de strenger wordende normen
en de steeds toenemende zuiveringsinfrastructuur, geven de meest recente
cijfers aan dat Aquafin zijn werk goed doet.
We zijn dan ook trots op de knowhow die
we de voorbije 20 jaar opgebouwd hebben
en op het vertrouwen dat we van onze
opdrachtgever en klanten krijgen.
l
Om toe te zien op de werking van de zuiveringsinfrastructuur in
Luc Bossyns
Gedelegeerd bestuurder
Vlaanderen, ontwikkelde de Vlaamse Milieumaatschappij samen met
Aquafin een indicatorenkader, dat de kwaliteit van het beheer
van de bovengemeentelijke infrastructuur in cijfers uitdrukt.
De opdracht van Aquafin werd vertaald naar vijf indicatoren: functioneren de belangrijke
pompstations op het rioolstelsel zoals het moet; werken de overstorten op het
14
Zwartkeellijster lokt internationale
rioolstelsel niet meer dan verwacht; wordt de capaciteit van de pompen en vijzels
vogelspotters
van de rioolwaterzuiveringsinstallaties voldoende benut; wordt het water daar
Tot afgelopen december kende zo
voldoende gezuiverd; en speelt Aquafin goed in op incidenten die zich voordoen in
goed als niemand de zwartkeellijster.
de waterzuiveringsinfrastructuur.
Toen werd één exemplaar plots
een TV-vedette, zo vertelt natuur-
Op dit ogenblik worden de opgesomde indicatoren al berekend voor 72 zuiverings-
fotograaf Misjel Decleer.
gebieden. Samen omvatten ze ongeveer 70% van de Vlaamse inwoners die in de toekomst
op de centrale zuiveringsinfrastructuur aangesloten zullen zijn. Het indicatorenkader
16
Aquafin, AWW en TMVW samen
zal op termijn worden toegepast op 129 zuiveringsgebieden. Uit de recent gepubliceerde
in rio-link
resultaten voor 2009 blijkt dat Aquafin zijn score opnieuw verbetert ten opzichte
In maart 2011 trad Aquafin als partner
van het voorgaande jaar. Dat is hoofdzakelijk toe te schrijven aan een betere zuivering
toe tot rio-link, de saneringstak van
van het rioolwater. De indicator die de werking van de overstorten op het rioolstelsel
het servicebedrijf water-link.
evalueert, is licht verslechterd t.o.v vorig jaar. Op de werking van de overstorten wordt
Aquafin wel niet beoordeeld. Die is vaak het gevolg van factoren waar het bedrijf
geen volledige impact op heeft, zoals de verdunning van het afvalwater met
regenwater in het rioolstelsel.
l
4
MINDER STIKSTOF EN FOSFOR
NAAR DE WATERLOPEN IN 2010
De zuiveringsinfrastructuur die Aquafin
In 2010 voldeden 232 installaties (94,7%) aan alle opgelegde
voor het gewest beheert, is in de loop der
aan de normen voor gezuiverd afvalwater van de Europese richtlijn
emissiegrenswaarden. Vier zuiveringsinstallaties voldeden niet
Stedelijk Afvalwater. Negen andere zuiveringsinstallaties voldeden
jaren steeds omvangrijker geworden.
wel aan de Europese normen, maar niet aan de strengere Vlaamse
normen. In totaal voldeed van alle installaties één procent minder
Tegelijk worden de normen waaraan
aan alle normen dan in het voorgaande jaar, maar in absolute cijfers
ging het wel om negen installaties méér. De zuiveringsinfrastructuur
het gezuiverde water moet voldoen
van het gewest is het voorbije jaar namelijk nog verder uitgebreid.
strenger. Toch blijven we goede
Hoogste verwijderingsrendementen voor drie parameters
Per opgevolgde parameter wordt de vuilvracht berekend die op
resultaten voorleggen.
s
de zuiveringsinstallaties verwijderd is.
Het rioolwater wordt gezuiverd met behulp van actief slib. In deze slibmassa leven miljoenen micro-organismen,
die de vervuiling in het water als voedsel gebruiken.
5
Dat gebeurt door het verschil te tellen tussen de biologisch
behandelde vuilvracht en de restvuilvracht die nog in de waterloop geloosd wordt. Ten opzichte van 2009 stegen de verwijderde
vuilvrachten met 6% voor BZV en met 1% voor stikstof en fosfor.
De resultaten voor de parameters CZV en zwevende stoffen lagen
lager dan vorig jaar. Dat komt omdat de stijgingen en dalingen
hoofdzakelijk de vuilvrachten volgden, die in het rioolwater zaten
op het moment dat het op de zuiveringsinstallaties toekwam.
