Sociaal Veilig HEERLEN De methode voor herstructureren in Heerlen Sociaal Veilig HEERLEN De methode voor herstructureren in Heerlen ‘Sociaal Veilig. De methode voor herstructureren in Heerlen’ is mogelijk gemaakt in samenwerking met vele betrokken professionals en bewoners in Heerlen en met steun van de Provincie Limburg. gesubsidieerd door de Provincie Limburg Colofon Uitgave gemeente Heerlen, juli 2016 Fotografie Luc Lodder, Pascal Moors en Arnaud Nilwik © De gemeente heeft getracht alle belanghebbenden ten aanzien van het beeldmateriaal te achterhalen. Wie van mening is recht te hebben op afbeeldingen kan contact opnemen met de gemeente Heerlen, afdeling communicatie, via 14 045. 2 Inhoudsopgave Voorwoord 4 Een nieuwe koers 6 3 wijken, 3 herstructureringsopgaven, 1 thema: Het draait om mensen 9 Wijk 1 / Passart10 Wijk 2 / Hoensbroek12 Wijk 3 / Vrieheide 14 Een nieuwe methode 17 De instrumenten 20 Buurtbemiddeling 20 De Woonomgevingsploeg 22 Het Casuïstiekoverleg 24 De ‘Achter de Voordeur’-aanpak 27 De randvoorwaarden 28 Het team: wie doet wat? 33 Het Flexteam 33 Het Veiligheidshuis 36 De Politie 37 Bureau Handhaving 40 Bouw- en Milieuhandhaving 41 Beheer & Onderhoud 43 Maatschappelijk werk 43 De woningcorporatie(s) 45 4 Casussen 47 Resumé 57 Ruimte voor aantekeningen 59 Literatuurlijst 60 3 Sociaal Veilig Voorwoord Niet de stenen maar de mensen zijn het uitganspunt bij de herstructureringsopgaven in Heerlen. We combineren het werken aan de fysieke leefomgeving met verbetering van de kansen voor de bewoners. Sociale stijging, zoals dat mooi heet. Pasklare oplossingen bestaan in deze aanpak niet. Iedere wijk vraagt om een eigen aanpak die past bij de leefomgeving en structuur in die wijk. Maatwerk. Vanuit deze gedachte is in Heerlen Sociaal Veilig tot stand gekomen: een methode voor herstructureren die stoelt op samenwerking en vertrouwen, om elke wijk en elk probleem de aanpak te kunnen bieden die nodig is. Een methode ook waarbij veiligheid de basis is. Immers, pas in een omgeving waar mensen zich veilig voelen en kansen zien, ontstaat ruimte voor verandering en vooruitgang. Samenwerken en vertrouwen. Het klinkt zo vanzelfsprekend maar is in de praktijk soms moeilijk te realiseren. Dit boekje waarin de sociale veiligheidsaanpak van Heerlen centraal staat, laat zien hoe belangrijk het is, dat de verschillende organisaties die actief zijn in de buurt informatie met elkaar willen delen. Elkaar vertrouwen en verbinding zoeken met elkaar. Ècht samenwerken. Daarbij maakt zes jaar Sociaal Veilig in Heerlen ook duidelijk dat van ons als overheid, een nieuwe en meer regisserende rol wordt verwacht. De tijd van masterplannen en ‘blauwdrukdenken’ is voorbij: als overheid bereik je meer door in de wijk, in samenwerking met bewoners en partners energie vrij te maken voor groei en verandering. Bottom-up. Breed gedragen, zodat ieder van elkaar weet waar men mee bezig is! En met voldoende ruimte voor de mensen in de uitvoering. Zij moeten daadkrachtig en vaak met de nodige creativiteit verschillende werelden aan elkaar kunnen verbinden. Eerst in Passart en daarna ook in Hoensbroek en Vrieheide hebben we zo samen met onze partners en met heel veel bewoners moeilijke problemen opgelost en samen aan een sociale en veilige woon- en leefomgeving gewerkt. 4 De resultaten zijn zeer positief. Ik geloof enorm in deze aanpak, omdat ik in samenwerken geloof. Ik ben er dan ook van overtuigd dat iedereen die heeft bijgedragen aan Sociaal Veilig in Heerlen niet meer anders kan of wil werken. Peter van Zutphen, wethouder herstructurering in Heerlen Pas in een omgeving waar mensen zich veilig voelen en kansen zien, ontstaat ruimte voor verandering en vooruitgang 5 Sociaal Veilig Een nieuwe koers Het is 2009 als Heerlen voor de herstructurering van Passart een nieuwe koers kiest. Al geruime tijd besteden de gemeente, buurtorganisatie en ketenpartners intensieve aandacht aan de buurt in Heerlen-Noord. Met deze samenwerking worden ook positieve resultaten bereikt. Meer mensen en maatschappelijke partners zijn bijvoorbeeld bereid om mee te werken aan een effectieve aanpak. Maar, ondanks alle goede bedoelingen blijft het gewenste resultaat uit. Het moet duidelijk anders. Integrale aanpak De problemen die in Passart spelen zijn bovengemiddeld en raken alle aspecten van het maatschappelijk leven: fysiek, sociaal, economisch en veiligheid. De vervlechting van de problematiek over de verschillende domeinen vormt het uitgangspunt voor een innovatieve, integrale en meerjarige buurtaanpak, die de gemeente in samenspraak met alle buurtprofessionals uitwerkt en vastlegt in het Buurtactieplan Passart 2009-2014. Centraal in dit BAP, dat in het kader van het Programma 40+ wijken financieel wordt ondersteund door het ministerie van VROM, staat een veranderingsproces dat onder de regie van de gemeente in gang wordt gezet via heldere actielijnen en een integrale projectstructuur: elk project krijgt een fysieke, sociale en economische component. Elk project is bovendien gericht op empowerment oftewel versterking van de eigen kracht van de buurt. Dit wordt ook het motto van de buurtaanpak. 6 Veiligheid voorop Alleen is het in Passart in 2009 te vroeg voor empowerment. Een doelgerichte aanpak van de complexe multiproblematiek is urgenter. Heerlen besluit daarom om eerst zwaar in te zetten op sociale veiligheid. Hiervoor wordt Operatie Hartslag, de methode die de gemeente eerder succesvol heeft ingezet in de strijd tegen drugsoverlast in het centrum van de stad, vertaald naar een aanpak in de buurt: ‘Hartslag in de Buurt’. De ketenpartners steunen deze keuze en plaatsen hun handtekening onder het convenant dat zowel op bestuurlijk als uitvoerend niveau ketensamenwerking, extra inzet van medewerkers en uitwisseling van informatie mogelijk maakt. De regie is in handen van de gemeente. Operatie Hartslag, de onorthodoxe drugsgerelateerde aanpak van overlast en criminaliteit in het centrum van Heerlen, startte in 2001 met een bestuurlijke samenwerking tussen ketenpartners. Uitgangspunt van de aanpak is de visie dat repressief optreden zonder preventieve maatregelen ineffectief is, maar dat preventief handelen evenmin succesvol is als er geen mogelijkheid tot repressie is. Het gaat dus om een goede balans tussen preventie en repressie. Organisatorisch vraagt deze balans (meer) ketensamenwerking van politie en justitie met het sociale domein. Daarbij komt de nadruk meer te liggen op de kwaliteit van de uitvoering. De uitvoerder krijgt meer ruimte om beslissingen te nemen en banden aan te gaan: werkende weg merk je wat wel/niet werkt. De grootste winst van ‘Hartslag in de buurt’ zit dan ook in de integrale samenwerking binnen het netwerk. In (herstructurerings)buurten zijn meerdere partners aan het werk. Kennisdeling op basis van duidelijke afspraken en samenwerking met gelijkstemden blijken dé cruciale succesfactoren te zijn voor een effectieve, integrale buurtaanbak. Er ontstaat ‘lotsverbondenheid’ en er ontstaat vertrouwen: de basis die nodig is om nieuwe wegen te verkennen. 7 Hartslag in de buurt Met de ondertekening van het samenwerkingsconvenant spreken de ketenpartners hun commitment uit en maken zij mensen uit hun organisatie (the best persons for the job, d.w.z. voor extern gerichte samenwerking) vrij om aan een gebieds- en persoonsgerichte aanpak te werken, met een goede balans tussen repressie en preventie. De aanpak is bottum-up; er komen teams die in de ‘frontlinie’, naar gelang wat de buurt en de bewoners nodig hebben, in wisselende samenstelling projecten opzetten en uitvoeren. Concrete acties zijn hierbij o.a. gericht op een aanpak van de verloedering en vervuiling van de woonomgeving, verbetering van de verkeersveiligheid en de sociaal/ pedagogische kwaliteit van de buurt. Het werkt. De samenwerking zorgt voor successen. Met elk succes groeit vervolgens het vertrouwen in de aanpak die zowel zichtbaar in de wijk als achter de voordeur plaatsvindt in de vorm van individuele ‘outreachende’ hulpverlening. Daar wordt pas echt duidelijk waar mensen behoefte aan hebben! Uitrol De sociale veiligheidsaanpak van ‘Hartslag in de buurt’ zorgt in Passart, net zoals Operatie Hartslag in het centrum van Heerlen, voor een ommekeer. Wantrouwen en teleurstelling maken plaats voor een positieve sfeer waarin gemeente en partners samen met de bewoners werken aan het oorspronkelijke doel van het BAP: een veerkrachtige buurt waar inwoners initiatieven willen en kunnen ontplooien. Oftewel: empowerment! Na het succes in Passart besluit Heerlen de sociale veiligheidsaanpak van ‘Hartslag in de Buurt’ ook toe te passen bij de herstructurering van de LTS-buurt in Hoensbroek en Vrieheide. Van begin af aan is echter duidelijk dat een wijkaanpak één-op-één naar een andere wijk kopiëren zinloos is. Voor elke wijk moet opnieuw gekeken worden welke problemen dominant zijn en wie er aan tafel moeten zitten om de knelpunten integraal aan te kunnen pakken. In dit boekje leest u alles over de methode van herstructureren waarmee Heerlen in Passart en intussen ook in Hoensbroek en Vrieheide in korte tijd grote vooruitgang heeft geboekt. 