Chris Buskes. "Vrijheid van meningsuiting wordt het best bevorderd door de geleidelijke verlichting van de menselijke geest, die voortvloeit uit de vooruitgang van de wetenschap.'' (Charles Darwin, brief aan Edward A. Aveling, 13 oktober 1880.) http://www.liberales.be/boeken/buskes Een Nederlandse 'Evolutiefilosoof' Typerend voor wetenschappelijke doorbraken is dat ze talloze nieuwe vragen oproepen, voorheen gescheiden onderzoeksgebieden bijeenbrengen en, niet in de laatste plaats, ons wereldbeeld voorgoed veranderen. Dit geldt bij uitstek voor de evolutietheorie. De conceptuele aardverschuiving die Darwin in gang heeft gezet, ondermijnt tal van gevestigde waarheden over wie wij zijn en waar we vandaan komen. Vandaag de dag, 150 jaar na de publicatie van Darwins meesterwerk The Origin of Species, zijn de vele implicaties van de evolutietheorie nog steeds niet allemaal te overzien. Evolutionair denken levert niet alleen veel van de belangrijkste inzichten uit de moderne evolutiebiologie , het biedt versneld een uitgebreide bijdrage doorheen de consequenties uit haar theorie , aan nieuwere inzichten in de taal-, cultuur-, mens- en sociale wetenschappen. Er is vrijwel van deze wetenschapsgebieden aan te wijzen dat niet door Darwins evolutietheorie is beïnvloedt : antroplogie, psychologie, taalkunde, bewustzijn, cultuur, epistemologie, religie, moraal, esthetica, geneeskunde, eugenetica, vooruitgangsdenken , en de filosofie uiteraard (afgezien van de biologie zelf!). Over evolutie en moraal. Een thema dat actueel geworden is sinds Francis Collins claimde dat " moraal van God komt en niet bij dieren voorkomt. " In 2004 eisten lieden aan de VUA dat een proefschrift over de oorsprong van de moraal ('Survival of the fair' )herzien moest worden , omdat 'een biologische benadering van de moraal niet alleen levensgevaarlijk, maar ook beledigend was voor gelovige christenen.' Vroeger (en nu nog steeds conservatieve Christenen) dacht men dat "de moraal een bovennatuurlijke fundering heeft omdat ons besef van goed en kwaad van God afkomstig is. Volgens deze visie is moraliteit dan ook slechts aan de mens, de kroon der schepping, voorbehouden. Dieren hebben besef van god noch gebod." Dit standpunt wordt ook verdedigd door Cees Dekker. Het is volgens Dekker zelfs onderdeel van het The챦stische Wereldbeeld! Chris Buskes legt aan de hand van moderne wiskundige modellen uit hoe welke vormen van moraal wel en niet kunnen ontstaan onder welke voorwaarden. zie ook http://evolutie.blog.com/1243207/ Francis Collins The Language of God G Korthof Er is vrijwel geen wetenschapsgebied aan te wijzen dat niet door Darwins evolutietheorie is beïnvloed.(zelfs in de " harde" vakken )o.a *The Life of the Cosmos -->van Lee Smolin: Darwinisme toegepast op Kosmologie/natuurkunde; Nog afgezien van de zelforganisatie theorieen van prigognine en kaufman / De chaos theorie en de systeemtheorie ... *De invloed evolutie op chemie: kijk eens naar Astrobiology boeken die de laatste tijd verschenen zijn... ; *Wiskunde: wat dacht je van Artificial Life en Artificial Evolution, Evolutionary Algorithms, etc. De consequenties van de evolutieleer voor de taal-, cultuur-, mens- en sociale wetenschappen is eveneens groot . De conceptuele aardverschuiving die Darwin in gang heeft gezet, ondermijnt tal van gevestigde waarheden over wie wij zijn en waar we vandaan komen. Vandaag de dag, 150 jaar na de publicatie van Darwins meesterwerk The Origin of Species, zijn de vele implicaties van de evolutietheorie nog steeds niet allemaal te overzien. Hoe heeft Darwin ons