Het gemiddelde verwijderingspercentage van de vuilvrachten is
al sinds een paar jaren gestabiliseerd voor BZV (97%), CZV (89%)
en zwevende stoffen (95%). Voor stikstof en fosfor heeft de Vlaamse
Regering in 1995 een norm van 75% vastgelegd voor de totaliteit
van de openbare waterzuiveringsinstallaties. Deze targets werden
ook in 2010 gehaald met 79% voor stikstof en 83% voor fosfor.
Opnieuw meer vuilvracht aangevoerd en biologisch verwerkt
De gemeten vuilvrachten die op de zuiveringsinstallaties
aangevoerd worden, kunnen worden omgezet in het aantal
inwoners die al op de zuiveringsinfrastructuur aangesloten zijn.
Het Vlaamse Gewest telt ruim 6,1 miljoen inwoners.
u
MEER AFVALWATER GEZUIVERD
In 2010 werden elf nieuwe zuiveringsinstallaties opgeleverd:
in Sint-Antelinks, Roosbeek, Moorslede, Schorisse, Kallo, Pittem,
Berendrecht, Lennik-Varenbergbeek, Koekelare, LummenGeneiken en Westouter. Vijf zuiveringsinstallaties werden
gerenoveerd. Het gaat om de installaties in Brasschaat,
Vosselaar, Essen, Brecht en Stekene.
Om het afvalwater naar de zuiveringsinstallaties te transporteren
heeft Aquafin 113 km leidingen bijgelegd en 79 pompstations
gebouwd. Ook werden de eerste projecten in het kader van
het Lokaal Pact tussen het Vlaamse Gewest en de gemeenten
opgeleverd.
Eind 2010 had Aquafin in totaal 247 zuiveringsinstallaties
en 4.735 km leidingen in beheer. Van die leidingen is
3.555 kilometer door Aquafin zelf aangelegd. De overige
1.180 kilometer is overgenomen infrastructuur. Aquafin had
ook 1.174 bovengemeentelijke pompstations in beheer,
inclusief bergbezinkingsbekkens.
6
In 2010 bedroeg de zuiveringsgraad van het rioolwater in
Vlaanderen ongeveer 78%. Zonder de Vlaamse huishoudens
waarvan het afvalwater in de twee Brusselse zuiveringsinstallaties behandeld wordt, en zonder de vuilvracht van de
aangesloten bedrijven, zou nu de vuilvracht van zo’n 4,5 miljoen
inwoners op de zuiveringsinstallaties van Aquafin moeten
toekomen. Als we de vuilvrachten die in 2010 aangevoerd
werden herrekenen naar de dagelijkse theoretische vuilvracht
van elke Vlaming, blijkt dat dat daadwerkelijk het geval is.
Schattingen op basis van de vijf gemeten parameters, geven
een vuilvracht van 4,634 miljoen inwoners aan.1 De gegevens
over nutriënten geven een overschatting, de gegevens over
BZV en zwevende stoffen een onderschatting.
NORMEN VOOR GEZUIVERD
HUISHOUDELIJK AFVALWATER
Het gezuiverde afvalwater (effluent) moet aan bepaalde normen
voldoen, die afhankelijk zijn van de agglomeratiegrootte waarvoor
de installatie gebouwd is. Tot 2004 waren deze normen een kopie
van de Europese normen, opgelegd via de richtlijn Stedelijk
Afvalwater (ERSA). Op Vlaams niveau werden ze door een
Vlarem-wijziging tussen 2004 en 2006 verstrengd. Aquafin volgt
vijf parameters op: biologisch zuurstofverbruik (BZV), chemisch
zuurstofverbruik (CZV), totaal stikstof, totaal fosfor en zwevende
stoffen. Het biologische zuurstofverbruik geeft aan hoeveel
zuurstof bacteriën nodig hebben om op 5 dagen tijd bij 20°C
de organische vuilvracht in 1 liter gezuiverd afvalwater af te
breken. Bij hoge BZV-waarden ontwikkelen de bacteriën zich zo
snel dat het risico bestaat dat ze door hun ademhaling alle
LAGE OPERATIONELE KOST
T.O.V. DUITSE BENCHMARK
zuurstof uit het water opnemen. Het chemische zuurstofverbruik
geeft aan hoeveel zuurstof er nodig is om de aanwezige
vuilvracht volledig te oxideren. De parameter zwevende stoffen
Het Duitse Aquabench heeft de performantie van Aquafin op
geeft een maat voor de zwevende (niet oplosbare) stoffen die in
verschillende gebieden vergeleken met acht Duitse operatoren
het gezuiverde afvalwater mogen achterblijven. Te veel stikstof
in afvalwaterzuivering van verschillende grootte.
en fosfor in het water brengt een explosieve algenbloei op gang.