8 Sociaal Veilig 3 wijken 3 herstructureringsopgaven 1 thema: Het draait om mensen 9 Wijk 1 / Passart Korte schets Passart in Heerlen-Noord telt 2.500 inwoners. Passart-Noord wordt conform het ‘tuindorpconcept’ tussen 1912 en 1918 gebouwd voor mijnwerkers van de Staatsmijn Emma. De bewoners kwamen vanuit alle delen van Nederland en Europa om in de mijnen in en rond Heerlen te werken. In deze smeltkroes groeide de sterke gemeenschapszin die zo nauw verweven is met de mijncultuur. Rond 1950 wordt Passart vanwege de explosieve groei van Heerlen die dan nog voortduurt, uitgebreid met Passart-Zuid. Dit nieuwe deel bevat vooral woningen die dicht bij elkaar liggen en hoogbouw. In de directe omgeving bevinden zich buiten een buurtcentrum en een basisschool amper voorzieningen. De bevolking bestaat vandaag de dag zowel uit families die er al generaties wonen als nieuwe Nederlanders. Problematiek Op weg naar een succesvolle herstructurering van Passart brengt Heerlen in samen­ werking met ketenpartners de complexe multiproblematiek van de buurt in kaart. Dit onderzoek vormt de basis voor het BuurtActiePlan 2009-2014 en levert de volgende karakteristieken op: Er is sprake van sociale achterstand. De huishoudens hebben een laag gemiddeld inkomen, opleidingsniveau en geringe arbeidsparticipatie. Er zijn ernstige sociale problemen, zoals huiselijk geweld, financiële schulden en psychische problemen, vaak in relatie tot een verslaving. Er is sprake van geringe buurtparticipatie en nieuwe inwoners integreren nauwelijks. Relatief veel kinderen groeien op in een eenoudergezin en/of in een situatie met sociale achterstand. De problemen van de ouders zijn van invloed op de kwaliteit van de opvoeding. Door (sociale en financiële) armoede is er sprake van verwaarlozing, contactarmoede en isolement. Veel kinderen hebben een taalachterstand. Het ontbreekt aan basisvoorzieningen voor de jeugd, met name voor de leeftijd 12 t/m 22 jaar. 10 Veel inwoners voelen zich onveilig (subjectieve onveiligheid). Maar ook de objectieve veiligheid laat te wensen over: uit cijfers blijkt dat er meer incidenten, zoals vernieling, burengerucht, overlast, diefstal en woninginbraak, voorkomen dan elders in Heerlen. Vooral jongeren zorgen voor overlast en er is sprake van verkeersoverlast. Ook is er een groep inwoners die bij incidenten de neiging heeft het recht in eigen hand te nemen. Passart bevat hoofdzakelijk huurwoningen. Het aanbod is verouderd en er is sprake van leegstand. Vanwege de bevolkingskrimp zal een deel van de woningvoorraad op korte termijn worden gesloopt. Dit perspectief zorgt voor onrust in de wijk. De wijk zucht onder een verloederd straatbeeld. De opgave De problemen in Passart stapelen zich op. Reguliere structuren en vertrouwde werkwijzen voldoen niet meer. De gemeente neemt daarom de regie in een nieuw interactief herstructureringsproces dat bij alle ketenpartners om een cultuurverandering vraagt. De nieuwe kernwaarden zijn integraliteit, samenwerking en vertrouwen. Om dit vertrouwen ook in de wijk zelf terug te winnen krijgt veiligheid de hoogste prioriteit: Operatie Hartslag wordt hiervoor vertaald naar Hartslag in Passart. Kleine slagvaardige teams gaan zowel voor als achter de voordeur aan de slag. De bewoners merken het meteen: er verandert iets. Zo maakt een afwachtende, passieve houding plaats voor een actieve rol in de buurtaanpak. Meer weten? Lees dan ‘Passart, Empowerment als drijvende kracht’, Heerlen, november 2013. 11 Wijk 2 / Hoensbroek Korte schets In Hoensbroek, het grootste en meest noordelijke stadsdeel van Heerlen, wonen ruim 20.000 mensen. Hoensbroek is zoals vele andere buurten en wijken in Heerlen vanwege de florerende mijnindustrie in korte tijd uitgegroeid van een klein dorp tot het huidige stadsdeel. Sinds 1982 maakt Hoensbroek deel uit van de gemeente Heerlen. In dit grotere geheel zijn de kracht en het eigen, dorpse karakter van de wijk overeind gebleven. Er is een sterk verenigingsleven, een eigen centrum en veel bedrijvigheid. Maar, er is ook weinig geloof in eigen kunnen en met name het dicht­ bebouwde Hoensbroek ervaart de gevolgen van de bevolkingskrimp. De verwachting is dat de bevolking van Hoensbroek voor 2025 krimpt naar circa 16.000 inwoners. Om massale leegstand te voorkomen, moet de woningvoorraad op korte termijn netto met 1.100 woningen krimpen. Tegelijkertijd moeten woningen verbeterd worden. Een belangrijke ontwikkeling in dit kader is de onthuring, sloop en herinrichting van de LTS-buurt. Maar ook in een groter gebied in Hoensbroek-Centrum/ De Dem staat de leefbaarheid onder druk vanwege samenhangende problemen op fysiek, sociaal en economisch gebied. Problematiek In 2012 wordt Hoensbroek vanuit de Limburgse wijkenaanpak aangewezen als één van de vijf wijken met een majeure fysieke en sociale verbeteropgave. De gemeente Heerlen, de woningcorporaties De Voorzorg en Woonpunt, Stadsregio Parkstad Limburg en de Provincie Limburg werken de aanpak samen uit in de blauwdruk Òs Gebrook: Stadsdeelvisie Hoensbroek 2025. Dit onderzoek levert de volgende karakteristieken op: Hoensbroek heeft een hoge werkloosheid en ongeveer 2 op de 5 mensen is laagopgeleid. De bevolking van Hoensbroek is sterk vergrijsd: ca. 1 op de 5 mensen is ouder dan 65 jaar (ca. 18%) en zo’n 2 op de 5 mensen is tussen de 40 en 65 jaar. De huidige woningvoorraad van ca. 9.600 woningen (4.600 huur- en 5.000 koop­ woningen) is eenzijdig, verouderd en weinig gericht op de toekomstige vraag. 12 Het voorzieningenaanbod is vrij compleet, maar sterk versnipperd en weinig toekomstbestendig. Door sloop en leegstand ontstaat verloedering. Met name de LTS-buurt, dichtbij het centrum van Hoensbroek, is kwetsbaar. Deze buurt telt slechts 6 straten met in totaal 189 portiekflats. De complexen kennen een groot verloop en er is meer dan gemiddeld sprake van criminaliteit, overlast en zorgelijke situaties, zoals woningbrand en ontruiming. In de woonblokken overheersen anonimiteit en onverschilligheid. Er is weinig samenhang. De professionals doen goed werk maar kennen elkaar onvoldoende en de inwoners voelen zich nauwelijks actief betrokken. Zonder gerichte interventies is er geen of nauwelijks perspectief op verbetering of sociale stijging. De opgave Onder de titel Ós Gebrook werken de gemeente en ketenpartners aan een vitaal, veilig en duurzaam Hoensbroek. Elke verbetering wordt in de herstructureringsopgave verweven met maatregelen gericht op maatschappelijke en demografische ontwikkelingen en effecten van de bevolkingskrimp op wonen, welzijn, zorg, onderwijs, economie en veiligheid. Geen ontwikkeling staat zo op zichzelf. Om maximale betrokkenheid te genereren, komt elk project ‘bottum-up’ in overleg met de bewoners tot stand. Bijzondere aandacht is er voor HoensbroekCentrum/De Dem: veiligheid wordt in deze buurt het vertrekpunt om elk huishouden middels een integrale aanpak naar een nieuw toekomstperspectief (sociale stijging) toe te leiden. ‘Hartslag in de buurt’ wordt hiervoor uitgerold naar Hart voor Hoensbroek. Meer weten? Lees dan ‘Hoensbroek, De Tussentijd, het draait om mensen’, Heerlen, augustus 2015. 13 Wijk 3 / Vrieheide Korte schets Vrieheide/De Stack ligt net zoals Passart en Hoensbroek in het noorden van Heerlen. De wijk telt 5.933 inwoners. Kenmerkend voor Vrieheide zijn de modernistische Vasco-woningen die in de jaren 60 werden gebouwd voor werknemers van de mijnen. Deze ruime witte huurwoningen, met het woongedeelte op de eerste etage, waren erg geliefd in die tijd en zijn in de jaren 90 in het kader van ‘sociale vernieuwing’ verkocht aan de huurders; veelal huishoudens met een laag inkomen. Nu zien we een wijk met nog altijd lage inkomens en een hoge werkloosheid. Woningen die in een zeer slechte staat zijn omdat er onvoldoende budget is voor onderhoud. En een wildgroei in aanbouwsels, wat een zeer rommelig straatbeeld oplevert. Deze combinatie van problemen vraagt bij de herstructurering om een andere aanpak waarin de bewoners en woningeigenaren meer dan anders zelf aan zet zijn en hun verantwoordelijkheid (moeten) nemen. Problematiek In 2010 is de aanpak van het particulier woningbezit in Vrieheide ondergebracht in het regionaal actieprogramma KRIMP. De gemeente Heerlen, Provincie Limburg, Stadsregio Parkstad Limburg, Rabobank Parkstad en de woningcorporaties Weller en Woonpunt hebben samen met de bewoners onderzocht hoe de herstructurering het beste vormgegeven kan worden. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in de Buurtbusiness Vrieheide en levert de volgende karakteristieken op: Vrieheide heeft een relatief jonge leeftijdsopbouw: de leeftijden 0 tot 15 jaar en 25 tot 45 jaar zijn sterk vertegenwoordigd, het percentage 65-plussers is lager. In Vrieheide wonen veel huishoudens met kinderen (34% t.o.v. het Heerlense gemiddelde van 27%). 33% van de kinderen groeit op in een gezinssituatie waarbij niet beide ouders aanwezig zijn. 35% groeit op in een thuissituatie waarin een of beide ouders werkloos of arbeidsongeschikt zijn. Ongeveer 11% van de bewoners is allochtoon en van niet-westerse komaf. De arbeidsparticipatie, het opleidingsniveau en het inkomensniveau zijn laag. Er is sprake van een lage sociale cohesie. 14 Er is veel sprake van overlast door jongeren, vernieling en diefstal. De zwakke sociaaleconomische situatie leidt tot een bovengemiddeld aantal hennepplantages. Ook is er bovenmatig sprake van huiselijk geweld. In Vrieheide bevinden zich knooppunten op het gebied van georganiseerde criminaliteit. Een groot aantal particuliere eigenaren van met name de Vasco-woningen heeft onvoldoende geld om het noodzakelijke onderhoud aan de woning te verrichten. De uitstraling is verloederd. Door het gebrek aan middelen om de woningen bouwkundig of qua energieprestatie te verbeteren, betalen de bewoners hoge energiekosten. In Vrieheide bevinden zich weinig voorzieningen. De opgave In Vrieheide is de herstructureringsopgave gericht op de ruimtelijke en sociaaleconomische ontwikkeling van de wijk. Met name de aanpak van het particuliere woningbezit is nieuw en vraagt om een nieuwe denkwijze bij gemeente, ketenpartners én bewoners. Op zoek naar duurzame oplossingen maken we van Vrieheide daarom een ‘proeftuin voor kennisontwikkeling’: aan de hand van kleinschalige initiatieven merken we wat wel/niet werkt. Om de kans van slagen van deze projecten te vergroten, is een veilige omgeving een ‘conditio sine qua non’. Hiervoor wordt de sociale veiligheidsaanpak Hartslag in Vrieheide integraal en in samenhang met de herstructureringsopgave in de Buurtbusiness Vrieheide uitgewerkt en vertaald naar een uitvoeringsprogramma dat stoelt op kennisdeling en samenwerking. 