Enviso Ingenieursbureau T.a.v. de heer R. Vedder Postbus 332 9200 AH DRACHTEN Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving Bodem+ Lange Kleiweg 34 Postbus 7007 2280 KA Rijswijk T +31 88 602 53 50 www.bodemplus.nl [email protected] Rijswijk, 18-03-2015 Ref: Betreft: Boe/Wbm/7121/20008-10:42 project Winschoterdiep Groningen, GO Geachte heer Vedder, Hierbij ontvangt u ons besluit op de aanvraag van 13-03-2015 zonder kenmerk om een baggerspecieverklaring in het kader van de Wet belastingen op milieugrondslag voor een partij die bij ons bekend is onder nummer 20008. Onderhavige partij zal vrijkomen bij baggerwerkzaamheden ter plaatse van het Winschoterdiep tussen de Zweedse en Finse haven nabij de Stockholmstraat te Groningen, zoals is aangegeven op bijgaande projectkaarten. Het baggerwerk wordt uitgevoerd ter realisatie van een wachtplaats voor schepen voor de nieuw aan te leggen Sontbrug tussen de Euvelgunnerweg en de Sontweg. De minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze ir. G.L. Boerekamp Afdelingshoofd Bodem+ Ontwikkeling Bijlagen: Besluit Aanvullende informatie Relatie-, project- en adviseursgegevens Partijgegevens Kaartmateriaal RWS Ongeclassificeerd Pagina 1 van 6 Wet belastingen op milieugrondslag Besluit van 18-03-2015 op de aanvraag van Enviso Ingenieursbureau namens de Gemeente Groningen om een baggerspecieverklaring als bedoeld in artikel 29, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm). De minister van Infrastructuur en Milieu, gezien: de aanvraag van Enviso Ingenieursbureau van 13-03-2015 zonder kenmerk om een baggerspecieverklaring; de bij de aanvraag overgelegde stukken, waaronder: het formulier “Aanvraag baggerspecieverklaring” d.d. 13-03-2015; de rapportage “Verkennend waterbodemonderzoek Winschoterdiep te Groningen” (Tauw bv, project 1217950, 02-09-2013); tekening “Survey opstelplaats t.h.v. Aegir, Projectomschrijving Groningen – Sontbrug” (BAM Infra, tekeningnummer 14.183_BAM_20150120_0012, 20-01-2015); het e-mailbericht van Enviso Ingenieursbureau van 16-03-2015 met als bijlagen de inpeilingsgegevens en het totaaloverzicht ‘Hoeveelheden slib Sontbrug Groningen’; de resultaten van het door de directie RWS Leefomgeving Bodem+, namens de minister van Infrastructuur en Milieu, uitgevoerde onderzoek, gelet op: art. 22, eerste lid, onder g en art. 29, tweede lid van de Wet belastingen op milieugrondslag; de Beleidsregels baggerspecieverklaring Wet belastingen op milieugrondslag; het Besluit, mandaat, volmacht en machtiging Rijkswaterstaat 2013; overwegende: dat het de partij betreft van 13.526 m3 / 16.232 ton, bij de directie RWS Leefomgeving Bodem+ bekend onder nummer 20008, behorend bij project Winschoterdiep Groningen zoals omschreven in de bijlagen 'Projectgegevens' en 'Partijgegevens' bij dit besluit; dat de aanvraag dient te worden beoordeeld naar de definitie van het begrip baggerspecie, opgenomen in artikel 22, eerste lid, onder g van de Wbm; dat, met betrekking tot de vraag of de partij baggerspecie betreft: de partij zal vrijkomen bij baggerwerkzaamheden ter plaatse van het Winschoterdiep tussen de Zweedse en Finse haven nabij de Stockholmstraat te Groningen; dat bovengenoemde watergang een oppervlaktewaterlichaam betreft zoals gedefiniëerd in de Waterwet; dat daaruit volgt dat de partij zal vrijkomen uit de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam in de zin van artikel 22, eerste lid, onder g van de Wbm; de partij minder dan 1% bodemvreemd materiaal bevat; dat hieruit blijkt dat het gaat om baggerspecie. BESLUIT: I. Dat de baggerspecieverklaring voor bovengenoemde partij wordt verleend. II. Dit besluit zal twee weken na dagtekening worden gepubliceerd op de internetpagina www.rwsleefomgeving.nl/organisatie/bodemplus. RWS Ongeclassificeerd Boe/Wbm/7121/20008-10:42 Pagina 2 van 6 Belanghebbenden die zich niet met dit besluit kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken na verzending van deze beschikking een bezwaarschrift richten aan: De Minister van Infrastructuur en Milieu, t.a.v. Rijkswaterstaat Corporate Dienst, BestuurlijkJuridische Zaken en Vastgoed, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht, onder vermelding van "Bezwaarschrift Bodem+" op de envelop en op het bezwaarschrift zelf. Het bezwaar bevat tenminste: 1. De naam en adres van de indiener. 2. De dagtekening. 