Praktijkboek

advertisement
MOS
Access 2013
Praktijkboek
Basisprincipes
De databases
Maken van een database
Het theater
Normaliseren en relaties
Het tijdschrift
Selectie- en actiequery’s
Het assurantiekantoor
Formulieren ontwerpen
Het uitzendbureau
Rapporten ontwerpen
De voetbalclub
ISBN 978-90-5906-433-1
Macro’s
Automatiseren
Importeren of koppelen
De partyverhuur
9 789059 064331
Artikelnummer vbb46131404
MOS Access 2013
Praktijkboek
ISBN
978-90-5906-433-1
artikelnummer
vbb46131404
titel
MOS - Access 2013 Praktijkboek
versie
juli 2014
auteur
Anne Timmer-Melis
ontwerp
Studio Blanche
opmaak
vanbuurtICT
©
auteur
onderdeel van
www.vanbuurtict.nl
www.vbb-online.nl
EDUCATIEVE
UITGEVERIJ
[email protected]
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uit­­
gave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar
gemaakt, in enige vorm of op eni­ge wijze, hetzij elek­tro­nisch, mechanisch,
door fotokopieën, opnamen, of op enige andere wijze, zonder vooraf­gaande
schrif­telijke toe­s temming van de uitgever.
Ondanks de aan de samenstelling van de tekst bestede zorg kan de uitgever
geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen
voortvloeien uit enige fout, die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.
Inhoud
Om te beginnen
Oefenbestanden
De modules van Microsoft Access 2013
Wat is nieuw?
5
6
7
10
Basisprincipes
De databases
De basisprincipes van een database
Database modellen
SQL
De levenscyclus van een database
Zakelijke databases
Tot slot
14
14
17
18
20
22
Maken van een database
Het theater
De elementen van Access
Access starten
Maken van een database
Het bewerkingsvenster
Werkbalk Snelle toegang
Het lint
Aanvullende tabbladen
Verandering van het lint
Tabel ontwerpen en opslaan
Gegevenstype bepalen
Beschrijving toevoegen
Veldeigenschappen bepalen
Tabel aanpassen en testen op juiste invoer
Veld verwijderen
Veld toevoegen
Tabel sluiten
Database sluiten
Access afsluiten
Database openen
Tabellen raadplegen
Gegevens opzoeken en vervangen in een tabel
Tabel sorteren
Filteren
Record zoeken en verwijderen
Tabel opmaken
Totalen berekenen
Tabel afdrukken
Standaardlocatie
Vertrouwde locatie voor uw bestanden maken
Praktijkopdrachten
Tot slot
26
28
29
29
30
32
32
32
33
35
37
37
44
45
46
46
46
47
47
48
49
51
52
53
54
54
55
56
56
58
60
Selectie- en actiequery’s
Het assurantiekantoor
De query’s
84
De selectiequery
85
Query opslaan
87
Nieuwe query op basis van een bestaande
dynaset
88
Query opslaan met andere naam
89
Jokertekens gebruiken
89
Query met een parameter
90
Query wijzigen in query met twee parameters 92
Berekeningen in een selectiequery
93
Het berekenen van groepstotalen en
gemiddelden
94
Bijwerkquery
96
Toevoegquery
98
Verwijderquery
100
Tabelmaakquery
101
Kruistabelquery maken
102
Dubbele records zichtbaar maken
105
Query’s en koppelingen
107
Niet-gerelateerde records zoeken
114
Praktijkopdrachten
118
Tot slot
130
Formulieren ontwerpen
Het uitzendbureau
De formulieren van Access
Hoofd- en subformulier maken
Formulier bekijken en wijzigen in
ontwerpweergave
Formulier opmaken en anders indelen
Gegevens opzoeken met een keuzelijst
Onafhankelijk besturingselement invoegen
Keuzelijst met en zonder invoervak
Selectievak of keuzerondje toevoegen
Groepsvak maken
Tabvolgorde van besturingselementen
wijzigen
Eigenschappen van besturingselementen
Berekend besturingselement toevoegen
Expressies
Formulier met tabbladen
Formulier met opdrachtknoppen
Praktijkopdrachten
Tot slot
134
136
139
141
143
147
149
157
158
162
163
164
166
169
171
174
179
Rapporten ontwerpen
De voetbalclub
Normaliseren en relaties
Het tijdschrift
Normaliseren
Primaire sleutels toevoegen
Relaties aanbrengen
Wijzigen van de relaties
Relatie verwijderen
Relaties opslaan
Relatierapport maken
Bekijken van tabellen met relaties
Formulier bekijken met gerelateerde tabellen
Praktijkopdrachten
Tot slot
64
67
69
73
73
73
73
74
75
78
80
De optie rapporten
Rapport maken
Gekoppeld subrapport maken
Subrapport wijzigen of verwijderen
Records sorteren en groeperen
Groepering wijzigen, toevoegen in
rapportontwerp
Sortering toevoegen in ontwerpweergave
Sorteren en groepering verwijderen
Berekenen in groeperingen
Cumulatief totaal doorgeteld bij groepen
Pagina-einden forceren voor groepen
Eindtotaal en subtotaal berekenen
184
187
189
193
194
197
198
199
199
201
202
202
3
Rapport opmaken
Rapportkop- of voetteksten
Rapportkoptekst met gegevensveld
Rapportkopteksten en -voetteksten
verwijderen
Velden in rapport samenvoegen
Case
Etiketten maken
Problemen met printen
Praktijkopdrachten
Tot slot
203
205
208
209
210
211
216
220
221
225
Macro’s
Automatiseren
Het object macro
Macro maken
Macro gebruiken
Macro toewijzen aan opdrachtknop
Macro koppelen aan een besturingselement
Macro bewerken
Hulp bij het maken van een macro
Macrofouten
Praktijkopdrachten
Tot slot
230
231
232
234
236
239
239
239
240
240
Importeren of koppelen
De partyverhuur
Importeren of koppelen
Koppelen uit Excel
Een koppeling naar een tekstbestand maken
Gegevens importeren uit Excel
Gegevens uit een tekstbestand importeren
Praktijkopdrachten
Tot slot
Index
4
244
245
249
252
255
257
259
262
 
Om te beginnen
Voor wie zijn deze modules bestemd?
De serie Office Expert bestaat uit 65 autonome modules waarmee u zich kennis
eigen maakt die u nodig hebt om uw beroepstaken goed te kunnen uitvoeren.
Voordat de modules werden samengesteld, is er gekeken naar onderzoeken over
de uitvoering van kantoorwerkzaamheden en welke programma’s van Microsoft
Office werden gebruikt.