’sNachts onttrekken deze algen zuurstof aan het water, waardoor
Het viel te verwachten dat Aquafin pieken en dalen zou
vissen, waterplanten en andere organismen het moeilijk krijgen.
vertonen t.o.v. de Duitse operatoren, omdat we een buitenlands
bedrijf zijn dat per definitie anders is georganiseerd. Toch bleek
dat niet het geval te zijn. De prestaties van Aquafin pasten
mooi binnen de globale resultaten. Aquafin scoorde opvallend
goed op operationeel gebied, in onze kost per gezuiverd
inwonersequivalent. Ook het kostenaandeel van de ondersteunende processen is laag. De kosten voor slibverwerking
liggen rond het gemiddelde.
1 Voor het ontwerp van rioolwaterzuiveringsinstallaties wordt rekening gehouden met
de theoretische dagelijkse vuilvracht van elke Vlaming: 54 g BZV, 135 g CZV, 90 g zwevende
stoffen, 10 g stikstof en 2 g fosfor
7
Energieverbruik verlagen op de zuiveringsinstallaties
verantwoord kan worden gedaan, is de volgende stap de benodigde
Uit audits blijkt dat onze zuiveringsinstallaties qua energie-
energie zoveel mogelijk duurzaam opwekken. Als tijdens stap
verbruik efficiënt ontworpen zijn. Toch blijft het zuiveringsproces
twee onvoldoende stroom kan worden opgewekt, is stap drie de
behoorlijk intensief. De energiekost voor de zuivering van
‘eindige’ fossiele energiebronnen zo efficiënt mogelijk gebruiken.
afvalwater, bedraagt zo’n 25 miljoen euro per jaar, een vijfde
Op het gebied van on-line sturing van het zuiveringsproces, zijn we
van de totale operationele kost van Aquafin.
al bij de voorlopers in Europa. Sensoren voor zuurstof-, nitraat-,
ammonium-, fosfaat- en turbiditeitsmetingen, helpen om het
“Om het energieverbruik terug te dringen volgt Aquafin de filosofie
zuiveringsproces op de installaties zo precies mogelijk te sturen,
van de Trias Energetica”, verklaart energiemanager Bart De Deken.
zodat er geen kostbare energie verspild wordt.”
“Het model maakt gebruik van drie stappen, die achtereenvolgens
doorlopen moeten worden. De eerste en de belangrijkste stap is
Aquafin wil werk maken van een nog meer doorgedreven
energieverbruik vermijden. Elke kWh die we niet verbruiken, hoeft
energiebeheer. Het bedrijf wil vanaf 2010 jaarlijks minstens
namelijk ook niet opgewekt te worden. Wanneer dat niet meer
2% besparen op zijn energiefactuur. Een gestructureerde aanpak
heeft in het eerste jaar alvast resultaat
opgeleverd. “We hebben de vijf zuiveringsinstallaties geselecteerd die het meeste
potentieel hadden naar energiebesparing,
zonder te raken aan de zuiveringsresultaten.
De ingevoerde verbeteringen worden waar
mogelijk later ook doorgetrokken naar
andere installaties.”
Daarnaast wil Aquafin elk jaar nog
eens 500.000 euro aan energieprojecten
besteden. In 2010 werd voor ruim
650.000 euro aan projecten gedefinieerd.
Wanneer ze in de loop van 2011 allemaal
uitgevoerd zijn, zullen ze een besparing
opleveren van in totaal 746.500 euro
per jaar.
s
Onze gasmotoren produceerden 40% méér groene elektriciteit.
l
8
Bij langdurige of hevige regenbuien, houden steeds
meer mensen de adem in. Waterlopen treden vaker
buiten hun oevers en ook riolen kunnen het water
niet altijd voldoende afvoeren. De oorzaken van
de toenemende wateroverlast zijn divers,
maar onze ruimtelijke ordening en de toenemende
klimaatverandering spelen duidelijk een rol.
WATEROVERLAST,
EEN PROBLEEM VAN DE RIVIER
OF DE RIOOL?
Langdurige regenval leidde in november 2010 tot ernstige water-
Het waterbeleid in België is te versnipperd om van een echt
overlast in grote delen van Vlaanderen en Wallonië. Het nieuwe
integraal waterbeheer te kunnen spreken en de betrokken
jaar begon in België opnieuw met waterellende. In januari
instanties hebben te weinig slagkracht. Bovendien voorzien we
bereikte het waterpeil kritieke hoogten in het Demerbekken en
te weinig ruimte voor water. Het VITO bestudeerde de impact
trad de Dender buiten haar oevers. Lokaal kwam er ook rioolwater
van ruimtelijke inplanting op overstromingen. Terwijl in 1976
op straat te staan.
nog 7,2% van Vlaanderen bebouwd was, gaat het nu al om 20%.
Als deze evolutie zich voortzet, gaat het in 2050 om 41,5%.
