Januari 2017 - Nummer 41 Afgiftekantoor: Brussel X backstage R-Force: de slagkracht van Radio Backstage41 NL.indd 1 Magazinereclame staat in een goed blaadje Televisie, doeltreffend medium bij uitstek 12/01/17 14:36 Backstage41 NL.indd 2 12/01/17 14:36 Inhoudstafel pagina 4 R-Force: de slagkracht van Radio pagina 8 Magazinereclame staat in een goed blaadje pagina 11 The Sound of Music pagina 14 Tv-reclame: tot driemaal zoveel impact als online reclame pagina 16 Televisie, doeltreffend medium bij uitstek Redactie Hoofdredacteur Marco Marini Contact Hebben meegewerkt Vertaling Illustraties Ariane Debeur Luc Franken iStockphoto Alizé Jalhay Realisatie Vanessa Maresceau Isabelle Joris Laetitia Mary Sylvie Van Hecke Lay-out HEHO Isabelle Joris [email protected] 02 337 63 91 IP Belgium Jacques Georginlaan 2 1030 Brussel www.ipb.be BACKSTAGE 41 - Januari 2017 Backstage41 NL.indd 3 3 12/01/17 14:36 RADIO R-FORCE: DE SLAGKRACHT VAN RADIO In een reclameomgeving waarin de concurrentie voortdurend toeneemt, blijft radio een bijzonder doeltreffend medium, dat bovendien almaar meer adverteerders weet te overtuigen. Het biedt dan ook tal van voordelen: - Het is in de eerste plaats een massamedium waaraan 70% van de bevolking, verdeeld over alle doelgroepen, iedere dag meer dan 3,5 uur tijd besteedt. - Radio houdt ons overal gezelschap, de hele dag door: thuis, in de auto, op het werk. - Een radiocampagne kan snel worden uitgewerkt, met een relatief beperkt budget. -De impact en de return on investment zijn gegarandeerd. De impact van radiocampagnes werd al vaak gemeten, maar in Franstalig België hadden we nooit eerder een studie op grote schaal uitgevoerd die de kracht ervan duidelijk aantoont. Nu, met de R-Force-studie van IP, is dat wel het geval. Marketing Managers stellen zich in toenemende mate de vraag hoe ze hun reclamebudgetten het best kunnen besteden. In deze studie vinden ze tastbare elementen, en vooral benchmarks, waarmee ze kunnen nagaan of hun eigen campagnes het goed gedaan hebben in vergelijking met het gemiddelde. Het doel van de R-Force-studie was om de impact van radio op zowel kwantitatieve als kwalitatieve criteria te bestuderen: -de naamsbekendheid van het merk: top of mind, spontaan en geholpen, -de waardering, de aanbeveling en de koopintentie. De studie levert voor het Zuiden van het land eindelijk benchmarks van de gemiddelde reclameherinnering van een radiocampagne (recall) en de correcte toewijzing aan het merk op. 4 Backstage41 NL.indd 4 Opgelet, de klanten luisteren! Als men aan luisteraars een spotje laat horen dat recent op de radio aanwezig was en waarin het merk is weggebliept, en men vraagt hun of ze het zich herinneren, antwoordt gemiddeld 42% bevestigend. Dat percentage stijgt naarmate de respondent vaker naar de radio luistert en loopt op tot 48% bij diegenen die dagelijks naar de radio luisteren. Om tot dat resultaat te komen, hebben we met opzet gekozen voor campagnes van verschillende sectoren, types van adverteerders, mediaplannen en soorten spots. Deze gegevens stemmen trouwens overeen met de benchmarks die eerder al werden opgetekend in studies die in het Noorden van het land werden uitgevoerd. Deze bijzonder positieve resultaten zijn niet zo verwonderlijk, want op de radio zappen luisteraars de reclameblokken maar zelden weg. De spots passen op een natuurlijke manier in de geluidsstroom, zonder dat dit de luisteraars stoort. Zij hebben op een heel persoonlijke manier voor een bepaalde radiozender gekozen en laten de reclame op zich afkomen. Ze ondernemen geen poging om die te ontlopen. Om doeltreffend te zijn, hoef je dus enkel een degelijke spot te bedenken, die hun aandacht trekt. Op de radio zappen luisteraars de reclameblokken maar zelden weg. BACKSTAGE 41 - Januari 2017 12/01/17 14:36 Regulars De R-Force index Occasional / Non Listeners Een goede spot bedenken is onontbeerlijk voor de doeltreffendheid van een campagne, maar hoe kunnen we vervolgens de impact ervan op de consument beoordelen? Boring, common, uninteresting 30% Family, trust Irritating, disturbing, unpleasant 25% 20% 15% Dynamic, fun, entertaining Comforting, trustworthy 10% 5% • The Regulars: dagelijkse luisteraars (luisteren zo goed als iedere dag naar de radio) 0% Original, creative Professional, serious Exciting, captivating, attractive Convincing Bron: Ivox September 2015 – February 2016 Base : 40 Brands (n=1,000 x 8) Een goede radiospot is in de eerste plaats een “eenvoudige” spot, met een duidelijke boodschap, die inspeelt op de eigenheid van het medium: de kracht van het geluid. Het is de luisteraar die zijn eigen beelden creëert, en de suggestieve kracht van geluid moet qua sterkte zeker niet onderdoen voor andere media. De radiospots die in R-Force aan bod komen, werden door de dagelijkse radioluisteraars beoordeeld als “dynamisch, leuk, grappig” (23%), maar ook als “origineel, creatief” (20%) en “ongedwongen, vertrouwd” (20%). De dagelijkse dekking van radio mag dan al erg groot zijn, toch wordt het gebruik ervan vaak als “intimistisch” bestempeld. Er zijn overigens maar erg weinig luisteraars die spots “storend” vinden. Radio is nochtans een persoonlijke keuze en je luistert er hoofdzakelijk naar in een privéomgeving (in de auto, thuis, met een koptelefoon of oortjes). Ze beschouwen reclame dus als integraal onderdeel van het programma en het stoort hen niet. Sommige luisteraars vinden reclamespots wel “vervelend, banaal, oninteressant”. In dat specifieke geval levert het contact met de potentiële doelgroep niets op. De meerderheid van de luisteraars beschouwen reclame als integraal onderdeel van het programma en het stoort hen niet. Brand's Force Non Listeners / Occasional Listeners • Non Regulars: luisteraars die iedere week maar niet iedere dag naar de radio luisteren. • Occasionals / Non Listeners: mensen die minder dan eenmaal per week naar de radio luisteren. Inspiring De helft van de impact schuilt in de kwaliteit van de spot Het originele