Regiobijeenkomst Utrecht – Flevoland 24 - nvtz

advertisement
Regiobijeenkomst
Utrecht – Flevoland
24 november 2015
Utrecht
Voorwoord
De NVTZ wil meer de regio in. Door het verkleinen van de reisafstand wil de NVTZ de drempel
verlagen voor toezichthouders om deel te nemen aan collegiale kennisdeling, reflectie en
deskundigheidsbevordering. Daarnaast kan op regionaal niveau beter ingespeeld worden op de
specifieke thematiek die daar leeft.
Op 24 november vond de eerste NVTZ-regiobijeenkomst plaats in Utrecht. Samen met 42 andere
toezichthouder heeft u hieraan deelgenomen. Dit document geeft u een beknopt verslag van de
bijeenkomst.
Thema
Het thema van de bijeenkomst was ‘Toezicht op de continuïteit van de organisatie en de zorg bij
verschillende financieringsstromen’. Met de decentralisatie van zorg en welzijn zijn
financieringsstromen verschoven. Hierdoor moeten zorg- en welzijnsorganisaties schaken op
meerdere borden. Robbert Huijsman, Hoogleraar Management & Organisatie Ouderenzorg en
programmamanager Kwaliteit van Zorg bij Zilveren Kruis Achmea, gaf een inleidende presentatie
waarin hij een overzicht gaf van de recente veranderingen in het sociale domein als gevolg van de
decentralisaties.
Na de inleidende presentatie gaven een drietal sprekers hun ervaring met transitie. Hiermee werd
het perspectief van de zorgverzekeraar, gemeente en de zorgorganisaties belicht. Erik-Jan Wilhelm,
Directeur strategie en innovatie ( voorheen Directeur Zorginkoop Care) bij Achmea, schetste de
uitdagingen voor zorgbestuurders in deze tijd van transformatie, zoals het toegenomen aantal
financiers die elk hun eigen beleid hebben. Hij waarschuwde dat resultaten in het verleden geen
garantie geven voor de toekomst. Voor het kunnen afsluiten van contracten met de verzekeraars
wordt de vraag steeds belangrijker welke waarde de organisatie toevoegt en hoe onderscheidend
deze is ten opzichte van andere organisaties. Daarnaast spelen er dilemma’s rondom vastgoed en
schaalgrootte. Deze uitdagingen maken dat toezichthouders alert moeten zijn en de juiste vragen
moeten stellen om zich te vergewissen van de kwaliteit van de besturing en de keuzes die de
bestuurder maakt. Om deze vragen te kunnen stellen dienen toezichthouders voldoende kennis te
hebben van het zorgveld, de ontwikkelingen in vastgoed en de richting waarin de financiers zich
bewegen.
Gerbrich Kuperus, Manager Jeugd, Zorg en Veiligheid bij de Gemeente Utrecht, gaf een overzicht van
het model waar de Gemeente Utrecht mee werkt. Zij hebben een onafhankelijke organisatie de
opdracht gegeven om buurtteams in te richten. Deze buurtteams zetten waar nodig aanvullende
zorg in. Momenteel heeft de gemeente te maken met een versnipperd veld van zorgaanbieders. De
gemeente wil de komende tijd haar beleid aanpassen door gerichter contracten met zorgorganisaties
af te sluiten, waarbij gelet wordt op transparantie van de organisatie en de mate waarin zij kan/wil
samenwerken.
Marrit van Baalen, Adviseur Zorg en Welzijn bij Berenschot, schetste een situatie die zij soms
tegenkomt in organisaties, namelijk Raden van Toezicht met een afwachtende houding ten opzichte
1
van de Raad van Bestuur, die weinig kritische vragen stellen en die daarbij niet anticiperen op het
veranderende zorglandschap. Zij benadrukte, net als Erik-Jan Wilhelm, de noodzaak om voldoende
kennis te hebben op het vlak van financiën en ontwikkelingen in het zorgveld.
Uitkomst discussiesessie
De deelnemers gingen uiteen in kleinere groepen om de onderwerpen die in de presentaties aan de
orde kwamen te bediscussiëren. De hoofdpunten uit de discussiegroepen worden hieronder belicht.
Eén groep merkte op de deelnemende toezichthouders te maken hebben met zeer uiteenlopende
situaties ten aanzien van het aantal financiers. Sommigen hebben te maken met meer dan 300
gemeentes, terwijl anderen met slechts één gemeente zaken hoeft te doen. Echter, bij allen speelt
het dilemma van continuïteit van de organisatie versus de toegevoegde waarde van de organisatie,
met daarbij de vraag hoe de organisatie zich opstelt in de concurrerende markt. Ook rees de vraag
welke rol de Raad van Toezicht speelt bij dit dilemma. Daarnaast vroegen de deelnemers zich af of de
huidige bestuurders, die gewend zijn om hun zorgorganisatie in te richten volgens de oude structuur
waarin de AWBZ van toepassing was, de competenties en de creativiteit hebben om de
zorgorganisatie de juiste kant op te bewegen in het veranderende zorglandschap waarin
geldstromen zijn verschoven.
Bij een andere discussiegroep besprak men in hoeverre de toezichthouder zichzelf de vraag stelt:
“Wat weet ik niet?”. Als toezichthouder krijg je een hoop informatie van de bestuurder, maar geeft
dit het volledige beeld? Hier dient de toezichthouder de bestuurder op te bevragen. Daarbij is het
ook van belang om ‘compliance’ van de organisatie ten aanzien van inkoopeisen, financiële kaders en
kwaliteitskenmerken in het oog te houden. Echter, in de gesprekken met de bestuurder is het
volgens de deelnemers van belang om niet te blijven hangen in het voldoen aan de regelingen en
afvinklijstjes, maar dat toezichthouders het bovenliggende belang van de continuïteit, de kwaliteit en
de rol van de zorgorganisatie in de samenleving voorop blijft zetten.
Ten aanzien van het ophalen van de juiste informatie om de bestuurder te kunnen bevragen wordt
opgemerkt dat de toezichthouder zijn rol goed moet kennen. Het is volgens een aantal deelnemers
niet de bedoeling om als toezichthouder op eigen houtje een afspraak te maken met een externe
stakeholder zoals de zorgverzekeraar. Wel merken de deelnemers op dat de omgeving vraagt om
striktere controle op zorgorganisaties en daarmee meer van de toezichthouder verwacht. In deze
beweging dient de toezichthouder goed na te denken welke rol hij heeft, dat hij blijft functioneren
als toezichthouder en niet als bestuurder.
In de bijlage vindt u een beeldende verhaallijn over de bijeenkomst.
Voortgang NVTZ-regio Utrecht-Flevoland
De deelnemers hebben aangegeven dat zij deze intercollegiale kennisdeling en het bespreken van
nieuwe ontwikkelingen in de (governance van de) zorg zeer op prijs stellen. Men zou in de toekomst
meer ruimte voor interactie willen. Ook werden ideeën als het bespreken van vormen van ‘best
2
practices’ geopperd en na te gaan welke informatie voorhanden is om goed toezichthouderschap
verder te ontwikkelen.
In 2016 zullen opnieuw regiobijeenkomsten georganiseerd worden. We hopen u en uw collega’s daar
weer te treffen. De opmerkingen en wensen van de deelnemers die het evaluatieformulier hebben
ingevuld geven daarvoor een mooie input. Dank daarvoor!
Ideeën voor toekomstige regioactiviteiten blijven uiteraard zeer welkom. U kunt deze ideeën per email sturen naar Siety de Jager; [email protected].
Met vriendelijke groet,
Siety de Jager, regioambassadeur
3
Download