De Commissies Leefmilieu/Ruimtelijke Ordening en Openbare
Werken/Infrastructuur van het Vlaams Parlement organiseerden
Meer bebouwing betekent nog meer verharde oppervlakte,
in februari een reeks hoorzittingen, waarop de verschillende
met nog minder kans tot infiltratie van het water in de bodem.
partijen aan bod kwamen die rechtstreeks of zijdelings met
Ook de klimaatverandering heeft een rechtstreekse invloed op
integraal waterbeheer te maken hebben. Over een aantal punten
de hoeveelheid water die in de waterlopen terecht komt.
waren alle gehoorde partijen het eens.
9
Tegenwoordig zijn onze winters natter dan vroeger, doordat er in
is de waterstand in beken en rivieren sowieso hoger, doordat het
verhouding meer neerslag valt over langere periodes. De zomer-
over langere periodes regent dan in de zomer. Soms verhindert de
periode is juist droger geworden. Er valt dan minder neerslag,
hoge beekstand de werking van de nooduitlaten op de riool.
maar de buien zijn wel een stuk intenser dan vroeger.
Daardoor verhoogt de druk in het hele rioolstelsel, met als
gevolg dat het water op verschillende plaatsen de straat
Zomer- en winterneerslag
opstroomt. Een bui die lang niet zo hevig is als een zomers
Professor dr. ir. Jean Berlamont, hydraulicaspecialist aan de
onweer, kan bij hoge waterstanden dus toch voor aanzienlijke
KULeuven, wees net zoals Aquafin op de verschillende gevolgen
wateroverlast zorgen.
van zomerse en winterse neerslag voor de rivier en de riool.
Ruimte voor water
Het overgrote aandeel van de rioolstelsels in Vlaanderen zijn
In een dichtbebouwd land als België valt wateroverlast nooit
van het gemengde type. Dat betekent dat ze zowel afval- als
helemaal te vermijden. Toch kunnen er binnen een integraal
regenwater transporteren. Op die rioolstelsels zijn nooduitlaten
waterbeleid verschillende maatregelen genomen worden die
voorzien - overstorten - die een deel van het water gecontroleerd
het probleem verkleinen. Voor de hand liggend is niet bouwen
in een beek of rivier lozen, als het rioolstelsel bij een hevige bui te
in overstromingsgevoelig gebied, of ‘waterproof bouwen’.
vol geraakt. Volgens de code van goede praktijk voor het ontwerp
Voor zover het economisch verantwoord is, kan ook de bestaande
van een rioolstelsel, mag dat een beperkt aantal keer per jaar
bebouwing beschermd worden. Maar de belangrijkste oplossing
gebeuren. Slechts één keer om de vijf jaar mag het stelsel zo vol
is toch ruimte voorzien voor water.
komen te zitten, dat het water een uitweg zoekt naar de straat.
Kunstmatige buffers op de waterlopen
t
Werkende overstort op de riool.
t
kunnen heel wat waterellende voorkomen.
Tegenwoordig doen er zich in de zomer vaker korte maar hevige
En dan kan echt, volgens Prof. dr. Patrick Meire van de onderzoeks-
onweders voor. Die buien zorgen met grotere regelmaat dan
groep Ecosysteembeheer aan de Universiteit Antwerpen, als we
één keer om de vijf jaar voor wateroverlast. Dat komt omdat de
een multifunctioneel gebruik van het landschap voorzien.
capaciteit van het rioolstelsel berekend is op basis van historische
Om wateroverlast te verminderen, moeten we neerslag waar
neerslaggegevens, en niet op basis van het huidige veranderende
mogelijk in de bodem laten infiltreren en het extra debiet op
neerslagpatroon. De Code van Goede Praktijk wordt op het
de waterloop bufferen.
moment wel door de overheid herzien. Er ligt een voorstel op tafel
om de rioolcapaciteit voor toekomstige investeringen zodanig
Maatregelen inzake rioleringsaanpak
te berekenen, dat er statistisch gezien nog maar om de 20 jaar
De gescheiden rioleringsstelsels die tegenwoordig worden
een bui valt die niet door het rioolstelsel verwerkt kan worden.
aangelegd, hebben als voordeel dat hemelwater en huishoudelijk
Een capaciteitsvergroting sluit ook beter aan bij Europese normen
afvalwater niet gemengd worden. Toch voorkomt het regenwater
en bij de gehanteerde retourperiodes van het Rampenfonds.
via een aparte buis afvoeren op zich geen wateroverlast. De afvoer
via zo’n buis naar een waterloop, gaat immers behoorlijk snel. u
Wateroverlast in de winter is meestal het gevolg van een gebrek
aan bergings- en afvoercapaciteit op de waterlopen. In de winter
10
Het teveel aan rioolwater wordt dan tijdelijk geborgen in zo’n
bekken, tot de waterstand in de riool weer laag genoeg is en het
water in het bekken naar de zuiveringsinstallatie kan worden
gevoerd. Maar als het om zeer hevige of langdurige buien gaat,
zijn de volumes die in dit soort bekkens gebufferd worden, opnieuw
te klein om echt significant te zijn in de strijd tegen wateroverlast.