15 16 Sociaal Veilig Een nieuwe methode De sociale veiligheidsaanpak is een belangrijke factor in de visie op herstructureren in Heerlen. Niet de stenen maar de mensen zijn het uitgangspunt bij de herstructureringsopgaven in onze stad. We kijken integraal en ook achter de voordeur naar wat mensen nodig hebben en werken met ketenpartners zowel persoons- als gebiedsgericht aan een oplossing. Zo komt informatie vrij die nodig is om een aanpak te kunnen ontwikkelen, die perspectief biedt voor zowel de individuele bewoner als het gezin of huishouden (het systeem) en hun omgeving. Kortom: maatwerk voor iedereen. De basis voor de integrale samenwerking wordt gelegd op bestuurlijk niveau. Toen in Passart duidelijk werd dat de reguliere structuur en aanpak niet voldoende waren om de ernstige overlast en onveiligheid te tackelen, heeft de gemeente zich beraden op de situatie. Een van de belangrijkste conclusies was dat het ontbrak aan samenwerking en kennisdeling. In de reguliere aanpak richtten de partners zich afzonderlijk en vaak zonder samen te werken op vooral enkelvoudige problemen. Vanwege de participatie van bewoners en andere betrokkenen aan het overleg kon er ook geen privacygevoelige informatie op tafel komen. De eerste stap op weg naar een effectieve vertaling van ‘Hartslag in de Buurt’ is dan ook de ondertekening van het privacyconvenant (met goedkeuring van het College Bescherming Persoonsgegevens) tussen de samenwerkingspartners. Dit maakt het mogelijk om informatie te delen die relevant is voor een goede aanpak, de ‘need to know’-informatie. Zonder deze informatie kan er niet samengewerkt worden. Maar dan moet je er wel op kunnen vertrouwen dat iedereen uiterst zorgvuldig met deze informatie omgaat. Vitale coalitie Door de ondertekening van het convenant steunen de keten- en netwerkpartners een ‘vitale coalitie’ die frontliniewerkers op uitvoerend niveau letterlijk de ruimte geeft om de handen ineen te slaan: pragmatisch, no-nonsense, resultaatgericht en op basis van maatwerk. 17 Om dit maatwerk te kunnen realiseren, beschikken zij over vier instrumenten die inzicht c.q. oplossingen verschaffen in de problematiek van mensen en buurten: Buurtbemiddeling, de Woonomgevingsploeg (WOP), het Casuïstiekoverleg en de ‘Achter de voordeur’-aanpak (ADV) bij sloop. Deze instrumenten zijn bij aanvang van het project in Heerlen geen kant-en-klare producten: werkende weg worden ze in de praktijk (door)ontwikkeld en verder toegespitst op het vinden van een goede balans tussen preventie en repressie. Bijzondere lijnactiviteiten Coördinator BA Procesmanager Bestuurlijke Aanpak Georganiseerde Criminaliteit (RIEC) Veiligheidshuis Prioritering Regisseur Veiligheid Procesmanager schakelt en filtert informatie schakelt en filtert informatie Projectmatige aanpak Informatiestromen Privacy-convenant Casuïstiek-overleg Voorzitter procesmanager Woonomgevingsploeg (Wop) Voorzitter wijkagent Buurtbemiddeling Alle reguliere lijnactiviteiten 18 Flexibel maar niet vrijblijvend Het mooie van de integrale en multidisciplinaire samenwerking is dat alle deelnemers die betrokken worden bij de aanpak zich gezamenlijk probleemhouder voelen en zijn, een antennefunctie hebben, problemen signaleren en casuïstiek inbrengen. Elkaar kennen en vooral gekend worden lijkt vanzelfsprekend maar is het in praktijk veelal niet, terwijl dit juist een succesfactor is. Bij elke nieuwe casus wordt ook gezamenlijk de afweging gemaakt met welk instrument snel het beste resultaat kan worden gehaald. Indien een Buurtbemiddelings- of WOP-casus gaandeweg complexer blijkt te zijn dan verwacht, kan de casus opgeschaald worden. Vice versa is het bij een actie van de Woonomgevingsploeg mogelijk om gaande het traject ook Buurtbemiddeling in te zetten. Kortom het systeem is uiterst veerkrachtig maar niet vrijblijvend: de kwaliteit van het resultaat staat voorop en daar levert elke partner zijn bijdrage aan. Flexibel en met de nodige creativiteit. Sterker nog: bij de ondertekening van het convenant zijn de partners de verplichting aangegaan om ‘the best persons for the job’ vrij te maken en een maximale inspanning te leveren om een duurzame verbetering te realiseren. En afspraak is afspraak! 19 Sociaal Veilig De instrumenten 1. Buurtbemiddeling DoelBuurtbemiddeling is gericht op het oplossen van conflicten en het voorkomen dat conflicten escaleren. Het accent ligt op preventie. WieBuurtbemiddeling wordt uitgevoerd door (maximaal 2) getrainde vrijwilligers en professionele ondersteuning door maatschappelijk werk. Elk team van bemiddelaars werkt onder leiding van een coördinator. RegieDe regie is in handen van maatschappelijk werk. WanneerBuurtbemiddeling is geschikt voor het oplossen van ‘gewone’ burenruzies als gevolg van bijvoorbeeld geluidsoverlast, vernielingen, overhangende takken, parkeeroverlast, rondslingerende rommel, hinder van kinderen of huisdieren. Het instrument is niet geschikt voor strafrechtelijke problemen, verslavingsproblematiek, (buitensporige) agressie of voor het oplossen voor problemen binnen een relatie, gezin of familie. Werkwijze Signalering en aanmelding Het conflict wordt gemeld door betrokken bewoners of door de Woonomgevingsploeg, het Casuïstiekoverleg of een van de ketenpartners. De coördinator beoordeelt of het conflict voldoet aan de uitgangspunten. 20 Indien dit het geval is, selecteert de coördinator twee bemiddelaars en informeert/instrueert hen over de situatie. Intakegesprekken De bemiddelaars voeren een intakegesprek met de eerste partij en stimuleren de betrokkene eerst om zelf contact op te nemen met de tweede partij. Daarnaast vragen de bemiddelaars of zij ook zelf contact op mogen nemen met de tweede partij. Is het antwoord nee, dan wordt het traject direct beëindigd. Is het antwoord ja, dan volgt een gesprek met de tweede partij en wordt deze gevraagd om mee te werken aan de Buurtbemiddeling. Ook hier geldt: is het antwoord nee, dan wordt het traject beëindigd. Het bemiddelingsgesprek Dit gesprek vindt op neutraal terrein plaats met beide partijen. In het gesprek wordt stap voor stap naar (deel)oplossingen gezocht voor het probleem. Er zijn vervolgens diverse scenario’s denkbaar: van zeer positief (de relatie is hersteld en het probleem is opgelost) tot de partijen willen niets meer met elkaar te maken hebben. Werken de beide partijen actief mee aan een oplossing, dan wordt een intentieverklaring opgesteld. Mocht het zo zijn dat de bemiddelaars gaande het traject op onderliggende problematiek stuiten, dan schakelt de coördinator direct professionele hulpverlening in. BijzonderhedenBuurtbemiddeling vindt plaats op vrijwillige basis en kan alleen rekenen op succes als beide partijen meewerken. Om de drempel voor deelname te verlagen, wordt Buurtmiddeling gratis aangeboden aan de bewoners. MeerwaardeBuurtbemiddeling kan laagdrempelig worden ingezet, voordat de politie wordt ingeschakeld. De deelnemers vinden een oplossing op basis van vertrouwen. Het instrument is flexibel. Afhankelijk van de problematiek kan de coördinator zijn team samenstellen. Dit kan bestaan uit twee vrijwilligers als bemiddelaar, een vrijwilliger en een professional als bemiddelaar of twee professionals als bemiddelaar. Zo kan het instrument op maat worden ingezet. 21 2. De Woonomgevingsploeg (WOP) Doel De Woonomgevingsploeg (WOP) signaleert en pakt snel (niet complexe) problemen aan in de woon- en leefomgeving. De inzet bestaat uit een mix van preventie en repressie en is gebiedsgericht en ‘adresgebonden’: in de verslaglegging worden nadrukkelijk géén persoonsgegevens maar alleen adresgegevens vastgelegd. Wie De Woonomgevingsploeg wordt gevormd door de frontlinie­werkers van de deelnemende organisaties, zoals de wijkagent(en), medewerkers van Bureau Beheer en Onderhoud, maatschappelijk werk, Bureau Handhaving en wijkbeheerders van de woningcorporatie(s). In de reguliere aanpak waren zij vaak in dezelfde straat, zelfs hetzelfde gezin actief zonder dit van elkaar te weten en elkaar te kennen. In het WOP delen de teamleden informatie en werken zij samen. RegieDe wijkagent vervult de rol van voorzitter van het overleg; de regie van de verschillende acties ligt in de uitvoering. WanneerDe Woonomgevingsploeg is er voor snelle en zichtbare actie bij enkelvoudige problematiek in de woon- en leefomgeving, zoals (geluids)overlast, verkeersoverlast of vervuiling. Het volledige team (gebiedsgericht) komt tweewekelijks bij elkaar voor een kort en krachtig overleg (1 uur), waarin actuele problemen in de wijk worden besproken. 22 Werkwijze Signalering De deelnemers aan de WOP zijn vrijwel dagelijks actief in de wijk en bij uitstek de professionals die snel concrete problemen in de woon- en leefomgeving signaleren en deze vertalen in een actiegerichte aanpak. Bespreking Om de week bespreken de deelnemers de adressen en maken zij afspraken over wat er moet gebeuren en wie dat, al dan niet gezamenlijk, doet. Uitvoering Snelle actie staat voorop. Vaak trekken de deelnemers er direct na het WOP-overleg op uit om acties uit te voeren. Terugkoppeling In het wekelijkse WOP-overleg. Zo nodig worden er aanvullende afspraken gemaakt. Opschalen Als de problematiek in gezinnen erbij gebaat is, worden specialisten op het gebied van zorg en welzijn ingeschakeld. Bij multiproblemen, complexe sociale of psychische problematiek, verslavingsproblematiek of vermoedens van criminaliteit schaalt de WOP de casus op naar het Casuïstiekoverleg. BijzonderhedenOm snel te kunnen handelen mag privacygevoelige informatie met elkaar gedeeld worden. Dit maakt een snelle en volledige aanpak mogelijk. Meerwaarde De aanpak is concreet en pragmatisch. Het is een instrument voor ‘doeners’, die thuis zijn in de wijk en aan één blik, één woord voldoende hebben. Zij handelen snel en boeken zichtbaar resultaat in de wijk. Zo ontstaat vertrouwen bij bewoners. Cijfers In de periode 2009 tot medio 2016 zijn er in totaal 722 adressen behandeld in het WOP-overleg. 