Deze resultaten zijn opgenomen in de thema’s die gekozen zijn uit op maat gesneden bedrijfstrainingen. Hierdoor zijn de modules buitengewoon praktijkgericht.
Over het programma Access zijn 8 modules geschreven waarin alle aspecten
worden beschreven voor het maken van een relationele database. Hiermee kunt u
zich goed voorbereiden op een examen waarvan databaseontwerp een onderdeel
van de studie is. De eindtermen van het certificaat voor Microsoft Office Specialist
(MOS) Access zijn ook opgenomen. Maar ook de eindtermen van het examen
ECDL, module Advanced Database (AM5).
Wilt u niet alle modules doornemen, dan is het mogelijk om met de autonome
modules een maatwerkboek voor de beroepsopleidingen of trainingen samen te
stellen. Neem hiervoor contact op via [email protected].
Hoe zijn de modules opgebouwd?
Elke module begint met een korte toelichting van het onderdeel dat wordt geïnstrueerd. Bij de doelstellingen die daarop volgen, leest u welke opties hierbij horen.
Zo krijgt u direct een beeld van wat u in de module leert. Met de modules gaat u
direct aan de slag volgens het concept Learning by doing. Bij alle instructies zijn
schermafbeeldingen toegevoegd, zo maakt u zich de kennis gemakkelijk eigen.
Conventies
Bij alle modules wordt kleur gebruikt om bepaalde tekst te onderscheiden. De
aandachtspunten bij elke module zijn op gekleurde pagina’s geplaatst.
In de marge staan:
blauwe tekstblokken, waarin u leest wat belangrijk is om te onthouden.
groene tekstblokken, met tips hoe u een optie ook kunt activeren.
rode tekstblokken, met informatie die op dat moment relevant is.
paarse tekstblokken, met toetscombinaties waarmee u een optie sneller uitvoert.
Bij de instructies zijn de stappen genummerd en de woorden die u ook op het
beeldscherm ziet, vet gedrukt. Met full color schermafbeeldingen worden de
instructies gevisualiseerd.
ONTHOUD
TIP
OPMERKING
SNELTOETS
5
Oefenbestanden
Om de opdrachten te kunnen maken hebt u oefenbestanden nodig.
Deze kunt u downloaden vanaf de website www.vbb-online.nl.
Voor het downloaden volgt u onderstaande beschrijving:
1 Ga naar de website www.vbb-online.nl.
2 Typ in het vak Op zoek naar oefenbestanden? het bestelnummer dat achter
op dit boek staat.
3 Klik op Zoeken.
4 Klik daarna in het popup venster op de link(s) van de oefenbestanden.
Meer uitleg over het aanmaken van een account vindt u door op de startpagina
onder het kopje Handleidingen de handleiding Oefenbestanden te downloaden.
Boeken en vbb-online
Bij de boeken horen, toetsen, samenvattingen, videoinstructies en extra lesstof.
Al deze items zijn te vinden op de site www.vbb-online.nl. Om gebruik te kunnen
maken van deze extra materialen moet u inloggen met de activeringscode die op
de achterkant van dit boek staat. Let op: De activeringscode is maar één keer te
gebruiken. Hebt u een tweedehands exemplaar, dan is de activeringscode waarschijnlijk al gebruikt. U kunt dan een nieuwe code bestellen via onze webshop.
Meer informatie over het aanmaken van een account leest u in de handleiding
Account aanmaken die u kunt downloaden van de website www.vbb-online.nl
onder het kopje Handleidingen.
Toetsen
De toetsen die u kunt maken op vbb-online bestaan uit multiple-choicevragen,
hotspotvragen en open vragen waarmee u kunt testen of u de behandelde opties
van een hoofdstuk/module hebt begrepen.
Videoinstructies
Bij verschillende opties die in dit boek worden besproken zijn instructievideo´s
gemaakt waarmee de opties stap voor stap worden uitgelegd. Hiermee kunt u
op uw eigen tempo een instructie bekijken en fragmenten herhalen of thuis een
instructie opnieuw bekijken.
De video´s zijn te benaderen via een oefenbestand van het boek of via uw account
op vbb/online.
Extra materialen
Bij verschillende modules is er extra oefenmateriaal beschikbaar. Soms is dit
uitbreiding op de lesstof of extra oefeningen voor een lastige optie. Ook zijn er
cases die meerdere modules/hoofdstukken bevatten.
 In onderstaand schema ziet u een korte omschrijving van de modules van Access
en welke modules er nodig zijn om u voor te bereiden op het examen ECDL
module Advanced Database AM5 of het certificaat MOS Access.
Modulenr.
Thema
1
De databases
2
Het theater
Onderwerp
omschrijving
MOS codes
ECDL categorie
Basisprincipes
MOS Basis
Domein 1.1
Dit is een intro in de opbouw van
basisprincipes van een database.
U leert de verschillende
databasemodellen herkennen
en de relatie te leggen met
zakelijke databases. Deze module
behandelt alleen de theorie van
de databases.
Maken van een database
In deze module maakt u een
database voor een theater. Ook
komt het zoeken van gegevens
binnen tabellen aan de orde.
MOS Basis
Domein 1.1
Domein 1.2
Domein 2.1
Domein 2.2
Domein 2.3
ECDL Advanced
AM 5.2.1.1
AM 5.2.1.2
AM 5.2.1.3
3
Het tijdschrift
Normaliseren en relaties
Een goed functionerende
database moet aan een aantal
eisen voldoen. Voor het bepalen
van de indeling van een database
zijn dan ook verschillende
technieken ontwikkeld, zodat
het ontwerpproces goed
verloopt. In deze module wordt
gebruikgemaakt van de techniek
van normaliseren, zoals deze is
opgesteld door Edgar Codd.
Access
Opties
●●
●●
●●
ECDL Advanced
AM 5.1.1.1
AM 5.1.1.2
AM 5.1.1.3
AM 5.1.1.4
MOS Basis
Domein 2.4
Domein 4.2
ECDL Advanced
AM 5.2.2.1
AM 5.2.2.2
AM 5.2.2.3
AM 5.2.2.4
AM 5.2.2.5

De modules van Microsoft Access 2013
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
De basisprincipes van database modellen
Opbouw van een database
SQL taal
Zakelijke databases
Elementen van Access benoemen
Database maken
Tabel maken
Gegevenstypes bepalen
Vereiste veldeigenschap toekennen
Invoermasker definiëren
Tabel aanpassen
Zoeken in velden
Normaliseren van databasegegevens
Maken van technische ERD (Entity Relationship
Diagram)
Maken van een één op één relatie
Maken van een één op véél relatie
Maken van een véél op véél relatie
Afdwingen van referentiële integriteit
Gerelateerde velden trapsgewijs bijwerken
Gerelateerde records trapsgewijs verwijderen
7
Modulenr.
