verborgen epidemie van krankzinnigheid Epigenetica en Psychiatrie geestesziekten komen steeds meer voor, zit regulier medisch denken op het verkeerde spoor?? Torrey en Miller spreken over een verborgen epidemie enorme stijging in prevalentie van ziekten als schizofrenie en manische depressiviteit Æ anderzijds trage snelheid van genetische mutaties feit: prevalentie van schizofrenie neemt toe, aantal dragers van genetische aanleg niet sterk argument tegen een primaire genetische oorzaak m.a.w. epigenetische factoren spelen een cruciale rol in de etiologie van deze ziektebeelden schizofrenie huidige generatie medicijnen is combinatie van stoornissen Æ waarneming, emoties, denkproces, vaak gepaard met angst, snelle stemmingsverandering en vermoeidheid bij gebruik van huidige generatie medicijnen gemiddelde verbetering van slechts 15 tot 25% van symptomen 75 tot 85% van de symptomen blijft dus bestaan !!!! ernst van de symptomen verschilt van patiënt tot patiënt en is afhankelijk van de combinatie van biochemische factoren feit: patiënten functioneren vaak normaal tot aan begin volwassenheid of zelfs tot wel 35 jaar neveneffecten als vervlakte emotionele beleving, gewichtstoename tot aan hartproblemen en diabetes blijven bestaan of nemen hierbij zelfs toe !!! vele miljarden onderzoek hebben niet geleid tot oplossen van het probleem Æ zelfs nauwelijks vooruitgang feit: symptomen verminderen aanzienlijk bij een verhoogde lichaamstemperatuur dit moet biochemisch verklaarbaar zijn en mogelijkheden bieden schizofrenie metabole programmering dopaminehypothese is niet toereikend en zelfs pertinent onjuist geboorten van psychotici zijn vaak in verband gebracht met zwangerschapsvergiftiging, bloedingen tijdens de zwangerschap, de dreiging van abortus en verstikking naar grote waarschijnlijkheid overlap in betrokken factoren met andere psychiatrische ziektebeelden sleutel (b)lijkt een metaboliet van adrenaline: kinderen van moeders met herpes virus lopen groter risico op ontwikkelen van schizofrenie en andere psychotische ziekten adrenochroom 1 stereotype catechol-O-methyltransferase (COMT)-gen Dr. Harold Foster in zijn boek “de echte oorzaken van schizofrenie” is valine vervangen door methionine Æ lage enzymactiviteit stereotype beschrijving gebaseerd op vijftigtal geografische studies daardoor activiteit gereduceerd tot 25 % • in de koudste maanden van het jaar geboren • bij moeders uit lagere sociale klassen COMT breekt adrenaline af tot inactieve metaboliet meta-adrenaline • in stadswijken van geïndustrialiseerde landen met een gematigd klimaat verminderde afbraak: dan meer adrenaline beschikbaar voor oxidatie tot adrenochroom • voeding bevat vaak melk en tarwe uit landbouwgebieden waarvan grond arm is aan calcium en selenium verbonden met agressie, doodslag en gewelddadige vormen van zelfdoding bij schizofrenen glutathion-S-transferase M1 C677T allel en methyleentetrahydrofolaat bevordert binding van cathecholamine-O-chinonen met glutathion, waaronder dopachroom, adrenochroom en noradrenochroom bevorderen conjugatiereacties tussen (red) glutathion en grote verscheidenheid aan toxinen, carcinogene verbindingen, xenobiotische stoffen, cytostatica, antibiotica e.d. vijf klassen GST, maar GSTM1-gen is als katalysator voor adrenochroom veel effectiever dan de andere vier klassen afwijking leidt tot stijging van adrenochroom leidt tot stijging van homocysteïne en daling van methionine Æ verstoorde methylering methylering is van groot belang voor de vorming van adrenochroom C677T allel moet van invloed zijn op concentraties van adrenochroom in het brein verhoogd homocysteïne geassocieerd met agressie en woede-uitbarstingen, kenmerken die eerder thuis horen bij verhoogde adrenochroom spiegel Zwavelhoudende aminozuren en geactiveerde methyleringscyclus C677T en methyleentetrahydrofolaat MSM in mitochondria