Europees Economisch en Sociaal Comité REX/448 Vrouwen in de Euromedregio Brussel, 8 oktober 2015 INFORMATIEF RAPPORT van het Europees Economisch en Sociaal Comité over De situatie van vrouwen in de Euro-mediterrane regio _______________ Rapporteur: Grace Attard _______________ REX/448 – EESC-2015-03860-00-01-RI-TRA (EN) 1/13 Belliardstraat 99 — 1040 Brussel — BELGIË Tel. +32 25469011 — Fax +32 25134893 — Internet: http://www.eesc.europa.eu NL Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 19 maart 2015 besloten overeenkomstig artikel 31 van zijn reglement van orde de afdeling Externe Betrekkingen te belasten met de voorbereiding van een informatief rapport over De situatie van vrouwen in de Euro-mediterrane regio. Dit informatief rapport is door de afdeling Externe Betrekkingen op 10 september 2015 goedgekeurd. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 6 tot 8 oktober 2015 gehouden 511e zitting (vergadering van 8 oktober) het volgende informatief rapport besproken, dat met 98 stemmen vóór, is goedgekeurd. * * * 1. Algemene opmerkingen en aanbevelingen 1.1 Ontwikkeling, groei en concurrentievermogen in de zuidelijke en oostelijke mediterrane regio zijn afhankelijk van de volledige benutting van menselijk kapitaal – mannen en vrouwen van alle leeftijden op alle niveaus en in alle economische sectoren – en vereisen van de landen in de Euromed-regio dat ze zich verbinden, in overeenstemming met hun internationale verplichtingen1, aan: het beginsel van gendergelijkheid op alle terreinen, het wegnemen van alle belemmeringen voor de deelname van vrouwen aan het economische, sociale, culturele en politieke leven, en de tenuitvoerlegging van mechanismen van goed bestuur. 1.2 Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is zich ten volle bewust van de uiteenlopende omstandigheden in verschillende landen in de mediterrane regio. Het Comité is zich in het bijzonder bewust van de conflicten en de instabiliteit waar veel landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied mee te kampen hebben. Het EESC roept de Europese Commissie (EC) en de regeringen van de landen van de Euro-mediterrane regio op om te zoeken naar gedeelde oplossingen voor deze uitdagingen – waaronder armoede, economische uitdagingen, conflicten en terrorisme –, die resulteren in onaanvaardbaar lijden, met name onder vrouwen. 1.3 Aan de uiteenlopende behoeften van vrouwen moet prioriteit worden gegeven en tegemoet worden gekomen in het kader van het proces van hervorming van het Europees 1 Schaduwrapport over de Arabische regio, Actieplatform van Beijing+20, General Arab Women Federation. REX/448 – EESC-2015-03860-00-01-RI-TRA (EN) 2/13 nabuurschapsbeleid (ENB), aangezien de instabiliteit, het gebrek aan veiligheid en de conflicten in de regio niet alleen gevolgen zullen hebben voor vrouwen, maar voor de gehele samenleving, 1.4 Om goed bestuur en gendergevoelig beleid te vergemakkelijken is een betere gegevensverzameling, uitgesplitst naar geslacht, noodzakelijk. Dit zal leiden tot een werkelijk inzicht in de situatie van vrouwen (in zowel rurale als stedelijke settings) in een complexe en veranderende omgeving. 1.5 Regeringen, regionale instellingen, sociale partners, maatschappelijke organisaties en ngo's zouden collectief moeten optreden om wetgeving aangenomen te krijgen die geweld tegen vrouwen en kinderen verbiedt, en die ten uitvoer moet worden gelegd en moet worden gehandhaafd in overeenstemming met het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en van huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul). 1.6 Het EESC steunt de conclusies van de Raad over het Actieplan inzake mensenrechten en democratie (2015-2019)2, waarin de contouren van een nieuw actieplan worden geschetst en wordt bevestigd dat de Europese Unie zich blijft toeleggen op het wereldwijd bevorderen en beschermen van de mensenrechten en het ondersteunen van de democratie. 