van de voor de R-Forcestudie gekozen methodologie schuilt in het vergelijken van de klassieke KPI (bekendheid - likeability) op drie groepen respondenten: De R-Force index is de verhouding tussen de opgetekende resultaten voor de Regulars en de opgetekende resultaten voor de Occasionals. Ligt die boven de 100, dan heeft radio op de gemeten indicator een positieve impact gegenereerd. Het spreekt voor zich dat de radiocampagne meestal ook via andere media wordt verspreid. Luisteraars worden dus aan al die boodschappen blootgesteld. De impact van radio die wij in onze studie meten is dus waarschijnlijk onderschat want een gedeelte van deze impact wordt allicht verward met de impact van de rest van de campagne. Radio + Other Media Impact Non-Regular Listeners Radio Impact Regular Listeners BACKSTAGE 41 - Januari 2017 Backstage41 NL.indd 5 5 12/01/17 14:36 Geef een campagne vleugels De studie toont concreet aan dat, voor alle indicatoren, de scores beduidend hoger uitvallen bij mensen die vaak naar de radio luisteren, en dus zeker aan de reclame zijn blootgesteld, dan bij gelegenheidsluisteraars of mensen die nooit naar de radio luisteren (niet blootgesteld aan de reclame). Zo bedraagt de spontane bekendheid van de bestudeerde merken gemiddeld 28,1% bij de Non Listeners/Occasionals, 32,7% bij de Non Regulars en 35,6% bij de Regulars. De R-Force index voor de spontane bekendheid komt dus op 127 (35,6%/28.1%*100). De top of mind bekendheid en de geholpen bekendheid geven allebei een R-Force index van 118 te zien. Voor de criteria in verband met imago of likeability (waardering, aanbeveling, koopintentie), blijft de berekening dezelfde. Over de hele studie haalde 29,2% van de bestudeerde merken een aanbevelingsscore van meer dan 7 op 10 bij de Occasionals. Die score stijgt naar 33,8% bij de Non Regulars en maar liefst 36,4% bij de Regulars. De R-Force impact bedraagt dus 125 voor de aanbeveling, 123 voor de waardering en 125 voor de koopintentie. De R-Force-studie leert ons bijvoorbeeld dat campagnes gebaseerd op humor, aansporing of argumentatie doeltreffender blijken om de bekendheid te vergroten. Voor een hogere aanbevelingsscore kies je dan weer beter voor een humoristische of beschrijvende inhoud, of voor verkoopargumenten. IP is altijd al een groot voorstander geweest van radiocreativiteit en heeft concrete tools uitgewerkt die handig van pas komen bij de creatie: een immense en bijzonder De sleutel tot het succes schuilt in de combinatie van een coherente boodschap en het intelligente gebruik van alle troeven die het medium te bieden heeft. Een radiocampagne heeft dus een positieve impact op alle sleutelfactoren die de gezondheid van het merk uitmaken en op alle imagocriteria van het merk. Creatieve methodes De doeltreffendheid van radio is bewezen, ze is aanzienlijk, en om ze ten volle te benutten is het belangrijk om voldoende tijd uit te trekken. Tijd om de gewenste doelstellingen goed te definiëren, en de communicatie en de creatieve methode aan te passen. 6 Backstage41 NL.indd 6 Besluit Bij de resultaten van de R-Force-studie moeten we uiteraard rekening houden met de huidige situatie van het merk en zijn concurrenten. Het type product en de al verworven bekendheid van het merk spelen ook een bepalende rol. Toch volgen de resultaten dezelfde trend, ongeacht om welke doelgroep het gaat (18-34 jaar, 35-64, Vrouwen, Mannen, Hoger opgeleiden). Alle R-Force indexen zijn coherent en positief. We merken eveneens op dat de methodologie allicht de reële impact van radio onderschat; campagnes plukken immers ook de vruchten van hun aanwezigheid in andere media. Om die scheeftrekking uit te vlakken volstaat het Non Listeners / Occasional Non-Regular Regular 75,7% 64,0% 35,6% 28,1% 14,5% 12,2% Een radiocampagne heeft een positieve impact op alle sleutelfactoren die de gezondheid van het merk uitmaken en op alle imagocriteria van het merk. praktische database van radiospots via www.iloveradio.be en de verhelderende tips van de Power of Sound-presentatie. Top of Mind 118 Spontaneous 127 Occasional or Non-Listerners 38% 31% Aided 29,2% 118 Non-Regular Regular 36,4% 31% 25% Appreciation Recommendation Buying Intention 123 125 125 Bron: Ivox September 2015 – February 2016 Base : 40 Brands (n=1,000 x 8) BACKSTAGE 41 - Januari 2017 12/01/17 14:36 Exclusive Radio Campaign Top of Mind Spontaneous Aided 118 127 118 157 145 133 Appreciation Recommandation Buying Intention 123 125 125 131 132 138 Bron: Ivox September 2015 – February 2016 Base : 40 Brands (n=1,000 x 8) om enkel naar de campagnes te kijken die uitsluitend op de radio werden uitgezonden. In dat geval is de vaststelling eenvoudig: de impact van radio is zo goed als verdubbeld. De resultaten van de R-Force-studie spreken boekdelen en tonen duidelijk aan dat het medium een reële impact heeft op de luisteraars. De sleutel tot het succes schuilt in de combinatie van een coherente boodschap en het intelligente gebruik van alle troeven die het medium te bieden heeft. Aan u om daarmee aan de slag te gaan! S.V.H. Facts Radio is een medium met een enorme impact, de R-Force-studie van IP toont dat duidelijk aan. Na een radiocampagne liggen alle KPI’s van het merk ongeveer 20% hoger (Top of Mind: +18%, Spontane bekendheid: +27%, Aanbeveling: +25%, Koopintentie: +25%). Deze toename kunnen we volledig toeschrijven aan radio (de methode beschouwt het effect van radio apart). Radio is doeltreffend op alle doelgroepen. De situatie van het merk, de sector, het type spot beïnvloeden de gemiddelde resultaten. De benchmarks met betrekking tot de herinnering van de spot zijn voortaan beschikbaar in het Zuiden van het land: Recall: 42% / Toewijzing: 47%. BACKSTAGE 41 - Januari 2017 Backstage41 NL.indd 7 7 12/01/17 14:36 PRESS MAGAZINERECLAME STAAT IN EEN GOED BLAADJE Internationale studies tonen regelmatig aan dat de tijdschriftenpers kwaliteit biedt en erg doeltreffend is, en dat ondanks het feit dat de mediawereld in steeds sneller tempo