23 3. Het Casuïstiekoverleg DoelHet Casuïstiekoverleg wordt ingezet voor het signaleren en breed aanpakken van ernstige multiproblemen in huishoudens. Het overleg concentreert zich op de ‘moeilijke’ adressen in een buurt. Het accent van de aanpak ligt op repressie van problemen met aandacht voor zorg en welzijn. Het motto is ‘erger voorkomen, doorpakken als het moet’. WieIn het Casuïstiekoverleg participeren de politie, het Veiligheidshuis, Flexteam, maatschappelijk werk, Bureau Handhaving, Bouw- en Milieuhandhaving en de woningcorporaties. RegieHet voorzitterschap is in handen van de procesmanager van het Veiligheidshuis. WanneerHet Casuïstiekoverleg richt zich op de zwaardere (multiprobleem) gevallen, waarbij meerdere partners (disciplines) nodig zijn om effectieve hulp of ondersteuning te kunnen bieden. Men kijkt daarbij naar het gehele gezin als systeem. Qua problematiek kan gedacht worden aan (een combinatie van) psychische problematiek, verslaving, criminaliteit, huiselijk geweld, verwaarlozing, opvoedproblematiek, overlast en schulden. Werkwijze Signalering Alle deelnemers van het Casuïstiekoverleg kunnen personen/casussen inbrengen. De ervaring leert dat 75% van de casussen wordt ingebracht door de wijkagent. 24 Analyse Na inbreng van een casus maakt de procesmanager op basis van de informatie van alle projectdeelnemers een analyse van de situatie over de betreffende persoon, resp. het gezin. Rapportage De analyse wordt in het Casuïstiekoverleg besproken, gericht op het maken van werkafspraken op basis van een multidisciplinaire benadering. Uitvoering De uitgevoerde interventies en voortgang worden teruggekoppeld in het tweewekelijkse Casuïstiekoverleg. Na afronding zijn drie scenario’s mogelijk: de casus op de agenda houden = beheersbaar houden; de casus afvoeren wegens succesvolle afronding; de casus opschalen naar Veiligheidshuis of Bestuurlijke Aanpak Georganiseerde Criminaliteit (RIEC). Regie Eén van de succesfactoren is een duidelijke regie door de voorzitter op de uitvoering van het plan van aanpak, in relatie tot elke afzonderlijke deelnemer en elke individuele casus. Monitoring Het is raadzaam om casussen gedurende langere tijd te monitoren, ook nadat de casus van de agenda is afgevoerd. Bijzonderheden Naast het plenaire Casuïstiekoverleg vinden er – binnen het kader van de gemaakte werkafspraken – de nodige bilaterale contacten tussen de betrokken professionals plaats. Ook hiervoor geldt dat de informatiedeling onder de vlag van het project en het privacyconvenant wordt gevoerd. MeerwaardeHet Casuïstiekoverleg kan het beste worden omschreven als een ‘dieseltrein’: eerst een brede analyse van de problematiek en een doordacht plan van aanpak maar als de ‘trein’ eenmaal rolt stopt deze niet eerder dan dat er een structurele oplossing tot stand is gekomen. De multidisciplinaire methodiek draagt structureel bij aan het realiseren van duurzame oplossingen. CijfersIn de periode 2009 tot medio 2016 zijn er in totaal 511 casussen behandeld in het Casuïstiekoverleg. Enkele stappen nader toegelicht 25 Basisinformatie casuïstiek Om een beeld te krijgen van de problemen die in een huishouden spelen, worden waar mogelijk gesprekken gevoerd met de bewoner(s). De casus wordt direct uitgewerkt en aangevuld met informatie van de overige kernpartners en (indien zij daartoe bereid zijn) andere ketenpartners. CasusbesprekingDe casus wordt besproken en naar aanleiding van dit gesprek wordt het passende scenario (van licht naar zwaar) bepaald: geen interventie lichte interventie (WOP) maatwerk ketenpartners integrale aanpak Veiligheidshuis (procesmanagement) inzet Vangnet (zorgmijders) inzet Flexteam (juridische handhaving) inzet Bouw- en Milieuhandhaving Een scenario kan een combinatie van interventies inhouden en gaandeweg ook aangepast of uitgebreid worden met additionele instrumenten. UitvoeringHet gekozen scenario (maatwerktraject) wordt geïmplementeerd. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden die de Wmo, het Sociaal Buurtteam en de jeugdaanpak bieden. Follow-upNazorg is belangrijk; het contact met bewoners die in een traject zitten wordt geruime tijd gecontinueerd. Sociale stijging vraagt een lange adem. 26 4. De ‘Achter de Voordeur’-aanpak (ADV) DoelBij grootschalige onthuring en sloop van woningen is het van belang dat er zicht is op de sociale problematiek in een wijk, buurt, woning. Achter de voordeur wordt vaak pas echt duidelijk wat er leeft en speelt in een huishouden. De ADV-aanpak maakt het mogelijk om achter de voordeur te inventariseren welke hulpverlening wenselijk is om sociale stijging te realiseren voor de individuele personen/ gezinnen en te voorkomen dat problemen meeverhuizen naar de nieuwe woonomgeving. WieDe woningcorporatie en maatschappelijk werk, eventueel met ondersteuning van de wijkagent. WanneerBij sloop en onthuring van woningen. WerkwijzeIndividuele huisbezoeken. Bij de meeste woningen gaat de deur gewoon open, als dit niet het geval is, kan de betreffende persoon/ het gezin ingebracht worden in het Casuïstiekoverleg. In overleg kan bekeken worden op welke wijze een ‘opening’ kan worden gecreëerd. MeerwaardeDe ‘Achter de Voordeur’-aanpak kan gezien worden als een soort ‘eerste hulp’ om sociale stijging te kunnen realiseren. Het doel is een opening te creëren bij mensen die met complexe, meervoudige problemen kampen, zodat hulpverlening mogelijk wordt. 27 Sociaal Veilig De randvoorwaarden De kernwaarden waar het bij Sociaal Veilig om draait zijn ‘duurzaam, integraal en resultaatgericht’. Organisatorisch vragen deze strategische doelstellingen om net­ werk- en ketensamenwerking van alle partners die in een wijk actief zijn op het gebied van veiligheid, wonen, zorg en welzijn. Daarnaast ligt de nadruk van de aanpak op de uitvoering. Het lastige is echter dat deze aanpak niet vooraf vast ligt maar werkende weg door de frontliniewerkers ontwikkeld moet worden. Dit vraagt om ruimte én vertrouwen en een verankering van de formule in de organisatie van elke partner. Enkele randvoorwaarden op een rij. Gemeentelijke (regie)rol De sociale veiligheidsaanpak draait het beste bij een meer ‘activistische’ manier van besturen en een strakke regie. In Heerlen zijn de regierol en het procesmanagement met instemming van politie, woningcorporaties en welzijnswerk bij de gemeente gelegd. Dit werkt goed. De regierol op het gebied van veiligheid is in handen van het Flexteam; een multidisciplinair handhavingsteam van de afdeling Integrale Veiligheid met formele doorzettingsmacht. De Regisseur Veiligheid schakelt en filtert informatie richting Bestuurlijke Aanpak Georganiseerde Criminaliteit (RIEC). De procesmanager van het Veiligheidshuis, tevens voorzitter van het Casuïstiekoverleg, filtert waar nodig informatie en prioriteert casussen, als dat gewenst is, richting Veiligheidshuis. Zo kan in alle gevallen snel geschakeld worden naar een hoger niveau of naar een aanvulling of uitbreiding van de aanpak. De wijze van regisseren kan het beste worden samengevat aan de hand van de vijf s-en: stimuleren, situeren (overzicht hebben), steun creëren, structureren en sturen. Een ‘go’ op strategisch niveau ‘Informatie is macht’ is een veelgehoorde uitspraak in de uitvoering van Sociaal Veilig. ‘Macht’ betekent hier de mogelijkheid om een plan te maken op basis van actuele kennis van wat er zich op een adres of in relatie tot een persoon afspeelt. Belangrijke informatie waarop acties conform de ambities van ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’ doelmatig kunnen worden afgestemd. 28 De kernpartners van Sociaal Veilig tekenen voor deze kennisdeling een privacyconvenant dat gedragen wordt door het College Bescherming Persoonsgegevens. Aan deze ‘go’ op strategisch niveau zijn zwaarwegende verplichtingen verbonden. Allereerst de verplichting om op een verantwoorde wijze met deze privacygevoelige informatie om te gaan. Daarnaast tonen de deelnemers zich met het plaatsen van hun handtekening bereid om de ‘best persons for the job’ in hun organisatie vrij te maken voor Sociaal Veilig. En dat zij maximale inspanningen leveren om de problemen (fysiek, sociaalmaatschappelijk en economisch) in de vooraf afgebakende projectgebieden op te lossen. Dat vraagt tijd, capaciteit, creativiteit, flexibiliteit en de bereidheid om de grenzen op te zoeken. Kleine, slagvaardige teams Samenwerking op uitvoerend niveau is de essentie van Sociaal Veilig. Om in de praktijk snel te kunnen anticiperen op de behoefte van de buurt gaan de frontliniewerkers aan de slag in relatief kleine, slagvaardige teams. Elke team heeft vanuit de eigen organisatie de ruimte (in tijd, capaciteit en mandaat) om flexibel, creatief en daadkrachtig te kunnen handelen op basis van de collectief gemaakte afspraken en doelstellingen. De teamleden zijn niet op voorhand gebonden door interne prioriteringen en daardoor flexibeler in de aanpak en oplossingsgericht werken. Hiervoor moet de formule van de sociale veiligheidsaanpak verankerd zijn in elke organisatie. Alleen dan kunnen de noodzakelijke verbindingen worden gelegd van visie en beleid via tactische sturing tot uitvoering. Dit vraagt van veel deelnemers tot op zekere hoogte een cultuurverandering. Maar het werkt. De lijnen in de teams zijn kort. Er kan snel gecommuniceerd worden en dat betekent dat er ook snel gehandeld kan worden. Het belangrijkste is dat er vertrouwen is: het team is gezamenlijk probleemhouder. Iedereen dient hetzelfde doel! De juiste mix van preventie en repressie Het succes van de sociale veiligheidsaanpak wordt bepaald door inzet van de juiste mix van preventieve en repressieve inzet. Het streven is telkens gericht op het motto ‘erger voorkomen, doorpakken als het moet’. En minstens zo relevant: respect voor de bewoners vormt de basis van alle inzet. 29 Kosten De financiële middelen voor de inzet wordt door de partners gedragen. De kosten van de interventies en het flankerend beleid worden gedekt uit reguliere budgetten, dan wel projectgelden. Eenduidige informatie Het is voor een doelmatige uitvoering van groot belang dat frontliniewerkers over dezelfde informatie beschikken. Deze informatie kan afkomstig zijn uit de ‘koker’ van de eigen organisatie of uit de backoffice van ketenpartners. Hierbij gaat het vaak ook om privacygevoelige informatie: elke partner moet erop kunnen vertrouwen dat zeer zorgvuldig en, ook hier weer, met respect voor de burger met deze informatie wordt omgegaan. Maatwerk Een ding mag duidelijk zijn: Sociaal Veilig is maatwerk voor de buurt en zijn inwoners. Daar moeten zowel de frontliniewerkers in de uitvoering als ook de bestuurders op strategisch niveau van doordrongen zijn. Alleen staat dit maatwerk niet op zichzelf; de methodiek wordt als een additionele interventie zoveel als mogelijk ingebed in de integrale en gebiedsgerichte structuur en heeft daarmee raakvlakken met flankerend beleid. Dit betekent dat er sprake moet zijn van goede informatie-uitwisseling en afstemming tussen onder meer de projectleider Sociaal Veilig, de gebiedsregisseur en andere relevante partners en organisaties in de buurt, zoals het onderwijs, de Sociaal Buurtteams, Expertiseteams, et cetera. 