1.7 Het EESC dringt er bij de EU-instellingen op aan om hun initiatieven te prioriteren overeenkomstig de dringende behoeften in de regio. Dit omvat initiatieven die een eerlijke verdeling van welvaart bevorderen en initiatieven om samenwerking tussen verschillende landen aan te moedigen. Specifieke aanbevelingen 1.8 Aan de Europese Commissie Het EESC verzoekt de Europese Commissie: 1.8.1 2 om collectieve actie door alle belanghebbende partijen, waaronder overheden, sociale partners en maatschappelijke organisaties, te ondersteunen door het opzetten van netwerken en het invoeren van de nodige mechanismen, o.m. voor financiering en opleiding, die ervoor moeten zorgen dat de mediterrane regio het groeipotentieel van vrouwelijke werknemers en ondernemers, die van essentieel belang zijn voor economische groei op lokaal, nationaal en mondiaal niveau, volledig kan benutten; "De EU streeft ernaar de publieke diplomatie en voorlichting omtrent haar mensenrechtenbeleid te verbeteren. In 2017 zal een tussentijdse evaluatie van het actieplan worden uitgevoerd, die zal samenvallen met de tussentijdse evaluatie van de externe financiële instrumenten, om te zorgen voor meer coherentie." (Conclusies van de Raad over het Actieplan inzake mensenrechten en democratie (2015-2019)). REX/448 – EESC-2015-03860-00-01-RI-TRA (EN) 3/13 1.8.2 om het probleem van discriminatie van vrouwelijke werknemers op de arbeidsmarkt, die in strijd is met hun rechten, aan de orde te stellen tijdens beleids- en strategische dialogen met zuidelijke en oostelijke mediterrane landen en om de participatie van vrouwen in vakbonden, werkgeversverenigingen en andere organisaties te bevorderen; 1.8.3 om, in het kader van de hervorming van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB), vrouwenrechten in de regio te bevorderen door: 1.8.4 3 4 5 ervoor te zorgen dat in de nationale actieplannen specifieke maatregelen en doelstellingen voor het bereiken van gendergelijkheid worden opgenomen; beleid en praktijken die verband houden met door de EU gefinancierde programma's te herzien; landen te steunen bij hun pogingen om beleid te voeren dat de facto gericht is op gendergelijkheid; te garanderen dat de individuele rechten van vrouwelijke immigranten, en niet alleen hun van het lidmaatschap van een gezin afgeleide rechten, in elke fase van het migratieproces worden gerespecteerd; te beoordelen welk percentage van de houders van een blauwe EU-kaart3 en van de personen die profiteren van de richtlijn betreffende seizoenarbeiders4 vrouw is; het proces van evaluatie van de kwalificaties van migranten te versnellen5; de volgende onderwerpen op de agenda te zetten: bijscholing, het verlies van vaardigheden, meertalige counsellingdiensten, de verstrekking van informatie over rechten en advies inzake de toegang tot beroepsopleidingen, toegang tot banen van goede kwaliteit, en voldoende kinderopvangfaciliteiten. Het EESC roept de Commissie en internationale donoren op om zich te houden aan op rechten gebaseerde beginselen en om samen te werken, dubbel werk te voorkomen en het effectieve gebruik van aan de ontwikkeling en financiering van opleidingsinitiatieven voor vrouwen toegewezen financiële en technische middelen te maximaliseren. Dit omvat capaciteitsopbouw voor democratie, participatieve democratie en andere maatregelen om vrouwen te helpen onafhankelijker te worden en hen in staat te stellen volledig aan de samenleving te deelnemen. Ook omvat dit het sturen van deskundigen naar de regio en het uitnodigen van deskundigen uit de regio voor het volgen van een opleiding in de EU. Richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan. Richtlijn 2014/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider. European Network of Migrant Women – Qualification