Katholieke Hogeschool Kempen – Departement Lerarenopleiding

advertisement
Katholieke Hogeschool Kempen – Departement Lerarenopleiding Vorselaar
Bachelor in het onderwijs: Secundair Onderwijs
Lepelstraat 2 – B 2290 Vorselaar
Tel +32 (0)14 50 81 60 - Fax +32 (0)14 50 81 61 - E-mail: [email protected]
Lesvoorbereiding
Student: Evelien Kolsteeg
2 Baso b tel. 014/26 79 71
E-mail: [email protected]
Datum stage:
School:
Klassengroep:
Lokaal:
Mentor:
24-4-2012
Instituut van de Voorzienigheid
2STVa
L203
Isabelle Claes
Stage-oefenles
Proefles
Observatie
Uur: 5 (12.50u - 13.40u)
Aantal lln.: 16
Vak: Geschiedenis
Docent: Paul Janssenswillen
Lesonderwerp
Les 21 De economie in het Romeinse Rijk.
Bronnen
Berings G., Brosens K., De Wever F., etc. (2008). Historia 2: Leerboek. Kapellen: Pelckmans.
p.69, 77, 90-91.
Cavendish M. (1997). Wereldwijzer: Wereldgeschiedenis 12, Rome: de ineenstorting in het
westen. Zuid-Holland: Uitgeverij MC. p. 34
De Volder P., Jossart G., Jans C. etc.(2005). Storia 2T: Leerboek. Wommelgem: Van In. p. 8184.
De Volder P., Jossart G., Jans C. etc.(2010). Storia 2T: Werkschrift. Wommelgem: Van In. p.
83-86.
Janssenswillen P. (2008). PowerPoint Klassieke beschavingen: Romeins imperium. Dia 10, 48,
85.
Beginsituatie
2STVa is een klas van 16 meisjes. Het zijn aangename leerlingen die goed meewerken, wel
moet men opletten dat iedereen aan bod komt, sommige leerlingen zijn meer teruggetrokken.
In de klas is geen beamer aanwezig, wel zijn er verschillende computers aanwezig. Het lokaal
is breed. De leerlingen moeten hun vinger opsteken.
Vakoverschrijdende eindtermen
Context 6: SOCIO-ECONOMISCHE SAMENLEVING
De leerlingen leggen met voorbeelden uit hoe welvaart wordt gecreëerd en hoe een overheid
inkomsten verwerft en aanwendt
Vormingsdoelen
Zicht op handelen van de mens in zijn totaliteit:
De leerlingen kunnen inzicht verwerven in het feit dat de Romeinse veroveringen invloed
hadden op socio-economisch vlak in de veroverde gebieden.
Leerplan & Concrete doelen
Leerplan:
VVKSO. (2009). Leerplan secundair onderwijs. Geschiedenis eerste graad. Brussel: Licap.
Concreet:
Cognitief:
De leerlingen kunnen verklaren waarom Rome als een parasiet beschouwd werd.
De leerlingen kunnen aan de hand van 2 elementen de centrale handelspositie van Rome
aantonen.
De leerlingen kunnen 1 positief en 1 negatief element van de Romeinse landbouw aantonen.
De leerlingen kunnen 2 technische vernieuwingen van de Romeinen opnoemen.
De leerlingen kunnen aan de hand van een kaart afleiden dat Rome meer producten invoerde
dan uitvoerde.
Affectief:
De leerlingen zijn bereid zich open te stellen voor de economische situatie in het Romeinse
Rijk.
De leerlingen kunnen gepast reageren op de levenssituatie in het Oude Rome.
Werkpunten
Timing
Tijdens de vorige lessen kwam ik in de problemen met mijn timing. De les raakte niet
afgerond, of te vroeg. Het optimaal benutten van de lestijd is dus een werkpunt voor deze
stage.
Inhoud
Methode
Materiaal
Oriëntatiefase
Verduidelijking ‘landbouw’ en ‘handel’
Olijfolie is een product van landbouw.