Buffering op de waterlopen zelf is een veel betere maatregel.
Vroeger was het wegens de slechte waterkwaliteit onmogelijk
om natuurlijke of kunstmatige buffers op waterlopen te voorzien.
Het water dat in een overstromingsgebied terecht kwam, liet te
veel vervuiling achter en maakte de grond onbruikbaar voor andere
doeleinden. Door de uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur in
Vlaanderen, is het water dat naar een overstromingsgebied wordt
afgeleid, steeds minder vervuild. Van 1990 tot nu is het aantal
inwoners aangesloten op de waterzuiveringsinfrastructuur in
Vlaanderen al gestegen van 30% naar 78%. Waterzuivering is dus
niet alleen goed voor de natuur, maar ook een noodzaak binnen
het integraal waterbeleid om wateroverlast aan te pakken.
Om wateroverlast te verminderen, moeten we neerslag
l
u
zo veel mogelijk in de bodem laten infiltreren.
Het regenwater opvangen in waterputten voor later hergebruik
is goed voor de natuur, maar helpt ook niet substantieel tegen
wateroverlast. Het debiet in de riolering vermindert hoogstens
zozeer dat de noodoverlopen op het stelsel minder vaak werken.
Dat is natuurlijk een goede zaak voor de fauna en flora in en rond
de beek. Maar bij echt felle zomeronweders, is het volume dat
niet naar de riolering afstroomt te klein om effectief te
zijn tegen wateroverlast.
Bij infiltratie van regenwater in de bodem, zijn de volumes die
niet naar de riolering afstromen wél significant. Infiltratie is
mogelijk via verschillende systemen, zowel op particulier als op
openbaar domein. De insijpeling van hemelwater in de grond gaat
MAATREGELEN TEGEN OVERSTROMINGEN EN VERDROGING
GAAN HAND IN HAND
véél trager dan de directe afstroming van de oppervlakte naar een
waterloop, of de afvoer via een buis. Infiltratie is natuurlijk alleen
Door de klimaatverandering vermindert de totale neerslag in
mogelijk op plaatsen waar de grondwaterstand voldoende laag is
de zomer, maar de buien die zich voordoen worden wel steeds
en de grond goed doordringbaar is. Zelfs de afvoer via grachten
feller. Globaal gezien zal het in de zomerperiode steeds droger
heeft dan een zekere infiltrerende werking.
worden in België. Dat heeft een duidelijk effect heeft op
de grondwater tafel. Meer verdroging draagt bij tot
Buffering van water op riolering zelf is een optie die wel eens
een vermindering van de waterkwaliteit en van de ecologie
overwogen wordt, maar ze is duur en veelal weinig effectief.
in de riviervallei, problemen voor de scheepvaart en voor
Ook de impact van bergbezinkingsbekkens op het rioolstelsel,
de drinkwaterproductie, een verminderde mogelijkheid tot
wordt vaak overschat als maatregel tegen wateroverlast. Bij buien
irrigatie, etc. Het water van buien opvangen en infiltreren,
die niet te zwaar zijn, vermindert dit soort bekkens wel de werking
voorkomt dus niet alleen waterschade, maar gaat ook de
van de overstorten op de riolen.
verdroging van de grondwatertafel tegen.
11
RIOOLWATER
ALS WARMTELEVERANCIER?
In een stedelijke omgeving kan
Badwater of water uit de wasmachine is nog warm op het moment dat het in de riool
verdwijnt. De aanwezige energie kan prima gebruikt worden voor bijvoorbeeld de
de warmte die nog aanwezig is in
verwarming van gebouwen of leidingwater. Maar wat zou het effect zijn van warmterecuperatie op grote schaal? Zijn er alleen baten, of ook kosten voor het milieu? Voor een
de riolen nuttig worden hergebruikt.
beter zicht op het totaalplaatje, voert Aquafin samen met tien andere partners het
Interreg-onderzoeksproject INNERS uit. Verschillende onderzoeksinstellingen en
Aquafin onderzoekt samen met tien
waterschappen nemen deel, net zoals Vlario (het overlegplatform voor de afvalwaterzuiverings- en rioleringssector in Vlaanderen), de stad Lille en het Engels district Kirklees.
andere partners de mogelijke
Het aandeel van Aquafin is een studie van de impact op het zuiveringsproces van
voordelen voor het milieu van
de onttrekking van warmte-energie uit rioolwater. We zullen een model opmaken
dat het effect voorspelt op de kwaliteit van het gezuiverde water en op het energie- en
een toepassing op grote schaal.
chemicaliënverbruik tijdens het zuiveringsproces. Verder zullen we nagaan in hoeverre
het temperatuurverschil de uitstoot van het broeikasgas N2O beïnvloedt. Met al die
input kunnen we een levenscyclusanalyse opstellen, waaruit moet blijken of het
hergebruik van de warmte in de riolen een goede keuze is om het milieu te ontlasten.
