Thema 4 Inwendige bouw van gewervelde dieren

advertisement
Thema 4
Inwendige bouw van gewervelde dieren
nr.
vraag
p. in
lwb
1
Omschrijf in je eigen woorden het begrip ‘stelsel’.
82
2
Noteer bij elk stelsel een tweetal organen die ertoe behoren.
82
ademhalingsstelsel
3
spijsverteringsstelsel
bloedvatenstelsel
voortplantingsstelsel
Borst- en buikholte bij het konijn
a Overtrek met een blauwe pen de
plaats van het middenrif.
b Noteer de begrippen ‘borstholte’ en
‘buikholte’ op de juiste plaats.
83-84
Figuur 1: borst- en buikholte ( konijn)
4
Welke organen vinden we terug in de borstholte? Selecteer ze allemaal.
‰ hart
‰ luchtpijp
‰ slokdarm
‰ dunne darm
‰ middenrif
‰ maag
‰ appendix
83-84
5
Welke organen staan in verbinding met de blindedarm?
85-86
6
Welke weg volgt de spijsverteringsbrok in de buikholte? Schrijf bij elk orgaan het juiste
volgnummer.
85-86
volgnummer
orgaan
aars
slokdarm
twaalfvingerige darm
blindedarm
dikke darm
dunne darm
maag
endeldarm
Evaluatievragen: thema 4 Inwendige bouw van gewervelde dieren
10
7
Welke organen brengen een spijsverteringssap in de twaalfvingerige darm?
Selecteer ze allemaal.
‰ maag
‰ lever
‰ alvleesklier
‰ galblaas
‰ nier
‰ speekselklier
8
Welke weg volgt de urine van nier tot geslachtsopening bij het konijn? Vul aan.
85-86
87
nier
↓
__________________
↓
__________________
↓
__________________
↓
geslachtsopening
9
Welke organen behoren alleen tot het vrouwelijk of mannelijk voortplantingsstelsel?
Kies uit: geslachtsopening – eierstok – teelbal – zaadleider – penis – eileider –
baarmoeder – schede – eicel – spermacel.
mannelijk voortplantingsstelsel
10
87-88
vrouwelijk voortplantingsstelsel
Welke stelsels treffen we niet aan in de borst- en de buikholte? Selecteer ze allemaal.
ademhalingsstelsel
spierstelsel
spijsverteringsstelsel
uitscheidingsstelsel
beenderstelsel
zenuwstelsel
bloedvatenstelsel
90-91
11
Som een drietal organen op die behoren tot het zenuwstelsel.
90-91
12
Welke stelsels werken samen zodat een arm kan bewegen?
92-93
Welke organen bevinden zich zowel in de borst- als de buikholte? Selecteer ze allemaal.
maag
luchtpijp
slokdarm
dunne darm
long
hart
appendix
blindedarm
83-84
85-86
‰
‰
‰
‰
‰
‰
‰
13
14
‰
‰
‰
‰
‰
‰
‰
‰
Welk verschil is er tussen de urineleider en de urinebuis? Leg uit in je eigen woorden.
Evaluatievragen: thema 4 Inwendige bouw van gewervelde dieren
87
11
Download