Door middel van handel komt de olijfolie terecht
in huis.
Boeren en groothandelaars zorgen ervoor dat
olijfolie in de winkels komt.
Domein: Socio-economisch
-
Wie kan me zeggen wat ik in mijn hand heb?
-
Als we olijfolie zoals deze willen gebruiken, wat
moeten we dan doen? Of beter gezegd, wat gaat jullie
moeder dan meestal doen?
-
Maar hoe komt die olijfolie dan in de winkel terecht?
Fles olijfolie
Lkr: Landbouwers gaan hun producten verkopen en
verhandelen. In mijn laatste zin heb ik alvast 2 van de
belangrijkste elementen aan bod gebracht die verraden
waarover we het deze les gaan hebben, wie kan herhalen
welke?
- Welk domein kunnen we ons dan situeren?
Lkr: We gaan natuurlijk niet zomaar de economie van een
gebied bekijken. Deze les gaan we ons toespitsen op de
Oude Romeinse economie.
Agenda:
Les 21: Economie in het Romeinse Rijk.
Probleemstellingen:
1.Welke gevolgen hadden de veroveringen
van Rome voor Rome zelf en de veroverde
gebieden?
2.Waarom had Rome een centrumfunctie op
vlak van handel?
3.Waarom kunnen we de Romeinse landbouw
positief en negatief benaderen?
Agenda
In deze les gaan we wat dieper in op die economische
toestand in het oude Rome. Daarbij gaan we eerst is de
vele veroveringen van Rome bekijken, en welke invloeden
dat teweeg bracht op Rome en omstreken. Dan gaan we
wat dieper in op de zogenaamde centrumfunctie die Rome
innam, Wat men daar zoal met bedoelt. En ten slotte
komen we nog bij de landbouw, waar we zowel positieve
als negatieve elementen zullen bestuderen.
bord
Uitvoeringsfase
PROBLEEMSTELLING 1
Rome was een machtige stad die veel gebieden
veroverde.
We spreken van het Romeinse Rijk.
De gevolgen van de Romeinse veroveringen
waren rampzalig voor de overwonnenen.
De overwonnen gebieden werden uitgebuit, en
moesten land afstaan.
Bron 1, p. 83
Individueel lezen
Ondertussen zet leerkracht probleemstellingen op bord
- Wat zeggen de zeelieden, stuurmannen en
kustvaarders over Rome?
- Niet zozeer de oppervlakte bedoeld, wat wel?
- Hoe gebruikte Rome die macht?
Hb p. 83
Lkr: Rome concentreerde zich enorm op het innemen van
andere gebieden. het rijk werd enorm groot. We spreken
van het Romeinse Rijk.
- Verovering een positieve of negatieve invloed
gehad op de veroverde gebieden?
- Hoe zou die uitbuiting plaatsgevonden hebben, wat
moesten de gebieden doen?
Rome produceert weinig maar consumeert veel,
Rome is een parasiet.
Lkr: Rome leefde vooral van opbrengsten van overwonnen Afbeelding
gebieden, we kunnen Rome een ‘parasiet’ noemen.
belastingen
- Waarom?
Grootste deel van de bevolking leefde van
belastingen.
Lkr: Een voorbeeld van dat profiteren, was de manier
waarop de Romeinen zelf aan inkomsten raakte, zij
leefden immers niet van hun eigen opbrengsten.
We kijken even naar deze afbeelding.
- Waarvan leefden de Romeinen?
Stijging van bevolking: van 200 000 naar 1 000
000 mensen. Er werd veel gebouwd +
toenemende handel. Door de opkomende
bebouwing was er meer vraag naar
bouwmateriaal en voedsel voor de bouwers.
Lkr: Ondanks de slechte economische omstandigheden in
de omliggende gebieden, ging het in Rome lang niet
slecht. De bevolking steeg opmerkelijk van 200 000 naar
1 000 000 inwoners. Er werd ook veel gebouwd in het hele
rijk. Door die opkomende bebouwing kwam ook de handel
meer en meer opgang, er was namelijk bouwmateriaal en
voedsel nodig om de bouwers te voorzien.