evolueert, digitaliseert en moderniseert. De recentste studies vestigen allemaal de aandacht op de verleidings- en overtuigingskracht van magazines. Magazines beschikken over een unieke kwaliteit: ze zijn tastbaar, ze zijn altijd beschikbaar en ze slagen erin om de consument volledig mee te krijgen. In dit artikel vatten we vier studies samen die niet alleen de doeltreffendheid van magazines – alleen gebruikt of in combinatie met andere media – onder de aandacht Printreclame bevordert de koopintentie het meest Op het vlak van media-efficiëntie levert een recente studie van Millward Brown ons opnieuw het bewijs dat magazines een belangrijke rol spelen bij de intentie tot aankopen. Op basis van meer dan 1000 impactstudies die wereldwijd werden uitgevoerd, komt Millward Brown tot de conclusie dat magazines de beste scores opleveren op “overtuigingsparameters” zoals de merkvoorkeur en de koopintentie. Millward Brown legt zich toe op het meten van de bewustmaking (spontane en geholpen merkherkenning), de verstaanbaarheid (herinneren van de campagne, correcte toewijzing aan het merk) en de overreding (voorkeursmerk en koopintentie). Het is in tijdschriften dat reclame het best scoort op overtuigingsparameters zoals merkvoorkeur en koopintentie. brengen, maar ook hun belangrijkste intrinsieke kwaliteiten (die op hun beurt leiden tot efficiëntie). 8 Backstage41 NL.indd 8 De studie brengt aan het licht dat, wanneer we alle media in beschouwing nemen, het in tijdschriften is dat reclame het best scoort op overtuigingsparameters zoals merkvoorkeur en koopintentie. Bovendien blijkt de combinatie magazines & televisie nog efficiënter: voeg print toe aan een tv-campagne en je versterkt bij de consument de band tussen de reclameboodschap en het merk. BACKSTAGE 41 - Januari 2017 12/01/17 14:37 Een andere kracht van magazines schuilt in de OTS. De impact van een reclameboodschap op televisie en online daalt na 4 blootstellingen terwijl die bij print blijft toenemen, zelfs na 5 blootstellingen of meer. TV en magazines, reclamemedia bij uitstek? In deze video komt Bernard Cools (Deputy General Manager bij Space Belgium), in de context van de door Space geconcipieerde Pulsar-studie, tot deze opvallende conclusie. De studie, die in de prijzen viel bij de AMMA Awards en op de FIPP, meet de doeltreffendheid van reclame in de verschillende media touchpoints en de aandacht die consumenten eraan besteden. De studie toont aan dat consumenten, van alle betalende media, tijdschriften het beste touchpoint vinden om over nieuwigheden te communiceren, de nieuwsgierigheid ten opzichte van merken aan te wakkeren, een goed beeld te geven en een emotionele band met merken tot stand te brengen. Van alle betalende media vinden consumenten tijdschriften het beste touchpoint om over nieuwigheden te communiceren, de nieuwsgierigheid ten opzichte van merken aan te wakkeren, een goed beeld te geven en een emotionele band met merken tot stand te brengen. In magazines leidt zowel redactionele als “branded” content tot een groter engagement tegenover merken. Magazines zijn meer dan enig ander touchpoint geschikt om een rechtstreekse interactie tussen het merk en de consument te genereren. Pulsar leert ons ook dat een tv-spot en een advertentie in een tijdschrift in de ogen van de consument dezelfde goede eigenschappen en verdiensten delen, met een heel vergelijkbaar aandachtsniveau. Hij beschouwt ze allebei als heel vertrouwd. Voor de consument is het zelfs de reclame bij uitstek. De inhoud van een tijdschrift doornemen verhoogt het welbehagen met 6% Bij de studies die inzoomen op de relatie tussen magazine en lezer trok Moments That Matter onze aandacht. De studie heeft betrekking op niet minder dan 15 000 lezers van tijdschriften en gaat nader in op de link tussen consumenten en mediagebruik. Uit de resultaten blijkt dat een van de belangrijkste kenmerken van tijdschriften is dat ze voor de consument momenten van “aangename beloning” en “nuttige informatie” creëren. En dat geldt des te meer voor de generatie van de Millennials (generation Y). Moments That Matter heeft het “magazinemoment” bestudeerd aan de hand van vragen zoals “Hoe voelen mensen zich tijdens hun magazinemoment?” en “Wat betekent dat voor de verwerking van informatie?”. Er werd eveneens een vergelijking gemaakt met andere mediakanalen. Professor Paul Dolan van de London School of Economics and Political Science, in de hele wereld erkend als autoriteit op het vlak van positieve psychologie en geluk, leverde de belangrijkste inspiratie voor deze studie. De vijf factoren die volgens Dolan tot een gevoel van welbehagen leiden, werden voor deze studie in mediamomenten omgezet: investering in tijd, beloning, informatie, delen en connectie. Één van de voornaamste dingen die we uit de studie kunnen opsteken is dat de respondenten de inhoud van tijdschriften het vaakst als een beloning zien: 54% van hen is die mening toegedaan (ter vergelijking: bij televisie is dat 44% en bij bioscoop 43%). 74% van de consumenten zegt dat ze positief staan ten opzichte van reclame die ze tijdens het lezen van een magazine tegenkomen. Wanneer ze daar mee bezig zijn, staan ze open voor de nieuwe producten en ideeën die ze in advertenties zien (80%). Het betreft hier opvallend hoge scores die aantonen dat reclame en commerciële content onlosmakelijk deel uitmaken van de magazinecontext en het magazinemoment. Wanneer het om aandacht gaat, focust bijna 74% van de Reclame en commerciële content maken onlosmakelijk deel uit van de magazinecontext en het magazinemoment. tijdschriftenlezers zich volledig op de inhoud van hun favoriete blad. Dat percentage ligt nog hoger tijdens de “beloningsmomenten” (86%) en de “informatiemomenten” (80%). Sue Todd, CEO van Magnetic: “Onze studie bewijst dat wat we altijd al dachten over relevante, originele en professioneel gemaakte content correct is: die inhoud valt in de smaak omdat hij in zekere zin het menselijke verlangen voedt