wereldbeeld beïnvloed? “Vóór Darwin zagen we de wereld als het ware op zijn kop. In zijn tijd werd voorondersteld dat de mens niet door toeval ontstaan kon zijn. Darwin bewees dat dit wel zo was. De wereld is niet geschapen vanuit het hogere, maar vanuit het lagere: alle organismen op onze planeet stammen af van organische moleculen en primitieve eencellige wezens die een slordige vier miljard jaar geleden in de oceanen zijn ontstaan. Darwin heeft de wereld op zijn pootjes terug gezet.” Je moet wel gek zijn om nu nog in God te geloven? “Darwin heeft één van de belangrijkste godsbewijzen onderuit gehaald: het argument from design. Religie en evolutie vallen misschien voor een deel te combineren, maar dan zul je als gelovige wel concessies moeten doen. Schepping en evolutie bijten elkaar. Na Darwin kun je de verhalen uit de heilige boeken niet langer letterlijk nemen. Dit inzicht stuit veel mensen tegen de borst - het toont hoe groot de schok is die Darwins idee챘n teweegbrengt. Veel mensen kunnen niet accepteren dat wij een onbedoeld en onbeduidend twijgje zijn aan de oeroude boom van de evolutie.” Hoe werkt evolutionair denken door in de wetenschap? “Het darwiniaanse gedachtegoed heeft zich als een olievlek over de verschillende wetenschapsgebieden verspreid. Steeds meer beseft men in de sociale wetenschappen dat als je de mens wilt begrijpen je ook naar biologische en erfelijke oorzaken moet kijken. In de jaren zeventig werd de Leidse hoogleraar Buikhuisen nog uitgemaakt voor fascist omdat hij criminaliteit in verband bracht met biologische en erfelijke factoren. Een paar weken geleden promoveerde iemand zonder problemen op hetzelfde onderwerp. Het taboe is opgeheven. Het is na챦ef om te denken dat er een gen voor criminaliteit bestaat, maar er zijn wellicht volop genen die crimineel gedrag in de hand werken. Denk aan mensen die geen empathie kunnen voelen of een neiging hebben tot agressiviteit en verslaving.” Wat zijn de gevaren van Darwins erfenis? “Er zijn sociaaldarwinisten die ervoor pleiten de harde regels van de natuur toe te passen op de menselijke samenleving. Zwakbegaafde en kansarme mensen moeten in die logica aan hun lot worden overgelaten. De wet van de sterkste regeert. Evolutie is voor een deel ook wel te sturen. Denk aan groenten als spruitjes, rode kool en savooiekool. Die zijn allemaal afkomstig van een oerkool. Maar die wetenschap kun je ook misbruiken. Ideeën om de menselijke soort te zuiveren van ‘inferieure individuen’ of ‘slechte genen’ blijven steeds opnieuw opduiken. De recente successen in de moleculaire biologie en de genetica maken dat alleen maar verleidelijker.” In hoeverre is uw boek een antwoord op Intelligent Design (ID), de stroming die wijst op de gaten in de evolutietheorie? “Mijn boek is géén antwoord op Intelligent Design. Dat antwoord heeft Darwin 150 jaar geleden al gegeven: er zit geen intelligent ontwerp achter de evolutie. ID is oude wijn in nieuwe zakken. Ik besteed in mijn boek een hoofdstuk aan de vermeende onverenigbaarheid van evolutie en religie. ID komt daar ook ter sprake, maar het speelt beslist geen cruciale rol. Dat verdient het ook niet. Mijn boek geeft een breed overzicht van het belang en de impact van de evolutietheorie. Elk weldenkend mens zou hiervan op de hoogte moeten zijn, al was het maar om stelling te kunnen nemen in de verhitte debatten die Darwins ontdekking nog steeds weet op te roepen.” Wanneer Charles Darwin in november 1859 zijn kolossale manuscript The Origin of Species eindelijk durft te publiceren, zijn er twintig jaren verstreken sinds hij