Wet belastingen op milieugrondslag

advertisement
Hopman en Peters Holding BV
T.a.v. de heer H. Peters
Postbus 253
3700 AG ZEIST
Den Haag, 24-10-2006
Ref:
mca/Wbm/7609/16628-15:03
Betreft: project Dorpsstraat 46 Wilnis, UT
Geachte heer Peters,
Hierbij ontvangt u ons besluit op de aanvraag van 17-10-2006 zonder kenmerk om een
baggerspecieverklaring in het kader van de Wet belastingen op milieugrondslag voor een
partij die bij ons bekend is onder nummer 16628.
Onderhavige partij is vrijgekomen tijdens saneringsbaggerwerkzaamheden ter plaatse van
een gedeelte van een afgedamde sloot gelegen op het perceel Dorpsstraat 46 te Wilnis,
zoals is aangegeven op bijgaande projectkaart. De partij is op bovengenoemde locatie in
tussendepot gekeurd en bemonsterd.
De staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, voor deze:
SenterNovem
Opdrachtmanager Bodem+
drs. A.A. de Zeeuw
Bijlagen:
Besluit
Aanvullende informatie
Relatie-, project- en adviseursgegevens
Partijgegevens
Kaartmateriaal
mca/Wbm/7609/16628-15:03
Pagina 1 van 6
Wet belastingen op milieugrondslag
Besluit van 24-10-2006 op de aanvraag van Hopman en Peters Holding BV namens Wilnis
Onroerend Goed BV om een baggerspecieverklaring als bedoeld in artikel 17, tweede lid,
van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm).
De staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, voor deze
de opdrachtmanager SenterNovem Bodem+,
gezien:
 de aanvraag van Hopman en Peters Holding BV namens Wilnis Onroerend Goed BV van
17-10-2006 zonder kenmerk om een baggerspecieverklaring;
 de bij de aanvraag overgelegde stukken, waaronder:
 het formulier “Aanvraag baggerspecieverklaring” d.d. 16-10-2006;
 het formulier “machtiging adviseur”, waarmee de heer J. Bos aangeeft de firma Hopman
en Peters Holding BV machtigt om de melding met betrekking tot de grond- en
grondwatersanering op de locatie in te dienen en af te handelen;
 de analyseresultaten van de fysische samenstelling van de partij (Alcontrol Laboratories,
rapportnummer 06412V0, 13-10-2006);
 de overzichtstekening van de locatie met de ligging van de watergang waaruit de partij
afkomstig is (Hopman en Peters Holding BV, projectnummer 04-P-347, 29-11-2004);
 de e-mailberichten van Hopman en Peters Holding BV van 23-10-2006 en 24-10-2006
met een toelichting over de hoeveelheidsbepaling en de status van de watergang;
 de resultaten van het door SenterNovem Bodem+, namens de staatssecretaris van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, uitgevoerde onderzoek,
gelet op:
 art. 12, eerste lid, onder d en art. 17, tweede lid van de 'Wet belastingen op
milieugrondslag' (Wbm);
 de Beleidsregels baggerspecieverklaring Wet belastingen op milieugrondslag
(Stcrt. 2005, nr. 129);
 het besluit van de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer en de Minister van Verkeer en Waterstaat aan de algemeen directeur
SenterNovem, van 14 december 2004, nr. LMV2004.126670, inhoudende het mandaat,
de machtiging en de volmacht SenterNovem Bodem+ (Stcrt. 2004, nr. 243),
overwegende:
 dat het de partij betreft van 150 m3 (ex-situ) / 150 ton, bij SenterNovem Bodem+
bekend onder nummer 16628, behorend bij project Dorpsstraat 46 Wilnis zoals
omschreven in de bijlagen 'Projectgegevens' en 'Partijgegevens' bij dit besluit;
 dat de aanvraag dient te worden beoordeeld naar de definitie van het begrip
baggerspecie, opgenomen in artikel 12, eerste lid, onder d van de Wbm;
 dat, met betrekking tot de vraag of de partij baggerspecie betreft:
 de partij is vrijgekomen tijdens saneringsbaggerwerkzaamheden ter plaatse van een
gedeelte van een afgedamde sloot gelegen op het perceel Dorpsstraat 46 te Wilnis;
mca/Wbm/7609/16628-15:03
Pagina 2 van 6


bovengenoemde watergang onder de reikwijdte van de Wet verontreiniging
oppervlaktewateren (Wvo) valt;
 dat daaruit volgt dat de partij zal vrijkomen via het oppervlaktewater in de zin van
artikel 12, eerste lid, onder d van de Wbm;
 de partij op de saneringslocatie in tussendepot is gekeurd en bemonsterd;
 de partij minder dan 1% bodemvreemd materiaal bevat;
dat hieruit blijkt dat het gaat om baggerspecie.
BESLUIT:
Dat de baggerspecieverklaring voor bovengenoemde partij wordt verleend.
Indien u zich niet met dit besluit kunt verenigen, dan kunt u binnen zes weken na verzending
van deze beschikking een bezwaarschrift richten aan:
SenterNovem, t.a.v. Juridische Zaken, Postbus 10073, 8000 GB Zwolle, onder uitdrukkelijke
vermelding van "Bezwaarschrift Bodem+" op de envelop en op het bezwaarschrift zelf.
Het bezwaar bevat tenminste:
1. De naam en adres van de indiener.
2. De dagtekening.
3. Een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.
4. De gronden van het bezwaar.
Na het bezwaar is vervolgens beroep mogelijk. Dit beroep dient bij de Afdeling
Bestuursrechtspraak van de Raad van State te worden aangetekend.
De staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, voor deze:
SenterNovem
Opdrachtmanager Bodem+
drs. A.A. de Zeeuw
mca/Wbm/7609/16628-15:03
Pagina 3 van 6
Aanvullende Informatie
Dit besluit is een verklaring als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Wet belastingen op
milieugrondslag op grond waarvan baggerspecie, wanneer deze ter verwerking aan een inrichting
wordt afgegeven, is vrijgesteld van de afvalstoffenbelasting.
Deze baggerspecieverklaring is nodig als baggerspecie ter verwijdering wordt afgegeven aan een
stortplaats waar ingevolge de milieuvergunning voor die stortplaats ook andere afvalstoffen mogen
worden gestort.
Wij wijzen u erop dat dit besluit betrekking heeft op de partij zoals deze aan ons is gemeld. Deze
beslissing kan zijn geldigheid verliezen als zich veranderingen voordoen in de gegevens die met
betrekking tot de partij zijn verstrekt. In een zodanig geval verdient het aanbeveling met ons overleg te
plegen.
Aanbieden van baggerspecie met een baggerspecieverklaring van SenterNovem Bodem+ in het
kader van de Wbm
SenterNovem Bodem+ verstrekt baggerspecieverklaringen in het kader van de Wet belastingen op
milieugrondslag.
Deze verklaringen hebben betrekking op een bepaald begrensd gedeelte van de waterbodem. In de
verklaring neemt Bodem+ een indicatieve hoeveelheid op die is gebaseerd op het beoogd te
ontgraven volume aan baggerspecie in een bepaald baggervak. Voor baggerspecie is in de verklaring
geen begrenzing opgenomen ten aanzien van de hoeveelheid die bij de stortplaats wordt aangevoerd
onder de verklaring. Dit betekent echter niet dat ongelimiteerd baggerspecie mag worden aangeleverd
onder de verklaring.
Door de ontdoener moet worden aangetoond dat de aangeboden baggerspecie afkomstig is uit de
beoogd te baggeren watergang, immers dat betreft de baggerspecie waarop de verklaring betrekking
heeft.
Baggerspecie mag dus onder de verklaring vrijgesteld van Wbm worden gestort indien de ontdoener
aannemelijk maakt dat de aangeboden specie afkomstig is uit het beoogd te baggeren vak. De
ontdoener van de baggerspecie verstrekt gegevens waaruit blijkt dat de baggerspecie daadwerkelijk
uit het beoogd te baggeren vak komt aan zowel de stortplaats als Bodem+.
De volgende gegevens per partij moeten worden overgelegd:
 een tekening van het beoogd te baggeren vak inclusief het te bereiken profiel;
 een berekening op basis van het te bereiken profiel van de hoeveelheid te verwijderen kubieke
meters baggerspecie
 inmeting van de ligging van de waterbodem voorafgaand aan het baggeren
 inmeting van de ligging van de waterbodem na het baggeren
 een berekening van de hoeveelheid verwijderde baggerspecie op basis van de metingen van de
ligging van de waterbodem voorafgaand aan en na het baggeren
 in geval van een overschrijding van de indicatieve hoeveelheid: de motivatie daarvoor.
mca/Wbm/7609/16628-15:03
Pagina 4 van 6
Overschrijdingen van de indicatieve hoeveelheid
Indien de specie afkomstig is van buiten het beoogd te baggeren vak mag deze specie niet onder de
verklaring vrijgesteld van Wbm worden aangeleverd. Niet altijd zal echter duidelijk zijn of niet meer
sprake is van dezelfde partij of dat de partij moet worden gezien als een andere partij. Intrekking kan
dan uitsluitsel bieden. De betrokkene kan uiteraard een verklaring aanvragen voor de partij in haar
nieuwe omvang en samenstelling.
Indien binnen het te baggeren vak is gebaggerd, maar er vindt desondanks een overschrijding van de
indicatieve hoeveelheid plaats, dient door de ontdoener te zijn aangegeven wat de reden van deze
overschrijding is. Deze motivatie dient eveneens aan Bodem+ en de stortplaats te worden verstrekt.
Voor alle duidelijkheid, de overschrijding mag vooralsnog wel onder de verklaring vrijgesteld van Wbm
worden gestort.
mca/Wbm/7609/16628-15:03
Pagina 5 van 6
Bijlage bij brief mca/Wbm/7609/16628-6-15:03 d.d. 24-10-2006.
Relatiegegevens
Nummer
Naam
Postadres
22309
Wilnis Onroerend Goed BV
Herenweg 150
3648 CN WILNIS
Herenweg 150
3648 CN WILNIS
0297-257450
de heer J. Bos
Bezoekadres
Telefoon
Contactpersoon
Projectgegevens
Nummer
Naam
Adres
7609
Dorpsstraat 46 Wilnis
Dorpsstraat 46
3648 AJ WILNIS
de heer J. Bos
0297-257450
Contactpersoon
Telefoon
Projectadviseur
Nummer
Naam
Postadres
2121
Hopman en Peters Holding BV
Postbus 253
3700 AG ZEIST
Erichemseweg 64
4117 GL ERICHEM
0344-572283
0344-572256
de heer H. Peters
Bezoekadres
Telefoon
Fax
Contactpersoon
Partijgegevens
Partijnummer
Geraamde omvang
Geraamde hoeveelheid
Aanmeldingsdatum
Vermoedelijke leverdatum
Puingehalte
Overig bodemvreemd materiaal
Geografische ligging
Status
mca/Wbm/7609/16628-15:03
16628
150 m3 (ex-situ)
150 ton
17-10-2006
01-11-2006
<1%
<1%
zie bijgevoegd kaartmateriaal
baggerspecie
Pagina 6 van 6
Download