Thema
4
Het
assurantie­
kantoor
5
Het uitzend­
bureau
Onderwerp
omschrijving
MOS codes
ECDL categorie
Selectie- en actiequery’s
MOS Basis
Domein 4.1
Domein 4.2
Domein 4.3
Domein 4.4
Domein 4.5
De grootste kracht van een
database zijn de query’s. Met een
query kunt u uit een database
informatie selecteren die op dat
moment gewenst is.
Maar met behulp van query’s kunt
u ook gegevens wijzigen, analyseren, berekeningen uitvoeren en
nieuwe tabellen maken. Al deze
varianten komen in deze module
aan de orde.
Formulieren ontwerpen
Als gebruiker bekijkt en bewerkt
u de gegevens van een database
meestal via een formulier. Het formulier kan één record weergeven
maar ook een aantal records of
velden uit verschillende tabellen.
De formulieren in Access zijn dan
ook op verschillende manieren te
ontwerpen.
ECDL Advanced
AM 5.2.2.6
AM 5.2.2.7
AM 5.2.2.8
AM 5.3.1.1
AM 5.3.1.2
AM 5.3.1.3
AM 5.3.1.4
AM 5.3.1.5
AM 5.3.1.6
AM 5.3.1.7
AM 5.3.2.1
AM 5.3.2.2
AM 5.3.2.3
AM 5.3.2.4
AM 5.3.2.5
MOS Basis
Domein 3.1
Domein 3.2
Domein 3.3
Domein 3.4
Access
Opties
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
ECDL Advanced
AM 5.4.1.1
AM 5.4.1.2
AM 5.4.1.3
AM 5.4.1.4
AM 5.4.1.5
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
6
De voetbal­
club
Rapporten ontwerpen
De database is een bron van
gegevens waarmee u allerlei
informatie met of zonder gebruik
van query’s kunt samenstellen.
Denk hierbij aan overzichten van
verkoopgegevens, productlijsten,
telefoonlijsten salaris werknemers, facturen, ledenlijsten,
etiketten of samenvattingen. Al
deze informatie kunt u overzichtelijk op papier presenteren met
het onderdeel rapporten.
MOS Basis
Domein 5.1
Domein 5.2
Domein 5.3
Domein 5.4
Domein 5.5
Domein 5.6
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
ECDL Advanced
AM 5.6.2.1
AM 5.6.2.2
●●
●●
●●
●●
●●
8
Selectiequery
Parameterquery
Tabelmaakquery
Toevoegquery
Bijwerkquery
Verwijderquery
Kruistabelquery
Inner joins
Left en right joins
Full join
Subtract join
Self join
Gebruik maken van formulier wizard
Maken van hoofd- en subformulier
Formulier ontwerpen
Plaatsen, wijzigen en verwijderen van ­afhankelijke
besturingselementen
Plaatsen van onafhankelijke besturings­elementen
wijzigen en verwijderen
Rekenkundige besturingselementen samenstellen
Keuzelijst maken
Keuzelijst met invoervak
Selectievak aanbrengen
Groepsvakken maken
Tekstvak aanbrengen
Tabvolgorde van besturingselement wijzigen
Rapport samenstellen
Gekoppeld subrapport maken
Berekende besturingselementen aanbrengen
Notatie wijzigen van besturingselementen
Lopende totalen toepassen voor het geheel en voor
een groep
Rapport opmaken
Velden in een rapport samenvoegen
Etiketten maken
Mailings maken
Gegevensveld invoegen in kop- of voetteksten
Records in een rapport sorteren
Pagina-einden forceren
 7
Automatiseren
8
De party­
verhuur
Onderwerp
omschrijving
MOS codes
ECDL categorie
Macro’s
MOS Basis
Domein 1.3
Werken met een database betekent vaak dezelfde handelingen
uitvoeren. Het openen van
formulieren het bekijken van
een tabel of het afdrukken van
een rapport. Het is dan prettig
dat met één muisklik deze acties
worden uitgevoerd. Het gereedschap dat u hiervoor gebruikt is
een macro.
Importeren of koppelen
De gegevens van de verschillende
databases zijn meestal met elkaar
uit te wisselen door te importeren,
exporteren, koppelen of te
kopiëren. Hierdoor is het niet nodig
om de gegevens opnieuw in te
voeren.
Access
Opties
●●
●●
●●
ECDL Advanced
AM 5.6.2.1
AM 5.6.2.2
MOS Basis
Domein 2.5
ECDL Advanced
AM 5.6.1.1
AM 5.6.1.2
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●

Modulenr.
Thema
Macro object openen
Macro object sluiten
Macro openen en maximaliseren
Macro openen en minimaliseren
Macro object printen en sluiten
Macro toewijzen/koppelen aan een opdracht knop
Excel gegevens koppelen aan een database
Gegevens van een tekstbestand koppelen aan een
database
Excel gegevens importeren in Access
Tekstbestanden importeren in een database
Naast de modules voor Microsoft Acces 2013 zijn er ook modules ontwikkeld voor
de programma’s Word, Excel, Outlook en PowerPoint. Ook met deze modules
zijn boeken samengesteld voor de certificering van MOS Basis en Expert en
ECDL ­Advanced.
9
Wat is nieuw?
In Access 2013 zijn opnieuw veranderingen doorgevoerd die het werken met
Access gemakkelijker maken. De versie is ten opzichte van 2010 weer veranderd en
gebruikersvriendelijker geworden.
Draaigrafiek
De functie draaigrafiek of draaitabellen zijn verdwenen in uit het programma.
U kunt deze wel importeren uit Excel en andere toepassingen.
Veld Memo
Het veld memo heet nu Lange tekst, maar verder is er niets veranderd.
Optie Back-up
De optie back-up is nu nog gemakkelijk gemaakt. U kies voor Opslaan als en
u maakt met de keuze Back-up van database een back-up.
Access-app
Een nieuw type database dat u in Access kunt maken is Access-app. Deze optie
is te vergelijken met de webMet deze opties maakt u een webdatabase waarmee u
gegevens in de cloud kunt bekijken en delen.
10
Basisprincipes
De databases
Access
2013
De databases
Databases worden binnen elke bedrijfsomgeving gebruikt om gegevens op te slaan. De marketeer raadpleegt op
deze manier de gegevens over sales, e-commerce en c­ ustomer support. De medewerker communicatie gebruikt
een database om ­gegevens op internet te publiceren en de financiële administratie kan snel de ­fac­turering en
orderregistratie realiseren. Allerlei databases met als een doel efficiënt en foutloos verwerken van gegevens.