met de driemaster HMS Beagle op wereldreis vertrok. Terug in Londen, verzamelde Darwin twee decennia lang bewijsmateriaal uit meest uiteenlopende hoeken om zijn geheime project omtrent evolutie of transmutatie te onderbouwen. In de eerste vier hoofdstukken van Buskes’ boek vindt de lezer een neerslag van dit bewijsmateriaal voor de crux van de evolutietheorie. Deze theorie is revolutionair en geniaal en kan teruggevoerd worden tot een éénvoudig concept, het VSR-algoritme. Dit concept is gebaseerd op de vaststelling dat er in de ons omringende wereld/milieu/biotoop variatie (Variation) aanwezig is. Geen enkel individu, zij het mens, dier, plant, insect of bacterie, is identiek – natuurlijke en kunstmatige clonen buiten beschouwing gelaten. 150 jaar na Darwin weten we nu dat deze variatie terug te voeren is op genetische polymorfie ofte minimale verschillen in de volgorde der bouwsteentjes van het DNA (genotype) tussen individuen. Deze treden meestal op tijdens de conceptiemix van een nieuw individu uit 2 ouders en door imperfecties van het cellulaire kopieerapparaat. Soms zadelt een gewijzigd genoom (genotype) zijn drager op met een gewijzigde verschijningsvorm (fenotype), bv in lichaamsbouw, in metabolisme of in immuunafweer. En heel soms levert een nieuw fenotype zijn drager een specifiek voordeel op binnen een bepaalde omgeving/milieu, waardoor deze beter kan gedijen. Omgevingsfactoren fungeren als een soort filter en selecteren (Selection) die individuen (genen) die het best aangepast zijn aan de omstandigheden. Door hun verhoogde ‘fitness’ is de kans zeer reëel dat deze individuen langer leven, zich frequenter voortplanten (Reproduction) en meer nabestaanden ter wereld brengen … die allen op hun beurt het gunstige genotype of gen bevatten. Langzaam zal een bestaande populatie aldus vervangen worden door een beter aangepaste populatie. Essentieel is te onthouden dat natuurlijke variaties binnen een soortelijke genenpool spontaan en sporadisch optreden. Kleine wijzigingen aan het genetische materiaal treden op… zomaar… en zonder doel! ‘It happens just like that… !’ In het beste geval kan daarna wel via selectie door een temporele filter en reproductie een gunstige eigenschap doorgegeven worden, is evolutie mogelijk. De natuur kan dus alleen maar (af)wachten! Dit concept druist totaal in tegen het klassieke aristotelische wereldbeeld dat doordrenkt is met teleologie ofte doeloorzakelijkheid; tegen de gedachte dat alles een doel heeft en naar een uiteindelijke bestemming streeft; tegen een dogma dat alles doelbewust geschapen is door Plato’s Opperste Goede, door Aristoteles’ Eerste Beweger, door de gnostici’s Demiurg… door Augustinus’ God. De lezer zal langzaam beseffen dat de conceptuele omwenteling die Darwin bewerkstelligde een mooi voorbeeld is van een ‘paradigmawisseling’. Door de vooruitgang van de wetenschap wordt sinds Darwin opnieuw – met de astronoom Copernicus sneuvelde reeds het geocentrisme - een wereldbeeld verruild voor een ander. De feiten baden ineens in een ander licht. Voor Darwin zagen we overal de hand van een Schepper. Na Darwin zien (zouden) we de efficiëntie van natuurlijke selectie (moeten zien). In hoofdstukken 5 tot en met 14 helpt Buskes ons, en ontdekt de lezer welke rol de evolutietheorie speelt in zulke uiteenlopende domeinen en feiten als taal, bewustzijn, moraal, esthetica, geneeskunde en vooruitgang (Universeel Darwinisme). De lezer staat versteld hoezeer deze facetten van ons dagelijks leven het product zijn van het bovengeschetste VSR-algoritme. De vaststelling dat de ons