Voor steden is het einddoel een energieneutrale of zelfs energieproducerende
waterkringloop.
l
12
VLAAMSE EXPERTISE WORDT
IN NEDERLAND GEWAARDEERD
De voorbije jaren heeft Aquafin veel ervaring opgebouwd
met de online sturing en modelopbouw van afvalwaterzuiveringsinstallaties. Dat is ook in het buitenland niet
onopgemerkt gebleven. Waterschapsbedrijf Limburg liet
ons dochterbedrijf Aquaplus onderzoeken hoe twee grote
rioolwaterzuiveringsinstallaties met slimmere sturingen
energie kunnen besparen.
Nederland behoort in Europa bij de koplopers
Het Nederlandse Waterschapsbedrijf Limburg (WBL), een
op het gebied van waterbeheer en water-
uitvoeringsorganisatie van de Limburgse waterschappen Peel
zuivering. Onze noorderburen hebben ruim
& Maasvallei en Roer & Overmaas, zuivert het afvalwater van
dertig waterschappen, die voor veilige dijken
alle Limburgse gemeenten. Daarvoor heeft het achttien water-
en het beheer van natuurlijke watersystemen
zuiveringsinstallaties in dienst. Het bedrijf wil de zuiverings-
zorgen. Samen hebben ze ongeveer 450
prestaties van zijn installaties graag maximaliseren, en tegelijk
rioolwaterzuiveringsinstallaties in gebruik.
de operationele kosten verminderen. En daar komt een
Sommige installaties zijn vrij klein, andere
doorgedreven modellering en kennis van online sturing van het
behandelen het water van soms wel een
zuiveringsproces aan te pas. WBL zocht de nodige expertise in
miljoen huishoudens. Zo goed als alle huis-
Nederland, Duitsland en Vlaanderen. Uiteindelijk koos het bedrijf
houdelijke afvalwater wordt er gezuiverd.
voor een samenwerking met Aquafin.
Op gebied van online sturing van zuiverings-
Bert Speetjens, manager van het team IT en Innovatie binnen WBL,
processen speelt Aquafin dan weer een
bevestigt: “Na enkele verkennende gesprekken gaven we vorig jaar
voortrekkersrol. Sensoren voor zuurstof-,
aan Aquaplus de opdracht om een haalbaarheidsstudie uit te
nitraat-, ammonium-, fosfaat- en turbiditeits-
werken voor twee van onze grotere installaties. RWZI Maastricht-
metingen, helpen om het zuiveringsproces
Limmel en RWZI Hoensbroek behandelen respectievelijk het
op de installaties zo precies mogelijk te
afvalwater van 163.000 en 319.000 inwoners. Via deze opdracht
sturen, zodat er geen kostbare energie
benutten we de expertise die Aquaplus als dochterbedrijf van
verspild wordt. Om de ideale instellingen te
Aquafin in Vlaanderen heeft opgebouwd in de huishoudelijke en
berekenen, bouwen we dynamische modellen
industriële waterzuivering.”
op. De uitgevoerde berekeningen resulteren
vaak in besparingen op werkingskosten van
5% tot 10%.
13
Duurzaam project
Gunther Parmentier, die het projectteam van Aquafin leidde,
licht de studies toe: “Doordat RWZI Maastricht-Limmel zwaar belast
is qua reactorvolumes, waren de mogelijkheden voor energiebesparing op het eerste gezicht beperkt. We merkten echter dat
de luchtverdeling over de verschillende beluchtingsvelden verbeterd
kon worden. Uit de simulaties bleek dat met een investering van
ongeveer 105.000 euro het zuiveringsproces beter gestuurd kan
worden, met behoud van de kwaliteit van het gezuiverde water.
Het resultaat is een meer eenduidige sturing en een besparing van
ongeveer 26.000 euro per jaar op de werkingskosten. De investering
betaalt zich dus terug over een viertal jaar. Voor RWZI Hoensbroek
zijn verschillende scenario’s mogelijk, zo bleek uit de simulaties.
Alleen al met een andere sturing van de beluchting, wat weinig
inspanningen en geld kost, is het mogelijk om elk jaar voor bijna
50.000 euro energie te besparen. Als ook de voortstuwcapaciteit
verhoogd wordt, kan dat bedrag nog meer dan verdubbeld worden.”
AQUAFIN DEELT
IN DE PRIJZEN MET
EUROPEES PROJECT
OpenMI-Life
Innovatietechnoloog Andries Vonken, die voor het waterschapsbedrijf de opdracht opvolgde, is tevreden. “Op basis van de uitgewerkte
Onze onderzoeksafdeling werkte de voorbije jaren mee
scenario’s en de terugverdientijden van de investeringen, zullen we
aan een Europees project voor de ontwikkeling en
nu beslissen welke optimalisaties we zullen uitvoeren.”
praktische toepassing van een software standaard,
die verschillende wetenschappelijke disciplines beter
met elkaar laat communiceren. De Europese
Commissie is zeer tevreden met het resultaat.