om zich beter te voelen”. De Q-factor, of de kwaliteit van de gemeten reclame-impact De doeltreffendheid van een medium meten blijft niet beperkt tot het analyseren van de ROI en de onmiddellijke impact op de verkoop. De kwaliteit van de mediadrager in kwestie beïnvloedt ook de manier waarop de boodschap wordt beoordeeld. Uitgeversgroep Condé Nast heeft hieromtrent een studie uitgevoerd in Spanje. Die leidde tot de creatie van de Q-factor, die de kwaliteit van de reclame-impact uitdrukt. Net als eerdere studies zoals De Mediamerken van IP Belgium, bevestigt de studie van Condé Nast dat consumenten tijdschriften gebruiken als inspiratiebron, dagbladen om zich te informeren BACKSTAGE 41 - Januari 2017 Backstage41 NL.indd 9 9 12/01/17 14:37 en televisie om zich te ontspannen. Een andere les die we eruit kunnen trekken, is dat het de reclame in magazines is die we het meest als inspiratiebron beschouwen. Ze blijkt ook het nuttigst om ons op shoppingideeën te brengen en ons uiteindelijk tot een aankoop aan te zetten. impact van hoge kwaliteit te genereren. Het is duidelijk het medium met de hoogste Q-factor. Dat resultaat houdt ongetwijfeld verband met het feit dat magazines op kwalitatief vlak de beste redactionele en visuele reclamecontext bieden. Dat zijn opvallende resultaten en het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de studie een Gold Award kreeg tijdens het FIPP Insights Forum 2015. Het is de reclame in magazines die we het meest als inspiratiebron beschouwen en die het nuttigst blijkt om ons op shoppingideeën te brengen en tot een aankoop aan te zetten. Magazines worden beschouwd als het beste medium om een impact van hoge kwaliteit te genereren. Om de kwaliteit van de impact van tijdschriften te bepalen, baseert Condé Nast zich op rationele en emotionele factoren. Hun befaamde Q-factor is afhankelijk van 4 variabelen: • De Kwaliteit van het medium, het papier, de inhoud, de foto’s • De Inspiratie die het publiek meekrijgt • De Aanbeveling, de autoriteit en de expertise van het medium • De koopintentie Besluit Deze vier recente studies tonen aan hoe doeltreffend magazines zijn, niet alleen op klassieke criteria zoals herinnering en herkenning, maar ook op meer emotionele criteria. Tijdschriften beschikken over een kwalitatieve uitstraling die reclame een unieke dimensie verleent. Dat komt net zo goed door de context die dit medium biedt als door de bevoorrechte band tussen tijdschriften en hun lezers. De studie bevestigt dat kwaliteit en inspiratie de waarden zijn die consumenten het meest met tijdschriften associëren. Na het wegen van deze 4 variabelen en het meten van hun aanwezigheid in elk medium, komen we tot de vaststelling dat niet minder dan 34% van de respondenten magazines kiest als beste medium om een De tijdschriftenpers is en blijft dus wel degelijk een medium van bijzonder hoge kwaliteit. Het feit dat de lezers gehecht zijn aan hun bladen en de emoties die magazines oproepen versterken de doeltreffendheid van het medium. L.M. % of people choosing which media is the best to create a quality impact: 34% Magazines (print & digital) 22% Television 19% Newspapers (print & digital) 17% General Internet 7% Outdoor 0 5 10 15 20 25 30 35 Magazines are more qualitative than other media x 1,5 x 1,7 x 2 x 4,8 40 Bron: Condé Nast, Q. Factor 10 Backstage41 NL.indd 10 BACKSTAGE 41 - Januari 2017 12/01/17 14:37 RADIO THE SOUND OF MUSIC Muziek is een fantastisch communicatieinstrument, dat desondanks nog niet helemaal naar waarde wordt geschat. Als men muziek goed gebruikt, in een strategisch kader, kan men er rechtstreeks mee op iemands emotionele beleving inspelen en er zijn of haar gevoelens voor een merk of product mee beïnvloeden. Muziek = emotie = invloed Wanneer we naar muziek luisteren, activeren we zowel de rechterhelft van onze hersenen (gevoelens) als de linkerhelft (logica). Dankzij de rechterhersenhelft kunnen we de muziek “voelen”, dankzij de linkerhersenhelft kunnen we analyseren wat we horen. Wanneer een song of een ander muziekstuk ons bevalt, produceert ons lichaam dopamine. Muziek zou zelfs een helende werking hebben. Om mensen met communicatiemoeilijkheden (zoals Alzheimerpatiënten) te behandelen, gebruikt men tegenwoordig vaak muziektherapie. Maar het effect van muziek is niet louter psychologisch: dokters zijn ervan overtuigd dat muziek inwerkt op het zenuwstelsel en zo een directe fysieke invloed kan hebben. Het effect van muziek op ons organisme werd bestudeerd in het kader van een internationale studie. Daarin wilde men nagaan welke invloed muziek heeft op het waarnemen van de smaak van bier1. De deelnemers aan de studie proefden allemaal van hetzelfde bier maar bij twee groepen was de muziek die op de achtergrond speelde verschillend, terwijl een derde groep het bier beoordeelde zonder dat er muziek te horen was. Wie het bier proefde met vrolijke muziek op de achtergrond vond dat het zoeter proefde. Wie terwijl muziek te horen kreeg waarin zware bastonen voorkwamen, oordeelde dat het bier bitterder was en het alcoholpercentage hoger. Een vergelijkbaar experiment met chocolade-ijs deed de onderzoekers tot hetzelfde besluit komen: ijs lijkt zoeter als de deelnemers ondertussen naar aangename muziek luisteren. Sonictaste 2016 1 BACKSTAGE 41 - Januari 2017 Backstage41 NL.indd 11 11 12/01/17 14:37 We kunnen dus gerust stellen dat muziek ons in grote mate kan beïnvloeden. Maar hoe zit het met muziek in reclame? Reclame + muziek = invloed Hoewel iedereen het erover eens is dat muziek in reclame een grote invloed kan hebben, blijkt uit onderzoek dat reclame meer aandacht besteedt aan het beeld dan aan het geluid. Muziek en jingles zijn voor een merk nochtans uitstekende strategische instrumenten. De “branding” is veel krachtiger wanneer men zich niet beperkt tot beeld alleen, maar beeld en klank combineert. Muziek beïnvloedt de emoties onmiddellijk op een onbewust niveau, terwijl beelden eerst geïnterpreteerd worden door