omringende prachtige verfijnde natuur, inclusief de mens met zijn gedragingen en verworvenheden, de resultante zijn van 3,8 miljard jaar evolutionaire fine-tuning zou daarom moeten primeren boven een eventueel gevoel van ontheemdheid dat iemand kan overvallen na het loslaten van het pré-Darwinistische wereldbeeld (‘Entzauberung’). Interessant zijn hoofdstukken 9 en 11 waarin literatuur beschreven wordt die aantoont dat ook cultuur en religie zonder enige twijfel aan Darwin’s wetmatigheden gehoorzamen. Cultuur kan eveneens als medium fungeren om op nietgenetische weg nuttige informatie door te geven die het menselijke individu, in een gegeven context, voordeel kan verschaffen. De drager van de niet-genetische info kan een idee, een concept, een slagzin, een trend, enzovoort zijn. In onze maatschappij circuleert een variatie (V) aan idee챘n. Een maatschappelijke constellatie (filter) kan een bevolkingsgroep ten gunste uitselecteren (S) en via het onderwijs kunnen bepaalde idee챘n doorgegeven worden (R). Zeer controversieel in deze is de hypothese van neo-darwinist en etholoog (gedragswetenschapper) Richard Dawkins (zie ook recensie The God Delusion in Liberales Nieuwsbrief 157 en 161) wanneer hij stelt dat bepaalde culturele replicatoren (memen) een eigen leven kunnen gaan leiden en zich zelfzuchtig kunnen gaan bedienen van het menselijke brein om zich te reproduceren. In hoofdstuk 9 (en in The God Delusion) vindt de lezer alle details hoe Dawkins dit staaltje van denken toepast op religie als memen-plex. Wat er ook van zij en zonder in detail te treden – Buskes vindt de ‘Memetica’ als discipline nog te jong om haar verdienste te kunnen beoordelen – , religies lijken voordelen te bieden … in een prédarwiniaans wereldbeeld wel te verstaan! Volgens het Darwiniaanse paradigma daarentegen heeft de mens geen behoefte meer aan een godsgedachte. Meer nog, zoals uit het volgende mag blijken, zouden religies onze soort in de toekomst misschien juist net niet de nodige ‘fitness’ kunnen verschaffen. Waar gaat het immers om? In hoofdstuk 15 gaat Buskes in op de gevaren van radicale interpretaties of grofweg ideologisch misbruik van evolutionaire theorie챘n: zowel in de negentiende als in de twintigste eeuw zagen we ontsporingen die resulteerden in respectievelijk keihard laissez-fairekapitalisme en eugenetische rasveredelingsprogrammas. Echter, een nog groter gevaar schuilt mijns inziens ook aan het andere extreem van het spectrum, namelijk wanneer Darwin’s evolutietheorie als nonsens aan de kant wordt geschoven. Recente staaltjes van (verwaand) antropocentrisch denken zouden ons allen koude rillingen moeten bezorgen: in zijn pas verschenen verjaardagsboek neemt de huidige paus, in tegenstelling tot zijn voorganger, het inderdaad op voor het creationisme en tegen de evolutietheorie: voor hem is de mens dus wel het uiteindelijk door God gewilde finale product. Volgens dezelfde redenering kan het aldus met de mens niet fout gaan. Met deze door velen als onbelangrijk en onschadelijk beschouwde stellingname wordt, me dunkt, wel het pad geëffend voor groter onheil. Jazeker, nog kouder moet men het krijgen wanneer invloedrijke Amerikaanse “opnamechristenen” (rapture christians) evenals atoom-minnende leiders uit het Midden-Oosten – nota bene de opponenten van de eersten - hunkeren naar een wereld vol vuur en vlam. Alles komt nadien toch terug goed! God en/of Allah laten hun schepping niet teloor gaan: we bespoedigen enkel maar de wederkomst van Christus of van de 12de profeet! Deze teleologisch-creationistische tegenstanders van Darwins