Voor de uitvoering van de kaderrichtlijn Water moet een
riviersysteem als geheel worden bekeken. We moeten rekening
houden met lozingen uit riolen bij hevige regen, maar ook
met het natuurlijke hydrologisch gedrag van de rivier,
de kwetsbaarheid van de ecologie, de vereisten voor de
scheepvaart, enzovoort. Binnen alle disciplines wordt gewerkt
met modellen die de werkelijkheid simuleren. Om een verhoogde
s
samenwerking tussen wetenschappers mogelijk te maken,
RWZI Hoensbroek.
moeten die verschillende modellen en softwareprogramma’s
“Enerzijds besparen we geld, maar anderzijds zullen meer
goed kunnen samenwerken.
eenvoudige en beter begrijpbare regelingen binnen ons bedrijf ook
Onze bijdrage aan de OpenMI-Life standaard was een praktische
zorgen voor een betere arbeidsbeleving en minder CO2-uitstoot.
Het totale project sluit dus nauw aan bij ons engagement voor
toepassing voor de koppeling van rivier- en rioolmodellen in
duurzaam ondernemerschap.”
het Dijlebekken, in samenwerking met de afdeling Operationeel
Waterbeheer van de Vlaamse Milieumaatschappij.
Voor Aquafin is de samenwerking met het Waterschapsbedrijf
Limburg een mooie bevestiging van ons kunnen, die ook past in
Volgens de Europese Commissie behoort OpenMI-Life tot de
de strategie van de Vlaamse overheid om de opgebouwde kennis
beste 14 projecten die in 2010 werden afgewerkt en geëvalueerd
van Aquafin in het buitenland te valoriseren.
binnen het LIFE-Environment subsidieprogramma.
l
l
14
ZWARTKEELLIJSTER
LOKT INTERNATIONALE
VOGELSPOTTERS
Tekst en fotografie: Misjel Decleer
Tot voor kort had zo goed als niemand in Vlaanderen
s
van de zwartkeellijster gehoord. Na reportages in het
De volgende ochtend staan er al een honderdtal mensen met
De zwartkeellijster.
kijkers, telescopen en teleobjectieven op straat om een glimp van
nieuws op Eén, Terzake en Man bijt hond afgelopen
de dwaalgast op te vangen. Rond 9 uur wordt Filip verrast door
het bezoek van de lokale tv-zender Focus. Op donderdag volgen
december, doet de soortnaam misschien toch
nog twee tv-ploegen, van Man bijt hond en Terzake, en daarna
volgen de interviews elkaar op: Q-music, Radio 2, Nostalgie,
een belletje rinkelen.
Het Nieuwsblad, De Morgen, De Standaard en uiteindelijk zowat
alle kranten.
Twitchers
Het verhaal begint op dinsdag 7 december 2010. Filip, een vogelaar
Als ik Het Journaal van 19 uur opzet, hoor ik over een zwart-
uit Loppem, merkt rond de middag in zijn tuin een vogel op ter
keellijster in de Karekietlaan in Loppem. Ik weet meteen bij wie
grootte van een merel, met een zwarte borstband. Hij heeft zijn
ik moet zijn. Als ik aankom, zit er zo’n twintig man in de keuken
vogelgids al honderden keren doorgenomen en beseft onmiddellijk
van Filip en staat de telefoon roodgloeiend. Vogelaars uit de
dat hier een zeldzaamheid van formaat rondhuppelt: een zwart-
Benelux, Zwitserland, Frankrijk en Duitsland rijden honderden
keellijster. Hij zet zijn waarneming op een vogelforum van
kilometers om deze soort aan hun ‘lifelist’ te kunnen toevoegen.
Natuurpunt en verwittigt een bevriend vogelaar.
In vogelaarstermen worden ze ‘twitchers’ genoemd.
15
Twitchen is een relatief nieuwe ‘sport’, ontstaan door de
Ecologische tuin
grotere bewegingsvrijheid en de toegenomen vrije tijd in onze
Hoe komt hij nu in de tuin van Filip terecht? Natuurliefhebbers
moderne samenleving. Tot in de jaren ‘70 werden vogels vooral
leggen tuinen aan met de bedoeling er de biodiversiteit te
geobserveerd in de onmiddellijke omgeving. Vandaag worden
vergroten: nectarhoudende kruiden moeten insecten lokken en
bijzondere waarnemingen in een mum van tijd via tal van
bessenstruiken vogels, terwijl ruigtes kleine zoogdieren als
communicatiesystemen en mobieltjes doorgezonden naar
muizen en egels onderdak bieden. Filip heeft heel wat rijkelijk
grote vogelaarsbestanden.
bloeiende struiken gelderse roos aangeplant, die hij midden in de
zomer snoeit omdat ze dan in het najaar veel bessen produceren.
