Waarom moeten we dit leren? Hoofdstuk: Docenten gebruiken ICT Onderdeel: Integratie theorie en praktijk Vraag Hoe kan ik, met behulp van ICT, mensen de relevantie van een theorie voor een beroep laten onderzoeken? Achtergrond “I assure you, in real life there is no such thing as algebra” (Fran Lebowitz). Fran Lebowitz zal moeilijk te overtuigen zijn geweest van het nut van wiskundige onderwerpen. Maar toch gaat het scenario bij deze vraag over hoe ‘in real life’ de inhoud van die vakken wel degelijk van belang is. Onderzoek wijst keer op keer uit dat als leerlingen gemotiveerd zijn voor een vak, hun prestaties stijgen. Hoewel motivatie een complex begrip is, is er uitgebreid overeenstemming over dat de mate waarin een leerling relevantie ervaart van een bepaald vak een belangrijk onderdeel van motivatie is. Deze opdracht is bedoeld om leerlingen zelf de relevantie van een specifiek vak te laten construeren: voor een aantal beroepen – naar eigen keuze – gaan de leerlingen zelf vaststellen hoe de dingen die in dat vak geleerd worden nodig zijn voor dat beroep. Voor een aantal wiskundige bewerkingen is het relatief gemakkelijk om dat helder te krijgen – verpleegkundigen, timmerlieden, kinderopvang, modeontwerp, allemaal moeten ze als dagelijks onderdeel van hun werk dingen uitrekenen: hoeveel planken er uit een plaat kunnen, hoe het IV-mengsel aangepast moet worden bij iemand die veel gewicht verliest, etc. Voor vakken als geschiedenis en aardrijkskunde is dat al ingewikkelder. Een uitweg is dan om het over nut in het leven in het algemeen te hebben: als je op vakantie gaat, dat je weet waarom de dingen zijn zoals ze zijn in een land; etc. De opdracht leent zich voor aanpassen aan allerlei situaties. Scenario: Met Webquest en PowerPoint Gebruik van ICT-instrumenten in dit scenario: a. Webquest: hierbij wordt de informatie voornamelijk van het internet gehaald. Leerlingen maken samen een product. b. PowerPoint: hiermee kunt u presentaties maken. Aan deze presentatie kunt u plaatjes, geluidsfragmenten en beeldfragmenten toevoegen. Hierin kunt u de gegevens uit de webquest verwerken. Beschrijving In dit scenario wordt beschreven hoe u met uw klas, of een deel van uw klas, de relevantie van een specifiek vak kunt construeren. Een Webquest is een activiteit voor leerlingen, waarbij de informatie geheel of gedeeltelijk van het web komt. Individueel of in groepjes maken de leerlingen een product, zoals bijvoorbeeld een PowerPoint presentatie. Iedere leerling krijgt hierbij een rol en in die rol moeten ze bijdragen aan het product. Bijvoorbeeld de onthoofding van Johan van Oldenbarnevelt, wie waren daarbij en welke overwegingen hadden zij etc. Met Webquest wordt de leerlingen gevraagd om integratie van de computer, zelfstandig werken en internet gebruik te laten zien. Stappenplan Webquest & PowerPoint Relevantie van de theorie voor het beroep Dit scenario is gebruikt in onderbouw vmbo. Met enig omwerken is het scenario mogelijk ook geschikt voor bijvoorbeeld een oriëntatieles op het MBO/HBO, of als startopdracht op die opleidingen voor een vak dat in het curriculum als struikelvak beschouwd wordt. Stap 1: Dit gedeelte is plenair De leerlingen bekijken de leerdoelen van theoretisch vak (bv. wiskunde), en herformuleren deze zonodig in termen die ze zelf begrijpen (bijvoorbeeld concretiseren met voorbeelden) Dus: Leerdoel: De leerling kan een eerstegraads vergelijking oplossen Wordt bijvoorbeeld: Concretiseringen: Als ergens staat 2x = 10, dan kun je uitrekenen hoeveel x is. Als je nog 100 km moet rijden, en je hebt nog 1,5 uur om niet te laat te zijn, dan kun je uitrekenen hoe hard je gemiddeld moet rijden om op tijd te komen. Als je kunt kiezen om planken in de lengte of in de breedte te zagen, dan kun je uitrekenen hoe je de meeste planken haalt uit een plaat. Etc. Belangrijk is dat hier verschillende concretiseringen benoemd worden, zodat de leerlingen niet zelf nog teveel vertaalslagen hoeven te maken in de volgende stappen. Belangrijk is ook dat de docent