Een database is te omschrijven als een verzameling van gegevens die wordt opgeslagen in digitale tabellen en die
afhankelijk of onafhankelijk van elkaar te zijn raadplegen. Werelds grootste netwerk van databases is internet.
Doelstellingen
In deze module leest u waarvoor een database wordt gebruikt, welke modellen en zakelijke toepassingen er zijn.
Onderwerpen die in deze module aan de orde komen zijn:
●● fasen waarmee een database wordt
database modellen
●● de basisprincipes van een database
opgebouwd
●●
●●
●●
Basisprincipes De databases
Basisprincipes
SQL
zakelijke databases
De in deze module behandelde onderwerpen behorend bij:
MOS Basis
ECDL Advanced Database AM 5
1.1Structureren van een database
AM 5.1.1.1
Weten wat verschillende soorten databases bestaan
AM 5.1.1.2
Bekend zijn met de fasen van de levenscyclus van de database
AM 5.1.1.3
Algemene zakelijk toepassingen
AM 5.1.1.4
Bekend zijn met de term SQL.
13
De basisprincipes van een database
U gebruikt internet en pint geld uit een apparaat en zonder dat u zich ervan
bewust bent, maakt u gebruik van databases.
Internet is niets anders dan een netwerk van computers waar miljoenen databases
zijn opgeslagen met daarin tabellen met ip-adressen, namen van websites en geïndexeerde trefwoorden. Door in een zoekmachine (bijvoorbeeld Google) een woord
in te typen wordt in databases gezocht en krijgt u snel een aantal hyperlinks te
zien die gerelateerd zijn aan een website waarin het zoekwoord voorkomt.
Pint u geld uit een automaat dan worden van de magneetstrip van uw pinpas
de persoonlijke gegevens gelezen en wordt zodra u het geldbedrag invoert een
database geraadpleegd of u nog genoeg krediet heeft om geld te pinnen. Vervolgens wordt het gepinde bedrag geregistreerd in een tabel van de database en een
berekening uitgevoerd die het saldo vermindert met het gepinde bedrag.
Veel bedrijven werken met een bedrijfsinformatiesysteem waarin bedrijfsinformatie wordt opgeslagen en zakelijke transacties worden vastgelegd. Deze informatie­
systemen zijn ook databases.
Een database laat zich omschrijven als een programma waarin gegevens in tabellen worden opgeslagen en waaruit snel informatie kan worden geselecteerd.
Database modellen
Een databasemodel of datamodel wordt gebruikt voor het structureren van
een database maar zegt niets over de inhoudelijke invulling. In een datamodel
wordt bijvoorbeeld gespecificeerd dat een bedrijf de namen en adressen van zijn
medewerkers opslaat in een tabel en bepaalt dat ieder adres een huisnummer moet
bevatten, maar specificeert niet dat er een werknemer bestaat met de naam Jansen.
Het gaat dus alleen om structuren en niet om specificaties.
Het doel van een databasemodel is een goede voorstelling te krijgen van de
structuren en verbanden die ten grondslag liggen aan het informatiesysteem
dat binnen een bedrijf wordt gebruikt. Het document waarin de structuren zijn
vastgelegd is het communicatiemiddel tussen de verschillende belanghebbenden
van het informatiesysteem. Denk hierbij aan programmeurs (ontwikkeling en
onderhoud), informatie analisten, beheerders en gebruikers.
Er zijn verschillende soorten database modellen:
●●
platte data model
●●
hiërarchisch model
●●
netwerk model
●●
objectgeoriënteerd model
●●
relationeel model
14
Het platte databasemodel is een eenvoudige tabel, waarbij alle elementen in
dezelfde kolom gelijksoortige waarden bevatten, terwijl alle elementen van een
rij aan elkaar gerelateerd zijn. Een voorbeeld van het platte datamodel is een
gegevenstabel in Excel.
In het voorbeeld ziet u in eerste rij de namen staan van de kolommen. In de kolom
Voornaam klant staan alleen de voornamen. Bekijkt u rij twee, dan is dit het totale
adres van de klant. De elementen in een rij zijn dus aan elkaar gerelateerd en
worden een record genoemd.
Basisprincipes De databases
Het platte database model
Hiërarchisch model
In het hiërarchische model worden de tabellen aan elkaar verbonden, maar
beperkt de relatie zich tot één richting tussen de gegevens. Deze structuur wordt
ook wel boomstructuur genoemd of ouder-kind-relatie (parent-child). Het eerste
niveau in de hiërarchie is de ouder, met daaronder weer andere niveaus (de kinderen). Een kind heeft altijd maar een ouder, maar een ouder kan meer kinderen
hebben. Met andere woorden de gegevens worden altijd vanuit de top benaderd.
Hoewel het hiërarchische model als structureringswijze van databases achterhaald
is door het relationele model, zijn veel structuren van elektronisch uitwisselbare
bedrijfsinformatie gebaseerd op dit model. Denk hierbij aan leveringsberichten en
productberichten die automatisch worden gegenereerd zonder tussenkomst van
gebruiker.
15
Netwerkmodel
Het netwerkmodel werkt op het principe van het hiërarchisch model maar de
gegevens in een bepaalde tabel kunnen relaties hebben met meerdere tabellen. Ook
dit model dat in de jaren zestig is ontwikkeld en ook wel het CODASYL-model
(Conference on data systems languages) wordt genoemd is gebaseerd op ouder
kind relaties, maar nu met het verschil dat een “kind” meer “ouders” kan hebben.
Op deze wijze kunnen de gegevens op verschillende manieren benaderd worden.
Netwerkmodellen worden logischerwijs geïmplementeerd in netwerkdatabases.
Het nadeel van dit model is dat de verbindingen tevoren worden bepaald en
hiermee de procedures zijn vastgelegd.
Objectgeoriënteerde model
16
In objectgeoriënteerde databases wordt data opgeslagen in objecten (specifieke
programmadelen die als een geheel worden beschouwd). Hierdoor is het mogelijk om complexe datatypen zoals beeld en geluid te benaderen met complexe
zoekvragen. Er zijn databases die helemaal object georiënteerd zijn, maar er zijn
ook databases die een hybride zijn van objectgeoriënteerd en relationeel. Access is
een hybride variant.