recognition. European Migration Forum Report (EESC). REX/448 – EESC-2015-03860-00-01-RI-TRA (EN) 4/13 1.9 Aan de Euromed-landen Het EESC: 1.9.1 dringt er bij alle landen in de mediterrane regio op aan om hun verplichtingen inzake de daadwerkelijke ondertekening, ratificatie en tenuitvoerlegging van internationale verdragen inzake vrouwenrechten na te komen, waaronder: de ratificatie van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) (1979); de ratificatie van het Aanvullend Protocol van Palermo inzake mensenhandel als vorm van geweld; het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (ICC) betreffende gewelddaden, met inbegrip van oorlogsmisdrijven, die als wapens voor oorlogsvoering worden beschouwd en marteling; het Verdrag van Istanbul van de Raad van Europa betreffende huiselijk geweld; de IAO-Verdragen inzake fatsoenlijk werk en arbeidsmigranten die huishoudelijk werk verrichten; de volledige tenuitvoerlegging van de aanbevelingen van de slotverklaring van de op 12 september 2013 in Parijs gehouden ministeriële conferentie van de Unie voor het Middellandse Zeegebied (UMZ) over vrouwen; 1.9.2 vraagt de aandacht van de regeringen en andere belanghebbenden voor het feit dat het hun verantwoordelijkheid is om de maatregelen te nemen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat vrouwen economisch onafhankelijk zijn, iets wat van essentieel belang is voor de zelfontplooiing en ontwikkeling van vrouwen; 1.9.3 vraagt om een onmiddellijk verbod op eermisdrijven en roept op tot een debat aan beide zijden van de Middellandse Zee om genitale mutilatie bij vrouwen uit te bannen door doeltreffende sancties in te voeren voor daders, in combinatie met effectieve campagnes om maatschappelijke houdingen te veranderen. 1.10 Aan sociale partners en het maatschappelijk middenveld Het EESC: 1.10.1 spoort aan tot collectieve actie door vakbonden, werkgeversvertegenwoordigers, basisorganisaties en bewegingen voor sociale gerechtigheid aan beide zijden van de Middellandse Zee. Het Comité dringt er bij hen op aan om actief samen te werken teneinde duurzame oplossingen te vinden voor de uitdagingen die vrouwen verhinderen de arbeidsmarkt te betreden of hun plaats op de arbeidsmarkt te behouden, bijvoorbeeld op gebieden als: REX/448 – EESC-2015-03860-00-01-RI-TRA (EN) 5/13 uitbanning van seksuele intimidatie op de werkplek; sociale zekerheid en bescherming: zwangerschaps-, vaderschaps- en ouderschapsverlof; arbeidswetten die fatsoenlijke salarissen garanderen in overeenstemming met IAOVerdragen; de bescherming van vrouwelijke werknemers in bezette gebieden en zones waar gewapende conflicten worden uitgevochten; 1.10.2 roept de media op om het recht van vrouwen op gelijkheid op alle terreinen te steunen6 door vrouwen eerlijk en redelijk te portretteren, hun deskundigheid als individuele personen op economisch, politiek en sociaal gebied te laten zien en niet uit winstoogmerk een denigrerend beeld van vrouwen neer te zetten; 1.10.3 dringt er bij verenigingen van zelfstandig werkende mannen en vrouwen op aan om platformen te creëren voor vrouwen in kwetsbare situaties (onder meer op het platteland) en hen in staat te stellen hun eigen micro-ondernemingen op te zetten; 1.10.4 is van mening dat micro-financiering een nuttig instrument is voor het versterken van de positie van vrouwen en merkt op dat investeren in vrouwen gelijkstaat aan investeren in families en gemeenschappen, hetgeen bijdraagt tot de uitroeiing van armoede en de eliminatie van economische en sociale achterstanden, versterking van de sociale samenhang en een grotere economische onafhankelijkheid van vrouwen. 