stuurt naar een zodanige verscheidenheid aan concretiseringen dat het aan verschillende beroepsgroepen kan raken (zie bij stap 2: verdeling van de groepen) Resultaat van deze stap is een lijst met leerdoelen en concretiseringen. Niet te lang, maar ook niet te klein (ongeveer 10). De leerlingen moeten iets te kiezen hebben. Deze lijst moet beschikbaar zijn voor de leerlingen (op het bord blijven staan, of in een volgende les uitgedeeld). Het is mogelijk om de lijst van te voren te maken, maar het verdient aanbeveling om hem samen met de klas opnieuw op te stellen. Daarmee voelen de leerlingen meer ‘eigendom’ over de lijst en is hun denken al op gang gebracht. Stap 2: Verdeel de klas in ‘begroepsgroepen’ De groepjes worden gemaakt op basis van de huidige voorkeur van de leerlingen voor een beroep (suggestie: verpleging/verzorging, onderwijs/kinderopvang, bouw en techniek, economie en recht, administratie, informatisering). Drie tot vier leerlingen per groep (er kunnen dus meerdere groepjes met het zelfde onderwerp zijn) Stap 3: Elke groep kiest twee of drie concretiseringen Daar moet minimaal één concretisering bij zijn waarvan ze intuïtief aanvoelen dat die veel met hun branche te maken kan hebben. Maar ze mogen ook de uitdaging aangaan door één meer branchevreemde concretisering te zoeken. Stap 4: De groepen onderzoeken hoe de in het theorievak aangeboden kennis en vaardigheden relevant zijn voor hun toekomstige beroep Dus: hoe rekenvaardigheden belangrijk zijn voor de timmerman (berekening hoeveel hout, berekening offertes), voor de verpleegkundige (omrekenen infusen), voor de kinderopvang, etc. Daarvoor voeren ze een webquest uit. De opdracht die ze krijgen zou er als volgt uit kunnen zien. ___________________________________________________________________________ - Kies een beroep waar jullie later eventueel voor zouden kunnen leren. Bijvoorbeeld als je in een groepje Bouw zit, dan kun je kiezen voor timmerman, of betonstaalvlechter, of een ander bouwberoep. Als je in het groepje Verzorging zit, dan kun je kiezen voor verpleegkundige, of verzorgende, of een ander verzorgingsberoep. Welk beroep kiezen jullie? ____________________________ - Zoek op internet op wat voor het beroep dat jullie gekozen hebben de belangrijkste taken zijn. Je kunt bijvoorbeeld in Google (www.google.nl) intikken timmerman en belangrijkste taken. Of verplegende en kerntaken. Of de vraag wat doet een timmerman precies? Probeer allerlei verschillende zoekmanieren. Zoek ook naar plaatjes van het beroep. De antwoorden die jullie gevonden hebben zijn het eerste deel van jullie PowerPointpresentatie. Die dia’s van dit deel kunnen er als volgt uit zien: Wat doet een beroep? Beroep & Vak • • • • Taak 1 Taak 2 Taak 3 Taak 4 Waarom dit vak belangrijk is Door: …. Klas: … Taak 1 • Beschrijving van taak 1 – bv: een timmerman moet naar de plek rijden waar hij zijn timmerwerk moet uitvoeren. En hij moet zorgen dat hij daar altijd op tijd is • Illustratie van taak 1 – bv: plaatje van een klein busje van een aannemer of timmerman op de snelweg (met ook ergens een plaatje van een klok die half zeven in de ochtend aanwijst) Bij dia 1: Voor Beroep vul je het beroep in dat je gekozen hebt (bv. timmerman), en voor vak het vak waar je de leerdoelen van aan het onderzoeken bent (bv. wiskunde). Achter Door….. vul je in wie er in je groepje zitten Bij dia 2: Voor beroep vul je weer het door jullie gekozen beroep in (de zin wordt dan bijvoorbeeld: Wat doet een timmerman). En bij de vier taken vul je in wat vier dingen zijn die een timmerman moet doen (timmeren natuurlijk, maar hij moet ook vaak door het land rijden, op weg naar de plek waar hij zijn timmerwerk moet uitvoeren – dat soort dingen horen hier ook bij). Als je meer dan vier dingen kan verzinnen mag dat. Bij dia 3: Dit is een ‘taakdia’. Dia 3 gaat over de eerste taak van het lijstje dat je in dia 2 gemaakt hebt. In een taakdia vul je in over welke taak je meer gaat vertellen en je geeft een beschrijving en een plaatje van die taak. Daarna