Naam van de functie

advertisement
3 Kwaliteitssysteem
3.1 Conditionele elementen
3.1.2 Functieomschrijvingen – Verpleegkundige van het woonzorgcentrum
Geldig vanaf: 13-05-27
SMK: 5.1
Vervaldatum: 16-12-31
Verantwoordelijk voor uitvoering:
Paraaf voor akkoord:
algemeen directeur
3.1.2.4
Verpleegkundige
3.1.2.4.1
Verpleegkundige van het woonzorgcentrum
blz.
1/5
A. OPDRACHT
De verpleegkundige zal aan het leven van de oudere een meerwaarde geven door zorg en aandacht te
besteden aan het leven en het wonen, aan de passende zorgen en aan een vriendelijke omgang met de
oudere.
Hij zal de oudere als individueel mens èn in relatie tot diens familie tot zijn recht laten komen.
Hij zal de zelfactiviteit van de oudere maximaal stimuleren, in een sfeer van veiligheid en geborgenheid.
De verpleegkundige levert vanuit zijn professie een eigen bijdrage in de realisatie van de doelstelling en
de kwaliteitsvisie van de vzw.
Hij zal doelgericht, systematisch en procesmatig zijn bijdrage leveren in de verpleeg- en verzorgingsequipe van de verblijfsafdeling.
Niet enkel door zijn handelen, ook door zijn “zijn“ zal de verpleegkundige betekenis geven aan elke
individuele zorgvrager.
B. PLAATS IN HET ORGANOGRAM
De verpleegkundige werkt onder het gezag van de hoofdverpleegkundige van de verblijfsafdeling aan
wie hij rapporteert.
C. TAKEN
De verpleegkundige heeft volgende taken.
a) Zorg voor woon- en leefklimaat
De verpleegkundige heeft de kennis en de vaardigheden om via het woon- en leefklimaat mee betekenis te geven aan de kwaliteit van het leven van de bewoner, en om deze als unieke persoon tot zijn
recht te laten komen. Daarom is het nodig dat de verpleegkundige de zelfredzaamheid stimuleert die
betrekking heeft op de huishoudelijke dagelijkse levensbehoeften.
De verpleegkundige heeft speciale aandacht voor de levensgeschiedenis van elke bewoner, niet enkel
voor wat de medische aspecten betreft. De zorgen worden zoveel mogelijk georganiseerd en uitgevoerd
in overeenstemming met de levensgeschiedenis van elke unieke bewoner.
De verpleegkundige staat samen met de zorgkundige in voor de huishoudelijke ondersteuning van de
bewoner, het voorbereiden en geven van de voeding, het huiselijk inrichten van de kamer van de bewoner.
De verpleegkundige eerbiedigt de culturele en ideologische opvattingen van de bewoner.
b) Verzorging
Kwaliteitshandboek
3 Kwaliteitssysteem
3.1 Conditionele elementen
3.1.2 Functieomschrijvingen – Verpleegkundige van het woonzorgcentrum
Geldig vanaf: 13-05-27
SMK: 5.1
Vervaldatum: 16-12-31
Verantwoordelijk voor uitvoering:
Paraaf voor akkoord:
algemeen directeur
blz.
2/5
 De verpleegkundige kent de oorzaken, het verloop, de behandeling, de preventie en mogelijke gevolgen voor de oudere van ziektetoestanden, handicaps en ontwikkelingsstoornissen van de oude
dag.
 De verpleegkundige kan de effecten van gezondheidsproblemen op de fundamentele levensverrichtingen van de bewoner identificeren en hieruit de verpleegbehoeften afleiden.
 De verpleegkundige kan de mogelijkheden van de bewoner integreren in de hulpverlening. De verpleegkundige is in staat de gevolgen van de ouderdom/ziekte bij de bewoner te observeren, te identificeren en in het team te bespreken.
Persoonlijke hygiëne.
De verpleegkundige heeft bij de hygiënische zorgen speciale aandacht voor de medische aspecten en
heeft oog voor preventie. De verpleegkundige voert hygiënische zorgen uit als voorbereiding op onderzoeken.
Sociale vaardigheden
De verpleegkundige geeft blijk van sociale vaardigheden. Hij kan een gesprek voeren, zich inleven
m.b.t. de zorgvrager. Hij kent iets van non-verbale communicatie.