Ik loop via een haagje naar de rand van de achtertuin, waar ik
Terwijl ik dit neerschrijf zit ik aan zijn keukentafel met één oog op
nog net een lijster zie opvliegen. Ik spreid de poten van
de tuin gericht, waar vetbollen, nootjes, zaden en bessen zorgen
het statief om een laag standpunt te betrekken, bevestig een
voor een rijkelijk gedekte vogeltafel.
camera op het 800 mm ‘kanon’ en zet me achterin, bewegingloos als een monnik. De lucht is betrokken en het licht schaars.
De vogel is inmiddels schuwer geworden dan voorheen en
kiest voortdurend de meest veraf gelegen appels in de tuin.
Uren zit ik stil tot mijn lijf verkleumt, het licht vervaagt en de
hemel niet de minste schakering meer vertoont. De vogel
observeert me vanuit een oude els, van waaruit ze ook raids
naar de tuin van de buren maakt. Ik neem een pauze en lees
wat ik over de soort vinden kan.
De laatste zwartkeellijster werd in Vlaanderen waargenomen
in 1936, dus 74 jaar geleden! Er is dus weinig kans dat er nog
een Vlaming rondloopt, die deze vogel heeft gezien in eigen
streek. De soort is onder andere bijzonder omdat er een
oosters en westers geografisch ras bestaat. Daar ging men
althans tot zeer recent algemeen van uit.
Staartmezen bengelen er
regelmatig in trosjes aan
de nootjes en het vet in
gezelschap
van
pimpel-
kool- en kuifmezen, terwijl
een viertal soorten vinken
zich op de zaadjes storten. En verder zijn er heggemusjes,
koninkjes, sijsjes, boomkruipers, roodborstjes... en nu dus
een verrassing als de zwartkeellijster.
Kijken naar al deze vogels geeft me de energie en de
levensvreugde om alle moeilijkheden te overwinnen. Echt en
De oosterse variant heeft een rode keel, de westerse een zwarte.
ideale manier om de sombere en korte winterdagen door te
In de overlappende zone hebben jonge vogels dikwijls kenmerken
komen. Take a tip from one who’s tried.
van beide ondersoorten. Daarna kleuren ze uit naar één van
beide geografische rassen. DNA-onderzoek moet ons daarover
wijzer maken.
l
16
AQUAFIN,
AWW EN TMVW
SAMEN IN
RIO-LINK
In maart 2011 trad Aquafin als partner toe tot rio-link,
Via rio-link kan de knowhow die Aquafin doorheen de jaren
opbouwde in de schoot van het Vlaamse Gewest, op grotere
de saneringstak van water-link. Via deze overeenkomst
schaal en in meer gemeenten worden toegepast. Onder andere
de operationele ervaring en de gebiedskennis van Aquafin zijn voor
zal het bedrijf rioleringsopdrachten uitvoeren in het
rio-link een belangrijke toegevoegde waarde. Aquafin zal binnen
de samenwerking dan ook vooral het projectmanagement en
hele werkingsgebied van drinkwatermaatschappijen
de exploitie-opdrachten voor
zijn rekening nemen.
l
AWW en TMVW.
In 2010 richten drinkwatermaatschappijen AWW en TMVW de
cvba Waterlink op, een servicebedrijf dat watergerelateerde
producten en diensten aanbiedt aan huishoudelijke klanten,
gemeenten en aan de industrie. In maart trad Aquafin als
partner toe tot rio-link, de saneringstak van de vennootschap.
Zowel TMVW, AWW als Aquafin zijn vandaag actief op de
markt van het gemeentelijk rioleringsbeheer, naast nog heel
wat andere spelers. Dat deze drie grote bedrijven uit de Vlaamse
V.u.: Luc Bossyns, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar
Ombudsman: 0472 450 450, [email protected]
Noodnummer buiten de werkuren: 0800 16 603
Aquafin NV
tel. 03 450 45 11, fax 03 458 30 20, [email protected], www.aquafin.be
Gratis abonnement op Aqua op schriftelijke aanvraag.
watersector hun krachten nu bundelen, is een belangrijke stap
in de richting van het integraal waterbeheer.
Met een klik op de werf
U kan de uitvoering van de rioleringsprojecten van Aquafin opvolgen
De synergie tussen de rio-link-partners levert een belangrijk
via www.aquafin.be, onder 'werken per gemeente'.
voordeel op voor de burger, omdat voor dezelfde dienstverlening
Aqua wordt gedrukt op milieu-vriendelijk papier.
het aantal spelers met eigen kostenstructuren vermindert.
Fotografie: Aquafin, Jan Locus, FotoVDB
Download