Rome: handelscentrum
Lkr: Rome groeide almaar meer uit tot een
handelscentrum, dit kon natuurlijk niet zo maar.
Er stromen veel goederen toe in Rome.
Rome staat centraal op vlak van handel door de
vele handelswegen, over land en over zee.
Probleemstelling 1:
Welke gevolgen hadden de veroveringen van
Rome voor Rome zelf en de veroverde gebieden?
 Overwonnen gebieden werden uitgebuit
 Rome werd handelscentrum.
PROBLEEMSTELLING 2
Hoogtepunt handel: 200v.C. – 200n.C.
Er is een stijgende vraag naar luxeproducten;
Zijde, specerijen, wierook uit China en India.
Zijde komt uit China
Bron 2
- Waarom wordt Rome de markt van heel de wereld
genoemd?
- Hoe kan je dat verklaren als je dat vergelijkt met
de titel van deel 1: ‘Alle wegen leiden naar
Rome...en haar grenzen’?
Lkr: Dit zowel over land als water.
Hb. p. 83 bron 2
Aanvullen bordschema (punt 1)
Wb. p. 83
Dia’s 7-8-9-10-11
Beantwoording probleemstelling:
- Welke gevolgen hadden de veroveringen voor
andere gebieden?
- En voor Rome zelf?
Lkr: Rond 200v.C. tot 200 n.C. kwam de handel tot zijn
hoogtepunt. Het ging dus op economisch vlak goed in
Rome. Het ging zo goed zelfs dat er naast de broodnodige
producten, ook plaats was voor luxeproducten.
Bron 3, opdracht 1
- Welke luxeproducten werden er zoal ingevoerd in
het Romeinse Rijk?
Van waar komen die luxeproducten vooral?
Lkr: de zijde komt dus uit China
Producten vanuit Benelux: Messing, brons, textiel Lkr: Er komen ook producten uit onze streek, welke zijn
dat zoal?
Messing: Geelkoper, mengsel van koper en zink
- Wat is messing?
-
Noem is enkele producten op die ze invoerden?
Hb. p. 83 bron 3
Wb. p. 85
Enkele van die producten mag je op p.85 onderaan
schrijven.
Middellandse zee heeft belangrijke functie, voor
handel en voor het bevoorraden van het leger
aan de grenzen.
Lkr: We zeiden al dat de zee een belangrijke rol speelde
bij de handel. Welke zee is het belangrijkste?
Lln: Middellandse zee.
Lkr: Deze zee was niet alleen voor handel belangrijk,
maar ook voor het bevoorraden van het leger aan de
grenzen.
Aanvullen bordschema (punt 2).
Wb. p. 84
Probleemstelling 2:
Beantwoording probleemstelling:
Waarom had Rome een centrumfunctie op vlak
- Welke factoren speelden een rol bij de
van handel?
centrumfunctie van Rome?
 Middellandse zee, handel in luxeproducten
PROBLEEMSTELLING 3
Landbouw is na handel meest voorkomende
economische activiteit.
95% van de bevolking was actief in landbouw
Slaven werkten vaak in de landbouw
Lkr: Tot zo ver de handel. We hadden nog een tweede
economische activiteit gezien
- welke?
Lkr: Maar liefst 95% van de bevolking deed aan
landbouw. In deze klas zou dat betekenen dat slechts 1
van jullie niet actief is in de landbouw.
Hier zie je een afbeelding van de Romeinse landbouw.
- Wat zie je daar zoal op?
Afbeelding slaven
Latifundia: grote boerderijen in handen van
grootgrondbezitters.
Bron 4
Ll leest voor
Hb. p. 84 bron 4
- Wat gebeurde er met de gemeenschappelijke grond
en die van de arme boeren
Lkr: In plaats van zelfstandige boerderijtjes, bestond het
Afbeelding latifundia
Romeinse platteland uit grote latifundia of villa’s.