methionine dimethylglycine S‐adenosylmethionine (SAM) choline betaïne methylgroep, CH3 donor methylacceptoren serine B6 glycine S‐adenosylhomocysteine methyleen THF THF H2O adenosine in cytosol methyl cobalamine homocysteïne SAM activeert B6, serine cystathione methylacceptoren •creatine •choline •adrenaline •betaïne •carnitine •melatonine B6 cysteïne Mg glutathion (GSH) ernstig MTHFR deficiëntie Æ vaak trage ontwikkeling, motorische en bewegingsstoornissen, attaques, schizofrene episoden, en andere neurologische afwijkingen methyl THF homocysteïne is minstens zo excitotoxisch als glutamaat, waardoor zenuwcellen degenereren significant verband tussen lagere glutamaatconcentraties en aantal schizofrene symptomen positieve correlatie tussen glutamaatconcentraties en hallucinogeen gedrag B6, B3 taurine 2 variant Nogo-gen vijf biotypen (95% van alle schizofrenen) veroorzaakt waarschijnlijk overproductie van eiwitten die remmend werken op de vorming van zenuwuiteinden in hersengebieden die worden geassocieerd met schizofrenie Pfeiffer heeft, net als Hoffer en Foster, veel betekent voor onderzoeken naar geestelijke gezondheid kan leiden tot gevoeliger worden voor negatieve invloeden van neurotoxinen als adrenochroom 1. histapenie, meest voorkomend Æ te lage concentraties histamine i.c.m. teveel aan koper 2. histadelie, 20 % Æ te hoge concentraties histamine i.c.m. tekort aan koper 3. pyrrollurie (HPU), 30 % 4. cerebrale allergie,10 % Æ vaak gluten 5. Hypoglycaemie, 20 % wanneer als leidraad het juiste biotype wordt genomen, zal 90 % van de patiënten het stadium bereiken van volledig herstel adrenochroom oxidatie adrenaline tot adrenochroom kunnen resulteren in oxidatie van adrenaline stap 1. adrenaline staat elektron af om geoxideerd adrenaline (hoog reactief) te vormen sterk neurotoxische stof bezit sterk hallucinogeen effect Æ kan leiden tot paranoia en hallucinaties voor omzetting van noradrenaline in adrenaline zijn methylgroepen vereist verlagen van de productie van adrenaline is de belangrijkste pijler van de orthomoleculaire aanpak ! phenylalanine in aanwezigheid van nicotinamide-adenine-dinucleotide (NAD), uit niacine, neemt het geoxideerd adrenaline weer een elektron op om adrenaline terug te vormen stap 2. bij tekort aan NAD staat geoxideerd adrenaline opnieuw elektron af en wordt omgezet in adrenochroom Æ onomkeerbaar ! niacine en niacinamide reduceren tevens vorming van adrenaline door verlaging van noradrenalinespiegel vanwege hun werking als methylacceptor adrenochroom tyrosine lage concentraties serotonine Æ stimuleren aanmaak hogere concentraties serotonine Æ remt aanmaak L‐dopa verhouding adrenaline/serotonine bepalend dopamine niacine, nicotinamide noradrenaline SAM adrenaline meta‐ adrenaline X adrenochroom antioxidant defensie lage tryptofaanspiegel verergert symptomen van schizofrenie en kan gepaard gaan met afname van cognitieve vermogens T3 serotonine 3 geografische factoren en andere triggers aanleg op zich is niet voldoende ! er zijn triggers nodig • onvoldoende zuurstof (lucht/bloed) • verstoorde bloedtoevoer naar brein • verstoord zuurstofmetabolisme in het brein • ontregeling van neurobiochemie cq neurotransmitters geografisch triggers • meer schizofrenie in gebieden van industriële activiteit, onder dat deel van de bevolking die werkzaam is in productiebedrijven • ook in gebieden met groter aantal giftige vuilnisbelten per oppervlaktemaat en het gebruik van strooizout gecorreleerd aan de bevolkingsdichtheid • relatief minder schizofrenie in gebieden met veel zonuren! adrenochroom, niacine en kryptopyrrol adrenochroom stimuleert zeer waarschijnlijk de productie van kryptopryrrol Æ gevolg tekorten aan vitamine B6, zink en arachidonzuur megadoses niacine, ter vermindering van adrenochroom Æ snelle daling van kryptopyrrol en een afname van symptomen ook niet schizofrene