30 In de Tussentijd zijn de bewoners aan zet Een belangrijke eigenschap van her­structurering is dat het proces veel tijd kost. Heel veel tijd. Met name voor de bewoners die weinig zicht hebben op het proces ‘achter de schermen’. Om de betrokkenheid van de bewoners gedurende deze periode vast te houden, heeft Heerlen de ‘Tussentijd’ ontwikkeld. De LTS-Buurt had de primeur. Voordat hier een park zou worden aangelegd was het gebied voor de bewoners. Zij konden zelf ideeën aandragen en kwamen met de wens om en ontmoetingsplek te creëren. Die plek kwam er met picknicktafels, een bijenkasteel, kleurrijke windbloemen en tal van leuke, verbindende activiteiten. Mensen leerden elkaar kennen, werden betrokken en werden trots. En dat blijkt in combinatie met de Sociaal Veilig-aanpak áchter de voordeur de sterkste remedie tegen de negatieve werking van overlast en vandalisme. 31 32 Sociaal Veilig Het team Sociaal Veilig wordt in samenwerking uitgevoerd door kernpartners. In Heerlen zijn binnen de gemeentelijke organisatie betrokken: het Flexteam (regisseur Veiligheid), het Veiligheidshuis (voorzitter Casuïstiekoverleg), Bouw- en Milieuhandhaving en Bureau Handhaving. Extern doen de politie, Alcander voor welzijn, en de woningcorporaties Woonpunt en Weller mee. Gemeente • Regie op proces (incl. participatie en communicatie) • Regie op informatiegestuurde aanpak (juridische aspecten) • Inzet Flexteam (uitvoering Flexacties & regie veiligheid) • Inzet Veiligheidshuis (procesmanagement multiproblem-casussen; vastpakken en niet meer loslaten) • Inzet BOA • Inzet Bouw- en Milieuhandhaving • Inzet Beheer en Onderhoud • Flankerend instrumentarium Welzijn, Integrale Veiligheid en Sociale Zaken Maatschappelijk Werk •Buurtbemiddeling • Algemeen maatschappelijk werk (achter de voordeur-gesprekken) • Ondersteuning bewonersorganisatie Politie • Inzet wijkagent Corporaties • Onthuring, sloop, herhuisvesting •ADV-gesprekken Het Flexteam Het Flexteam is een klein bureau binnen de gemeentelijke organisatie met juridisch medewerkers, een informatieanalist en administratieve ondersteuning. 33 Naast het organiseren, coördineren en regie op de opvolging van Flexacties is het team verantwoordelijk voor de juridische handhaving op o.a. horeca-inrichtingen, 13b-Opiumwet (Damocles-beleid), 174a Gemeentewet (overlast), BIBOB-onderzoeken en het Lokaal Overleg Bestuurlijke Georganiseerde Criminaliteit en werkgroepen RIEC. Het Flexteam is als instrument een klein, zelfsturend team waarvan de inzet wisselend bestaat uit specialisten van gemeente, politie en brandweer. Het team treedt op in de sfeer van bestuursrecht, strafrecht, bouw- en milieurecht en APV. De zwaarte van functies en bevoegdheden maken dat het team enkel in langslepende dossiers als ‘breekijzer’ wordt ingezet of bij complexe dossiers waar een integrale aanpak en coördinatie vereist is. In de uitvoering fungeert het Flexteam als toezichthoudend en handhavingsteam. De leden beschikken als toezichthouder of opsporingsambtenaar over formele bevoegdheden binnen een scala aan juridische kaders. Het team kan zo snel schakelen, bijvoorbeeld bij de aanpak van (drugs)overlast of criminaliteit, maar ook bij extreme burenoverlast en het niet nakomen van opgelegde bestuursrechtelijke maatregelen. Het Flexteam kan uit naam van het bevoegd orgaan onder meer waarschuwingen uitreiken, lasten onder dwangsom opleggen of bestuursdwang toepassen. Zoals de naam het aangeeft, kent het Flexteam als instrument, en vaak als spreekwoordelijke stormram, geen vaste vorm: de vraag en de structuur van de wijk bepalen de inzet en aanpak. Binnen de sociale veiligheidsaanpak in Heerlen vervult de juridisch medewerker van het Flexteam, naast de reguliere taken, de projectrol van Regisseur Veiligheid. Hij/zij bewaakt en stroomlijnt de integrale samenwerking en uitwisseling van informatie en vervult daarnaast een schakelfunctie tussen de acties in de wijk, politie en de Bestuurlijke Aanpak Georganiseerde Criminaliteit. Daarnaast is hij/zij de bewaker van het binnen de spelregels van het privacyconvenant delen van informatie. Voorbeeld 1: mini-Flexacties in Vrieheide In Vrieheide zijn het particuliere woningbezit en overlastbestrijding de bepalende factoren voor de inzet van het Flexteam. 34 Om de casussen die in het Casuïstiekoverleg aangepakt worden krachtig aan te pakken, gaan de ketenregisseur/Flexteamwerker en de wijkagent of de maatschappelijk werker en de wijkagent samen op pad om bewoners één-op-één te bereiken met ‘miniFlexacties’. Soms heeft de wijkagent een ingang om iets te bespreken, de andere keer heeft het maatschappelijk werk of de gemeente die ingang, bijvoorbeeld vanwege een aangifte, een klacht of een overlastmelding. “Wij merken dat mensen het prettig vinden dat je als gemeente aan de deur komt. De overheid is in Vrieheide lang uit beeld geweest. Nu gaan we individueel het gesprek aan. In Vrieheide is geen corporatie waarmee we centrale afspraken kunnen maken, omdat het merendeel van de woningen particulier eigendom is. Dus moet de aanpak ook individueel zijn. De integrale samenwerking maakt het mogelijk om samen één front te vormen en ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’ te verwezenlijken. Niemand hoeft meer van het kastje naar de muur. De convenanten zorgen ook voor een vertrouwensbasis. We weten wat we aan elkaar hebben. Dat werkt. Ons motto is: ‘zeggen wat je doet en doen wat je zegt. Realistisch verwachtingsmanagement is cruciaal. Mensen zien ons nu vaak in de wijk en zien dingen veranderen. Ook het aantal meldingen neemt weer toe; een teken dat het vertrouwen stijgt. Zo ontstaat een nieuwe basis waarop wij de veiligheidsaanpak naar een hoger niveau kunnen tillen. Dat is ongelofelijk belangrijk. In Vrieheide bevinden zich knooppunten als het gaat om georganiseerde criminaliteit. Vanuit onze centrale positie in de wijk kunnen wij het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) voeden met informatie en veiligheidsacties plussen.” Pieto In ’t Panhuis, regisseur veiligheid Voorbeeld 2: grootscheepse Flexacties met ketenpartners in Hoensbroek In Hoensbroek ligt het accent van de problematiek op kamerbewoning, overlast, ernstige burenproblemen, psychische problematiek en criminaliteit. Het eerste doel van het Flexteam is achter de voordeur te komen bij overlast- en probleempanden, om daar de juiste aanpak te kunnen verrichten c.q. hulpverlening te bieden. 35 Afhankelijk van de melding worden in de WOP of het Casuïstiekoverleg verbindingen tot stand gebracht met de partners die samen in actie komen tijdens breed opgezette Flexacties. Organisator en coördinator is de Regisseur Veiligheid. “De sociale veiligheidsaanpak voorziet in een structurele bestrijding van problemen en geen symptoombestrijding. Dat is een kracht. Doordat relevante partners samenwerken aan een integrale aanpak kunnen we doordringen tot de kern. Bij de ondertekening van het convenant hebben alle deelnemers afgesproken dat zij hiervoor ‘the best persons for the job’ vrijmaken en dat zij maximale inspanningen leveren om samen binnen de kaders van beleid, wet- en regelgeving op een flexibele manier een oplossing zoeken. Dat betekent dat we soms stappen zetten die in het reguliere beleid ondenkbaar zouden zijn: onderling bepalen we de beste route en daar staan we als één front achter. Deze gedeelde verantwoordelijkheid zorgt voor duurzame oplossingen. Dat blijkt ook: Hoensbroek is veiliger geworden. Er is minder overlast en nog belangrijker: we weten precies wat voor ‘vlees we in de kuip hebben’.” Marwin Rebel, Regisseur veiligheid Het Veiligheidshuis Het Veiligheidshuis is een regionaal samenwerkingsverband van partners op het gebied van justitie en zorg. Het netwerk telt 42 convenantpartners, waaronder het Openbaar Ministerie, Reclassering en Bureau Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming, Politie, zorgpartners zoals Radar en LEVANTOgroep en het maatschappelijk werk. Binnen dit omvangrijke netwerk fungeert het Veiligheidshuis als verbinder en procesmanager: de spin in het integrale veiligheidsweb. 36 Vanwege deze centrale functie vervullen de procesmanagers van het Veiligheidshuis ook de rol van voorzitter van het Casuïstiekoverleg. Beide functies liggen in elkaars verlengde: als er bij een specifieke casus inzet wenselijk is die de sociale veiligheidsaanpak in de wijk niet kan leveren, prioriteert de procesmanager de casus op de agenda van het Veiligheidshuis en wordt een aanpak mogelijk met andere ketenpartners. Zo kan niet alleen horizontaal binnen het wijkgerichte sociale veiligheidsnetwerk, maar ook verticaal binnen het regionale netwerk van het Veiligheidshuis snel geschakeld worden. “De aanpak van ‘Operatie Hartslag’ en ‘Hartslag in de buurt’ stoelt op vier succesfactoren: een heldere regie door de gemeente, een goede selectie van best persons bij de netwerkpartners, de uitwisseling van informatie en het mandaat dat mensen hebben om vrij te handelen. Deze succesfactoren zorgen in de uitvoering voor een flexibiliteit waardoor onmogelijkheden mogelijkheden worden. Door het integrale overleg weet je waar je in de wijk op moet letten en heb je preventief snel zicht op een toekomstig broeinest. Daar ga je met z’n allen vol tegen aan en zo smoor je een hoop problemen in de kiem. Of je kiest een andere route dan je gewend bent: je doet bijvoorbeeld bestuursrechtelijk een stapje terug omdat je weet dat hulpverlening meer succes heeft. Het zou ideaal zijn om deze werkwijze structureel te maken. Dat vraagt om tijd, capaciteit en creativiteit bij álle netwerkpartners. Maar vooral moet je in samenwerking geloven en deze willen regelen, bijvoorbeeld als het om het delen van privacygevoelige informatie gaat. Want je kunt nu eenmaal niet met keiharde cijfers aantonen wat je hebt voorkomen door aan de voorkant te schakelen.” Dees Gardeniers en Ewald van Grunsven, procesmanagers Veiligheidshuis De politie De wijkagent is voorzitter van de Woonomgevingsploeg en tevens de belangrijkste leverancier van casussen voor de WOP. Daarnaast neemt de wijkagent deel aan het Casuïstiekoverleg. 