2. Inleiding 2.1 Het EESC heeft zich door de jaren heen altijd gekweten van zijn jaarlijkse taak om de situatie van vrouwen in de Euromed-regio te monitoren, ontwikkelingen en teruggang te bestuderen en aanbevelingen en voorstellen te doen aan de EU-instellingen, de Euromed-landen, economische en sociale raden en soortgelijke instellingen en het maatschappelijk middenveld voor manieren om vooruitgang te boeken in de mensenrechtensituatie van vrouwen en de benutting van het potentieel van vrouwen voor economische en sociale groei in verschillende domeinen van de samenleving, die worden gepresenteerd tijdens de jaarlijkse EESCEuromed-top. 2.2 De Arabische lente was een krachtig protest van de civiele samenleving tegen dictatuur, gebrek aan kansen en corrupte praktijken. De landen van de Euromed-regio hebben geweldige kansen om hun opkomende economieën te ontwikkelen. De gebeurtenissen van de Arabische lente mondden echter uit in conflicten en andere negatieve ontwikkelingen in de regio, die als conflictomgeving sterk verschilt van de omgeving die een groot deel van de twintigste eeuw 6 Website van het Euro Mediterranean Human Rights Network (EMHRN): http://www.euromedrights.org. REX/448 – EESC-2015-03860-00-01-RI-TRA (EN) 6/13 domineerde7, voornamelijk als gevolg van terrorisme en migratie8, en die specifiek beleid en specifieke mechanismen voor langetermijnoplossingen vereist. 2.3 De centrale rol die vrouwen spelen in het democratiseringsproces tijdens transitieperioden, bij het ontwerpen van nationale grondwetten en bij het hervormen van bestaande wetgeving moet worden gewaarborgd en onderhouden door middel van goed bestuur teneinde een terugval in de gendergelijkheid te voorkomen. 2.4 Interne en externe mobiliteit in de regio moeten tot een dringende prioriteit worden verheven. In de Arabische regio verblijven meer dan 17 miljoen ontheemden die hun huis gedwongen hebben moeten verlaten tijdens gewelddadige conflicten, waaronder 10 miljoen binnenlandse ontheemden in Sudan, Irak, Somalië, Libanon, Syrië en Jemen en 7,5 miljoen vluchtelingen uit de bezette Palestijnse gebieden9. 2.5 Conflicten hebben verwoestende effecten op vrouwen. Vrouwen worden vaak alleen achtergelaten, of met de verantwoordelijkheid om kinderen op te voeden en voor oudere familieleden te zorgen. Ze beschikken over minder middelen dan mannen om zichzelf te beschermen, en samen met kinderen vormen ze vaak de meerderheid van de ontheemde en vluchtelingenpopulatie. In veel landen resulteren territoriale bezetting, gewapende conflicten en terrorisme in acute armoede onder en geweldsmisdrijven tegen vrouwen. 2.6 Nu de wereld haar focus verlegt naar een nieuwe ontwikkelingsagenda voor de periode na 201510, zijn het versterken van de positie van vrouwen en gendergelijkheid prioriteiten voor duurzame ontwikkeling geworden. Duurzame verandering is niet mogelijk zonder goed bestuur (op basis van de beginselen van verantwoording en transparantie) en vereist dat vrouwen deelnemen aan besluitvormingsprocessen. 2.7 Het EESC roept de UMZ, de Europese Commissie, de EU-lidstaten en de zuidelijke mediterrane landen op om overeenstemming te bereiken over een alomvattende, op mensenrechten gebaseerde strategie om de complexe migratiesituatie, de snelle verstedelijking, de interne en externe migratie en de irreguliere migratie het hoofd te bieden. 7 8 9 10 Schaduwrapport over de Arabische regio, Actieplatform van Beijing+20, General Arab Women Federation. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's "Een Europese Migratieagenda", COM(2015) 240 final. Zie de website van het Euro Mediterranean Human Rights Network (EMHRN) (http://www.euromedrights.org). Initiatiefadvies van het EESC "Doelstellingen voor de periode na 2015 in de Euromed-regio" (rapporteur: mevrouw Le Nouail Marlière). REX/448 – EESC-2015-03860-00-01-RI-TRA (EN) 7/13 3. Vrouwen in de economie: werkgelegenheid en het scheppen van banen 3.1 Het EESC dringt er bij de regeringen en sociale partners op aan om de noodzakelijke stappen te zetten: om