maak je net zoveel ‘taakdia’s’ als nodig is (dus net zoveel taakdia’s als taken in het lijstje op dia 2). - Welke leerdoelen hadden jullie gekozen uit de lijst die jullie samen met je docent gemaakt hebt? _______________________________________ _______________________________________ _______________________________________ _______________________________________ - Beantwoord nu samen de volgende vragen: o - Hoe helpt het om in het beroep dat jullie gekozen alles wat hierboven staat te kunnen? Wat heb je eraan in jouw beroep? Bij welke taak kun je dat gebruiken? o Wat gaat er mis als je het niet kunt? Maak hier ook dia’s van. Die zouden er als volgt uit kunnen zien: Leerdoelen • Leerdoel 1 • Leerdoel 2 • Leerdoel 3 Leerdoel 1 • Leerdoel 1 heb je als Beroep nodig, want daarmee kun je – …. – …. – …. • Als je het niet kunt, dan – …. – …. – …. Bij de dia Leerdoelen, vul je dan de leerdoelen in die jullie groepje gekozen had. Bij de dia Leerdoel 1 schrijf je in de titel het eerste leerdoel van je rijtje. Bij beroep vul je weer het beroep in dat je gekozen had. En verder maak je de vragen af. Je maakt zo’n dia voor elk leerdoel dat je hebt gekozen. Het resultaat mail je naar je docent. ____________________________________________________________________________ Stap 5: Feedback op de presentaties Verzamel de presentaties van de groepjes. Zet ze eventueel in één document en stuur dat naar alle leerlingen of vertoon fragmenten van de verzamelde presentatie in de klas. Voer een onderwijsleergesprek over het resultaat met als doel dat de leerlingen aan het eind van dat gesprek het belang van het vak inzien en daarmee bereid zijn er voor te werken. Tips en valkuilen Over Webquest Het huidige scenario begint met het concretiseren van de leerdoelen. U kunt het scenario ook beginnen met het maken van beroepsgroepen, om daarna pas de leerdoelen te concretiseren. U heeft dan een beter idee waar u op moet sturen. Over PowerPoint algemeen Staat PowerPoint niet op de computer, vraag de systeembeheerder dan om het erop te zetten. Voordat u met PowerPoint gaat werken, moet u eerst weten met welke versie van Windows Office u werkt. Zorg ervoor dat de slides overzichtelijk blijven. Plaats niet teveel tekst in één slide. Sla de presentatie tijdens het maken regelmatig op. Over ‘Hoe maakt u een presentatie?’ Een nieuwe presentatie begint altijd met een standaard titelslide. Bedenk voordat u een slide met een bepaalde indeling kiest, wat u erin wilt verwerken. Wanneer u in een tekstvak werkt, wordt deze groter door op de entertoets te drukken. Door te klikken op Webpagina Voorbeeld, ziet u een voorbeeld van uw presentatie als webpagina. Geef uw presentatie een andere naam wanneer deze wordt opgeslagen als webpagina. Het gebruik maken van ingesproken teksten bij afbeeldingen, in plaats van getypte teksten, zorgt ervoor dat de presentatie beter overkomt. (bron: E-learning and the Science of Instruction, Ruth Colvin Clark, Richard E. mayer, Pfeiffer, 2003) Let op: Wanneer u tijdens de presentatie een geluids- of beeldfragment laat afspelen, opent de Windows Media Player - ook al is dat niet gewenst. Het verkleinen van de Windows Media Player gaat als volgt: Beeld > Compacte Modus. Een definitief gekozen lay-out kunt u in Windows Office 2000 niet meer wijzigen. Relevante links en achtergrondinformatie Over het maken van een Webquest Op de website Kennisnet kunt u een zogenaamde entree aanmaken, om zo een Webquest te ontwikkelen en op internet te publiceren: Kennisnet - Homepage Hier kunt u sjablonen downloaden, waarin stap-voor-stap staat aangegeven wat er in elk onderdeel komt te staan: Brussels Onderwijs Punt - BITS-sjablonen voor webquests Op deze site krijgt u de mogelijkheid om gratis Webquests te bouwen binnen een laagdrempelige leeromgeving, namelijk de DigiOmgeving: Danaë Onderwijs innovatie en ICT - Homepage Voorbeelden van Webquests Een website waarop alle ingrediënten van de Webquest uitvoerig worden besproken, inclusief voorbeelden en tips: Webkwestie - Homepage