37 In de wijk is de politie zichtbaar aanwezig om in te grijpen waar nodig is en samen met burgers en partners te werken aan leefbaarheid en veiligheid. De vraag en de structuur van de wijk zijn bepalend voor de inzet. Voorbeeld 1: Herstructurering LTS-Buurt in Hoensbroek Bij de uitrol van ‘Hart voor Hoensbroek’ ligt de focus in eerste instantie op de onthuring van 189 woningen in de LTS-Buurt. Achter de voordeur spelen grote sociale problemen: er is weinig binding met de omgeving, er is meer dan gemiddeld sprake van criminaliteit en overlast. Maar, vrijwel alle bewoners willen herplaatst worden in Hoensbroek. Om te voorkomen dat problemen zich verplaatsen, wordt binnen het Casuïstiekoverleg maatwerk ontwikkeld via drie lijnen: Maatschappelijk werk en de woningcorporatie bezoeken één-op-één alle bewoners (ADV-aanpak) om hun perspectief te bespreken. De politie wordt betrokken om de positie van enkele families die in de LTS-buurt dicht bij elkaar woonden, te doorbreken. De Woonomgevingsploeg wordt ingezet om zowel ad hoc als structureel problemen op te lossen die van invloed zijn op de leefbaarheid. Het Casuïstiekoverleg wordt ingezet om de bewoners niet alleen naar een nieuwe woning toe te leiden maar meteen een stukje sociale stijging te realiseren. 38 “Structurele multidisciplinaire samenwerking zorgt voor daadkracht. Elke donderdagochtend houden de deelnemers aan Hart voor Hoensbroek vrij voor overleg: de ene week staat de WOP, de andere week het Casuïstiekoverleg op de agenda. Na de WOP houden we meteen ook tijd vrij, zodat we direct in de wijk aan de slag kunnen. Dat lukt je regulier niet. Dan moet je afspraken maken en daar gaat tijd overheen. Diezelfde daadkracht zie je terug in het Casuïstiekoverleg, al gaat het bij de aanpak van multiproblemen niet zozeer om het tempo maar om de beste aanpak. De resultaten tonen aan dat op het gebied van leefbaarheid en veiligheid een grote inhaalslag is gemaakt. De tijd dat je ergens niet wilde wonen in Hoensbroek-Centrum/De Dem is voorbij. De lijnen tussen de netwerkpartners zijn zelfs zó kort dat we elkaar ook buiten de overlegstructuren om weten te vinden. Nu is de wens om deze daadkrachtige methode nog meer in te zetten met betrekking tot de aanpak van criminaliteit. Hart voor Hoensbroek bewijst het: samen bereiken we meer!” Lucas Kleijnen, wijkagent Hoensbroek Voorbeeld 2: Vrieheide Bij de aanvang van ‘Hartslag in Vrieheide’ in 2013 blijkt de caseload zó groot, complex en diepgeworteld dat zelfs de vernieuwende integrale sociale veiligheidsaanpak te stroperig is. Er is meer nodig om de sociale problematiek vóór en achter de voordeur te verbinden aan een verbetering van het particuliere woningbezit. Werkende weg wordt het instrumentarium van de Woonomgevingsploeg en het Casuïstiekoverleg uitgebreid. De partners komen vaker bij elkaar, de duur van het overleg wordt verlengd en élke geprioriteerde casus krijgt op verzoek van de wijkagent snel navolging in de vorm van een mini-(Flex)actie. De ene keer gaat de wijkagent met de maatschappelijk werker op pad, de andere keer met het Flexteam om bewoners outreachend, één-op-één te benaderen. Het doel: oude patronen doorbreken én bewoners perspectief bieden. Deze benadering blijkt efficiënt. Waar politie alleen niets kan betekenen, kan de gemeente of maatschappelijk werk wel voor een doorbraak zorgen, of omgekeerd. Na deze doorbraak is er ruimte om aan een duurzame oplossing te werken. 39 “Er wordt vaker een onderscheid gemaakt tussen veiligheid en leefbaarheid. Naar mijn mening is veiligheid een onderdeel van de leefbaarheid. Dit vat meteen de kracht van de integrale sociale veiligheidsaanpak samen: deze aanpak biedt de mogelijkheid om de leefbaarheid vanuit meerdere perspectieven aan te pakken. Bijna geen gezin heeft een hennepplantage omdat het thuis zo goed gaat. En zo is ook huiselijk geweld vaak het gevolg van een dieperliggend, vaak financieel probleem. Sociaal Veilig biedt de mogelijkheid om juist die dieperliggende problematiek aan te pakken. Wij hebben de mini-(Flex)acties bedacht om snel, individueel tot de kern door te dringen. Dat werkt: na de weerstand ontstaat ruimte voor verandering en hulpverlening. Elk verhaal is vervolgens uniek. Een methode kopiëren is daarom zinloos. Overal waar je aan de slag gaat, zul je terug moeten naar de kernvraag: wat kunnen de mensen en wat kun je doen om de negatieve spiraal waarin veel gezinnen leven om te draaien in een positief perspectief.” Rob Peters, wijkagent Vrieheide Bureau Handhaving Namens Bureau Handhaving nemen per wijk twee Buitengewoon Opsporings­ ambtenaren deel aan de sociale veiligheidsaanpak. Daarnaast zijn ook dagelijks toezichthouders zichtbaar aanwezig in de wijk. De handhavers werken nauw samen met de wijkagent en zijn betrokken bij zowel de Woonomgevingsploeg als het Casuïstiekoverleg. Zij kennen de wijk en zijn bewoners, signaleren problemen, herkennen bijzonderheden of afwijkingen, spreken mensen aan en brengen casussen in het overleg die volgens hen aandacht of actie verdienen. De lijnen tussen Bureau Handhaving en de netwerkpartners zijn kort om ervoor te zorgen dat de vraag wordt neergelegd bij de juiste instantie, zoals maatschappelijk werk, de politie, het Veiligheidshuis, de woningcorporatie of buiten het sociale veiligheidsnetwerk: het Sociaal Buurtteam of het Expertiseteam. Ook is Bureau Handhaving betrokken bij de uitvoering van Flexacties. 40 “Wij werken 12 jaar als BOA in Hoensbroek en kunnen vergelijken hoeveel goeds de sociale veiligheidsaanpak Hoensbroek heeft gebracht. De vroegere probleempanden, waarin mensen vaak met psychische problemen onder erbarmelijke omstandigheden woonden, zijn er niet meer of de panden voldoen aan alle eisen. En als wij vinden dat het ergens weer achteruit gaat, zijn wij zo binnen om de eigenaar of de bewoners flink aan de jas te trekken. Als je dit consequent volhoudt, komt er verandering. Maar ons werk is breder. Kinderen die verwaarloosd worden, ouderen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen of vervuilen: we zien het zelf of krijgen signalen van bewoners en deze casussen nemen we mee naar het overleg. Het fijne van deze integrale samenwerking is dat we daarna ook terug horen wat er met de betreffende casus is gebeurd. Dat het gezin hulpverlening krijgt of dat er nu dagelijks buurthulp komt bij de oudere. Omdat wij iedereen kennen, kunnen we snel schakelen. Het enige nadeel is dat wij niet met cijfers kunnen onderbouwen wat wij met onze preventieve aanpak hebben voorkomen.” Jos Jonker en Wiel Peters, BOA in Hoensbroek-Centrum/De Dem Bouw- en Milieuhandhaving De afdeling Bouw- en Milieuhandhaving is verantwoordelijk voor het toezicht op bestaande bouw en nieuwbouw en op naleving van de milieuwetgeving. Het toezicht gebeurt planmatig maar vindt ook plaats naar aanleiding van klachten of meldingen door burgers, de woningcorporatie, de wijkagent of Bureau Handhaving. Het gaat dan veelal over vervuiling van woningen, panden of tuinen, achterstallig onderhoud, een onvoldoende kwaliteit van bijvoorbeeld tuinhuizen en andere bijgebouwen of bouwen zonder vergunning. Als een melding het gevolg is van een multiprobleemsituatie, komt de casus aan de orde in het Casuïstiekoverleg. In dit overleg wordt afgestemd welke actie van Bouw- en Milieuhandhaving het meest zinvol wordt geacht. Zo kan het bureau o.a. Bestuursdwang of Last onder Dwangsom opleggen. 41 Waar Bouw- en Milieuhandhaving regulier eerder kiest voor het opleggen van een dwangsom om resultaat te boeken, wordt binnen de sociale veiligheidsaanpak vaker Bestuursdwang ingezet. Ondanks het feit dat dit instrument risico’s met zich meebrengt ten aanzien van bijvoorbeeld aansprakelijkheid. Bestuursdwang is bij uitstek oplossingsgericht. Anders dan bij een Last onder Dwangsom is de oplossing niet afhankelijk van de wil, de geestelijke gezondheidstoestand of de financiële situatie van de overtreder. Bij zorgmijders biedt Bestuursdwang een mogelijkheid om een doorbraak te genereren voor hulpverlening. Het is wel een uiterste redmiddel. Eerst wordt daarom onderzocht of het gewenste resultaat ook bereikt kan worden door de inzet van minder ingrijpende middelen. Als er geen sprake is van een multiprobleemsituatie handelt BMH de melding zelfstandig af. Bij ingewikkelde problematieken werkt de afdeling samen met andere organisaties die in de buurt actief zijn, zoals de Buurtcoöperatie in Vrieheide. Bij de inzet van Bestuursdwang is zowel bij de voorbereiding als de uitvoering zorg aanwezig. Deze wordt geregeld via de in het casusoverleg aanwezige maatschappelijke werker. Hij of zij weet als deskundige exact welke hulpverleningsinstantie, gelet op de problematiek, het meest geschikt is. 42 “Normaliter kunnen wij als gemeente bij een ontruiming niet zomaar hulpverlening uit de kast trekken, terwijl een probleem als vervuiling vrijwel altijd voortkomt uit psychische problematiek. Op het moment dat wij klaar zijn met onze actie is er bij een reguliere benadering dan wel opgeruimd, maar is het probleem niet opgelost. Sociaal Veilig maakt het mogelijk om vervolgstappen te zetten. Hulpverlening kan het balletje na de ontruiming overnemen. Dat is de enige mogelijkheid om een duurzame verbetering te realiseren.” Wilco van der Kint, handhavingsjurist bij Bouw- en Milieuhandhaving De afdeling Beheer & Onderhoud van de gemeente neemt structureel deel aan de Woonomgevingsploeg in Passart, Hoensbroek en Vrieheide. Dit overleg komt tweewekelijks bij elkaar; overlastproblemen, meldingen van zwerfvuil of vervuiling kunnen zo snel opgepakt en verholpen worden (Zie ook de beschrijving van casus 1 op pagina 48). Maatschappelijk werk Maatschappelijk werk speelt binnen de sociale veiligheidsaanpak een belangrijke rol om achter de voordeur contact te leggen met een cliënt of gezin met sociaal maatschappelijke problematiek. De aanpak wordt bepaald in het Casuïstiekoverleg en is ‘outreachend’. Dat wil zeggen dat de maatschappelijk werker ongevraagd in contact treedt met de cliënt naar aanleiding van signalen uit de omgeving over bijvoorbeeld overlast, huiselijk geweld, opvoedingsproblemen of vervuiling. 