de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te vergroten; om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om genderdiscriminatie op het werk (op het gebied van arbeidsrechten, beloning, werktijden, gezondheid en veiligheid en andere arbeidsomstandigheden) te voorkomen; om ervoor te zorgen dat er mechanismen bestaan om de toegang van vrouwen tot sectoren van de arbeidsmarkt die voor hen gesloten zijn te vergemakkelijken; om maatregelen te nemen die de vrijheid van vereniging en meningsuiting waarborgen teneinde vrouwelijke werknemers in staat te stellen om deel te nemen aan vakbondsactiviteiten. 3.2 Een betere participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt heeft een enorme invloed op de economie. Dit vereist een overheidsbeleid dat er zowel voor zorgt dat vrouwelijke werknemers op verschillende niveaus werk en privéleven met elkaar in balans kunnen brengen als dat er wordt geïnvesteerd in kinderopvang of faciliteiten voor andere afhankelijke personen, en dat tevens leidt tot passende werktijden en een veilige werkomgeving. Ook brengt dit met zich mee dat er duidelijke wetteksten moeten worden aangenomen die zwangerschaps-, vaderschaps- en ouderschapsverlof verlenen, waardoor het voor vrouwen gemakkelijker wordt om de arbeidsmarkt te betreden en/of actief te blijven op de arbeidsmarkt. 4. Bevorderen van vrouwelijk ondernemerschap in de Euromed-regio 4.1 Bevordering van vrouwelijk ondernemerschap in de Euromed-regio is van groot belang voor het tot stand brengen van een actieve en dynamische economie die openstaat voor de globalisering11. 4.2 Het EESC benadrukt het belang van ondernemerschapsonderwijs en -opleiding voor vrouwen, zowel in rurale als in stedelijke gebieden, en dringt erop aan om meer te focussen op gespecialiseerde beroeps- en technische opleidingen teneinde ervoor te zorgen dat universitaire diploma's en beroepsopleidingen aansluiten bij de behoeften van de arbeidsmarkt. Dit zou moeten worden verwezenlijkt door gecombineerde inspanningen van de overheid, de particuliere sector en vakbonden. 4.3 Enkele landen hebben nieuwe wetgeving aangenomen die vrouwelijk ondernemerschap en de oprichting van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) door vrouwen aanmoedigt en 11 Zie OESO, 2011 - MENA-initiatief voor bestuur en investeringen ter ondersteuning van de ontwikkeling (beschikbaar op: www.oecd.org/mena/investment). Zie de UMZ-projectconferenties over het bevorderen van de rol van vrouwen in de economie. REX/448 – EESC-2015-03860-00-01-RI-TRA (EN) 8/13 ondersteuning geeft aan arme vrouwen in rurale gebieden door middel van microfinanciering. In de nationale actieplannen zouden echter specifieke maatregelen en doelstellingen voor het bevorderen van vrouwelijk ondernemerschap moeten worden opgenomen. 4.4 Toegang tot financiering vormt voor veel vrouwelijke ondernemers een obstakel. De Commissie zou via haar diverse programma's toereikende middelen ter beschikking moeten stellen voor de ontwikkeling van vrouwelijk ondernemerschap in de regio, evenals technische bijstand aan start-ups en vervolgmaatregelen zoals begeleiding door mentoren, toegang tot informatie en netwerken, en financiële geletterdheid12. 4.5 Zowel de publieke als de particuliere sector zou gebruik moeten maken van EU-programma's (zoals Horizon 2020) om te waarborgen dat alle vrouwen toegang tot ICT-faciliteiten en ICTtraining hebben, met name vrouwen die een eigen bedrijf starten. Daarbij zou specifieke aandacht moeten worden besteed aan essentiële instrumenten voor marketing, de registratie van octrooien en het langs de juiste distributiekanalen op de markt brengen van goederen. 4.6 Om vrouwen het recht van toegang tot vastgoed, het recht om te erven en het recht van overdracht van hun vermogen te verlenen, alsmede het recht op erkenning van hun eigendomsrechten onder alle omstandigheden als individuele personen, zou wetgeving moeten worden aangenomen en met spoed ten uitvoer worden gelegd. Dit laatste is met name belangrijk voor vrouwen die een eigen bedrijf opbouwen. 