Antioxidanten niet helend, wel helpend

advertisement
Eerherstel voor natuurlijke onderdelen van ons dieet
Antioxidanten
niet helend,
wel helpend
Antioxidanten zijn onderdeel van ons dagelijks dieet maar zijn ze ook goed
voor ons? Wetenschappers zijn sterk verdeeld over die vraag. De Maastrichtse
toxicologen Aalt Bast en Guido Haenen waren de onduidelijkheid zat. In het
wetenschappelijke tijdschrift TiPS helpen ze tien misverstanden de wereld uit.
“Wat zou het jammer zijn als een dieet met antioxidanten verwaarloosd zou
worden omdat er twijfel bestaat over hun werking.” Tekst: Matilde Newman
A
ntioxidanten, zuurstof, oxidatie.
Ze hangen allemaal nauw met
elkaar samen. Simpel gezegd
zit het zo: met elke ademhaling krijgen
we een van de meest giftige stoffen
binnen die er bestaat, zuurstof (O2).
Zonder zuurstof kunnen we niet leven,
maar behalve dat het ons lichaam voorziet van energie, zorgt O2 ook voor het
vrijkomen van een hele reeks chemische stofjes. Deze tasten gevoelige
onder­delen in het lichaam aan, zoals
eiwitten, enzymen en cellen. Om het
lichaam tegen de schade – de oxidatie
– te beschermen hebben we antioxidanten nodig. Veroudering bijvoorbeeld is
het directe gevolg van oxidatie: de afbraak van cellen. Antioxidanten kunnen
dit proces van afbraak vertragen.
Mythes
De natuur helpt het lichaam een handje
door antioxidanten aan te bieden in ons
dagelijks dieet. Groenten, fruit, sappen,
kruiden: ze zitten er boordevol mee. De
wetenschap was hier in eerste instantie
razend enthousiast over. Hoe meer hoe
beter, was de gedachte. De geestdrift
was zo groot dat er inmiddels een keur
aan producten op de markt is die ver-
10
rijkt zijn met antioxidanten, van antiverouderingscrèmes tot gezondheids­
pillen met een sterke antioxidant.
Al snel begon er echter ook twijfel te
ontstaan over de positieve werking van
de antioxidanten. Nieuwe studies toonden aan dat die pillen helemaal niet
zouden werken en onze levensduur
zelfs zouden verkorten in plaats van
verlengen. De Maastrichtse wetenschappers Aalt Bast en Guido Haenen
spreken in hun artikel ‘Ten Misconceptions about Antioxidants’, recent gepubliceerd in Trends in Pharmacological
Sciences (TiPS), van “vechtende partijen
die niet lijken te luisteren naar elkaars
tegensprekende argumenten.”
Giftig
Tijd voor duidelijkheid, dachten de
twee toxicologen van de Universiteit van
Maastricht en voegden de daad bij het
woord. Op basis van gedegen onderzoek
en het vergelijken van talloze studies
kwamen ze tot tien mythes die de antioxidanten omringen. Want nee, antioxidanten kunnen absoluut niet elke ziekte
voorkomen of genezen en ja, ook antioxidanten kunnen giftig zijn. Voor dit
laatste argument gaan ze 500 jaar terug
in de tijd. De arts Paracelsus
stelde toen al vast dat elke
stof, hoe wezenlijk of gezond
ook, in hoge dosering giftig kan
zijn. Zo ook met antioxidanten.
Bast en Haenen denken dan ook dat
daar de mythe vandaan komt dat antioxidanten dodelijk kunnen zijn. In een
studie met het antioxidant betacaroteen,
dat in hoge dosering (20mg) werd gegeven aan mannelijke rokers, steeg het
percentage longkankerpatiënten in
deze groep met 18 procent. Echter, de
aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van
deze stof ligt tussen de 2 en 7 miligram.
Ook studies waarin antioxidanten het
ontstaan van kankercellen lijken te
stimuleren, worden vaak genoemd in
het rijtje van dodelijke claims. Wat deze
studies buiten beschouwing laten, is dat
veel andere factoren van invloed zijn op
de werking van antioxidanten, zoals de
hoeveelheid vetten die aanwezig zijn in
het lichaam.