de hersenen, die er dan een betekenis aan geven. Emotionele reclame werkt beter omdat het effect ervan veel langer doorwerkt 2. Emotionele herinneringen blijven langer in het geheugen opgeslagen. Het zou kunnen dat muziek ook de doeltreffendheid op lange termijn versterkt: de meeste mensen herinneren zich moeiteloos reclamejingles uit hun jeugd (en kunnen ze nog altijd nazingen), ook als ze niet meer weten welke beelden er bij horen. De “branding” is veel krachtiger wanneer men zich niet beperkt tot beeld alleen, maar beeld en klank combineert. De plaats van muziek in reclame werd in de afgelopen jaren vrij weinig bestudeerd. De zeldzame studies over het onderwerp opperen echter dat muziek een bijzonder positieve invloed kan hebben: ze trekt de aandacht, beïnvloedt het humeur, verbetert de perceptie van merken, maakt dat we merken en boodschappen beter memoriseren, en beïnvloedt het aankoopgedrag3. Door Millward Brown gepubliceerde gegevens tonen aan dat muziek de belangstelling voor een reclamespot en het plezier dat hij verschaft aanzienlijk kan vergroten4. Muziek trekt de aandacht, beïnvloedt het humeur, verbetert de perceptie van merken, maakt dat we merken en boodschappen beter memoriseren, en beïnvloedt het aankoopgedrag. Radiocentre (Verenigd Koninkrijk) wilde graag bewijzen dat muziek in reclame invloed heeft en bovendien wilden ze mensen aanzetten om daar gebruik van te maken. Daarom besloten ze tot een grootschalige studie5. Ze verzamelden via desk research alle studies over de rol van muziek in reclame en ondervroegen 62 senior creatives, planners in reclamebureaus, marketeers en muziekexperts. Ze voerden een neurowetenschappelijke studie en een semiometrische analyse van de verschillende muziektypes uit en brachten vervolgens alle resultaten samen in een uiterst nuttige onlinetool om briefings uit te werken op het vlak van musical branding. De desk research wees uit dat, hoewel er weinig onderzoek werd gedaan naar het gebruik van muziek in reclame, er toch sterk bewijs was dat muziek zeer belangrijk kan zijn voor merken: een analyse van de IPA-database tussen 2008 en 2012 toont aan dat muzikale reclamecampagnes 27 % doeltreffender waren dan nietmuzikale campagnes6. Tijdens de interviews erkenden de reclamespecialisten het potentieel van muziek in reclame: muziek maakt mensen aandachtiger, je kan er de waarden van het merk mee overbrengen, ze kan een emotionele reactie uitlokken en ze leidt tot spraakmakende campagnes. Muziek aan een merk verbinden heeft bovendien een strategisch effect: ze vergroot de herkenning, verbetert het merkimago, versterkt de aanwezigheid van het merk in de verschillende mediakanalen, verhoogt de efficiëntie van de communicatie en zorgt voor bekendheid. Maar hoe komt het dan dat muziek nog zo vaak “vergeten” wordt in reclamecampagnes? Het ziet ernaar uit dat de reden daarvoor het subjectief ervaren van muziek is (niet iedereen ervaart ze noodzakelijk op dezelfde manier) en het gebrek aan een “grammatica” van de muziekgenres en de emoties die ze kunnen opwekken. De reclamewereld heeft dus vooral nood aan informatie en tips. Via de Goldsmiths University werd er een neurowetenschappelijk project opgestart om in de eerste plaats na te gaan hoe mensen bewust en onbewust op muziek reageren, en daarnaast te onderzoeken of reclame meer reacties teweegbrengt wanneer ze gecombineerd wordt met muziek. De antwoorden van de ondervraagde personen liegen er niet om: reclame waaraan muziek verbonden is behaalt hogere scores op het vlak van sympathie en bekendheid. En deze scores liggen hoger voor merken die gedurende langere tijd en in al hun campagnes steeds dezelfde muziek gebruiken. Een elektro-encefalogram (EEG) bevestigde deze resultaten: het strategische gebruik van muziek genereert een grotere hersenactiviteit dan het tactische gebruik (gericht) of de afwezigheid van muziek. Een stijging van de hersenactiviteit (betrokkenheid) en het plezier (circuit van de beloning) kan een neurologische aanduiding van commercieel succes zijn7. Dankzij een neurowetenschappelijke studie op initiatief van iHeartMedia en Neuro-Insight8 kon men bovendien aantonen dat radioreclame uitermate efficiënt is om boodschappen in het geheugen te verankeren. Deze ”codering in het geheugen” houdt sterk verband met ons keuze- en aankoopgedrag. Een “grammatica” voor het gebruik van muziek in reclame Het strategische gebruik van muziek houdt dus enorm veel potentieel in, maar hoe kunnen reclamebureaus en adverteerders er dan efficiënter gebruik van maken? Radiocentre wilde graag inzicht in de elementen die muziek op een onbewust niveau communiceert. In interviews vroeg men aan de planners een inventaris op te stellen van de meest gebruikte woorden om de 12BACKSTAGE 41 - Januari 2017 Backstage41 NL.indd 12 12/01/17 14:37 toon of het karakter van een merk te omschrijven. Ze redigeerden een lijst met 12 termen die verband houden met denken (bv. dynamisch, intelligent, traditioneel, vernieuwend) en 12 termen die verband houden met gevoelens (bv. ontroerend, grappig, inspirerend, verrassend). Deze lijst diende als vertrekpunt voor de analyse van Creative Semiotics, met als doel een tool te ontwikkelen om de mogelijke verbanden tussen merken en muziek beter te begrijpen, maar ook om muzikale elementen te herkennen die we onbewust met een specifieke emotie of begrip kunnen linken. Musicologen combineerden de 24 termen van de lijst met 6 parameters uit de muzikale analyse (psychofysica, instrumentatie, toonaard, geluidsmetafoor, genrekenmerk, intertekstualiteit) en creëerden voor ieder woord een muzikaal voorbeeld. Dankzij de “Brand Music Navigator”9, die online beschikbaar is, kunnen we de waarden van een merk verbinden met een specifiek type muziek. Voor de reclamemarkt vormt dit nieuwe instrument een waardevol middel om muziek sneller in het creatieve proces te integreren. Er moet een echte geluidsidentiteit gecreëerd worden die men in alle (creatieve) communicatievormen