concept en hun moderne apologeten zouden toch best eens stil staan bij de mogelijkheid dat de natuur na 3,8 miljard jaar evolutie misschien slechts deze enkele maal het menselijke ras heeft voortgebracht. Vergeten we niet dat er minstens vijf massa-extincties bekend zijn en dat op een gegeven moment onze soort op wereldschaal tot slechts enkele duizenden individuen werd gereduceerd. Nog eens: de natuur heeft nooit de intentie gehad de Homo sapiens op de wereld te zetten! Er kunnen aldus argumenten aangebracht worden dat, wanneer we, na het kijken naar ‘Armageddon-the-Movie’, het evolutiefilmpje terug laten afspelen, het eindplaatje er volledig anders zal uitzien. In het beste geval staan we er weer, in het slechtste geval behoort de aarde toe aan de bacteri챘n (die vroeger, heden en in de toekomst steeds de modus van het leven zijn geweest en steeds de laatste levensvormen op onze planeet zullen zijn). Het is daarom alleszeggend dat E.O. Wilson, de nestor van de hedendaagse evolutiebiologie en vader van de sociobiologie, zich de laatste jaren heeft ontpopt als hoeder van de biodiversiteit, of wat er nog van rest (The Future of Life, 2002). Er dreigt namelijk een nieuwe massa-extinctie, deze keer niet veroorzaakt door een meteorietinslag of pandemie, maar door toedoen van de mens. Hoogste tijd dus voor een paradigmawisseling! Alleen is het waarschijnlijk utopisch te denken dat hogergenoemde ‘respectabiles’ de benodigde literatuur ter hand zullen nemen. Zij die de huidige intellectuele noodtoestand wel inzien en Buskes boek lezen, zal daarentegen een hoopvol lichtpunt opvallen: niet alleen is cultuur door het VSRalgoritme gevormd, langzaam heeft het zich ook losgewrikt uit Darwin’s wetten. De menselijke denkende soort kan de ontwikkeling van variaties in cultuur zelf gaan sturen en dit aan een veel sneller tempo dan onze wachtende Gaia dit kan. Bovendien kunnen we qua inhoud en vorm anticiperen op aanstormende filters. Het is daarom een boeiende (en levensbelangrijke) denkoefening om de complexe uitdagingen van onze tijd ook eens te beschouwen als een selectie-filter en actief de ontwikkeling van nieuwe denkpatronen te steunen. Een hoopvol en te volgen initiatief vindt de lezer in het filosofie-geori챘nteerde pedagogische project van de recent opgestarte Freie Humanistische Schule in Berlijn zie http://www.hvd-berlin.de/kulturtermine/humanistischeschule.htm . Charles Darwin zou gewis de overlevingskansen van het verwittigde en evolutie-bewuste publiek (en hun ‘off-spring’ ) hoog inschatten omdat zij theologie ondergeschikt maken aan filosofie, omdat zij inzetten op een esthetische en theoretisch-wetenschappelijke scholing en op een op harmonisch evenwicht en zingenot bedachte geest in plaats van als martelaren al het wereldse resoluut te verwerpen en de nabije ondergang van de wereld en de op handen zijnde komst van het Godsrijk te verkondigen! Chris Buskes, Evolutionair Denken: de invloed van Darwin op ons wereldbeeld, Uitgeverij Nieuwezijds, 2006 http://www.liberales.be/cgi-bin/show.pl?boek&buskes&print Overal evolutie Darwin's denken: een alles doordringend zuur http://noorderlicht.vpro.nl/artikelen/43312734/ Dossiers Hoera voor Darwin De held van de evolutietheorie in de schijnwerpers Links Lees ook: 'De maakbare mens - Tussen fictie en fascinatie', in Noorderlicht Nieuws, 19 oktober 2009. Lees ook: "Stephen Jay Gould overleden", (21 mei 2002) Lees ook: "Rechten voor robots - Mens en machine volgens Rodney Brooks" (7 okt 2002) De evolutionaire denken blijft zich maar verspreiden. Het dringt door in alle