43 Ook een verhuizing in verband met sloop kan een aanleiding zijn om achter de voordeur te beoordelen wat er speelt en de cliënt ervan te overtuigen dat onder­ steuning of intensievere hulpverlening gewenst is. Zodra de cliënt de hulp accepteert start het hulpverleningstraject, dat uit coaching, leer-werktrajecten, gezinscoaching, schuldhulpverlening en/of andere vormen van hulpverlening kan bestaan. De maatschappelijk werker blijft hier nauw bij betrokken. Ook wordt maatschappelijk werk ingezet bij Buurtbemiddeling. “Er zijn altijd mensen met sociaalmaatschappelijke problematiek die nooit vrijwillig een beroep op ons doen. Regulier gebeurt hier ook niets mee, totdat de problematiek escaleert. Bijvoorbeeld in de vorm van een huisuitzetting. Door informatie te delen en samen op te trekken bereik je juist deze groep die zo lastig te bereiken is; ‘reaching the unreached’. Degene met de meeste kans om binnen te komen zorgt ervoor dat we achter de voordeur komen. Dat is de ene keer de consulent van de woningcorporatie, de andere keer de gemeente of de wijkagent. Het mooie van de aanpak is dat sociaal en veilig hand in hand gaan. De samenwerking maakt het mogelijk om uit een breed spectrum aan instrumenten de juiste mix samen te stellen die nodig is om problematiek bij de kern aan te pakken vóórdat de bom barst. Hiermee kun je de cliënt, zijn omgeving en de wijk veel ellende besparen. In Passart en Hoensbroek zijn al goede resultaten behaald. In Vrieheide komen we nu goed op stoom. Mensen zien dat er iets verandert en dat zien wij meteen weer terug in de cijfers. De veiligheidsbeleving neemt weer toe en de woonomgeving wordt positief beoordeeld. Daar doe je het toch voor.” Rob Houkes, maatschappelijk werker in Vrieheide 44 De woningcorporatie(s) De woningcorporaties zijn een belangrijke partner in de wijken. Zij spelen een grote rol bij het in stand houden of verbeteren van de woon- en leefomgeving en verrichten ook achter de voordeur grote inspanning bij vraagstukken van (aspirant en zittende) huurders met multiproblematiek. Bij herstructurering en sloop vraagt de begeleiding van huurders extra aandacht. In de Heerlense herstructureringswijken is de sociale huursector sterk vertegenwoordigd. Twee corporaties, Woonpunt en Weller, werken in deze wijken actief mee aan sociale stijging in een veilige en prettige leefomgeving voor hun huurders. “In Hoensbroek hebben we de sociale veiligheidsaanpak ingezet bij de onthuring van 189 woningen in de LTSBuurt en daarna ook bij de onthuring van 90 woningen van de Pannenberg/Uitweg. Bij beide projecten hebben we elke woning persoonlijk bezocht. Bij de een gaat de deur dan gewoon open, bij de ander niet. In dat geval helpt het als je informatie over de bewoners hebt. Want met die informatie kun je gericht ondersteuning door bijvoorbeeld de wijkagent of hulpverlening inschakelen. Samen sta je ook sterk om de problemen in een huishouden op te lossen. En als het huishouden dat niet wil, sta je sterk voor de buurt. We moeten er daarom voor zorgen dat de integrale sociale veiligheidsaanpak structureel ingebed wordt in het nieuwe netwerk van de wijk, waarin nu de Sociaal Buurtteams en Expertiseteams een centrale rol spelen.” Dennis Bertrand, consulent maatwerk bij Woonpunt in Hoensbroek 45 “Vroeger werden cliënten na een periode van 24-uursbegeleiding gewoon losgelaten. Dat pakte vaak niet goed uit. Nu worden huurders die vanwege psychische problematiek of detentie vanuit een intramurale setting weer zelfstandig wonen gedurende een heel jaar begeleid. Hiervoor werken de corporaties in Parkstad en sociaal maatschappelijke partners zoals Levanto, Radar, het Blijf van mijn Lijf huis en het Leger des Heils samen met Housing Parkstad. De samenwerking krijgt zo ook buiten Sociaal Veilig een positief vervolg. De afspraak is dat de corporaties een cliënt binnen zes maanden na aanmelding bij Housing Parkstad helpen aan een passende woning. Housing Parkstad zorgt vervolgens voor begeleiding aan huis. Als alles in dit ‘proefjaar’ naar wens verloopt, kan de cliënt zelfstandig verder. Samen helpen wij mensen voor wie een huis niet vanzelfsprekend is zo aan een thuis.” Bart Hofmeyer, relatiemanager Weller 46 Sociaal Veilig 4 Casussen 47 Casus 1 / Woonomgevingsploeg De melding Er is sprake van zwerfvuil bij de Chatbox, een ontmoetingsplek voor jongeren, in Passart. De melding wordt in de vergadering van de Woonomgevingsploeg besproken. Afgesproken wordt dat de BOA’s polshoogte gaan nemen en de Chatbox in de gaten houden. Eerste actie De BOA’s gaan meteen na de vergadering kijken en schakelen Beheer en Onderhoud in om op te ruimen. Diezelfde middag is alle zwerfvuil opgeruimd. Het resultaat De BOA’s houden de situatie in de gaten en constateren dat de situatie verslechtert. De Chatbox wordt door 3 groepen jongeren gebruikt, waaronder cliënten van de maatschappelijke opvang. De vervolgactie De WOP en Beheer & Onderhoud besluiten om ‘Schoon GMS’, een opruimploeg uit een andere wijk in Heerlen, in te zetten om dagelijks op te ruimen. Daarnaast geeft de gemeente de opdracht om de groenvoorziening aan te pakken. De wijkagent houdt regelmatig een oogje in het zeil en treedt ook verbaliserend op. Bureau Handhaving brengt de identiteit van de jongeren in beeld. Alcander schakelt de jongerenbus in om de Chatbox opgezette tijden te bezoeken. Het resultaat Binnen 2 maanden is de situatie rond de Chatbox onder controle. Er komen geen overlastmeldingen meer binnen. Niettemin controleren politie en handhaving nog steeds regelmatig. Zij constateren dat het bezoekersaantal van de Chatbox is teruggelopen. De indruk bestaat dat de voorziening nu meer wordt bezocht door de doelgroep waarvoor hij bedoeld is: de jongeren uit de wijk. 48 Casus 2 / Casuïstiekoverleg De casus In een drukke winkelstraat in het hart van het projectgebied ligt een kamerverhuurpand met 21 onzelf­ standige wooneenheden. Het pand is al jaren negatief bekend vanwege overlast door geluidshinder, dealen in en rond het pand, af en aan rijden van drugsgebruikers met parkeeroverlast als gevolg en geweldsincidenten. Winkeliers en omwonenden klagen veelvuldig en voelen zich onveilig. De verschillende veiligheidspartners doen al jaren afzonderlijk hun best maar het blijft dweilen met de kraan open. De actie De politie en Flexteam brengen deze casus gezamenlijk in. Alle betrokken partners dragen de bij hen beschikbare informatie aan. Hieruit blijkt dat er in het pand meerdere personen wonen die bij o.a. maatschappelijk werk en/of VHH gekend zijn. Om een goed beeld van de situatie te krijgen wordt besloten om d.m.v. een Flexactie het pand te betreden. Daarbij zijn aanwezig specialisten op het gebied van bestuurs­recht, bouw- en brandveiligheid, bevolkingscontroleurs, sociale rechercheurs en politie (voor de veiligheid). De resultaten zijn zorgwekkend. Diverse personen blijken er ondanks een Brp-inschrijving niet te verblijven maar ontvangen wel een bijstandsuitkering. Verplichte blusmiddelen ontbreken, rookmelders zijn gedemonteerd en de algemene toestand is vies en smerig. Tijdens de actie wordt één persoon agressief; op zijn kamer worden handelshoeveelheden harddrugs aangetroffen. In de berging worden gestolen fietsen aangetroffen en een bewoner lijkt geestelijk niet in orde te zijn. Tijdens de actie zijn doelbewust dienstvoertuigen van politie, brandweer en Bureau Handhaving voor het pand geplaatst. Dit trekt aandacht van voorbijgangers en omwonenden die opgelucht en blij zijn dat er actie wordt ondernomen. Op basis van het dossieronderzoek en de resultaten van de actie ter plaatse wordt een plan van aanpak gemaakt: diverse personen worden uit de Basisregistratie personen uit- of ingeschreven. De Sociale Recherche stelt nadere onderzoeken naar uitkeringsfraude in. De pandeigenaar worden lasten onder dwangsom opgelegd om ervoor te zorgen dat voldaan wordt aan bouw- en brandveiligheid. Er wordt bestuursdwang toegepast omdat een deel van het pand in strijd met het bestemmingsplan wordt gebruikt. Mondriaan wordt ingeschakeld om de verwarde persoon te onderzoeken en de kamer van de drugsdealer wordt voor de duur van een jaar gesloten. De huisjesmelker is hier niet blij mee maar het blijkt wel een prikkel voor hem om beter zijn huurders te selecteren en beter toezicht te houden op datgene wat in zijn pand plaatsvindt. Na deze actie wordt het pand tweewekelijks gemonitord. 49 Het resultaat Ondanks alle acties blijven er weliswaar minder maar toch nog klachten binnenkomen. Besloten wordt mobiel cameratoezicht in te zetten om objectiever te kunnen bepalen of de klachten al dan niet gegrond te zijn. Na vier weken blijken er enkele auto’s en personen in beeld te komen die niet pluis blijken. Dit leidt tot de aanhouding van een wietdealer. Maar uit de beelden blijkt ook dat een groot deel van de klachten ongegrond is en afkomstig is van een omwonende die het hele kamerverhuurpand wil sluiten. Zijn klachten kunnen onderbouwd weerlegd worden. Het aantal kamers is intussen door de bestuursdwang teruggebracht naar 15. Er is een relatief goede verstandhouding tussen de pandeigenaar met politie/gemeente. De wijkagent heeft zelfs sleutels ontvangen van de centrale toegangsdeuren. Het selectiebeleid van toekomstige bewoners wordt strenger en daarmee worden de rotte appels zoveel als mogelijk geweerd. Ook is er een beheerder aangesteld die dagelijks in het pand komt kijken (preventieve werking). De branden bouwveiligheid is weer op orde. Zorgverleners durven het pand weer alleen te betreden om cliënten te bezoeken. De drugs- en parkeeroverlast is opgelost. Geluidsoverlast komt nog wel eens voor maar kan snel door een reguliere politiepatrouille worden opgelost. De bewoners zijn gewend dat de politie met regelmaat preventief een kijkje in het pand komt nemen. Het pand blijft onder de aandacht en de teruggekeerde rust is nog broos. Maar doordat het pand gemonitord wordt kunnen eventuele oplevingen van overlast snel en effectief de kop ingedrukt worden. Winkeliers en omwonenden spreken uit zich veiliger te voelen en de omgeving is leefbaarder geworden. 