In een relationele database worden de gegevens van de verschillende onderwerpen
opgeslagen in afzonderlijke tabellen waarin de rijen de records vormen en de
­gegevens in de kolommen de veldgegevens zijn van het record. De verschillende
tabellen van de relationele database worden met elkaar verbonden met een unieke
verwijzing naar een record in een andere tabel. Wanneer de gegevens in een
relationele database goed gestructureerd zijn, wordt duplicatie van gegevens tot
een minimum beperkt en fouten in de gegevensverwerking voorkomen.
De bewerkingen binnen een relationele database worden uitgevoerd op basis van
de relationele algebra. Als gevolg daarvan kan een relationele database flexibel
­gereorganiseerd worden. Veel databases zijn gebaseerd op afleidingen van het
relationele model, juist vanwege deze flexibiliteit. Enkele relationele database
programma’s zijn: DB2, Microsoft Access, MySQL, Oracle, Microsoft SQL Server.
Basisprincipes De databases
Relationeel model
SQL
De populariteit van een database is te danken aan de mogelijkheid om snel
gegevens op te zoeken door middel van zoekvragen. Het opzoeken van gegevens
binnen een bedrijfsdatabase gaat meestal door middel van een keuzemenu. De
zoekvraag wordt omgezet naar een programmeertaal voor databases. De meest gebruikte programmeertaal voor databases is SQL dit is de afkorting van Structured
Query Language. Deze programmeertaal kan in alle hierboven genoemde soorten
databases worden gebruikt.
SQL is gebaseerd op de relationele algebra en werd in de loop van de jaren zeventig
ontwikkeld door San José. Men dacht toen dat dit de vraagtaal zou worden voor
de eindgebruiker. Een vergissing; SQL is een complexe taal die niet geadopteerd
werd door de doorsnee eindgebruiker.
SQL heeft nu een gebruikersvriendelijke interface gekregen. In Access wordt dit
gerealiseerd door tussenkomst van een dynaset en in bedrijfsdatabases meestal in
de vorm van een hulpvenster waarin alle zoekvragen al klaar staan.
Met andere woorden de gebruiker maakt wel gebruik van SQL maar geeft geen
commando’s in deze taal. In Access wordt de zoekvraag getypt in een tekenreeks
en omgezet naar een SQL-vraag. Bijvoorbeeld uit een database met klantgegevens
wilt u de gegevens selecteren van de klanten die geen krediet krijgen. In de SQLtaal ziet dit er dan als volgt uit:
SELECT *
FROM Klanten
WHERE Klanten.Krediet < 0
17
Hierbij is:
SELECT *zoek in alle velden
FROM Klanten
van de tabel Klanten
WHERE Klanten.Krediet<0 in het veld Krediet alle waarden die kleiner zijn dan 0
Dit is een simpele query die is getypt volgens de afspraken van de Leszynski-naamgeving conventie. Dit is een afspraak voor naamgeving binnen databases. Hoofd- en
kleine letters worden gebruikt om meerdere woorden te onderscheiden. Bijvoorbeeld
een aanduiding voor het formulier betaalde orders wordt “frmBetaaldeOrders”.
De verschillende databases kunnen met behulp van de SQL-taal met elkaar communiceren. De verbindingen worden gemaakt door ODBC koppelingen (Open
DataBase Connectivity).
De ODBC koppelingen worden gerealiseerd door verschillende programma’s
maar ook hiervoor zijn weer interfaces ontwikkeld waardoor een eindgebruiker
deze koppeling kan maken. In bovenstaand schema zijn de koppeling tussen de
verschillende databases gevisualiseerd.
De gebruiker stelt een vraag naar een andere database waarmee een koppeling is
gemaakt via het ODBC. Het ODBC-stuurprogramma fungeert als een intermediair en geeft de zoekvraag via een stuurprogramma door aan de andere database.
Het resultaat wordt weer geretourneerd naar de gebruiker. Deze acties gaan
meestal zo snel dat de gebruiker niet eens in de gaten heeft dat de informatie uit
een andere database wordt gehaald.
De levenscyclus van een database
In bedrijven gebeurt het ontwikkelen van een database meestal in teamverband.
Immers de gegevens moeten in een later stadium de juiste informatie geven aan wisselende gebruikers. Het ontwikkelen van een database wordt globaal in negen fasen
verdeeld en ondergaat in de loop van de levenscyclus regelmatig ­veranderingen.
1 Bepalen van de informatie
18
De eerste stap bij het ontwikkelen van een database is het bepalen welke informatie in de database wordt opgeslagen. Meestal wordt een team samengesteld uit
verschillende disciplines en geïnventariseerd welke gegevens nodig en wenselijk
zijn. Er wordt gekeken naar haalbare oplossingen en de beperkingen. Vaak wordt
deze analyse uitgevoerd met behulp van een methode voor systeemanalyse.
Ga bij het inventariseren van een database van bestaande gegevens. Kijk of er formulieren
zijn die als leidraad kunnen dienen. Verzamel de documenten en noteer elk type informatie die zij bevatten. Als u geen bestaande formulieren hebt, doet u alsof u een formulier
ontwerpt waarop gegevens worden ingevuld. Kijk ook naar rapporten of mailings die u
wilt samenstellen op basis van de database. Het is belangrijk over een goed uitgewerkte
plan te beschikken zodat deze tijdens het ontwerpproces steeds kan worden geraadpleegd
en uw de aandacht kunt richten op de doelstellingen wanneer u beslissingen neemt.
Basisprincipes De databases
Voor het ontwikkelen van een kleine database, bijvoorbeeld voor een eenmansbedrijf,
is het noteren op papier al voldoende. Er wordt dan het doel en de manier waarop men
verwacht de database te gebruiken genoteerd. De beschrijving zou bijvoorbeeld kunnen
zijn: ‘De klantendatabase houdt een lijst bij met klantgegevens die worden gebruikt om
mailings en rapporten te maken’. Bij complexere databases die door veel mensen wordt gebruikt, moet ook nog worden vermeld wanneer en hoe elke persoon de database gebruikt.
Vuistregels bij het samenstellen van de gewenste informatie zijn:
breng de gegevens in kaart die u wilt onderbrengen in de database
●●
plaats alleen gegevens in de database die bekend zijn en goed te beheren zijn
●●
vermijd verouderde informatie
●●
houd de database beheersbaar (meeste gebruikers willen liefst zoveel mogelijk)
●●
werk met post-it stickers om u te concentreren op het ontwerp
●●
laat bij het ontwerpen van de database discussies de vrije loop
●●
neem gefundeerde beslissingen.