De Maastrichtse wetenschappers pleiten dan ook voor een juiste afweging
van voor- en nadelen als het gaat om
de toepassing van antioxidanten. Dat
is een betere maatstaf dan de huidige
trend waarin enkel de vraag gesteld
wordt of het antioxidant een goede uitwerking op het lichaam heeft. “Want”,
zo zeggen ze, “antioxidanten hebben
niet per se een positieve uitwerking.”
Uniek
Het is ook om die reden dat antioxidanten niet zomaar willekeurig kunnen
worden toegepast. Er is een grote verscheidenheid aan antioxidanten en
“deze diversiteit geeft elke antioxidant
zijn eigen unieke biochemische profiel.
Verschillende antioxidanten laten verschillende biologische effecten zien”,
Dankzij ‘bioactiven’
kan lichaam zich
beter aanpassen aan
verstoringen
aldus de wetenschappers.
“We moeten de aanduiding ‘antioxidant’
niet zien als een containerbegrip waarin
alle stoffen die een antioxidant-eigenschap hebben op dezelfde wijze een
effect zullen hebben,” legt prof. Bast in
een toelichting uit.“Sommige antioxidanten gaan in de membraan zitten,
andere in de waterfase. Sommige antioxidanten beschermen met name vetten
in de membraan, terwijl andere juist
water oplosbare enzymen beschermen.”
Het unieke profiel van elke antioxidant
speelt ook
een rol in het
meten van de
algehele werking
ervan. De mythe dat
we door het meten van
de hoeveelheid antioxidanten in een lichaam
iemands algehele welzijn kunnen aantonen, is volkomen ongegrond. Wel is het omgekeerde
het geval: iemands welzijn is een indicatie dat verschillende antioxidanten
in het lichaam hun werk doen. “Maar”,
voegt Bast eraan toe, “je kunt niet met
iedere antioxidant altijd de algehele
conditie verbeteren.”
Medicijn
Meerdere keren onderstrepen Bast en
Haenen in hun artikel dat antioxidanten
niet te vergelijken zijn met medicijnen.
“Medicijnen richten zich op een specifiek doel (bijvoorbeeld een enzym) en
hebben een sterk effect tot gevolg.
Daarom is de werking van medicijnen
relatief makkelijk te meten. Dit in tegenstelling tot voeding en de onderdelen die hiermee samenhangen, zoals
supplementen. Deze richten zich niet
op een specifiek doel en het effect op
de menselijke gezondheid is moeilijk te
meten.”
Desondanks kunnen antioxidanten
wel ingezet worden met een specifiek
doel. Bast: “We weten dat met bepaalde
antioxidanten de schade van bestraling
in gezond weefsel tegengegaan kan
worden.” Maar ook hier is weer voorzichtigheid op zijn plaats. “Een waarschuwing moet hier wel zijn dat antioxidanten mogelijk ook de werking van
bestraling op de tumor zouden kunnen
remmen. Er moet dus gezocht worden
naar specificiteit: wel het gezonde weefsel maar niet de tumor beschermen.”
Of antioxidanten dan ook ingezet kunnen worden om kanker te voorkomen?
Prof. Bast blijft ook hier waarschuwen
voor teveel enthousiasme. “Zeker is dat
niet iedere antioxidant kankerpreventie
teweeg brengt. Met andere woorden,
niet iedere antioxidant voorkomt het
ontstaan van kanker.”
Subtiele effecten
Wat hebben we dan verder nog aan
antioxidanten, behalve de broodnodige
bescherming tegen oxidatie? In de
samenvatting van het artikel in TiPS
stellen de wetenschappers dezelfde
vraag. Bij het beantwoorden ervan
beschouwen ze eerst het begrip gezondheid. Hierbij merken ze op dat gezondheid steeds meer gezien wordt als iets
dynamisch en dat het er vooral om gaat
hoe het lichaam in staat is zich aan te
passen aan veranderingen en verstoringen in plaats van dat het een algehele
staat van perfectie is.
Waar antioxidanten in dit verhaal passen? “Antioxidanten, voedingsstoffen
en supplementen hebben een meervoud aan subtiele effecten. Vandaar
dat wij pleiten voor een ‘upgrade’ van
het woord antioxidant naar ‘bioactiven’,
dit dekt de lading beter. Subtiele veranderingen in het lichamelijk welzijn
door de toepassing van deze ‘bioactiven’ kan de mogelijkheid vergroten dat
het lichaam zich beter aanpast aan
verstoringen.”
11
Download