wetenschappen en zelfs in het denken van filosofen. Blijft er nog wel verschil over tussen mens en machine? Stel dat je een zuur hebt dat overal doorheen bijt. Waar moet je dat in bewaren? Waar je het ook in bewaart, het bijt er toch weer doorheen. Volgens de Amerikaanse filosoof Daniel Dennett, ook deze week weer te gast op de clipper Stad Amsterdam, is Darwin’s evolutietheorie zo’n universal acid. Niet te stoppen. Alles doordringend. Inderdaad struikel je doorlopend over de evolutietheorie. Niet alleen omdat 2009 het grote Darwinjaar was, of omdat de VPRO er zoveel aandacht aan geeft, maar vooral omdat de theorie inmiddels een belangrijke plaats heeft verworven in de meest uiteenlopende takken van wetenschap. En ver daarbuiten. Niemand kijkt nog op van een evolutionaire verklaring van zijn eigen gedrag. Zelfs het zelfbegrip van de moderne mens is doordrongen van het Darwiniaanse denken. Denken als Darwin Wat betekent het eigenlijk voor de wetenschap, dat één enkele theorie zo’n enorme invloed heeft? Als er iemand is die daar meer over kan vertellen is het wel de Nijmeegse filosoof Chris Buskes. Hij bracht de reikwijdte van Darwin’s theorie een aantal jaren geleden in kaart in zijn boek ‘Evolutionair denken’. Daarin geeft hij een panoramisch overzicht van de invloed van Darwin’s denken, met hoofdstukken over onder meer taal, psychologie, cultuur, bewustzijn en religie. We spreken hem in zijn werkkamer op de 16e etage van het Erasmusgebouw van de Radboud Universiteit, van waaruit een al even panoramisch uitzicht hebben op de bosrijke omgeving van Nijmegen. Hij neemt alle tijd voor het interview. Zo nu en dan laat hij een stilte vallen, de horizon afspeurend op zoek naar de juiste formulering. “Ja, die metafoor is natuurlijk een leuke vondst”, begint Buskes, “Darwin’s evolutietheorie is ook niet te beheersen, die vreet zich overal doorheen. We hebben bijvoorbeeld gezien hoe de biologie een steeds grotere rol is gaan spelen in disciplines als de psychologie en de sociologie.” Hoe lang kan die zegetocht van het Universal acid nog doorgaan? Wanneer loopt het tegen grenzen aan? Buskes: “In zekere zin zou je kunnen zeggen dat we al over die grenzen heen zijn. Denk bijvoorbeeld aan het literaire Darwinisme, dat een evolutionair perspectief probeert te bieden op literatuur. Ik denk niet dat de evolutietheorie ooit iets zinnigs kan zeggen over de betekenis of inhoud van een kunstwerk. Daarom zie ik niet zoveel, om het voorzichtig te zeggen, in dat soort benaderingen. “ “Wat je ook ziet, is dat mensen met evolutionaire verklaringen komen zonder dat er bewijs voor bestaat. De inmiddels overleden bioloog Stephen Jay Gould heeft dat ‘just so’-stories genoemd. Je moet bovendien oppassen dat een theorie niet te veel gaat verklaren. Want een theorie die alles verklaart, verklaart eigenlijk niets meer. Dan is ze leeg geworden, informatieloos.“ Evolutie en robots Een van de redenen voor de aantrekkingskracht van het evolutionaire denken is de eenvoud ervan. Volgens Dennett is het proces van evolutie door middel van natuurlijke selectie zelfs niets anders dan een algoritme – een set van simpele instructies. Een evolutionair algoritme. Het is dus geen wonder dat Dennett zeer geïnteresseerd is in computers en robots. Die werken immers ook volgens simpele regeltjes. Robots zijn voor hem niets minder dan evolutie in actie. Niet verwonderlijk dus dat de Beagles in de uitzending van 11 april met Dennett een Australisch robotlab bezoeken. “Dennett heeft een fascinerend idee over robots”, legt Buskes uit. “Of machines intelligent zijn, en of