●●
2 Het selecteren van de onderwerpen
Zodra is vastgesteld welke gegevens de database moet bevatten, worden de gegevens
gerangschikt naar onderwerp en in een diagram weergegeven welke gegevens in welke
tabel worden geplaatst. Voor het goed specificeren van de tabellen is het belangrijk dat er
een goede omschrijving en afbakening is van de inhoud en reikwijdte van de database.
Veel gebruikers willen alles, maar dat kan leiden tot het mislukken van het ontwerp.
Hoe u tabellen goed specificeert leest u in de module Normaliseren en relaties.
3 Vaststellen eigenschappen van de velden
De gegevens in de tabellen worden gespecificeerd en per veld wordt de veldeigenschap vastgesteld. Door gebruik van eigenschappen kunt u ervoor zorgen dat er bij
de invoer zo min mogelijk fouten gemaakt worden. De veldeigenschap getal zorgt
er bijvoorbeeld voor dat men alleen maar getallen kan invoeren. Meer informatie
hierover leest u in de module Maken van een database.
4 Normaliseren en relaties bepalen
In dit stadium wordt gekeken of in de tabellen de juiste velden zijn geplaatst en er
geen dubbele gegevensinvoer plaatsvindt. Hiervoor worden op het databaseontwerp normaliseringregels toegepast. Dit wordt ook wel normaliseren of normalisatie genoemd. Het normalisatie proces is het meest zinvol als alle veldnamen zijn
gedefinieerd en de voorlopige versie van het ontwerp is voltooid.
Nadat de normalisatie is voltooid moeten de tabellen met behulp van een uniek
gegeven aan elkaar worden gekoppeld. Dit wordt het bepalen van de relaties
genoemd. Meer informatie hierover leest u in de module Normaliseren en relaties.
5 Bepalen van zoekvragen invoervensters en rapporten
In deze fase wordt gekeken op welke zoekvragen de database een antwoord moet
kunnen geven en welke invoervensters en rapporten men moet ontwerpen. Soms
moeten de tabellen hierop worden aangepast.
19
6 Het ontwerp van de database als geheel documenteren
Op basis van de verkregen informatie wordt een rapport opgesteld waarin het doel
en de onderwerpen voor de tabellen worden gedocumenteerd als geheel en van
elke afzonderlijke tabel. De documentatie moet zodanig zijn dat er een beschrijving is van ontwerpen en ontwerpnormen. Daarnaast worden de procedures
voor onderhoud en de functies om reservekopieën te maken en het herstellen van
bestanden beschreven.
7 Testen
Zodra het ontwerp van de database gereed is, wordt deze zorgvuldig getest op
functies, toepassingen, validatie, invoervensters en rapportages. Hiervoor worden
enkele gegevens ingevoerd en de database getest op juistheid en de levensvatbaarheid van het systeem als geheel.
8 Invoering
In deze fase wordt de database in gebruik genomen en worden de tabellen gevuld
met de werkelijke gegevens.
9 Onderhouden en evalueren
Een database is in principe nooit af, steeds zullen er bijstellingen zijn om de
gegevens zo actueel mogelijk te houden en aan te passen en de nieuwe wensen.
Zakelijke databases
Bij veel bedrijven worden branchegerichte databases gebruikt die ontworpen zijn
voor ondersteuning van interne bedrijfsprocessen. Denk hierbij aan inkoop-,
voorraad-, en verkoopadministratie, boekhouding en salarisadministratie of
relatiebeheer. Sommige bedrijven ontwikkelen zelf het databaseprogramma
anderen kopen een bestaand branchegericht programma. De programma’s ter
ondersteuning van administratieve processen vallen onder de categorie Enterprice
Resource Planning. Database programma’s die gebruikt worden voor relatiebeheer
onder Customer Relationship Management en de programma’s voor het onderhouden/vullen van websites Content Management Systeem.
Enterprise resource planning
De Enterprise Resource Planning programma’s, afgekort EPR, bestaan meestal uit
deelprogramma’s (modules) die allemaal een specifieke taak ondersteunen. Denk
bijvoorbeeld aan taken die uitgevoerd worden voor het voeren van de financiële
administratie of het bijhouden van voorraden, maar ook het registreren van
personeels­gegevens. Het grote voordeel van een ERP progamma is dat gegevens,
als deze eenmaal zijn ingevoerd, door verschillende afdelingen kunnen worden
geraadpleegd en eventueel gewijzigd. Hierdoor wordt de kans op inconsistente
data verkleind. Een ERP programma biedt een efficiënte manier van werken,
betere communicatie en leidt soms tot kostenreductie.
Customer relationship management
20
De Customer Relationship Management database, afgekort CRM, wordt ook wel
een klant-relatiebeheer of verkoopbeheersysteem genoemd. Bij dit type databaseprogramma staan de klantgegevens en de interacties met de klanten centraal.
De term CRM werd eind jaren 90 geïntroduceerd door Dr. Jon Anton. Nu zijn
er alleen al in Nederland enkele honderden CRM-systemen al dan niet online te
gebruiken. Ook dit programma bestaat uit deelprogramma’s.
E-CRM
Een variant op de CMR programma’s zijn de E-CRM programma’s. Deze
programma’s bieden geïntegreerde marketing, sales, e-commerce en customer
support services aan bedrijven, door middel van een specifieke webinterface.
Een onderdeel van de E-CRM infrastructuur is analytische E-CRM. Dit onderdeel
voorziet in rapportages over consumentgedrag, consument interacties en het
voorspellen hiervan. E-CRM wordt ook wel geïntegreerd in een management
­information systems (MIS) dat weer online modules kan bevatten die een bijdrage
leveren aan customer services.
Basisprincipes De databases
Zo is er bijvoorbeeld de:
Customer-facing module: hier gaat het om modules waar de klant interactie
heeft met het bedrijf. Een voorbeeld van gebruik hiervan is bij callcenters of
helpdesks.
●●
Customer-touching module: hierbij hebben klanten direct contact met de
module, een voorbeeld van deze module is selfservice.
●●
Customer-centric intelligence module: deze module kan resultaten van
operationele verwerkingen analyseren en de resultaten hiervan gebruiken om
de database te optimaliseren.
●●
Content management systeem
Een Content Management Systeem is een programma dat het mogelijk maakt om
gebruikers met weinig technische kennis, documenten en gegevens op internet te
publiceren (content management). Als afkorting wordt ook wel CMS gebruikt.
Een functionaliteit van een CMS is dat gegevens zonder lay-out (als platte
tekst) kunnen worden ingevoerd, terwijl de gegevens worden gepresenteerd aan
bezoekers met een lay-out door toepassing van sjablonen. Een CMS is vooral van
belang voor websites waarvan de inhoud regelmatig aangepast wordt en de inhoud
in een vaste lay-out gepresenteerd. De meeste grote bedrijven gebruiken voor hun
website een CMS. Een bekende variatie op het CMS is bijvoorbeeld de weblog.