De verpleegkundige zal de contacten naar de familie stimuleren. De verpleegkundige staat open voor
de individuele verlangens en gevoelens van de zorgvrager en kan hierop gepast reageren.
Hij kan activiteiten organiseren en begeleiden; hij kan meewerken aan de organisatie van animatieactiviteiten voor de oudere.
Verzorgingstaken
De verpleegkundige beheerst een aantal basisvaardigheden - elementair voor de uitoefening van de
verpleegkundige taken - zoals hef- en tiltechnieken, ADL-hulpverlening, hotelzorg.
Bij de opsomming van de taakgebieden wordt uitgegaan van de basisbehoeften van de oudere.
Zorg voor rust en slaap
Hij creëert een materieel en psychisch klimaat waarin een comfortabele rust mogelijk is. Hij houdt rekening met eventuele problemen van oriëntatie in tijd en ruimte.
Zorg voor eten en drinken
Hij ziet toe op allerlei aspecten van een gezonde, aantrekkelijke voeding bij het opdienen/toedienen/
ondersteunen van de maaltijden en andere voedingsmomenten.
Hij herkent bepaalde signalen, heeft voldoende kennis om hulpmiddelen in te schakelen.
Hulp bij een goede lichaams- en huidverzorging
Hij draagt bij tot het garanderen van lichaamshygiëne en het welbevinden van de oudere. Hij kent hiertoe de verzorgingsbenodigdheden en weet ze juist te kiezen, te gebruiken en te onderhouden.
Hij staat in of help bij het dagelijks toilet, de verluiering, mictietraining, bijkomende zorgen,...
Zorg voor het kiezen van de kleding, bij het aan- en uitkleden
Kwaliteitshandboek
3 Kwaliteitssysteem
3.1 Conditionele elementen
3.1.2 Functieomschrijvingen – Verpleegkundige van het woonzorgcentrum
Geldig vanaf: 13-05-27
SMK: 5.1
Vervaldatum: 16-12-31
Verantwoordelijk voor uitvoering:
Paraaf voor akkoord:
algemeen directeur
blz.
3/5
Bij de keuze houdt hij rekening met beschikbare kleding, afhankelijkheidsgraad en behaaglijkheidsgevoelen van de oudere. Indien mogelijk laat hij de keuze van kleding aan de bewoner.
Bij eventuele hulp bij de kleding wendt hij hulptechnieken aan die het omkleden soepel laten verlopen
en kan hij hulp bieden bij het aanbrengen van prothesen.
Zorg voor een goede houding
Rekening houdend met de individualiteit en eventuele voorschriften zal hij de oudere helpen bij het aannemen van een comfortabele houding bij het gaan, het zitten, het liggen d.m.v. hulpmiddelen.
Zorg voor normale hartfrequentie, lichaamstemperatuur en ademhaling
Hij voert gepaste observatie - en rapporteringstechnieken uit. In noodsituaties kan hij overgaan tot het
toepassen van EHBO-technieken.
Het vermijden van gevaren in de omgeving
Het is noodzakelijk dat de verpleegkundige expliciet bijdraagt tot het creëren van een veilige leef en
woonsituatie. Hiertoe zal hij gevaren in de omgeving voorkomen en bestrijden. Concreet heeft hij oog
voor valpreventie en preventie van doorligwonden. Er wordt veilig en doeltreffend gefixeerd conform de
vastgelegde procedure van info en evaluatie.
Verpleeg-technische handelingen
In het kader van de wet op de uitoefening van de verpleegkunde (geactualiseerd tot het KB 13.07.2006)
behoren een aantal technische prestaties tot de bevoegdheid van de verpleegkundigen.
De indicaties B1 en B2 geven weer of bij de prestaties een voorschrift van de arts nodig is of niet:
B1 = prestaties waarvoor geen voorschrift van de arts nodig is
B2 = prestaties waarvoor een voorschrift van de arts nodig is.
Zie document 3.1.2 doc. 2 officieuze coördinatie TW/CT/1310/70.7.1./2006 dd 15.09.2006.
Zorg voor de uitscheiding
Uitscheiding van urine en faeces zal zo comfortabel mogelijk verlopen. Observatie en rapportering behoren tot de taak van de verpleegkundige.
Hij draagt bij tot het garanderen van enig comfort bij sterk verhoogde transpiratie. Hij kent de incontinentiematerialen en -technieken; hij weet ze correct en discreet toe te passen. Bij incontinentie blijft hij het
zelfwaardegevoel stimuleren.