3. Een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht. 4. De gronden van het bezwaar. Na het bezwaar is vervolgens beroep mogelijk. Dit beroep dient bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State te worden aangetekend. De minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze ir. G.L. Boerekamp Afdelingshoofd Bodem+ Ontwikkeling RWS Ongeclassificeerd Boe/Wbm/7121/20008-10:42 Pagina 3 van 6 Aanvullende Informatie Dit besluit is een verklaring als bedoeld in artikel 29, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag op grond waarvan baggerspecie, wanneer deze ter verwerking aan een inrichting wordt afgegeven, is vrijgesteld van de afvalstoffenbelasting. Deze baggerspecieverklaring is nodig als baggerspecie ter verwijdering wordt afgegeven aan een stortplaats waar ingevolge de milieuvergunning voor die stortplaats ook andere afvalstoffen mogen worden gestort. Wij wijzen u erop dat dit besluit betrekking heeft op de partij zoals deze aan ons is gemeld. Deze beslissing kan zijn geldigheid verliezen als zich veranderingen voordoen in de gegevens die met betrekking tot de partij zijn verstrekt. In een zodanig geval verdient het aanbeveling met ons overleg te plegen. De authenticiteit van deze verklaring kunt u verifiëren via de website van de directie RWS Leefomgeving Bodem+ onder de rubriek Verklaringen Online. Aanbieden van baggerspecie met een baggerspecieverklaring van de directie RWS Leefomgeving Bodem+ in het kader van de Wbm De directie RWS Leefomgeving Bodem+ verstrekt baggerspecieverklaringen in het kader van de Wet belastingen op milieugrondslag. Deze verklaringen hebben betrekking op een bepaald begrensd gedeelte van de waterbodem. In de verklaring neemt Bodem+ een indicatieve hoeveelheid op die is gebaseerd op het beoogd te ontgraven volume aan baggerspecie in een bepaald baggervak. Het baggervak is zowel in het horizontale als in het verticale vlak begrensd. Voor baggerspecie is in de verklaring geen begrenzing opgenomen ten aanzien van de hoeveelheid die bij de stortplaats wordt aangevoerd onder de verklaring. Dit betekent echter niet dat ongelimiteerd baggerspecie mag worden aangeleverd onder de verklaring. Door de ontdoener moet worden aangetoond dat de aangeboden baggerspecie afkomstig is uit het beoogd te baggeren oppervlaktewaterlichaam, immers dat betreft de baggerspecie waarop de verklaring betrekking heeft. Baggerspecie, voorzien van een baggerspecieverklaring, die wordt gestort is vrijgesteld van afvalstoffenbelasting, indien de ontdoener aannemelijk maakt dat de aangeboden baggerspecie afkomstig is uit het beoogd te baggeren vak. De ontdoener van de baggerspecie verstrekt gegevens waaruit blijkt dat de baggerspecie daadwerkelijk uit het beoogd te baggeren vak komt aan zowel de stortplaatsbeheerder als de directie RWS Leefomgeving Bodem+. De volgende gegevens per partij moeten worden overgelegd: een tekening van het beoogd te baggeren vak inclusief het te bereiken profiel; een berekening op basis van het te bereiken profiel van de hoeveelheid te verwijderen kubieke meters baggerspecie inmeting van de ligging van de waterbodem voorafgaand aan het baggeren inmeting van de ligging van de waterbodem na het baggeren een berekening van de hoeveelheid verwijderde baggerspecie op basis van de metingen van de ligging van de waterbodem voor en na het baggeren in geval van een overschrijding van de indicatieve hoeveelheid: de motivatie daarvoor. Overschrijdingen van de indicatieve hoeveelheid RWS Ongeclassificeerd Boe/Wbm/7121/20008-10:42 Pagina 4 van 6 Indien de baggerspecie in horizontale en/of verticale zin afkomstig is van buiten het beoogd te baggeren vak mag deze baggerspecie niet onder de verklaring worden aangeleverd. Niet altijd zal echter duidelijk zijn of sprake is van dezelfde partij of dat de partij moet worden gezien als een andere partij. Intrekking kan dan uitsluitsel bieden. De betrokkene kan uiteraard een verklaring aanvragen voor de partij in haar nieuwe omvang en samenstelling. Indien binnen het te baggeren vak is gebaggerd, maar er vindt desondanks een overschrijding van de indicatieve hoeveelheid plaats, dient door de ontdoener te zijn aangegeven wat de reden van deze overschrijding is. Deze motivatie dient eveneens aan de directie RWS Leefomgeving Bodem+ en aan de stortplaatsbeheerder te worden verstrekt. Voor alle duidelijkheid, de overschrijding mag vooralsnog wel onder de verklaring worden gestort. RWS Ongeclassificeerd Boe/Wbm/7121/20008-10:42 Pagina 5 van 6 Bijlage bij brief Boe/Wbm/7121/20008-6-10:42 d.d. 16-03-2015. Relatiegegevens Nummer Naam Postadres 4085 Gemeente Groningen Postbus 7081 9701 JB GRONINGEN Gedempte Zuiderdiep 98 9711 HL GRONINGEN 050-3677000 050-3677015 de heer M. Bos 06-23024899 Bezoekadres Telefoon Fax Contactpersoon Doorkiesnummer Projectgegevens Nummer Naam Adres 7121 Winschoterdiep Groningen Winschoterdiep tussen Zweedse en Finse haven 9723 GRONINGEN de heer M. Bos 050-3677000 06-23024899 Contactpersoon Telefoon Doorkiesnummer Projectadviseur Nummer Naam Postadres 723 Enviso Ingenieursbureau Postbus 332 9200 AH DRACHTEN De Meerpaal 11 9206 AJ DRACHTEN 0512-586210 0512-586211 de heer R. Vedder 06-46122016 Bezoekadres Telefoon Fax Contactpersoon Doorkiesnummer Partijgegevens Partijnummer Lengte van de partij Maximale breedte van de partij Oppervlakte van de partij Gemiddelde dikte Geraamde omvang in-situ Geraamde hoeveelheid in-situ Aanmeldingsdatum Vermoedelijke leverdatum Puingehalte Overig bodemvreemd materiaal Geografische ligging Status RWS Ongeclassificeerd 20008 250 m 20 m 5.000 m2 2,5 m (variërend van 0,1 m tot 4,7 m) 13.526 m3 16.232 ton 13-03-2015 01-04-2015 <1% <1% zie bijgevoegd kaartmateriaal baggerspecie Boe/Wbm/7121/20008-10:42 Pagina 6 van 6