ze een geest hebben of niet, is voor hem vooral een pragmatische vraag. Soms is het gewoon heel handig om machines intelligentie of een geest toe te schrijven. Dat doet ook bijna iedereen. Als je tegen een schaakcomputer speelt, ben je geneigd om die menselijke eigenschappen toe te schrijven, bijvoorbeeld de wens om van jou te winnen. Het is ook heel slim om dat te doen, want daardoor kun je voorspellen wat hij gaat doen. Dus Dennett’s antwoord is: zodra je een robot opvat als intelligent, dan is hij intelligent.” Mens en machine Dat roept de vraag op of je dat ook op mensen kunt toepassen. Zijn wij intelligent omdat we onszelf zo zien? Buskes denkt even na over de suggestie. “Ja, in zekere zin wel. Wij verschillen niet zoveel van machines. Wij zijn machines gebouwd door de evolutie. En de evolutie heeft heel lang de tijd gehad om levende wezens zoals wij voort te brengen. Mensen die intelligent zijn, hun omgeving kunnen verkennen, en – nog belangrijker – die de consequenties van hun gedrag kunnen overzien. Dat laatste is erg belangrijk, ook voor de vrije wil. Want zodra je de consequenties van je eigen gedrag kunt overzien, kun je keuzes maken, kun je bepaalde dingen vermijden. Maar uiteindelijk is er niet zoveel verschil. Dennett vergelijkt onze intelligentie met die van een marsrobot. Die is ook uitgerust met een set van instructies, zodat de robot zich op Mars kan redden.” Weinig mensen zullen zonder slag of stoot accepteren dat mensen en machine niet van elkaar verschillen, maar Dennett heeft daar geen moeite mee. Niet voor niets is zijn boek ‘Het bewustzijn verklaard’ wel gekscherend ‘Het bewustzijn wegverklaard’ genoemd - waarbij mensen zich vaak niet realiseerden dat een van de hoofdstukken in het boek al zo heette. Darwin's formule Voor Dennett is dus, onder invloed van het evolutiedenken, het verschil tussen mens en machine verdwenen. Ook Buskes’ denken is doordrongen van het evolutionaire denken, maar dan op een heel andere manier: hij ziet wetenschap als een proces van natuurlijke selectie. “Het proces van natuurlijke selectie is in mijn ogen per definitie een groei van kennis,” legt hij uit. “Het algoritme dat Darwin heeft ontdekt – variatie, selectie en replicatie, Darwin’s formule, zeg maar – beschrijft eigenlijk hoe kennis wordt belichaamd in levende wezens. Met andere woorden: adaptatie is incarnatie van kennis. Ik vind dus dat onze gangbare definitie van kennis ontoereikend is.” “Kijk bijvoorbeeld naar de bouw van een vogel, daar zit een enorme hoeveelheid kennis in. Denk alleen al aan de principes van de aërodynamica. Het heeft mensen eeuwen gekost om die kennis aan de natuur te ontfutselen. Biologische evolutie heeft dingen voortgebracht die ingenieurs nog steeds niet snappen. Waarom zou je dat geen kennis mogen noemen? Daarom vind ik dat onze definitie van kennis moet worden verbreed, zodat ook adaptieve evolutie er deel van uitmaakt.” Het moge duidelijk zijn, de evolutietheorie is een stuk gereedschap waarmee je de wereld behoorlijk op zijn kop kunt zetten, zeker als je filosoof bent en Dennett of Buskes heet. En als zij het niet doen, dan doen anderen het wel: het overzichtswerk van Buskes, nauwelijks een paar jaar oud, lijkt alweer hiaten te vertonen. “Ik ben de afgelopen tijd meermaals op tekorten in mijn boek gewezen. We hadden het net over robotica, en laatst wees iemand me op psychiatrie. Het bevat ook geen hoofdstuk over economie. Het is nog veel erger dan ik had gedacht, de invloed van het Darwiniaanse denken is nog veel breder dan ik een paar jaar geleden dacht.” Bouwe van Straten