Hulp bij de terminale zorg
De verpleegkundige weet om te gaan met verlies, met afscheid nemen voor zichzelf, voor de bewoner
en zijn familie. De verpleegkundige zal fataal-zieke en terminale bewoners bijstaan al dan niet in het
kader van een palliatieve zorgverlening.
De verpleegkundige kan een houding van “afstandelijke betrokkenheid“ hanteren, dit wil zeggen deskundig nabij zijn bij de bewoner en de familie, zonder zelf ten onder te gaan aan verdriet.
De verpleegkundige heeft oog voor de beleving en verwerking van het rouwproces bij de nabestaanden.
c) Zorg voor het woon- en leefklimaat
Kwaliteitshandboek
3 Kwaliteitssysteem
3.1 Conditionele elementen
3.1.2 Functieomschrijvingen – Verpleegkundige van het woonzorgcentrum
Geldig vanaf: 13-05-27
SMK: 5.1
Vervaldatum: 16-12-31
Verantwoordelijk voor uitvoering:
Paraaf voor akkoord:
algemeen directeur
blz.
4/5
De verpleegkundige draagt op de verblijfsafdeling bij tot een huiselijke sfeer. De aandacht voor animatie
en voor het onderhouden van een sociaal netwerk is van levensbelang. De verpleegkundige zorgt voor
orde in de leefomgeving van de oudere. Hij draagt zorg voor orde en sfeer in de living, in de badkamer,
in de spoelruimte, in de keuken, ...
De verpleegkundige heeft aandacht voor een verzorgd, een net en een waardig voorkomen van de verzorgde. Dit wil ook zeggen proper schoeisel, een netjes onderhouden rolstoel, eventueel een dekentje
over de benen, ..
De verpleegkundige gaat met respect om met de behoefte aan intimiteit die elke mens heeft.
De verpleegkundige kan eigen grenzen bepalen in de betrokkenheid tot de oudere.
Omgangskunde
De verpleegkundige benadert de bewoner als een persoon, niet als een “voorwerp van verpleging“.
Hij heeft aandacht voor de problematiek die eigen zijn aan een opname in een RVT, zoals verlieservaring, rouw en rouwbegeleiding, geven van slecht-nieuwsboodschappen.
De verpleegkundige heeft veel aandacht voor het sociaal systeem waarin de bewoner functioneert en
heeft oog voor alarmsignalen en neemt passende initiatieven zoals contacteren van de huisarts of specialist, bespreken met het diensthoofd, voorstellen om met de familie een bespreking te houden.
Samenwerking
De verpleegkundige moet zelfstandig kunnen werken en verantwoordelijkheid opnemen.
Hij is betrokken in het multidisciplinair overleg in functie van een kwaliteitsvolle zorg voor de bewoners.
Het is belangrijk dat de verpleegkundige de rechten en plichten kent als professionele werknemer.
De verpleegkundige draagt op het vlak van de verpleegtechnische zorgen de verantwoordelijkheid en
staat in voor het nauwkeurig toepassen van het medisch voorschrift.
Jaarlijks, op een vaste maand van het jaar, contacteert de verpleegkundige de hoofdverpleegkundige
voor een functioneringsgesprek.
Begeleiding leerlingen
De verpleegkundige heeft samen met de hoofdverpleegkundige een belangrijke opvolgings- en begeleidingstaak ten aanzien van leerlingen-stagiairs.
D. OVERLEG
De verpleegkundige is zich bewust van het belang van teamwerk, van de eigen verantwoordelijkheid en
de eigen rol in het team. Hij levert zijn constructieve bijdrage in de dagelijkse briefing, in de veertiendaagse bewonersbespreking, in het semestrieel werkoverleg.
E. FUNCTIEPROFIEL
Kwaliteitshandboek
3 Kwaliteitssysteem
3.1 Conditionele elementen
3.1.2 Functieomschrijvingen – Verpleegkundige van het woonzorgcentrum
Geldig vanaf: 13-05-27
SMK: 5.1
Vervaldatum: 16-12-31
Verantwoordelijk voor uitvoering:
Paraaf voor akkoord:
algemeen directeur
blz.
5/5
a) Kwalificatievereisten
 Gegradueerde verpleegkundige.
 3 A2 of 2 A2 verpleegkundige.
Kwaliteitshandboek
Download