Behandeling van acute myeloïde leukemie De behandeling van acute leukemie is niet voor elke patiënt gelijk. Welke behandeling het meest geschikt is hangt af van het type leukemie, de leeftijd en de globale gezondheidstoestand van de patiënt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen intensieve en niet-intensieve leukemiebehandeling. In hier wordt de intensieve behandeling van acute leukemie toegelicht. Intensieve leukemiebehandeling biedt meestal de beste kansen om een complete remissie te bereiken en is in staat leukemie te genezen. Patiënten tot de leeftijd van 75 jaar worden voor deze therapie in aanmerking genomen als hun conditie goed is en er overigens geen ernstige gezondheidsproblemen zijn. Een intensieve leukemiebehandeling verloopt in 2 fasen (afbeelding 1): Afbeelding 1 De eerste fase heet de inductiebehandeling. De inductiebehandeling bestaat uit chemotherapie en beoogt een complete remissie van de leukemie. Complete remissie betekent dat er bij herhaling van het beenmergonderzoek minder dan 5% blasten geteld worden. Een complete remissie is een belangrijke eerste stap maar betekent nog geen genezing. Een inductiebehandeling vereist enkele weken ziekenhuisopname in protectieve omgeving. Protectieve omgeving wordt toegelicht in een volgend hoofdstuk. De tweede fase van behandeling heeft de bedoeling herval van leukemie tegen te gaan. Deze tweede fase moet de complete remissie bereikt na de inductiebehandeling consolideren en wordt daarom ook consolidatiebehandeling genoemd. Terwijl de inductiebehandeling doorgaans voor elke patiënt gelijk is, kan de consolidatiebehandeling verschillen. De consolidatiebehandeling kan enkel chemotherapie omvatten. Indien echter de kans op definitieve genezing met chemotherapie laag wordt ingeschat, zal een allogene stamceltransplantatie met stamcellen van een stamceldonor de voorkeur hebben. Het risicoprofiel van de leukemie, de leeftijd en de globale gezondheidstoestand van de patiënt bepalen welke consolidatiebehandeling de voorkeur heeft. Ook de beschikbaarheid van een stamceldonor en de respons op de inductiebehandeling worden in rekening gebracht. De consolidatiebehandeling bestaat uit 1 of meerdere kuren chemotherapie die in geval van AML enkele weken ziekenhuisopname vereisen. De totale duur van een intensieve leukemiebehandeling (inductie en consolidatiebehandeling) is tussen 6 maanden en 1 jaar. De duur hangt af van het type leukemie en de consolidatiebehandeling die van toepassing is. De behandeling bestaat uit toediening van 2 soorten chemotherapie: daunorubicine en cytarabine. Daunorubicine wordt gedurende 3 opeenvolgende dagen via een korte infusie toegediend. (afbeelding 5) Cytarabine wordt gedurende 7 opeenvolgende dagen via een continu infusie toegediend. (afbeelding 5) Omwille van het aantal dagen van toediening staat deze inductiebehandeling als het “3+7” schema bekend. De inductiebehandeling vereist een opname van 4 tot 5 weken. Mogelijke bijwerkingen zijn: - Misselijkheid - Huiduitslag - Haaruitval vanaf een drietal weken na start van de chemotherapie - Daling van de immuniteit - Bloedingsneiging - Koorts door Cytarabine - Slijmvliesontsteking (mucositis) in mond, keel en darmen. Hierdoor kan u klachten ontwikkelen zoals pijn in mond en keel, moeilijkheden met eten en drinken, misselijkheid en maagpijn, diarree en buikkrampen. Dagelijks wordt beoordeeld in welke mate u mucositis ontwikkelt en welke behandeling hiervoor nodig is. Behandelingen omvatten onder meer pijnstilling, middelen tegen misselijkheid, intraveneuze voeding en laserbehandeling van letsels in de mond. Er worden een aantal maatregelen getroffen om de kans op bijwerkingen te beperken waaronder: - Voorschrijven van medicatie tegen misselijkheid en laxeermiddelen - Voorschrijven van antibiotica en mondspoelingen en opname in protectieve omgeving om de kans op infectie te verminderen. Twee weken na start van de chemotherapie wordt een tussentijds beenmergonderzoek gedaan om te beoordelen of de chemotherapie voldoende werkzaam is. Op dat vroege moment in de behandeling willen we een aplastisch (‘leeg’) beenmerg vaststellen. Aplastisch betekent dat er weinig tot geen bloedcellen in het beenmerg aanwezig zijn en dat ook het aantal leukemiecellen goed teruggedrongen is. Als het tussentijds beenmergonderzoek gunstig uitvalt wordt een volgende beenmergpunctie gepland op het moment dat de bloedaanmaak zich herstelt. Dit is meestal tussen vier en vijf weken na start van de chemotherapie. Aan de hand van dat beenmergonderzoek wordt beoordeeld of de leukemie in een complete remissie is. Indien het tussentijds beenmergonderzoek een te hoog aantal leukemiecellen laat zien kan beslist worden om een tweede inductiebehandeling (afbeelding 2) te starten. Afbeelding 2: schematisch overzicht inductiebehandeling AML Consolidatiebehandeling Op basis van het risicoprofiel van de AML, de beschikbaarheid van een stamceldonor, de respons op de chemotherapie en de conditie van de patiënt wordt na de inductiebehandeling beslist om al dan niet een stamceltransplantatie met stamcellen van een donor toe te passen. Consolidatiebehandeling op basis van chemotherapie Indien er geen indicatie voor stamceltransplantatie is worden er na de inductiebehandeling meestal twee of drie kuren consolidatiechemotherapie voorzien. De consolidatiechemotherapie is gebaseerd op cytarabine in een hogere dosis. Cytarabine wordt tweemaal daags toegediend gedurende 6 opeenvolgende dagen. (afbeelding 3) Mogelijke bijwerkingen zijn: - Misselijkheid - Huiduitslag - Slijmvliesontsteking in mond, keel of darmen - Daling van de immuniteit - Bloedingsneiging - Ontsteking van het hoornvlies van het oog - Koorts door Cytarabine Er worden een aantal maatregelen getroffen om de kans op bijwerkingen te beperken waaronder: - Voorschrijven van medicatie tegen misselijkheid en laxeermiddelen - Voorschrijven van antibiotica en mondspoelingen en opname in protectieve omgeving om de kans op infectie te verminderen - Voorschrijven van cortisone indien u in een vorige kuur koorts of huiduitslag ontwikkeld heeft op cytarabine - Voorschrijven van oogdruppels om ontsteking van het hoornvlies van het oog te voorkomen. In tegenstelling tot de inductiebehandeling wordt er geen tussentijds beenmergonderzoek gedaan. Er wordt wel opnieuw een beenmergpunctie gepland op het moment dat de bloedaanmaak zich herstelt. Dit is meestal tussen drie en vier weken na start van de chemotherapie. Afbeelding 3 : schematisch overzicht consolidatiechemotherapie AML Consolidatiebehandeling met stamceltransplantatie Als er een indicatie voor stamceltransplantatie is wordt meestal één cyclus consolidatiechemotherapie voorzien, om de tijd tot de stamceltransplantatie te overbruggen. (afbeelding 4) De consolidatiechemotherapie is gebaseerd op cytarabine in een hogere dosis, zoals hierboven beschreven. Stamceltransplantatie komt aan bod in een volgend hoofdstuk. Afbeelding 4