patiënten met hoge kryptopyrrolwaarde in urine hebben baat bij niacine celmembraan Thyroid feit: schizofrenie Æ sterke afname van arachidonzuur, ook verlaagde concentraties fosfatidylcholine en fosfatidylethanolamine in neuronale celmembraan T3 blijkt etiologsche factor bij schizofrenie Alfa-linoleenzuur is zinvol, mits gegeven na adequate seleniumsuppletie Æ seleniumtekort kan verergeren, immers seleniumvoorraden worden aangesproken in een poging om oxidatie van ingenomen vetzuren tegen te gaan acute schizofrenie vertoont zeer hoge herstelcijfers wanneer patiënten met hoge doses T3 of gedroogd schildklierpoeder worden behandeld schizofrene patiënten blijken hoge tolerantie voor schildklierpreparaten te bezitten, waarschijnlijk veroorzaakt door ernstig beschadigde schildklier T3 blijkt stimulans voor aanmaak GSHpx, Cat, SOD jodiumtekort kan resulteren in toename van het aantal dopamine D2- en D4 receptoren histamine histamine regulier medisch denken Æ schizofrene patiënten hebben zelden allergieën vastenkuren tonen aan dat histamine veroorzaakt door voedingsallergieën schizofrenie kunnen veroorzaken !! Pfeiffer stelt: hoge histamine concentraties naast adrenochroom spelen voorname rol in vroege stadia van schizofrenie vasten heeft grote invloed op histaminespiegels Æ grote hoeveelheden heparine worden gevormd in weefsels rond de bloedvaten Æ werkt verlagend op histaminespiegels histaminestijging Æ adrenalinestijging vasten normaliseert tevens catecholaminen en serotonine schizofrene patiënten met tekort aan histamine hebben baat bij hoge doses tryptofaan, niacine, niacinamide en foliumzuur 4 endotoxines en microbiële metabolieten feit: veel schizofrene patiënten testen positief op coeliakie geen eenduidig bewijs voor verstoorde darmopname verstoord darmmilieu, een etiologische factor in ontstaan van voedingsallergieën, kan leiden tot toename van metabolieten verbonden aan dopaminestofwisseling behandelstrategie behandelstrategie volgens Hoffer belangrijkste interventie Æ verlagen van adrenochroom door behandelen van de hiervoor genoemde “fenomenen” • B3 (niacine of niacinamide) 3 x dgs 0,5 – 2 g • B6 dgs 250 – 500 mg • Vitamine C dgs 3 g of meer (o.a. om de uitscheiding van koper te bevorderen) • Vitamine B-complex • Zink dgs 50 mg (citraat of gluconaat) • Selenium • Omega-3 vetzuren met de nadruk op een verhouding EPA:DHA van 3:1 o.a. vermijden van factoren die kunnen leiden tot een hogere productie van adrenaline; • (voedings-) allergie • stress • hypoglycaemie • onvoldoende lichaamsbeweging zes prospectieve studies en duizenden patiënten behandel ook biochemische individualiteit protocol herstelt 90 % van alle patiënten die voor de eerste maal ziek zijn T3 serotonine antioxidantdefensie reparatie methyleringscyclus of die hun tweede of derde schizofrene periode doormaken binnen twee jaar chronisch schizofrene patiënten Æ ongeveer 50 % kan zelfs na 10 jaar nog verbeteren met deze behandeling en natuurlijk juiste voeding en zinnige basissuppletie als men zich permanent houdt aan dit protocol dan worden de beste resultaten bereikt 5 conclusie zeer waarschijnlijk dat grotere groepen mensen getroffen worden door de gevolgen van de hier genoemde mechanismen, maar die niet het ziektebeeld vertonen term psychologie doelt volgens de oude Grieken op wetenschap van de ziel besproken factoren vallen binnen biologische psychiatrie Æ kan daarmee dus niet het gehele gebied van wetenschap van de ziel bestrijken gezien de grote groep mensen die door deze “ziekten” worden getroffen en de enorme gevolgen die het heeft voor zowel patiënt als familie en omgeving, hoop ik van ganser harte dat we als orthomoleculaire behandelaars zoveel mogelijk proberen ons deze kennis eigen te maken, om patiënten die bij ons hulp komen vragen terug te kunnen brengen naar een menswaardig bestaan Dank voor uw aandacht 6