4.7 Nationale vrouwenorganisaties hebben technische en financiële ondersteuning nodig om opleidingen te kunnen verzorgen, evenals systemen om overheidsafdelingen die belast zijn met het uitvoeren van wet- en regelgeving te monitoren. 5. Vrouwen in de politiek en besluitvorming 5.1 Het EESC roept de regeringen op om de Verklaring en het Actieplatform van Beijing te eerbiedigen en om inspanningen van ngo's om gendergelijkheid te bevorderen te ondersteunen en zich in te zetten voor de rechten van vrouwen in de politieke arena door het aantal door vrouwen bezette zetels in parlementen te verhogen. 5.2 In conflictgebieden worden vrouwen geconfronteerd met marginalisatie in het openbare leven en afwezigheid van veiligheid. Dientengevolge bestaan er zorgen dat de bereikte resultaten met betrekking tot de politieke participatie door vrouwen en hun rechten op dit gebied verloren zullen gaan. Ook roept het EESC de regeringen op om systemen op te zetten die de aanwezigheid van vrouwen in functies met besluitvormingsbevoegdheden binnen lokale autoriteiten moeten garanderen. 12 Zie het OECD MENA Women's Business Forum. REX/448 – EESC-2015-03860-00-01-RI-TRA (EN) 9/13 5.3 Het EESC roept politieke partijen nadrukkelijk op om vrouwelijke kandidaten te benoemen en te steunen. Dit omvat het ontwerpen van kiesstelsels die een meer gelijke participatie door en meer gelijke invloed van vrouwen stimuleren en zou het bevorderen van evenredige lijsten in het kiesrecht, toegang tot campagnefinanciering en opleiding tot politieke geletterdheid met zich mee kunnen brengen. Het EESC prijst het besluit van Tunesië om op alle kieslijsten genderpariteit in te voeren, evenals een grondwettelijke verplichting voor de staat om te streven naar genderpariteit in alle gekozen organen. Het EESC vindt dit een voorbeeld voor de regio. 6. Geweld tegen vrouwen en mensenhandel 6.1 Het EESC staat vierkant achter het streven van de EU naar het voorkomen en bestrijden van mensenhandel en het beschermen van de rechten van de slachtoffers van mensenhandel13, maar is van mening dat er meer moet worden gedaan om mensenhandel uit te bannen en de gevolgen voor met name vrouwen te beperken. 6.2 Regeringen, regionale instellingen, sociale partners, maatschappelijke organisaties en ngo's zouden collectief moeten optreden om wetgeving aangenomen te krijgen die geweld tegen vrouwen en kinderen verbiedt – waaronder psychologisch geweld en seksueel misbruik thuis en op het werk – en ervoor te zorgen dat er autoriteiten en instanties zijn die toezicht houden op de tenuitvoerlegging van deze wetgeving en deze wetgeving te handhaven in overeenstemming met het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. 6.3 Sinds de Arabische lente is een groot aantal initiatieven ter ondersteuning van de uitroeiing van alle vormen van geweld tegen vrouwen genomen door vrouwen in de regio. Daartoe behoren onder meer anti-intimidatiecampagnes in Egypte en een nationale strategie inzake geweld tegen vrouwen en een studie naar mensenhandel in Tunesië14. 6.4 Nationale ngo's hebben op verschillende niveaus steun bewustmakingsinspanningen, vaak via sociale media en televisie. 