kan toepassen. Want, om RoundHouse te citeren: “Why settle for a visual logo that is silent, when a sonic logo can make it sing?” (Waarom genoegen nemen met een visueel logo dat niets zegt als een geluidslogo het kan laten zingen?) Besluit Muziek in reclame kan heel nuttig zijn, maar uitsluitend als er eerst grondig wordt nagedacht over het gebruik ervan. Passende muziek gebruiken heeft een positieve impact op de doeltreffendheid van reclame en kan het merk over het algemeen gunstig en duurzaam beïnvloeden. V.M. Facts Tot slot werd een lijst opgesteld met vragen die reclamebureaus en adverteerders zich zouden moeten stellen wanneer ze overwegen om muziek op een strategische manier voor hun merk in te zetten. Muziek = emotie Muzikale reclame is doeltreffender omdat de “emotionele” herinneringen waarmee muziek gepaard gaat langer in het geheugen blijven hangen. Dichter bij huis is het mogelijk om muziek met een merk te verbinden door op zoek te gaan naar een bestaande compositie of artiest die dezelfde waarden tot uitdrukking brengt als het betrokken merk. Dat is precies wat Digizik doet, in samenwerking met Sony Music10. Het team verzamelt gegevens en info afkomstig van verschillende platformen (social media, streamingplatformen, verkoop, marktsegmentatie, ad-hoconderzoek …) en slaat die op in een uitgebreide database die ze vervolgens gebruikt om merken en artiesten met elkaar te verbinden. In dat geval wordt muziek beschouwd als een volwaardig mediaplatform, dat men aan merken kan linken. Deze benadering biedt een extra voordeel: muziek kan gratis bereik genereren indien het gebruikte muziekstuk op de radio wordt gespeeld. De reclame van John Lewis in het Verenigd Koninkrijk is daar een mooi voorbeeld van. John Lewis is een winkelketen die bekendstaat voor zijn gebruik van emotionele reclamespots, waarin muziek een centrale rol vervult. De liedjes die in de campagne te horen waren, zijn erg populair geworden en waren vaak op de radio te horen (met een groot aantal downloads en verkochte singles tot gevolg). Ze gaven consumenten ook zin om de spots online te bekijken, goed voor meer dan 10 miljoen views op YouTube. Men schat dat het gratis bereik de impact van de campagne met ongeveer 75 % heeft vergroot11. Muzikale reclamecampagnes zijn 27 % doeltreffender dan nietmuzikale campagnes6. Er moet een echte geluidsidentiteit gecreëerd worden die men in alle (creatieve) communicatievormen kan toepassen. Binet and Field - The Long and the Short of it - 2013 2 Best practice : Music in Advertising - Admap 3 Daarnaast kan men ook een beroep doen op een “sound agency” zoals RoundHouse12 om voor een merk een eigen geluidsstrategie te ontwikkelen, op basis van op maat gecomponeerde muziek. Voor de geluidsstrategie is het cruciaal dat dit geluid relevant, “catchy”, onderscheidend, ”ownable” (op maat van het merk), coherent en dynamisch is. Men moet strategisch nadenken over hoe een merk klinkt. Enkel een jingle componeren (tactisch) volstaat niet. Millward Brown Knowledge Point 2016 4 Radiocentre - Strike a Chord : How music enhances brand communication - 2015 5 IPA Databank Binet, Mullensiefen & Edwards - Admap 2013 6 Boksem and Smidts - 2015 7 The Power of Sound – iHeartMedia & Neuro-Insight 8 http://music.radiocentre.org 9 www.digizik.com 10 Golding and Binet, Cannes Creative Effectiveness Awards entry - 2013 11 www.roundhouse.be 12 BACKSTAGE 41 - Januari 2017 Backstage41 NL.indd 13 13 12/01/17 14:37 TV TV-RECLAME: TOT DRIEMAAL ZOVEEL IMPACT ALS ONLINE RECLAME Over reclamespots verschijnen er ontelbaar veel studies. Het is duidelijk een onderwerp dat heel wat mensen boeit. Vreemd genoeg zijn er maar weinig studies die het gedrag van de kijkers tegenover deze reclame onder de loep hebben genomen. Bekijken mensen die voor een scherm zitten de getoonde reclamespots wel echt? Verschilt hun gedrag naargelang de drager waarop de reclame wordt uitgezonden? Ergert die hen soms? En herinneren ze zich de naam van het merk waarvoor ze reclame te zien krijgen? Het zijn maar enkele van de tientallen vragen waarop een door het Mind Insights Instituut in opdracht van IP Belgium uitgevoerde studie een antwoord probeerde te formuleren. Mind Insights is een in Louvain-la-Neuve gevestigde wetenschappelijke instelling die professoren van verschillende universiteiten verenigt. Doelstelling van deze innovatieve wetenschappelijke Een originele wetenschappelijke methodologie: eye-tracking Het onderzoek werd in het laboratorium uitgevoerd op basis van een geavanceerde wetenschappelijke methodologie. Die maakte het mogelijk om alle parameters van de studie te controleren en de beperkingen en fouten van traditionele methodes te vermijden. Aan 84 personen tussen 20 en 60 jaar oud werd gevraagd om thematische video’s te kiezen1 op drie belangrijke media: televisie, YouTube en een nieuwssite (RTLinfo). Bij ieder medium werd de uitzending van de gekozen thematische video voorafgegaan door een ongewenste reclamespot2. Daarbij simuleerde men reële omstandigheden (mogelijkheid om de spot na vijf seconden te onderbreken op YouTube, aftellen van de tijd tot het einde van de spot op RTLinfo). Iedere deelnemer werd achtereenvolgens aan de drie media blootgesteld, in steeds wisselende volgorde: alle mogelijke volgordes van de drie media werden door eenzelfde aantal deelnemers bekeken zodat die volgorde geen weerslag had op de resultaten en dus ook niet tot een statistische fout leidde. 1 Mind Insigths had zes video’s van het type “blooper” gemaakt. Via een test vooraf kon men de gewenste criteria bepalen, om zo de optimale nauwkeurigheid van de studie te garanderen: het was immers belangrijk dat de video’s vergelijkbaar waren qua affectieve waarde (het “prettige” aspect) en intensiteit (de prikkeling die ze veroorzaken). De geselecteerde video’s hadden allemaal het voordeel dat ze de belangstelling (en dus de zin om te klikken) wisten te wekken zonder al te activerend te zijn (wat de impact van de voorafgaande spots verstoord zou hebben). 