Een webmanager kan voor de invulling van een CMS-website zorgen.
Een complete CMS bestaat uit de volgende onderdelen:
●●
een (bijna altijd afgeschermde) administratiemodule, waar gegevens worden
ingevoerd, verwijderd of aangepast
●●
een database of een andere vorm van opslag van de gegevens
●●
een presentatiemodule, waar de ingevoerde gegevens door bezoekers kunnen
worden bekeken
●●
zoekmodule
●●
inlogmodule voor bezoekers
●●
beheersmodule voor de gegevens van geautoriseerde bezoekers (en beheerders)
●●
beheersmodule voor de presentatiesjablonen
●●
module om persoonlijke informatie aan de bezoeker te tonen (personalisaties)
●●
module om centraal items te maken die op verschillende pagina’s worden
­getoond.
Een CMS kan worden gebouwd voor een specifieke toepassing, maar er zijn
ook CMS systemen te koop. Enkele contentmanagementsystemen zijn: Apache,
­Enterprise Content Management, Joomla, Mambo en PHP-Fusion.
Databases zijn er voor allerlei toepassingen en wereldwijd gebruikt. De simpelste is een adresboekje en een complexe is bijvoorbeeld de database van de
­belastingdienst.
21
Tot slot
In deze module hebt u geleerd wat de basisprincipes zijn van een database en
welke databasemodellen er zijn. Maar ook welke databases gebruikt worden in het
bedrijfsleven.
22
Maken van
een database
Het theater
Access
2013
Het theater
Het programma Access wordt gebruikt voor het maken van object gestuurde relationele databases. Zoals bij
elk databaseprogramma worden er eerst tabellen gemaakt en daarna allerlei andere objecten toegevoegd,
denk ­hierbij aan rapporten of formulieren.
Doelstellingen
In deze module maakt u een nieuwe database en een tabel en definieert u hiervoor het gegevenstype en
de ­veldeigenschappen. Tevens wijzigt u in een tabel de gegevens met een zoekactie.
De opties die aan de orde komen zijn:
●● invoermasker definiëren
database maken
●● elementen van Access benoemen
●● tabel aanpassen
●● filters toepassen
●● tabel afdrukken
●● gegevenstypes bepalen
●● tabel maken
●●
Instructievideo’s
filter toepassen in tabel
●●
●●
tabel maken
totalen berekenen
vereiste veldeigenschap toekennen
●● werkbalk snelle toegang aanpassen
●● zoeken in velden
●●
●●
●●
Maken van een database Het theater
Maken van een database
zoeken in tabel
Online toetsomgeving
toets 2 De database Access Expert
●●
Onderwerp van gebruikte database
In deze module gebruikt u de database met de naam Het theater. Hierin zijn gegevens opgeslagen van de voorstellingen van een schouwburg. In de tabel met de naam Voorstellingen van deze database zoekt u gegevens op
en wijzigt de g
­ egevens.
De in deze module behandelde onderwerpen behorend bij:
MOS Basis
ECDL Advanced Database AM 5
1.1Maken en beheren van een database
1.2Configureer het navigatiedeelvenster
1.3Toepassing delen van toepassing
2.1Tabellen maken
2.2Maken en wijzigen velden
2.3Sorteren en filteren van records
AM 5.2.1.1
Zoekactie in veld/kolom
AM 5.2.1.2
Invoermasker maken/wijzigen/verwijderen
AM 5.2.1.3
Gegevensinvoer voor een veld/kolom instellen
25
De elementen van Access
Binnen het programma Access wordt ieder element
van een database een object genoemd. De belangrijkste objecten zijn de tabellen. Dit is de ruggengraat van
de database; hierin zijn alle gegevens opgeslagen.
Een tabel in Access is vergelijkbaar met een tabel die
u maakt in Word of Excel en is opgebouwd uit kolommen en rijen. De namen boven elke kolom, die een
omschrijving zijn van de inhoud, noemt u veldnamen.
De gegevens in de kolom noemt u veldgegevens. Een rij
van de tabel noemt u een record en is de verzameling
van verschillende veldgegevens die één geheel vormen.
Het ontwerpen van een tabel moet zorgvuldig gebeuren.
Er mogen immers geen dubbele gegevens in de
database voorkomen en het is ook belangrijk dat de
gegevens correct zijn.
In het volgende voorbeeld bekijkt u hoe het beste een
tabel samenstelt.
26
Een groothandel in levensmiddelen, wil de gegevens
van de bestellingen van zijn klanten in een database
onderbrengen. Hij heeft de hoofdonderdelen op
papier opgeschreven en daaronder de subonderdelen.
U zou misschien voorstellen om alles in één tabel
te plaatsen. Maar dat is geen goed idee, omdat elk
record informatie zou bevatten over zowel het product
als de leverancier en er meer producten bij één leverancier worden besteld. Dit betekent dat de gegevens
van de leverancier vele malen in de tabel worden
herhaald. Dit kan leiden tot fouten bij invoer en er is
meer opslagruimte nodig.
Een betere oplossing is de gegevens te verdelen over
verschillende tabellen en deze vervolgens te koppelen.
In een gerelateerde databasestructuur zouden de
tabellen er als volgt kunnen uitzien.
In de tabel Bestellingen staan de gegevens van de
bestellingen en het klantnummer. Via dit klantnummer
wordt een relatie gelegd met de klantgegevens en
met het veld productnummer een relatie met de tabel
Producten. In de tabel Producten staat de naam van
de leverancier waarmee weer een relatie wordt gelegd
met de tabel Leveranciers. Alle gegevens komen maar
een keer voor en worden door middel van relaties aan
elkaar verbonden. De invoer van deze tabellen gaat
via een formulier waardoor gegevens automatisch in
de juiste tabel worden toegevoegd of weergegeven.
Dit is een deelvoorbeeld van een relationele database.
Houdt bij het ontwerpen van een tabel de volgende
regels in acht:
●● geef elk hoofdonderwerp een aparte tabel
●● definieer voor de kleinste informatieeenheid een veld
●● leg elke gegeven slechts eenmaal vast
●● plaats geen berekeningen in de veldgegevens
●● zorg dat de veldnaam een duidelijke omschrijving is
van het veldgegeven
●● bepaal voor elke veldnaam ook de eigenschappen
zodat bij de invoer van de gegevens het typen van
fouten tot een minimum worden beperkt
●● maak waar nodig koppelingen met de verschillende
tabellen (module Normaliseren en relaties).
