Verslag NVTZ werkveld Welzijn, Utrecht Themabijeenkomst 21 november 2012 Raad van Toezicht nieuwe stijl: Het “toezicht op afstand” voorbij ….. De vormgeving van nabij en proactief toezicht De themabijeenkomst op 21 november 2012 is bezocht door 75 deelnemers. De deelnemers waren voor het merendeel toezichthouder binnen een welzijnsorganisatie. Ook een aantal bestuurders was aanwezig. Inleidingen werden verzorgd door prof. Dr. J. Strikwerda en mr. Marius Buiting. Na de pauze (een interessant netwerkmoment tijdens de maaltijd) was er gelegenheid tot discussie, waar ruim gebruik van is gemaakt. Hierbij een korte impressie. De digitale presentatie van prof. Dr. J. Strikwerda is separaat beschikbaar. De heer Sjaak Floris opent de bijeenkomst. Hij is de voorzitter van het werkveld Welzijn van de NVTZ. Inleiding de heer Prof. Dr. J. Strikwerda: Nabij toezicht – Pro-actief toezicht: Toezicht in een reflex-samenleving Vandaag de dag lijkt het niet zo te gaan om reflecteren, maar veel meer om reflexen. Maar bij governance in de zorg gaat het juist steeds meer om de maatschappelijke relevantie, niet alleen om de interne verhoudingen. Organisaties gaan steeds meer de maatschappelijke insteek kiezen: Waarom zijn we op aarde? Wat zijn onze waarden, wat is ons doel en onze missie? Voor de rvt gaat het niet om afvinken van een aantal punten, maar veel meer om het beleven. Vraag aan de toezichthouder is: Hoe meet u wat u doet voor de stad? De rvt mag er niet zomaar een beetje bijhangen. Het gaat om de complementaire rol. Vragen zijn belangrijk als: Wat is onze legitimiteit? Aan wie moeten wij eigenlijk verantwoording afleggen? Hierbij is de belangrijkste rol van de toezichthouder die van adviseur. Vaak ging/gaat het om de jaarrekening. Maar dat is de historie. Maar de vraag aan de toezichthouder is: Welk proces moet u in gang zetten om tot strategievorming te komen? Hoe is de betrokkenheid daarbij van de rvt? De rvt moet niet alleen de instelling kennen, maar vooral ook de omgeving. En zoeken we de dan mensen die bij de strategie passen, of andersom? Nabij en pro-actief toezicht gaat om de vraag: Levert de organisatie nu wat de samenleving nodig heeft? Wat gaat er gebeuren in die samenleving? Dit 1 is ook boeiend. Een toezichthouder draagt zo bij aan het reilen en zeilen van de netwerksamenleving. Wat zeer van belang is, zijn de governance structuren. Dat is ook de uitdaging bij shared service centers e.d.: Hoe regel je de governance? Want samenwerken is ook altijd samen rekenen. Wat al snel als een probleem wordt benoemd is het risico dat je als toezichthouder terecht komt in het vaarwater van je bestuurder. Maar toch valt dit mee. De strategie vaststellen is geen autonoom proces. Houd BOTsessies met je bestuurder. Dat wil zeggen een open en vrije discussie. Waar het om gaat is met elkaar op goede voet te komen. Inleiding de heer Mr. M. Buiting De rvt hield zich in het verleden vooral bezig met het aanstellen en ontslaan van de bestuurder en met de jaarrekening. Maar de rvt moet zich zeker ook bezighouden met kwaliteit en strategie. Een veel gehoorde kreet is: Ga niet op de stoel van de bestuurder zitten als rvt! Maar zo langzamerhand is het andersom: Bestuurder, ga niet op de stoel van de toezichthouder zitten. Wat is nu de rol van de rvt? De doelen liggen op het terrein van de organisatie, de medewerkers, de cliënt en de samenleving. De gemiddelde organisatie legt een grote rol weg voor de bestuurder. De verantwoordingsstructuren hebben we vastgelegd in ingewikkelde organogrammen. En dan hopen we dat het goed gaat. Maar de samenleving vindt helemaal niet dat het goed gaat. Vaak gaat het mis. De reactie is dan om met nog meer regels te komen. Een voorbeeld hiervan: De NVTZ heeft een