- Hoe zou je dat begrip kunnen uitleggen?
Boeren konden vaak de concurrentie met de
Lkr: Dit had een enorm grote invloed op de boeren die
Rijken palmden grond in met of zonder geweld.
Dit had nefaste gevolgen voor kleine boeren.
rijken niet aan. Ze gaven hun bedrijf op gingen
meestal pachten.
Pachten: huren
nog wel zelfstandig waren. Meestal konden zij de
concurrentie niet aan, dus gaven ze hun bedrijf op, en
gingen ze meestal pachten.
- wat betekent pachten?
Lkr: In de Romeinse landbouw zijn er naast deze
negatieve elementen , ook positieve dingen te bespeuren.
Er zijn namelijk ook heel wat technische vernieuwingen, of
uitvindingen verbonden aan de Romeinse landbouw.
Eerst gingen de Romeinen druiven persen met de
Wat zien we op de mozaïek?
Afbeelding boeren
voeten, dit ging enorm traag.
Is dit een efficiënte manier?
Technische vernieuwingen ten tijde van de
Romeinse landbouw: persen, molens.
Lkr: De Romeinen vonden dit ook traag, dus gingen ze
Molens werden ook gebruikt in de mijnbouw.
een persmachine ontwikkelen om het werk sneller te laten
gaan.
Watermolens gingen veel sneller dan molens
Ook de watermolen deed zijn intrede.
aangedreven door ezels. Ze werden vaak in de
- Wat was het voordeel daarvan ten opzichte van een
mijnbouw gebruikt om pompen en pletmachines
molen die aangedreven werd door een ezel?
aan te drijven.
Lkr: Dit kwam ook goed van pas in de mijnbouw, om
pompen en pletmachines aan te drijven.
Aanvullen bordschema (punt 3).
Probleemstelling 3:
Beantwoording probleemstelling:
Waarom kunnen we de Romeinse landbouw
- Waarom positief?
positief en negatief benaderen?
waarom negatief?
 Positief omdat er technische
vernieuwingen werden doorgevoerd.
 Negatief omdat de rijken grond inpalmden
ten koste van de kleine boeren.
Afrondingsfase
stellingenspel
Leerlingen krijgen groen en rood kaartje. Akkoord met
stelling=groen. Niet akkoord=rood.
Wb. p. 84
-
Deze les situeerde zich in het Socioeconomisch domein
-
Deze les situeerde zich in het Socio-economisch
domein
-
De veroveringen van de Romeinen hadden
een negatieve invloed op de gewone man
en vrouw.
-
De veroveringen van de Romeinen hadden een
positieve invloed op de gewone man en vrouw.
-
Door middel van watermolens werden
pompen en pletmachines aangedreven in
de mijnbouw.
-
Door middel van windmolens werden pompen en
pletmachines aangedreven in de mijnbouw.
-
Rome werd de markt van de wereld
genoemd doordat er veel goederen
aankwamen en vertrokken.
-
Rome werd de markt van de wereld genoemd
doordat er veel goederen aankwamen en
vertrokken.
-
Grootgrondbezitters verpachtten hun
landbouwgrond aan de arme boeren.
-
Grootgrondbezitters deelden hun landbouwgrond
met de arme boeren.
-
Er was wel slavernij in het Oude Rome.
-
Er was geen slavernij in het Oude Rome.
-
Een heerbaan is een verbindingsweg die
gebruikt werd voor handel en het leger.
-
Een heerbaan is een verbindingsweg die gebruikt
werd voor handel en het leger.
-
Rome was een parasiet, maar
produceerde zelf wel enkele producten.
-
Rome was een parasiet, dus produceerde zelf geen
producten.
Bordplan
Agenda:
Les 21: Romeinse
economie
1. Alle wegen leiden naar Rome... en de
grenzen
...
Probleemstellingen:
2. Een bloeiende handel
...
(moeilijke woorden)
3. Landbouw blijft de belangrijkste
economische activiteit
...
1.
2.
3.
Download