2 Na een voorafgaande test werden er drie spots van 20 seconden elk geselecteerd. Het kwam er in hoofdzaak op neer om spots te vinden die de deelnemers “vergeten” waren: de drie geselecteerde spots werden uitgezonden in 2010. Men moest ook het niveau van betrokkenheid bij de gepresenteerde producten controleren, om zeker te zijn dat geen enkele spot op dit criterium te extreem scoorde. Tot slot is het zo dat van de drie gekozen reclamespots de eerste zich eerder tot vrouwen richtte, de tweede tot mannen en de derde tot een gemengde groep (ook al kreeg iedere deelnemer aan de studie elk van de drie reclames te zien). studie was om grondig te onderzoeken in welke mate de impact van een reclamespot verschilt volgens het medium waarop die spot te zien is. 14BACKSTAGE 41 - Januari 2017 Backstage41 NL.indd 14 12/01/17 14:37 Het gedrag van de deelnemers aan de studie werd gemeten via eyetracking, met een toestel dat de blik van de kijker volgt en registreert. Zo kon men nauwkeurig vastleggen waar zijn aandacht naar uitgaat tijdens de uitzending van de reclamespot. De eigenschappen van de thematische video’s en de reclamespots die eraan voorafgingen werden heel precies gecontroleerd, en hetzelfde geldt voor de inhoud van de media. En dus kon men dankzij de studie een echte vergelijkende diagnose stellen met betrekking tot de doeltreffendheid van de verschillende media op het vlak van het uitzenden van reclame, wanneer het erom gaat zo goed mogelijk tot de geest van de consument door te dringen. Deze verschillen zijn vergelijkbaar voor de overige memorisatiecriteria, ongeacht om welk type product of welke designelementen het gaat. 60% 50% 42% 40% 32% 30% 23% 20% Spots die op de televisie worden uitgezonden krijgen meer aandacht Een eerste vaststelling na dit experiment is dat de kijkrichting sterk schommelt naargelang het medium waarop de reclamespot te zien is. Met een score van 99% blijft televisie het medium waarbij de aandacht voor een reclamespot het grootste is. Die aandacht zakt naar 69% wanneer dezelfde video op een nieuwssite wordt getoond en naar 51% op een videosite zoals YouTube. Televisie is het medium waarbij de aandacht voor een reclamespot het grootste is. Belangrijk om te vermelden is dat het bij YouTube om een gemiddelde gaat tussen de mensen die “de spot genegeerd hebben” en zij die dat niet hebben gedaan. We brengen nog even in herinnering dat Brett Wilson, oprichter en CEO van TubeMogul (Amerikaans specialist inzake online videoreclame), de mening is toegedaan dat 80 à 85% van de reclame die je kunt “skippen” ook daadwerkelijk overgeslagen wordt … In onze laboratoriumstudie, en ondanks de “wetenschappelijke” druk, heeft een derde van de deelnemers de reclamevideo niettemin geskipt. Wanneer de reclame op YouTube werd “genegeerd”, daalt het percentage van de tijd dat de spot werd bekeken naar 17%. 15% 10% 0% 0% Ad YouTube Ad Completed Stopped RTLinfo TV Bron: Mind Insights Reclame op de televisie kan op veel meer instemming rekenen De studie vestigt tot slot de aandacht op een opmerkelijk verschil in de “ervaring” van de kijkers: reclame die online wordt uitgezonden irriteert hen dubbel zo hard als waneer ze die op de televisie zien! Online reclame irriteert tv-kijkers dubbel zo hard als reclame die op de televisie wordt uitgezonden. We merken ook op dat de “ergernis” bij YouTube en bij een nieuwssite niet noemenswaardig verschilt, hoewel de reclamespots in het ene geval geskipt kunnen worden en in het andere geval niet. A.D. Op televisie worden merken beter gememoriseerd Een logisch gevolg van die verschillende aandachtsniveaus is dat het memoriseren van merken die in videospots aan bod komen, afhankelijk van het gekozen medium, heel sterk schommelt. Zo ligt de merkherinnering heel wat hoger bij televisie (42%) dan op een nieuwssite (32%) en op YouTube (23% wanneer de reclame tot op het einde wordt bekeken … 0% wanneer de reclame wordt overgeslagen). De merkherinnering ligt heel wat hoger bij televisie dan op een nieuwssite en op YouTube. BACKSTAGE 41 - Januari 2017 Backstage41 NL.indd 15 15 12/01/17 14:37 TV TELEVISIE, DOELTREFFEND MEDIUM BIJ UITSTEK Matt Hill is voorzitter van de raad van bestuur en hoofd van de teams “Research” en “Planning” bij Thinkbox, een onderneming die gefinancierd wordt door alle Engelse commerciële zenders samen (Channel 4, ITV, Sky Media, UKTV en Turner). Belangrijkste streefdoel van Thinkbox: adverteerders en reclamebureaus helpen om televisie zo optimaal mogelijk aan te wenden. Daarvoor voert het bedrijf een toenemend aantal studies uit en wil het een zo groot mogelijke database aanleggen. Recent hebben de mensen van Thinkbox zich toegelegd op het ontcijferen en analyseren van nieuw gedrag inzake mediagebruik. Zo willen ze een beter inzicht krijgen in wat er op dat vlak verandert en wat dat voor adverteerders precies betekent. Op die manier kunnen we beter inspelen op de nieuwe mogelijkheden die uit dergelijke wijzigingen voortvloeien. In dit artikel behandelen we de belangrijkste bevindingen uit deze recente studies. Een meting moet betrouwbaar en duidelijk zijn, twee essentiële eigenschappen bij het bestuderen van het mediagebruik Om de doeltreffendheid van reclame te meten, moet er aan twee fundamentele eisen voldaan zijn: het moet om een gemeenschappelijke meting gaan die iedereen kan begrijpen en het moet een degelijke, betrouwbare studie zijn die niemand in vraag kan stellen. We horen grote adverteerders vaak de hoge cijfers aanhalen met betrekking tot de videoconsumptie op bepaalde sites (om YouTube niet bij naam te noemen). Maar als we deze cijfers vergelijken met die voor televisie, dan overvleugelt die laatste het online videogebruik ruimschoots, niet alleen qua dekking, maar ook voor wat de tijd betreft die mensen voor het scherm doorbrengen. Daarom is het begrip gemeenschappelijke meting belangrijk: adverteerders moeten in staat zijn de gegevens die ze ontvangen makkelijk