Patiëntenparticipatie in de GGZ Workshop Congres lectoraat GGZ-verpleegkunde 26 mei 2008 B. Stringer, verplegingswetenschapper Even voorstellen • Verpleegkundige bij Stichting Buitenamstel Geestgronden • HBOV (2000) • Verplegingswetenschappen (2007) • Onderzoeksafdeling (2004) • Projectleider Dwang en drang • Werkzaam in psychiatrie sinds 1998 Wat gaan we doen? • Resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar patiëntenparticipatie • Relevantie van resultaten in de praktijk Literatuurstudie • Gezocht in Cochrane, Cinahl, Pubmed in periode 1990-2005 • Trefwoorden: patient participation, consumer participation, user involvement, mental health, nurs*, shared decision making, empowerment, autonomy, instrument, intervention, tool, method, implementation, need, recovery • Aanvullend in Nederlandstalige databases Definitie • Brinkman (2001): – de actieve deelname van patiënten aan de totstandkoming, de voortgang en de afronding van de hulpverlening. • patiëntenparticipatie beweegt zich op continuüm (Hickey & Kipping,1998): – Van klantbenadering naar burgerschapsbenadering Effecten van patiëntenparticipatie • Gesteld wordt dat patiëntenparticipatie leidt tot: – – – – – Hogere patiënttevredenheid Hogere kwaliteit van zorg Betere gezondheid Grotere therapietrouw Veiliger klimaat voor patiënten en hulpverleners Crawford (2002) • Objectieve uitspraken zijn lastig te doen • Weinig effectonderzoek • Geen eenduidige definitie, operationalisering, meetinstrument • Crawford (2002), 42 studies beoordeeld (12 GGZ), maar uitkomsten niet eenduidig Verpleegkundige bijdrage 1. Capaciteiten en behoeftes van de patiënt 2. Uitvoering van zorg en de participatie van de patiënt 3. Evaluatie van de geboden zorg en tevredenheidsonderzoek Capaciteiten en behoeftes van de patiënt • Competenties van patiënten systematisch beoordelen om beter zicht te krijgen op vaardigheden en behoeften om actief in behandeling te participeren – Instrumenten Latvala – Option-scale – MACCAT-T Uitvoering van zorg • Systematisch in kaart brengen van zorgbehoeften om beter aan te kunnen sluiten en meer geljikwaardiger uitgangspositie bij opstellen van begeleidingsplannen – – – – – – CAN SF-36 BASIS-32 ZAS/ZVS Zorgbehoeftenlijst 2-com scale • Verschillende instrumenten om regie voor patiënten te vergroten – Zelfbindingscontracten – Crisiskaart – Signaleringsplannen (voor allerlei vormen van probleemgedrag) Evaluatie van zorg • Evaluaties krijgen steeds meer aandacht om kwaliteit van zorg te meten (PI’s, HKZ) – Vragenlijsten – patiëntenpanels – Spiegelbijeenkomsten • Nadelen: – Afhankelijkheid van zorgverlening – Geanonimiseerde vorm van feedback Ervaringsdeskundigheid • Aandacht voor individuele herstel door inzetten ervaringskennis • ‘helende’ effect van patiëntenparticipatie – Trainingen gegeven door ervaringsdeskundigen aan hulpverleners en voor ervaringsdeskundigen onderling – Inzetten van ervaringsdeskundigen in directe zorg Discussie en conclusie • • • • • Tussen droom en daad: Ideaal en werkelijkheid Methodologische tekortkomingen van veel studies Ontbreken eenduidige definitie, meetinstrument Attitudeverandering bij hulpverleners Implementatie van veel van de beschreven methodieken nog grote klus • Instrumenten zijn voorhanden • Lastig objectieve effecten aan te tonen, maar belang voor patiënt is groot. Vervolgonderzoek Een methodologische zoektocht naar een bruikbaar meetinstrument voor patiëntenparticipatie Onderzoek Latvala • Meetinstrument ontwikkeld om mate van samenwerking en participatie te meten tussen hulpverleners in de GGZ en patiënten • Verpleegkundige en patiëntenversie • Verpleegkundige versie vertaald, bewerkt en uitgetest in NL praktijk om methodologische kwaliteit van meetinstrument te toetsen. Theoretisch model Drie typen verpleegkundigen: - Autoritaire verpleegkundige - Op instructie gerichte verpleegkundige - Patiëntgerichte verpleegkundige Drie typen patiënten: - Passieve ontvanger - Passieve verantwoordelijke - Actieve verantwoordelijke Voorbeelden van vragen: 1. Ik heb interesse in feedback van anderen op mijn functioneren en ben bereid deze te accepteren. 2. De patiënt is voor zijn functioneren volledig afhankelijk van de professionals en de beslissingen die zij nemen. 3. Ik plan de zorg graag in samenwerking met de patiënt en het verpleegkundig team. 4. Ik vind het frustrerend dat de resultaten zo gering zijn en zo langzaam bereikt worden. 5. Ik heb geen vertrouwen in de mogelijkheden van de patiënt om zich te redden en verantwoordelijkheid te dragen voor zijn eigen zorg. 6. De verpleegkundige moet de vertrouwensrelatie met de patiënt en zijn autonomie bevorderen. 7. Professionals weten het beste hoe de zorg van de patiënt vorm gegeven moet worden. Stellingen refererend aan type verpleegkundigen: 1 2 3 De beslissingen die ik neem in mijn werk zijn voornamelijk gebaseerd op duidelijke regels, normen en aanwijzingen door leidinggevenden (type autoritaire verpleegkundige). % NL onderzo ek % Finse* onderz oek 1,9 12,3 De beslissingen die ik neem in mijn werk zijn voornamelijk gebaseerd op professionele kennis en expertise (type op instructie gerichte verpleegkundige). 26,5 5,3 De beslissingen die ik neem in mijn werk zijn voornamelijk gebaseerd op samenwerking met andere professionals, patiënten en familie/naasten (type patiënt gerichte verpleegkundige). 71,6 82,4 totaal 100,0 100,0 Resultaten • Niet valide • Beperkt betrouwbaar • Weinig bruikbaar in oorspronkelijke vorm Discussie • (te) kleine steekproef in onderzoek Latvala • Slechte documentatie van steekproeven maakt interpretatie lastig • Veel dubbele stellingen • Sociale wenselijkheid in vragen is groot Conclusie • Inrichting van samenwerking tussen patiënten en hulpverleners en de ruimte die ze daarbinnen bieden aan patiëntenparticipatie is in praktijk pluriform. • Grote discrepantie wenselijkheid en feitelijkheid van gedrag. • Vragenlijst zou zich veel meer op concreet gedrag moeten richten. • Type-indeling loslaten, typen veranderen te langzaam. Relevantie voor de praktijk? • • • • • Wat doen jullie aan patiëntenparticipatie? Hoe ziet dat er concreet uit? Hoe zouden jullie het kunnen bevorderen? Hoe zou je het objectief kunnen meten? Wat zou helpen om cultuurverandering te bewerkstelligen?