6.5 In migratie-, asiel-, mensenhandel- en antidiscriminatiekwesties is het echter noodzakelijk om incidenten van geweld tegen huishoudelijk personeel door personen die in hetzelfde huishouden leven aan te pakken15. Voorts zouden regeringen in de Euromed-regio, waaronder 13 14 15 nodig voor hun Advies van het EESC over het "Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers, en tot intrekking van Kaderbesluit 2002/629/JBZ " (rapporteur: de heer Ionuț Sibian). Zie de "Baseline study of trafficking in persons in Tunisia: Assessing the scope and manifestations" (http://tunisia.iom.int/sites/default/files/resources/files/IOMTunisia_BaselineStudyTrafficking_English_LR.pdf). "Mapping out the situation of labour trafficking in Cyprus", KISA - Equality, Support, Antiracism (http://kisa.org.cy/wpcontent/uploads/2014/12/map_report.pdf). REX/448 – EESC-2015-03860-00-01-RI-TRA (EN) 10/13 die van EU-lidstaten, de schending van de rechten van slachtoffers van mensenhandel en hun volledig onaanvaardbare toestand van armoede en gebrek en mensenrechtenschendingen, zoals arbitraire verlenging van detentie, gedwongen verdwijning en foltering16, ernstig moeten nemen. 6.6 Het EESC veroordeelt de praktijk van genitale mutilatie bij vrouwen ten strengste, dringt er bij nationale autoriteiten op aan om de uitvoering van de wet te versterken en verzoekt de Commissie om programma's te steunen die op het uitroeien van deze praktijk zijn gericht. Dit kan worden gedaan door ngo's die op dit gebied actief zijn te steunen, door middel van gezondheidseducatie, bewustmaking binnen gemeenschappen, onderwijs en opleiding, en door te erkennen dat nationale, regionale en lokale autoriteiten, maatschappelijke organisaties, sociale partners en religieuze en gemeenschapsleiders betrokken moeten worden bij de bestrijding van deze praktijk. 6.7 Het EESC vraagt om dringende maatregelen met het oog op de intrekking van wetsartikelen die verkrachters of kidnappers vrijstellen van sancties als ze met hun slachtoffers trouwen en om afschaffing van de discretionaire bevoegdheid van rechters op basis waarvan deze het recht hebben om bezwaar te maken tegen een artikel in het wetboek van strafrecht inzake sancties op verkrachting en andere vormen van seksueel misbruik, inclusief eermoord. 6.8 Er zouden maatregelen voor het bestrijden van seksueel misbruik door familieleden moeten worden genomen en ten uitvoer worden gelegd, waaronder getuigenbeschermingsprogramma's en hulp voor vrouwelijke slachtoffers in politiebureaus, ziekenhuizen en rechtbanken. 7. Vrouwen in gewapende conflicten 7.1 Veel vrouwen in door conflicten geteisterde gebieden in de Arabische regio moeten het zonder diensten of mogelijkheden om verhaal te halen stellen, die hard nodig zijn, terwijl daders zich aan het afleggen van verantwoording en bestraffing kunnen onttrekken 17. Het EESC roept de regeringen op om ervoor te zorgen dat wetboeken van strafrecht in de regio specifieke bepalingen inzake de bescherming van slachtoffers bevatten – zoals vrouwelijke slachtoffers van gewapende conflicten en minderheidsgroepen – met het oog op de eerbiediging van hun rechten in tijden van conflict. 7.2 Het EESC roept de internationale gemeenschap op om een verantwoordelijke rol te spelen bij het streven naar beëindiging van conflicten in de Arabische regio en om onmiddellijk op te 16 "Women behind bars – Arbitrary detention and torture, (http://www.rightsobserver.org/files/Arbitrary_detention_and_torture_EN_pages.pdf). 17 Lebanon - April 2015" Zie het meest recente rapport van het EMHRN over de rechten van Palestijnse vrouwen in het kader van de betrekkingen tussen de EU en Israël en tussen de EU en de Palestijnse Autoriteit ("Palestinian Women in the face of double discrimination" http://euromedrights.org/publication/palestinian-women-in-the-face-of-double-discrimination/). REX/448 – EESC-2015-03860-00-01-RI-TRA (EN) 11/13 treden tegen de heersende cultuur18 van schendingen van rechten van gedetineerde vrouwen, waaronder tegen vrouwen in Syrië en tegen Palestijnse vrouwen in de vorm van dubbele discriminatie. Deze misdrijven zijn volledig in strijd met het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (ICC) betreffende gewelddaden, met inbegrip van oorlogsmisdrijven en marteling. 