in perspectief te plaatsen. De betrouwbaarheid van de gegevens is de tweede cruciale eis: het is enorm belangrijk dat ze zo volledig en nauwkeurig mogelijk zijn. Bijgevolg neemt de gebruikte methodologie in het proces een centrale plaats in. 16BACKSTAGE 41 - Januari 2017 Backstage41 NL.indd 16 12/01/17 14:37 Enkele toevallig gekozen personen online een vragenlijst voorleggen, die ze dan onnauwkeurig invullen, zo werkt het dus niet. Afstand nemen en ons eigen gedrag objectief beoordelen is niet onze sterkste kwaliteit, dat is algemeen bekend, en al helemaal niet als het om ons mediagebruik gaat: de meeste mensen zijn geneigd om bij declaratieve studies te zeggen dat ze vooral gebruikmaken van media die als “intellectueel” bekendstaan, terwijl kwantitatieve studies het tegendeel aantonen … gegevens selecteren die positief zijn voor de televisiesector en alles wat minder in het kraam te pas komt aan de kant schuiven. De markt wordt in zijn geheel bekeken om alle facetten optimaal te exploiteren. Televisie, onbetwiste kampioen inzake Return on Investment De ROI is de grootste obsessie van adverteerders. Die wordt in de studies van Thinkbox dan ook tot op de eurocent na berekend, sector per sector, medium per medium. Payback for now Thinkbox werkt zijn studies uit op basis van econometrische data1. Volgens Matt Hill is dat de beste manier om na te gaan welke invloed de verschillende media op het aankoopgedrag van klanten hebben. En zo komen we te weten dat televisie tweemaal zo doeltreffend is als print. Print presteert nochtans ook al erg goed, want in de rangschikking van meest efficiënte media is ze goed voor een tweede plaats. Voor de studie Payback for now heeft het bedrijf maar liefst drie jaar lang bijna 4 500 econometrische data ingezameld, verdeeld over een tiental categorieën die honderden adverteerders vertegenwoordigen. Het spreekt voor zich dat dit een titanenwerk was, maar daardoor is de studie wel erg degelijk en volkomen betrouwbaar. Televisie blijft het beste middel om winst te genereren, ongeacht de productcategorie. De econometrische factoren afzonderen die bij een aankoop meespelen in het beslissingsproces, betekent op de eerste plaats de voor de hand liggende factoren identificeren die de feitelijke aankoop kunnen beïnvloeden (zoals het weer). Moeten eveneens verwijderd worden: alle mogelijke aanbiedingen en promoties tijdens de bestudeerde periode. Als dat gebeurd is, kan men zich op de media-uitgaven gaan toeleggen en het effect van het medium op de verkoop “zonder invloed van buitenaf” analyseren. Als we medium per medium de verkoop vergelijken die een gevolg is van reclame en we trekken daar de kostprijs van die reclame af, dan blijft televisie, ondanks de gangbare overtuigingen, het beste middel om winst te genereren, ongeacht de productcategorie. Televisie, een unieke verbindende kracht Dankzij dit type studie kon de kracht van televisie onomstotelijk worden aangetoond. Het is hier immers geen kwestie van 1 Zelfs de grootste tegenstanders van televisie kunnen de belangrijkste eigenschap ervan niet ontkennen: televisie is als geen ander medium in staat krachtige emoties op te roepen. Het is niet voor niets het lievelingsmedium van het publiek, het medium dat ons het makkelijkst aan het lachen of aan het huilen kan brengen. De econometrie is een methode om econometrische data te analyseren. Ze maakt gebruik van statistiek en legt zich toe op het vastleggen van wiskundige verhoudingen tussen de bestudeerde fenomenen. 100% 100% Effectiveness Index TV Index = 100 90% Twice as effective ‘per impact’ as any other medium 80% 70% 60% 52% 50% 40% 27% 30% 20% 13% 11% Online Display Out of Home 10% 0% TV Radio Press £ 2,00 £ 1,80 2008-2011 £ 1,60 Via de econometrische data werden de verschillende creatieve benaderingen bestudeerd. Daaruit blijkt dat merken die eerder hun populariteit dan hun omzet willen vergroten, een grotere emotionele respons uitlokken, en uiteindelijk hun verkoopcijfers en hun winst het sterkst zien stijgen. De sympathie die het merk genereert is een eerste aanduiding van succes, en welk medium is bij gezinnen, meer dan enig ander, kampioen over de hele lijn? Wanneer het op gedeelde Profit ROI £ 1,40 £ 1,20 £ 1,00 £ 0,80 £ 0,60 £ 1,79 £ 1,52 £ 1,48 £ 0,91 £ 0,40 £ 0,37 £ 0,20 £ 0,00 Bron: Thinkbox TV Radio Press Online Display Out of Home Wanneer het op gedeelde ervaringen aankomt, scoort niemand beter dan televisie. Die heeft immers een unieke verbindende kracht. BACKSTAGE 41 - Januari 2017 Backstage41 NL.indd 17 17 12/01/17 14:37 ervaringen aankomt, scoort niemand beter dan televisie. Die heeft immers een unieke verbindende kracht. Matt Hill zegt verder nog: televisie leidt niet enkel tot een grotere bekendheid, ook het vertrouwen gaat erop vooruit. Televisiereclame is de vorm van commerciële communicatie die de hoogste graad van vertrouwen geniet. Dat vertrouwen komt uit het onbewuste van de kijker. Een merk dat een voldoende groot budget heeft om via de televisie reclame te maken, daar moet wel een solide en dus betrouwbaar bedrijf achter schuilgaan. Televisiereclame is de vorm van commerciële communicatie die de hoogste graad van vertrouwen geniet. Besluit Aan de hand van een degelijke en onweerlegbare studie toont Thinkbox ons dat televisie almachtig is, zowel op het vlak van ROI als inzake sympathie en vertrouwen die het medium bij de tv-kijkers weet op te wekken. En dat in weerwil van de overtuigingen van jonge marketeers die vaak anti-televisie zijn. Zij beseffen vaak niet dat ze op het gebied van mediaconsumptie niet representatief zijn voor de totale bevolking. A.J. 18BACKSTAGE 41 - Januari 2017 Backstage41 NL.indd 18 12/01/17 14:37 Backstage41 NL.indd 19 12/01/17 14:37 Uw merk heeft een publiek. Uw campagne een boodschap. Raak uw doelgroep, via de juiste kanalen en creatieve inzet van media. Recht in het hart. Want daar wilt u met uw merk vertoeven. RECHT IN HET HART www.ipb.be Backstage41 NL.indd 20 12/01/17 14:37