Door de gegevens te splitsen in kleine eenheden
kunt u later de gegevens gemakkelijker sorteren,
selecteren of filteren. Zo maakt u bijvoorbeeld van de
naam van de klant twee aparte velden, Voornaam en
Achternaam. Op deze manier bekijkt u alle gegevens
die u in de tabel wilt plaatsen, daarna maakt u de
tabel en bekijkt u hoe u de invoer ervan zo efficiënt
mogelijk kunt laten verlopen door gegevenstypes en
veldeigenschappen toe te kennen.
Zodra de gegevens in de tabellen zijn ingevoerd,
kunt u deze gegevens gebruiken voor het maken van
rapporten of het samenstellen van zoekvragen of de
gegevens bekijken met een formulier.
Het bovenstaande schema geeft u een indruk hoe de
gegevensstromen in Access verlopen.
De stippellijnen geven de uitwisseling weer tussen de
verschillende objecten. U ziet de gegevens van de tabel kunnen van en naar een formulier gaan. Dit geldt
ook voor de query’s (zoekvragen). Bij de rapporten is
alleen uitvoer van de tabelgegevens mogelijk.
Met de oranje lijnen worden de acties weergegeven
die binnen een database geactiveerd kunnen worden.
Tabellen
De tabellen zijn de basis van elke database. De veldnaam van de tabel vormen in een formulier of rapport
de rubrieken voor de veldgegevens.
Query’s
Zijn de tabellen gevuld met gegevens, dan kunt u
met behulp van een query een zoekvraag stellen.
Een query, (query by example (QBE), definieert u in
Access met een dynaset of met SQL-instructie (Structured Query Language). Op beide manieren kunt u
zoekvragen stellen, gegevens wijzigen, analyseren,
berekeningen uitvoeren en nieuwe tabellen maken en
deze opslaan met een naam.
Rapport
Het object rapport gebruikt u voor het maken van
overzichten of facturen. U werkt bijvoorbeeld bij een
auto­verhuurbedrijf en maakt een query waarin is af
te lezen welke auto’s zijn verhuurd en wat de totale
verhuurprijs is. Van deze query maakt u nu weer een
rapport. Met een rapport kunt u ook een factuur
maken waarin u reken­velden plaatst.
Maken van een database Het theater
Formulier
Hoewel u in de tabellen gegevens kunt invoeren,
wordt meestal een formulier gemaakt om de invoer
van gegevens in de tabellen gemakkelijker en efficiënter te laten verlopen. Bij een relationele database is het
bijna een noodzaak omdat de gerelateerde tabellen
automatisch worden gevuld. Ook wordt het formulier
gebruikt voor het snel weergeven van de gegevens
in de tabel. De gegevens in een formulier kunnen
afkomstig zijn van de query’s of van de tabellen.
Ongetwijfeld hebt u al eens gebruikgemaakt van een
formulier. Denk hierbij aan een digitaal formulier op
een website of formulieren op een intranet of binnen
een bedrijfssysteem.
Macro’s
Een macro is een definitie van één of meer acties is
die A
­ ccess moet uitvoeren. U kunt bijvoorbeeld een
macro definiëren die een tweede formulier opent als
antwoord op de een resultaat op formulier. Macro’s
kunnen ook gebruikt worden om query’s te openen
en uit te voeren, tabellen te openen of rapporten af te
drukken of te b
­ ekijken.
Module
Een module is een object dat wordt ontworpen met de
programmeertaal Visual Basic. Modules bieden meer
mogelijkheden dan macro’s om automatisch acties uit
te voeren.
Alle modules kunnen een relatie met elkaar hebben
waarbij de tabellen en query’s doorgaans het uitgangspunt zijn.
27
Access starten
Afhankelijk van welk besturingssysteem u gebruikt start u het programma Access
op de volgende manieren.
Windows 7
Klik op de knop Start en typ de eerste twee letters van Access.
Access zal worden geselecteerd.
Druk op de toets Enter om het programma te starten.
Windows 8
Klik op de tegel van Access 2013.
U krijgt de bureaubladomgeving te zien en Access start.
Ziet u geen tegel met Access, typ dan de eerste letters (AC) en de tegel verschijnt.
In de volgende instructie start u het programma en bekijkt u het venster van
Access.
1 Klik op de tegel van Access in het startscherm. Access start met het
openingsvenster.
28
Access start met het openingsvenster. Aan de linkerkant ziet u onder het woord
Recent de laatst geopende databases (in voorbeeld geen) met daaronder de knop
Andere Bestanden openen. Hiermee opent u bestaande databases.
Maken van een database Het theater
Aan de rechterkant ziet u een zoekvak met daarbij de categorieën waarop u kunt
zoeken, gevolgd door sjablonen waarmee u nieuwe databases kunt maken. Een
Access-sjabloon laat zich omschrijven als een bestand waarin al een database
is gemaakt die u kunt aanpassen aan uw wensen. Sjablonen zijn erg handig als
u al weet hoe u een database kunt opbouwen. Om u een beeld te geven hoe een
database is opgebouwd, maakt u in de volgende opdracht een lege database.
Maken van een database
Een lege database maken, betekent dat u een bestand maakt waarin u de structuur
voor een database vastlegt maar alle andere onderdelen nog moet aanbrengen.
1 Klik op de knop Lege bureaubladdatabase.
2 Typ in het nieuwe venster in het vak Bestandsnaam Voorstellingen.
3 Klik op de knop Bladeren. Hiermee geeft u aan in welke map u de database
wilt plaatsen.
4 Kies bij de bibliotheek Documenten voor Access Expert 2013. Dit is de map
waarin ook de oefenbestanden staan.
5 Controleer of de database wordt opgeslagen met de format 2007-2013. Kies
anders bij de keuzepijl voor dit format.
6 Klik op OK. U hebt nu de map gekozen waarin u de database wilt opslaan.
7 Klik op de knop Maken. De database wordt gemaakt in de map Access Expert
van de bibliotheek Documenten.
OPMERKING
De sjablonen van Access zijn
halffabricaten die u zelf kunt
aanvullen.
ONTHOUD
Een lege database is een
bestand zonder database
objecten.
Het bewerkingsvenster
Zodra u, met de knop Maken, de naam voor de nieuwe database hebt bevestigd,
wordt het bewerkingsvenster actief waarin u allerlei onderdelen aan de database
kunt toevoegen. Het bewerkingsvenster begint met een onderdelen die standaard
zijn voor de programma’s van de Office-bundel.
29
Download