mooie brief gestuurd aan de informateur, met daarin een aantal handreikingen als het gaat om governance. In het regeerakkoord is hierop als volgt gereageerd: Inhoudelijk is een mooie volzin uit de NVTZ-brief overgenomen en vervolgens:” Wij zullen als regering komen met maatregelen …. “. Maar dit is nu net niet de bedoeling. Het initiatief moet terug naar de maatschappelijke organisaties. We zullen als toezichthouders zelf het plaatje moeten veranderen, zelf met iets moeten komen. De hedendaagse samenleving waarin de rvt moet functioneren kenmerkt zich door: 1. Het ik staat hoger genoteerd dan het wij. Zelfontplooiing en het collectief raken met elkaar in getouwtrek. Maar we moeten naar voren kijken! 2. Een vertrouwenscrisis, al dan niet veroorzaakt door de media. Hoe veiliger we worden, hoe meer angst er lijkt te ontstaan. Er is veel risicomijdend gedrag, ook op het niveau van de raad van toezicht. 2 3. De systemen waarbinnen wij binnen de zorg opereren zijn niet meer toereikend. Er ontstaat teveel bias. Wat betekent dit voor de toezichthouder? Weet de toezichthouder wat er plaatsvindt? Bestuurders en toezichthouders zijn soms het zicht op de werkelijkheid kwijt. Door grote, complexe organisaties is de binding met de basis verkleind. Ter vergelijking: Bij grote gemeenten is het opkomstpercentage bij lokale verkiezingen kleiner dan bij kleine gemeenten. De schaalvergroting doet afbreuk aan het “weten wat er speelt”. In de Middeleeuwen was er veel zekerheid en een hoge consensus binnen de samenleving. Nu is er sprake van een soort chaotische ordening. We zien vandaag de dag dat high performance organisaties hun uiterste best doen de complexiteit naar beneden te brengen. We kunnen ons afvragen of we werkelijk raden van toezicht hebben. Veelal hebben we er meer “raden van achteruit kijken” van gemaakt. Bovendien kampen we met een legitimiteitsgebrek. We hebben ook een veelheid gecreëerd aan toezicht. Oproep: Zet alle controlers buiten de deur! Maar wat dan wel? De NVTZ probeert goed te kijken naar high performance organisaties. Tips: 1. Sluit uw gelederen. Vorm een cordon amour tegen de buitenwereld. Praat hiertoe met elkaar. 2. Waardeoriëntatie is belangrijk: Waar zijn we op gericht? 3. Ga voor een andere vorm van besturing (we hebben de medewerkers naar steeds meer klokjes laten kijken) 4. Wees transparant 5. Werk vanuit kleinschalige eenheden 6. Ontwikkel nieuwe patronen (transformatieve vraag) 7. Discussieer met de lokale buitenwereld Discussie / Vragen Na de pauze is er geanimeerd doorgesproken naar aanleiding van de gehouden inleidingen en naar aanleiding van praktijkervaringen van de deelnemers. Hoofdthema’s in de bespreking waren: Stakeholdermanagement De rvt moet veel meer van buiten naar binnen kijken en werken. Dan kan de organisatie ook veel beter worden toegesneden op de nieuwe tijd. 3 Stakeholders zijn ook mensen die morgen cliënt kunnen zijn. De legitimiteit van een organisatie zit niet in Den Haag, maar in uw eigen “terroir”. Deze terminologie is ontleend aan de wijnbouw. De kwaliteit van de druif is van vele lokale factoren afhankelijk zoals ligging, bevloeiing, zon, bodemgesteldheid etc. Dit alles vormt het “terroir” van de plant. Dit geldt evenzeer voor organisaties in zorg en welzijn. De grote decentralisaties van rijk naar gemeenten versterken dat alleen nog maar. Concurrentie Het is een sport om hier anders mee om te gaan dan alleen maar doldwaas aan te besteden. Heb vooral de immateriële activa in kaart. Wie zijn de vrijwilligers? Toezien Vertrouwen is belangrijk. Wanneer dit vertrouwen aanwezig is tussen de bestuurder en de rvt, kan de rvt rustig praten met de wethouder, vanuit de eigen rol. Toezien: Dit moeten we doen in vooruit zien, in vertrouwen. 4