7.3 Het EESC roept de Commissie en internationale organisaties – in samenwerking met lokale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor vluchtelingenkampen – op om menselijke en technische middelen ter beschikking te stellen, samen met trainingen, om ervoor te zorgen dat vrouwen worden beschermd tijdens gewapende conflicten en om praktijken als het uithuwelijken van hun dochters op jonge leeftijd door vluchtelingen, als vorm van bescherming of als gevolg van ernstige economische problemen, te voorkomen. 8. Meisjes, vrouwen en onderwijs 8.1 Regeringen moeten meer doen om onderwijs toegankelijk te maken voor alle jongens en meisjes, door belemmeringen zoals de afstand tot school (met name in rurale en bergachtige gebieden) weg te nemen en discriminerende attitudes die onderwijs voor meisjes ontmoedigen tegen te gaan. 8.2 Het EESC roept de regeringen en sociale partners op om vrouwen in zowel stedelijke als rurale gebieden te voorzien van de informatie en opleiding die nodig zijn om ervoor te zorgen dat het aanbod op de arbeidsmarkt aansluit op de vraag, door beroepsopleidingen en ICTvaardigheidstrainingen te moderniseren – en vrouwen daarmee meer kans te bieden op nieuwe, door de informatietechnologie gecreëerde banen. Dit omvat opleiding inzake technische ondersteuning van ngo's om tegemoet te komen aan de behoeften van vrouwen en personen met een handicap. 8.3 Het Comité dringt er bij organisaties van het maatschappelijk middenveld op aan om EUmiddelen te gebruiken om initiatieven te ontplooien waarbij mannen en jongens als partners en bondgenoten worden betrokken. Deze initiatieven zouden erop gericht moeten zijn om de dialoog tussen mannen en vrouwen te vergemakkelijken en positieve en inclusieve relaties tussen mannen en vrouwen te versterken, zowel binnen als buiten individuele huishoudens. Deze initiatieven zijn vaak effectiever als er op jonge leeftijd mee wordt gestart. 9. Vrouwen en gezondheid Er zijn diverse problemen met de gezondheid van vrouwen en meisjes in de regio, waaronder de toegang tot gezondheidszorg van goede kwaliteit die de sterfte tijdens de bevalling effectief vermindert, de seksuele en reproductieve gezondheid beschermt, hiv aanpakt en 18 EMHRN, "Detention of Women in Syria: a weapon of war and terror" (http://euromedrights.org/publication/detention-ofwomen-in-syria-a-weapon-of-war-and-terror/). REX/448 – EESC-2015-03860-00-01-RI-TRA (EN) 12/13 adequaat reageert op het vereiste beleid om de genderkloof op het gebied van gezondheid te dichten. 9.1 Het EESC roept de regeringen op om in samenwerking met het maatschappelijk middenveld informatie te ontwikkelen door op regelmatige basis naar sekse opgesplitste gegevens te verzamelen. Dit zal hen in staat stellen om de door gezondheidsdiensten voor vrouwen van alle leeftijden geboekte vooruitgang te monitoren. 9.2 Er moeten maatregelen worden genomen om de gezondheid van adolescenten te beschermen, in het bijzonder tegen hiv19 en met name in gebieden waar een cultuur van jong trouwen heerst. Schoolklinieken, die diensten als consultatie, informatie over seksuele gezondheid en doorverwijzingen naar gespecialiseerde counselling- of behandeldiensten aanbieden, verrichten reeds uitstekend werk in landen als Marokko en Egypte20. 9.3 Ook moeten gezondheidsdiensten worden verstrekt aan vrouwen in dunbevolkte en rurale gebieden, evenals aan ontheemde vrouwen en vrouwen in door conflicten geteisterde regio's en regio's die de effecten van conflicten ondervinden, die te maken hebben met seksueel geweld door het ontbreken van wetgeving die hen en hun kinderen beschermt. Brussel, 8 oktober 2015 De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité Georges Dassis _____________ 19 20 Verdrag inzake de rechten van het kind (1989). Schaduwrapport over de Arabische regio, Actieplatform van Beijing+20, General Arab Women Federation. REX/448 – EESC-2015-03860-00-01-RI-TRA (EN) 13/13