50 51 Casus 3 / Casuïstiekoverleg De casus Het zwakbegaafde echtpaar Harrie (37) en Mia (34) en hun dochter Sharon (10) veroorzaken in de buurt waar zij wonen veel consternatie. Harrie en Mia staan bekend om hun heftige ruzies en de buren trekken regelmatig aan de bel. Mia heeft al een paar keer aangifte gedaan tegen Harrie maar trekt deze altijd weer in. Totdat Harrie weer te ver gaat terwijl Sharon vanaf de trap toekijkt. Het plan De wijkagent schakelt het Casuïstiekoverleg in voor een gezamenlijk plan. Verschillende partners blijken zich al met het gezin bezig te houden, voor het eerst werken zij samen. Als eerste wordt er een casemanager benoemd: de maatschappelijk werker van Alcander gaat de dagelijkse contacten met het gezin onder­houden en de problemen inventariseren. Er blijkt sprake van een forse huurachterstand, waardoor de familie de woning kwijt dreigt te raken. Ook zijn er andere schulden. Harrie is ontslagen vanwege zijn woedeaanvallen. Mia wil scheiden. Sharon kan de stress thuis niet meer aan: haar schoolresultaten hollen achteruit en op straat kopieert ze het gedrag van thuis en richt ze vernielingen aan. De actie Voor alle leden van het gezin wordt ondersteuning op maat geregeld. Voor Harrie wordt passend werk op een sociale werkplaats en tijdelijke woonruimte bij een zus geregeld. Bij Mondriaan krijgt hij een behandeling voor zijn agressieproblematiek. Er wordt psychologisch onderzoek voor Harrie en Mia aangevraagd, omdat het vermoeden leeft dat psychiatrische problematiek ten grondslag ligt aan de ruzies. Sharon wordt op last van de Raad voor de Kinderbescherming onder toezicht gesteld: bureau Jeugdzorg, de leerplichtambtenaar en haar mentor gaan zich met haar bemoeien. 52 Dankzij deze ondersteuning komt er rust en ruimte om aan de problemen te werken. Zo moeten Harrie en Mia meewerken aan een oplossing van hun schuldenproblematiek. Van de woningbouwvereniging mogen ze in hun huis blijven wonen, mits de afbetaling van hun huurschuld meteen wordt gestart. Ze worden verplicht een baan te zoeken en te behouden. Ook doen zij mee aan het psychologisch onderzoek. Sharon mag thuis bij haar moeder blijven wonen als Mia laat zien dat zij de gemaakte afspraken goed naleeft. Het resultaat Het gezin krijgt het leven op de rit. Harrie en Mia zijn niet gescheiden maar wonen nog altijd apart en dat bevalt hen prima. Ze hebben allebei werk en lossen hun schulden af. Sharon is tot rust gekomen. Zij hoeft niet meer bang te zijn voor ruzies die uit de hand lopen. Ook de buurt ervaart geen overlast meer van het gezin. 53 Casus 4 / Casuïstiekoverleg De casus Een bezorgde moeder belt de politie. Via een vriendin heeft zij gehoord dat haar dochter, die met haar 5-jarige zoontje in Vrieheide woont, mishandeld wordt door haar partner, maar dat ze te bang is om aangifte te doen. De moeder krijgt het advies Veilig Thuis te bellen, maar VT kan deze zaak niet oppakken omdat het een indirecte melding is. Regulier blijft deze zaak dus liggen. Omdat dit verhaal zich afspeelt binnen het projectgebied en er binnen het reguliere circuit geen actie wordt ondernomen, brengt de wijkagent de zaak onder de aandacht van het Casuïstiekoverleg. De partner blijkt bovendien een ‘goede bekende’ vanwege banden met de Outlaw Motorcycle Gang, ‘duistere’ zaken op vastgoedgebied en antecedenten op het gebied van geweld. De actie Voor de wijkagent en de maatschappelijk werker is er voldoende aanleiding om bij mevrouw op bezoek te gaan. Tijdens dit bezoek wordt duidelijk dat er regelmatig sprake is van huiselijk geweld, waarvan het zoontje vaker getuige is. Verder benoemt mevrouw dat ze, onder invloed van haar partner, in aanraking is gekomen met drugs en momenteel verslaafd is. Zij krijgt het dringende advies om keuzes te maken in haar eigen belang, maar vooral in het belang van haar 5-jarig zoontje! Om haar daarbij te ondersteunen regelt de maatschappelijk werker een afspraak met de jeugdconsulent en de begeleidster van de training ‘Geweld in afhankelijkheidsrelaties’. Dan komt er een politiemelding van de buren: op het bewuste adres is sprake een ernstige ruzie. Een reguliere patrouille gaat ter plaatse maar als beide partijen beloven om het rustig te houden, vertrekt de patrouille weer. Via het cluster Huiselijk Geweld van het VHH én de wijkagent komt de politieinterventie terug bij het casusoverleg. Hier is bekend dat de vrouw zich inmiddels heeft aangemeld bij een verslavingskliniek. Naar aanleiding van de recente melding besluiten de wijkagent en de maatschappelijk werker de vrouw toch nog eens te bezoeken. De vrouw vertelt dan hoe bang zij is. Nu is het tijd voor snelle actie. De maatschappelijk werker neemt (in overleg met mevrouw) contact op met haar ouders, die meteen komen helpen om hun dochter te ondersteunen bij het (deels) leeghalen van de woning. Collega’s van Bureau Handhaving rijden die dag vaker langs om snel in te kunnen grijpen als zaken uit de hand zouden lopen. 54 Het resultaat De dochter neemt tijdelijk haar intrek bij haar ouders die 200 km verderop wonen. De collega’s van het Veiligheidshuis daar worden op de hoogte gesteld van de zaak. Tijdens haar behandeling zal het zoontje bij zijn vader wonen; ook deze gemeente wordt ingelicht. Omdat dit kindje getuige is geweest van huiselijk geweld, zal hier goed gekeken moeten worden of ondersteuning/behandeling nodig is. Als laatste wordt een gesprek gevoerd met de ‘ex-vriend’ over zijn activiteiten. Hij blijft vanaf nu in het vizier! 55 56 Resumé Sociaal Veilig vraagt om een dubbele focus op zowel veiligheid als sociale stijging. Deze dubbele focus is nodig om problemen voor betrokkenen en de omgeving op te lossen cq. te stabiliseren en nieuw perspectief te bieden. De basisaanpak is outreachend en integraal. Hier ziet u de belangrijkste stappen op een rij. Gemeentelijke besluitvormingDe gemeente bepaalt het standpunt van de aanpak ten aanzien van: locatiebepaling (gebiedsgerichte aanpak), aanvaarding regie, aanwijzing projectleider, vaststellen projectkader met middelen- en communicatieparagraaf. InitiatiefDe gemeente organiseert een startbijeenkomst om draagvlak en commitment te genereren met alle partners die op het gebied van veiligheid, wonen, zorg en welzijn in de buurt actief zijn. Bij voorkeur worden tijdens deze startbijeenkomst de frontliniewerkers die in het traject gaan participeren en samenwerken geselecteerd en geïnformeerd. BindingsdagenDe frontliniewerkers maken kennis met elkaar tijdens bindingsdagen. Tijdens deze speciaal georganiseerde bijeenkomsten informeren zij elkaar over ieders rol en taak in de buurt en delen zij ervaringen. Tevens vindt een introductie op het instrumentarium (Buurtbemiddeling, Woonomgevingsploeg, Casuïstiekoverleg en de ADV-aanpak) plaats. In het belang van de samenwerking is het goed om niet alleen bij de start van het project maar ook later in het traject bindings- of themadagen te organiseren. 57 Inrichten structuurDe pragmatische structuur wordt ingericht, waarbij met name het voorzitterschap van de WOP en het Casuïstiekoverleg aandacht verdient. Buurtbemiddeling wordt bij voorkeur uitgevoerd onder de vlag van het lokale welzijnswerk. ImplementatieDe aanpak wordt geïmplementeerd en vanaf dat moment wordt er vergaderd en samengewerkt volgens de afgesproken, vaste structuur: casussen worden besproken, de afspraken over de behandeling ervan worden gemaakt en er worden resultaatgerichte acties genomen. In dit proces is het van belang om na een succesvolle implementatie op projectbasis te zorgen voor borging en succesvolle inbedding van de resultaten. Monitoring/ Belangrijk is gedurende de uitvoering van de aanpak tussentijdse evaluatiesop gezette tijden (bijv. per kwartaal) de dagelijkse uitvoering te monitoren en bij te sturen waar nodig. Het proces is dynamisch en in ieders enthousiasme bestaat de kans dat teveel van de projectkaders wordt afgeweken. Tussenevaluaties, bij voorkeur in de vorm van jaarrapportages, leveren naast managementinformatie en voortgang ook inzichten in eventuele aanpassingen in de projectkaders, om de aanpak binnen het aangewezen gebied zo pragmatisch en effectief mogelijk te maken. 58 Sociaal Veilig Aantekeningen 59 Literatuurlijst Literatuurlijst Buurtactieplan Passart – 2009/2014 Hartslag in de buurt Passart, een uitgave van de gemeente Heerlen i.s.m. Politie Basiseenheid Heerlen-Noord, Veiligheidshuis Heerlen, Alcander, Woonpunt en Weller, januari 2011 Vastpakken en niet meer loslaten, Jaarrapportage 2011, Veiligheidshuis | district Heerlen, juni 2012 Òs Gebrook: Stadsdeelvisie Hoensbroek 2025, januari 2012 Passart, Empowerment als drijvende kracht, een uitgave i.h.k.v. de reeks Herstructurering in Heerlen, november 2013 Energie voor Vrieheide, Buurtbusiness Vrieheide-De Stack, november 2013 Hoensbroek, De Tussentijd, het draait om mensen, een uitgave i.h.k.v. de reeks Herstructurering in Heerlen, augustus 2015 Zorgen en meedoen in de gemeente Heerlen, editie Heerlerheide-Passart, januari 2016 60 ‘Sociaal Veilig biedt de kans om duurzaam, integraal en resultaatgericht te werken aan wijken. Niet in woorden of aan de vergadertafel maar door te doen. Het zwaartepunt ligt in de wijken. Wij willen niet meer anders.’ Gemeente Heerlen en partners juli 2016 61 Sociaal Veilig HEERLEN De methode voor herstructureren in Heerlen